ID.nl logo
Aan de slag met de CP/M-computer Z80-MBC2
© PXimport
Huis

Aan de slag met de CP/M-computer Z80-MBC2

Vorige week hebben we je alvast kennis laten maken met de Z80-MBC2, een single board-computer opgebouwd rondom een Z80 CPU en een moderne microcontroller. Die microcontroller bevat software die nagenoeg alle overige benodigde onderdelen nabootst, dus je treft in totaal maar vijf chips aan op de print. Wat het wel erg makkelijk maakt om het geheel in elkaar te zetten!

Zoals we in de vorige aflevering al meldden kun je het systeem van nul af aan opbouwen en de microcontroller zelf programmeren. Niet heel ingewikkeld, maar het voegt een paar extra stappen toe die net wat te ver voor dit artikel voeren. Handiger is het wellicht om gewoon een kant-en-klaar pakket met alle benodigde onderdelen inclusief al geprogrammeerde microcontroller aan te schaffen. Of nog mooier: ga voor een compleet opgebouwd systeem. Wij scoorden precies dat op eBay, kwestie van wat zoeken daar en de aanbiedingen in de gaten houden. Alleen duurde het wachten wat lang, want sinds Brexit is post uit het VK een drama in 30 delen. Goed, hij is er. In werkende staat zelfs.

Klok en kaartlezer

Heb je alles eenmaal in huis en opgebouwd voor je staan, dan is het zaak om de Z80-MBC2 aan de praat te krijgen. In ons pakket stond alle benodigde software al op een meegeleverd micro-SD geheugenkaartje. Dat prik je in de – bij ons eveneens meegeleverde maar ook los verkrijgbare – kaartlezer. En die module als geheel prik je dan weer op het systeembord. Daar is ook plaats voor een ofwel in een pakket meegeleverde ofwel los aan te schaffen real time klokmodule. Beide onderdelen kosten een appel en een ei, dus adviseren we je om die zeker ook even te bestellen.

©PXimport

Last but not least is er een USB-naar TTL-serieel-converter nodig. Je raadt het al: ook die zat in ons pakket. Maar je scoort ze op wederom eBay voor een paar Euro. Verbindt de bekabeling zoals uitgelegd op de bij het Z80-MBC2-project behorende website. Nu heb je alleen nog een simpel terminalprogramma nodig. Voor elk besturingssysteem is er wat dat betreft wel wat te vinden. Zo is er bijvoorbeeld Putty, een open source exemplaar beschikbaar voor zowel Windows als Linux. In dit voorbeeld gebruiken we voor de aardigheid eens een progressive web app (PWA) op de Chromebook, ofwel een terminalprogramma dat draait in de browser. Je kunt het zelfs lokaal installeren zodat ’t ook offline werkt. Kwestie van een bezoekje brengen aan deze site en van daaraf Beagle Term – de app die we gebruiken – starten.

©PXimport

EVEN OPLETTEN: Als je – zoals wij – nog geen kast hebt liggen om het geheel netjes in te bouwen, is het zaak om het bord bij inschakelen op een schone, niet-geleidende ondergrond te leggen. Een stuk karton of (nog beter) een kartonnen doosje. Dat voorkomt een tranendal vanwege een rondslingerende paperclip of schaar, bijvoorbeeld.

De communicatie-instellingen

Voor de rest maakt het niet uit welk terminalprogramma op welk systeem je gebruikt. Prik de aan de Z80-MBC2 verbonden USB-naar-TTL serieel converter in een vrije USB-poort van je computer. Start het terminalprogramma. Zorg dat je als bitrate een waarde van 115200 kiest (meestal dien je bij de eerste verbinding met het een of ander een profiel aan te maken, of je duikt even in de settings van het terminal-programma). Het aantal data bits dient op 8 ingesteld te zijn, het Stop Bit is 1 bit, Flow Control none. Afhankelijk van de gebruikte USB-converter kies je de correcte seriële poort, in ons voorbeeld op de Chromebook /dev/ttyUSB0. Maar dat kan zomaar iets anders zijn op jouw systeem!

©PXimport

Verbinden

Klik in het terminalprogramma op de knop Connect of iets soortgelijks en je ziet als het allemaal een beetje meezit dat wat je Z80-MBC2 te melden heeft. Vanaf nu moet je het terminalvenster simpelweg als het beeldscherm van de Z80-MBC2 beschouwen. Tegelijkertijd lichten de verschillende LED’s op het systeembord op, en knippert er wat als er seriële data wordt uitgewisseld.

In theorie zie je bij de eerste start een menu verschijnen met daarin diverse opties. Maar ook kan het gebeuren dat de Z80-MBC2 meteen naar bijvoorbeeld een van de CP/M-versies of Basic start. Wacht dan tot het opstarten daarvan voltooid is. Druk vervolgens op de USER-knop en houd deze ingedrukt. Druk daarna kort op de RESET-knop en wacht tot het menu alsnog verschijnt, waarna je de RESET-knop los kunt laten. Op deze manier keer je altijd weer terug naar dat hoofdmenu als het nodig is! Handig is optie 6, waarmee je tussen 4 en 8 MHz kloksnelheid van de Z80 kunt schakelen. Voor antieke software komt 4 MHz soms van pas, meestal werkt 8 MHz uitstekend (en dubbel zo snel…) In dit voorbeeld starten we CP/M 86, ofwel optie 8 en dan op een willekeurige toets drukken tot CP/M 3.0 is geselecteerd. Druk vervolgens op Enter en het gekozen systeem laadt. Voortaan vind je onder menu-optie 3 dit via 8 geselecteerde systeem, veranderen kan weer via 8.

©PXimport

CP/M 3.0 en MBASIC85

Het heeft niet zo heel veel zin om hier een uitgebreide handleiding CP/M neer te schrijven, daarover is meer dan genoeg online te vinden. Heel ingewikkeld is het allemaal niet. Het geheel is tekstgebaseerd en veel opdrachten zullen je bekend voorkomen. Zeker voor hen die nog DOS gebruikt hebben of bekend zijn met de Linux-opdrachtprompt. Je ziet een knipperende cursor staan achter de eerste driveletter, A. Dat is tevens de systeemschijf, tik dir gevolgd door een druk op Enter en je ziet de inhoud van de schijf verschijnen. In het geval van CP/M 3.0 tref je onder meer twee Basic-interpreters aan, plus wat voorbeeldprogramma’s. Om bijvoorbeeld MBASIC85 te starten, tik je precies dat als opdracht, gevolgd door een druk op Enter. Inderdaad: het betreft hier een klassieke Basic-versie, ontwikkeld door Microsoft. Dat bedrijf (toen nog bedrijfje) had destijds zo ongeveer de hele markt in handen wat Basic-interpreters betreft, dus niet heel vreemd om dat ook onder CP/M aan te treffen (de complete handleiding vind je hier). Om een voorbeeldprogramma te openen, tik je bijvoorbeeld eens het commando LOAD “ASCIART.BASR gevolgd door een druk op Enter. Let op: het is allemaal hoofdlettergevoelig qua bestandsnaam! Bovendien moesten we op ons systeem de linker shifttoets gebruiken om een “ te produceren. Ja, het is allemaal even wat wennen! Je had trouwens al gemerkt dat het programma direct na het laden start, daarvoor zorgt ,R achter de laatste aanhalingstekens.

USER LED en GPIO

Het CPM-systeem beschikt over een USER-LED, die kun je vanuit Basic aansturen. Hoe, dat kun je zien in het programma USERLED.BAS. Om het programma te verlaten druk je op de ook aanwezige USER-knop op ’t bord. Heb je een GPIO-chip op je Z80-MBC2 geprikt, dan kun je ook allerlei andere zaken via de GPIO-poort regelen. En ook nu is er weer een voorbeeldprogramma beschikbaar, het heet GPIO.BAS. Precies die GPIO-poort maakt dit systeem ook uitermate interessant voor het besturen van allerlei dingen; de programmeertaal Basic is in z’n jaren tachtig-vorm wel heel makkelijk te leren!

©PXimport

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube