ID.nl logo
Intel Z490-moederborden getest
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Intel Z490-moederborden getest

De tiende generatie Intel Core-processors voor desktop-pc’s is op de markt. Processors die meer cores en threads hebben en hogere kloksnelheden dan ooit tevoren. Tegelijkertijd gaat het inmiddels om de vijfde vernieuwing van de in 2015 gelanceerde Skylake-architectuur. Lukt het Intel om deze technologie nog één keer nieuw leven in te blazen? Omdat Intel het vooral van high-end-pc’s moet hebben, richten we ons in deze test specifiek op de Z490-moederborden die je nodig hebt om het maximale uit de processor te halen.

Na een gezapig decennium waarin Intel feitelijks niets hoefde te doen anders dan hun product elk jaar een klein beetje sneller te maken, kwam daar met de introductie van AMD’s Ryzen abrupt een einde aan. Intel moest eind 2017 afstappen van het in 2009 (!) geïntroduceerde concept dat een Core i7 een quadcore met hyperthreading is, een Core i5 een quadcore en een i3 een dualcore met hyperthreading. Intel voegde meer cores toe en wist door optimalisaties de prestaties per core nog wat hoger te houden dan AMD. Drie jaar later zien we Intel eigenlijk weer hetzelfde trucje toepassen: meer cores die iets sneller zijn. Opvallend is dat inmiddels alle Core-processors van de tiende generatie hyperthreading hebben (met uitzondering van de Celerons); hierdoor kunnen er kortgezegd twee taken per core worden uitgevoerd. Dat is overigens niet uniek, AMD biedt op veel van de Ryzen-processors met simultaneous multithreading een vergelijkbare technologie.

Stuk voor stuk krachtige processors

De combinatie van verbeteringen leidt er toe dat de rekenkracht van de Intel-cpu’s wel degelijk significant is toegenomen ten opzichte van een paar jaar geleden. Zelfs de Core i3 is tegenwoordig een quadcore met hyperthreading en sneller dan de quadcore Core i7-cpu’s uit 2016. Dat houdt in dat je zelfs met ‘slechts’ een Core i3 al prima uit de voeten kunt met videobewerking. De Core i5 is nu een 6-core-processor met hyperthreading. Ook dat is een belangrijke stap. Sommige games kwamen bij de vorige generatie Core i5 al een beetje in de knel dankzij een gebrek aan threads. Met 12 threads is de Core i5 weer een uitstekende processor voor gamen en algemeen gebruik. Wil je meer? De Core i7 heeft nu 8 cores en de nieuwe Core i9 bevat er zelfs 10. Met uitzondering van extreme niche-doeleinden kun je met een nieuwe i7 of i9 alles doen.

Productieprocedé

De tiende generatie Core-processors zijn dus beter dan de vorige generaties. Maar zodra we ze gaan vergelijken met AMD’s Ryzen 3000-cpu’s, krijgt Intel het toch lastig. AMD biedt tenslotte vaak meer cores voor hetzelfde geld. Een veel groter probleem voor Intel is dat AMD een efficiënter en moderner 7nm-productieprocedé tot zijn beschikking heeft. Intel gebruikt nog altijd de uit 2015 stammende 14nm-Skylake-technologie. Optimalisaties zijn mooi, maar een grote sprong in efficiëntie moet komen uit een nieuwe architectuur en verkleining van het productieprocedé. Iets waar Intel al tijden moeilijkheden mee heeft.

©PXimport

Onzuinig en warm

De toevoeging van extra cores en hogere snelheden op dezelfde oudere technologie heeft twee serieuze gevolgen: een hoger energieverbruik en hogere warmteproductie. Een hoger stroomverbruik is natuurlijk niet wenselijk, maar uiteindelijk vallen de verschillen in het totale energieverbruik tussen moderne pc’s wel mee. De extra warmte is wél een serieus probleem, zeker bij de Intel Core i9-10900K die 10 snelle cores op een relatief klein oppervlakte bevat. Zelfs middenklasse processorkoelers rond de 60 euro hebben moeite om dit beest te temmen. Idealiter combineer je deze processor met een luxe luchtkoeler zoals een Noctua NH-D15 of waterkoeling. Deze kost zo’n 100 euro, bovenop je 549 euro kostende Core i9. En dat terwijl de 439 euro kostende AMD Ryzen 9 3900X (12 cores) prima werkt met een middenklasse koeler van een paar tientjes.

©PXimport

Puur op naamsbekendheid?

Kortom, Intel staat onder enorme druk. En niet alleen voor de duurste Core i9: de Intel Core i5-10400 kost zo’n 200 euro en de overklokbare i5-10600K bijna 300 euro. AMD zet daar een maar iets tragere Ryzen 5 3600 tegenover, die slechts 169 euro kost. En de Intel Core i7-10700K (8 cores, 16 threads) kost je 399 euro, terwijl een AMD Ryzen 7 3700X (ook 8 cores, 16 threads) slechts 289 euro kost.

Dat zijn forse verschillen, waarbij Intel het dus ook moet afleggen op efficiëntie. Wat Intel nog wel in handen heeft zijn de prestaties per core en zijn naamsbekendheid. Dat laatste is eigenlijk een slecht verkoopargument, maar de realiteit is dat het voor sommige koper meeweegt. Is er nog een echt objectief argument te bedenken om voor Intel te kiezen? Dat is eigenlijk alleen het spelen van games. In de meeste games presteert een Intel-cpu simpelweg net wat beter dan een AMD-cpu. Maar het is een zware opgave voor Intel om te kunnen concurreren met AMD, dat in alle taken op gamen na beter presteert voor minder geld. Vermoedelijk komt Intel er gezien hun naamsbekendheid nog wel één jaartje mee weg, maar dan zul het bedrijf toch echt met iets nieuws moeten komen.

Nieuw in Z490?

Hoewel we veel theorieën hebben over de noodzaak of het nut van een nieuwe socket (waar de nieuwe processors nota bene zijn gebaseerd op bestaande techniek) is de bittere realiteit dat het simpelweg zo is. Een nieuwe generatie moederborden brengt normaliter ook wat nieuwe mogelijkheden met zich mee. Dat lijstje is deze keer kort en vooral netwerkgerelateerd: wifi 6 is op praktisch alle Z490-borden aanwezig en het gros van de moederborden biedt nu een multigigabit-netwerkaansluiting. De borden zijn in de regel wel duurder geworden ten opzichte van de vorige generatie. Voordat je dat afschrijft als een ordinaire prijsverhoging moeten we wel opmerken dat ze kwalitatief ook wel degelijk beter zijn geworden. Zo krijg je een betere stroomvoorziening en meer aansluitingen dan voorheen.

©PXimport

Stroomvoorziening

De stroomvoorziening, soms ook vrm genoemd, is cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe zwaarder de cpu, hoe zwaarder de stroomvoorziening moet zijn. We maken bij de beoordeling geen onderscheid tussen een goede of ‘nog betere’ stroomvoorziening, want zolang je moederbord niet kan oververhitten maakt het in de praktijk gewoon niet uit. Waar je ook goed op moet letten, zijn de mogelijkheden die het moederbord biedt zoals de aansluitingen of overklokopties. Zo kom je tot het beste moederbord voor jou: de stroomvoorziening moet voldoen voor jouw cpu en het bord moet de mogelijkheden hebben die jij nodig hebt. Een duurder moederbord kopen dan een model dat aan je eisen voldoet heeft immers weinig zin.

Het beste budget Z490-bord (tot 200 euro)

Slechts 3 van de 21 moederborden kosten minder dan 200 euro, alle drie van Gigabyte. MSI en ASUS richten zich kennelijk liever op de liefhebber die iets meer wil uitgeven. Het lagere prijspunt heeft uiteraard consequenties. Zo hebben deze borden geen interne usb-c-header voor behuizingen met usb-c, zijn er maar 4 of 5 fan-headers waar luxere borden er al snel 8 hebben, en ontbreken snellere netwerkaansluitingen en wifi 6.

De vraag is of je die zaken echt nodig hebt? Zo niet, dan is de 164 euro kostende Gigabyte Z490M Gaming X een mooi voorbeeld van een moederbord dat simpelweg voldoet zonder dat hij de hoofdprijs kost. De stroomvoorziening kan een Intel Core i9-10900K met een lichte overklok aan, iets wat bij de nog goedkopere Z490M net wat krap is, zeker als je behuizing niet bijzonder goed koelt. De iets duurdere Gigabyte Z490 Gaming X UD is een goed alternatief als je iets meer usb-poorten achterop wilt, maar voor die prijs (ca. 200 euro) komen betere borden in zicht.

©PXimport

Gigabyte Z490M Gaming X

Prijs
€ 164,-
Websitewww.gigabyte.com7Score70

  • Pluspunten

  • Stroomvoorziening voor Core i9

  • Prijs

  • Minpunten

  • Geen usb-c-header

  • Relatief weinig fan-headers

Het beste middenklasse Z490-bord (200-275 euro)

Voor een ideaal middenklasse bord zoeken we een totaalplaatje: een usb-c-aansluiting voor op je behuizing, een stroomvoorziening om ook een Core i9 stevig mee te overklokken en veel fan- en rgb-aansluitingen. De MSI Z490 Tomahawk (204 euro) biedt dat totaalplaatje en heeft zelfs twee netwerkaansluitingen waarvan één 2,5 gigabit biedt. Voor veel gamesystemen en zelfs werkstations zien we weinig reden om meer uit te geven. Wil je per se wifi, dan is de ASUS TUF Gaming Z490-Plus WiFi met 224 euro de voordeligste optie, al is die op andere vlakken iets minder luxe dan de Tomahawk. De ASUS Z490-A is wel luxer en heeft betere software om de rgb-verlichting van je pc te beheren, maar daar betaal je een forse meerprijs voor (totaal 269 euro). Hardwarematige voordelen maken de Gigabyte Z490 Vision G een interessante keuze als je wat meer kunt uitgeven. Met 239 euro is dit bord nog redelijk betaalbaar, mar hij komt als enige in dit segment met extra veel usb-headers (10) en drie sloten voor m.2-ssd’s.

MSI MAG Z490 Tomahawk

Prijs
€ 204,-
Websitewww.msi.com8Score80

  • Pluspunten

  • Twee lan-aansluitingen

  • Usb-c-header

  • Goede stroomvoorziening

  • Minpunten

  • Geen wifi

  • Rgb-software matig

Het beste high-end Z490-bord (275-350 euro)

Omdat meer uitgeven dan de 204 euro die de Z490 Tomahawk kost zelden echt nodig is, zoeken we bij duurdere high-end borden vooral naar échte luxe of eigenschappen die specifieke wensen echt beter maken. Moederborden zoals de Gigabyte Z490 Aorus Pro AX zijn objectief gezien uitstekend, maar vallen tussen wal en schip wanneer goedkopere alternatieven al gewoon goed zijn, en iets duurdere alternatieven weer wat echte voordelen hebben.

De MSI MEG Z490 Unify is een positieve uitschieter omdat hij een extreme (en dure) stroomvoorziening heeft. Dat wordt aangevuld met veel extra opties die het overklokkers makkelijker maken om hun processors tot het uiterste te pushen. Met de MEG Z490 Unify blijft die combinatie met 329 euro bovendien redelijk betaalbaar.

De ASUS Z490-E Gaming (309 euro) heeft niet één specifieke eigenschap dat verklaart waarom dit moederbord zo’n honderd euro duurder is dan de Tomahawk. Maar het feit dat ASUS ook softwarematig de puntjes op de i weet te zetten (vooral de rgb-software van MSI moet echt beter) plus het feit dat de Z490-E Gaming in praktisch elk opzicht (fan-headers, wifi 6, usb-c, snelle lan-aansluiting, veel usb-poorten achterop) een heel compleet moederbord is, maakt hem wel interessant voor iedereen die liever iets meer betaald voor een ASUS.

©PXimport

MSI MEG Z490 Unify

Prijs
€ 329,-
Websitewww.msi.com9Score90

  • Pluspunten

  • Extreme stroomvoorziening

  • Uitgebreide overklokmogelijkheden

  • Redelijke prijs

  • Minpunten

  • Rgb-software matig

Het beste prosumer-klasse Z490-bord (375-500 euro)

Het zijn die puntjes op de i die in het voordeel van ASUS zijn zodra we naar duurdere moederborden kijken. Met zo’n hoge prijs komt de verwachting van perfectie en ook kleine softwarematige onvolkomenheden gaan dan wegen. ASUS zet juist vol in op zijn software, met nieuwe trucjes om je pc zichzelf slim te laten overklokken of een goede balans te vinden tussen koeling en geluidsproductie.

De ASUS ROG Maximus XII Hero (Wi-Fi) van 449 euro is het toppunt van een overcompleet en goed uitgewerkt moederbord voor de échte liefhebber. De stroomvoorziening kan extreem overklokken aan, de mogelijkheden zijn overcompleet met onder meer drie m.2-sloten, veel usb-poorten, veel interne headers en zelfs een 5gigabit-netwerkaansluiting. We vinden bijna 450 euro wel érg veel geld voor een moederbord, maar dan heb je wel alle toeters en bellen.

In deze prijsklasse verdient ook de ASUS ProArt Z490-Creator 10G aandacht: het goedkoopste Z490-bord met een 10Gbit-netwerkaansluiting en een thunderbolt-poort, mocht je dat zoeken. Let wel op dat je voor die 384 euro op andere fronten een iets minder luxe bord krijgt.

©PXimport

ASUS ROG Maximus XII Hero (Wi-Fi)

Prijs
€ 449,-
Websitewww.asus.com10Score100

  • Pluspunten

  • Goede software

  • Extreme stroomvoorziening

  • Drie m.2-sloten

  • 5Gbit-netwerkaansluiting

  • Minpunten

  • Prijs

Het beste itx-bord met Z490-chipset

Tegenwoordig zijn de zogenoemde small form factor (sff) of itx-computers populair. Compacte systemen die elegant op een bureau passen. Daarvoor is een compact itx-moederbord gewenst. De premiumpositie van deze minicomputers leidt ertoe dat fabrikanten deze moederborden ook duidelijk liefde geven. Zowel de modellen van Gigabyte als ASUS zijn uitstekend uitgevoerd, met een stevige stroomvoorziening die een Core i9 prima aankan en plek voor twee m.2-ssd’s wat in compacte systemen echt geen gegeven is. Het compacte formaat maakt van het itx-segment wel het segment van onvermijdelijke beperkingen, zo heb je nooit veel usb-poorten achterop en het valt niet mee om alle benodigde componenten op een klein bord te passen. Gigabyte heeft dat in onze optiek het best gedaan, door met slimme adapterkabeltjes nog net wat meer aansluitingen te bieden dan zijn concurrent. Ook het feit dat ASUS een kleine fan toevoegt aan de stroomvoorziening, terwijl Gigabyte even goed presteert zonder is een overweging. Hoe minder bewegende onderdelen hoe beter. De Gigabyte Z490i Aorus Ultra is ook nog eens ruim 50 euro voordeliger en dat alles maakt hem ons favoriete itx-model.

Schrijf de ASUS niet af, want deze koelt beide ssd’s, terwijl Gigabyte slechts één ssd koelt. Dit is wel een puntje als je voor extreem snelle ssd’s gaat. Daarnaast heeft ASUS wederom het voordeel van de betere rgb-software. Als de kleine verschillen in aansluitingen niet relevant zijn en je geen bezwaar hebt tegen een wat hogere prijs, dan is de ASUS Z490-I Strix Gaming ook gewoon een uitstekende keuze.

©PXimport

Gigabyte Z490i Aorus Ultra

Prijs
€ 264,-
Websitewww.gigabyte.com9Score90

  • Pluspunten

  • Goede stroomvoorziening

  • Twee m.2-sloten

  • Slimme adapterkabeltjes

  • Minpunten

  • Maar één m.2-slot gekoeld

Het ultieme Z490-bord?

Meer dan circa 300 euro uitgeven is zelden nodig, maar soms zijn er echt veeleisende gebruikers die prima kunnen beargumenteren waarom ze bereid zijn richting de 400 tot 500 euro uit te geven. De duurste Z490-moederborden naderen echter de 900 euro en dan zijn we echt door onze objectieve argumenten heen. We zien vier stuk voor stuk prachtige en echt uitstekende moederborden, maar die moeten het allemaal hebben van de koper die gewoon per se iets wil hebben waar anderen jaloers op zullen zijn.

Zo voegen de MSI MEG Z490 Godlike en de ASUS ROG Maximus XII Extreme oled-schermpjes toe voor meer informatie en animaties als je dat graag wilt. De ASUS ROG Maximus XII Apex biedt nog extremere overklokmogelijkheden en de ASUS ROG Maximus XII Formula heeft een waterblok op de stroomvoorziening zodat je daar wat water door ziet stromen met een waterloop. Louter voor koeling zou de Hero al voldoende zijn. De Extreme van ASUS (met inderdaad extreem veel aansluitingen) valt in de tabel het meest op. En de Gigabyte Z490 Aorus Xtreme valt visueel het meest op doordat veel metaal toegevoegd is en alle aansluitingen op de zijkant zijn gepositioneerd. Prachtige zaken als je niet weet wat je met je geld moet doen, maar om deze borden aan te bevelen gaat ons te ver.

Conclusie

De Z490-moederborden zijn over het algemeen duurder dan borden voor de vorige generatie processors. Het goede nieuws is daarbij wel dat alle fabrikanten de stroomvoorzieningen tegenwoordig heel serieus nemen. Op de allergoedkoopste optie na, is elk moederbord prima in staat om zelfs een Intel Core i9-10900K te overklokken, waardoor jij je voor je nieuwe pc simpelweg kan richten op welke mogelijkheden je echt nodig hebt. Onze eerdere aanbevelingen (zowel die met een keurmerk als de modellen die we in de tekst noemen) zijn de borden die in de bredere zin positief opvallen en we zouden als eerste die bekijken of ze bij jou passen. Maar elk van de borden kan in theorie een prima koop zijn als de mogelijkheden beter bij jou passen. Let daarbij ook op tijdelijke deals, zoals kortingsacties of gratis spellen, die voldoende kunnen zijn om je richting een alternatief te laten gaan.

©PXimport

En ASRock?

Traditioneel was ook ASRock, die samen met Gigabyte, MSI en ASUS de grote vier vormt, een fanatieke inzender van (veelal betaalbare) moederborden. Voor deze test werd echter geen enkel product ingezonden. Daar dachten we in eerste instantie niet veel van … tot we allerlei overwegend kritische reviews op andere plekken op internet tegenkwamen over ASRock Z490-moederborden en hun stroomvoorzieningen. Aangezien wij een verantwoordelijkheid voelen om jullie, de lezers, goed te informeren, willen we benadrukken om ook dat soort reviews te lezen voordat je zo’n moederbord aanschaft. Om teleurstellingen en zelfs stabiliteitsproblemen te voorkomen.

▼ Volgende artikel
Video trimmen in VLC: filmpjes eenvoudig inkorten
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

Video trimmen in VLC: filmpjes eenvoudig inkorten

Maak je weleens een filmpje? Daarin zitten meestal stukken die oninteressant zijn. Met de gratis tool VLC media player kun je zo’n video moeiteloos en nauwkeurig tot op het frame inkorten.

Mediatitel verbergen

VLC media player (www.videolan.org) is een van de populairste mediaspelers. Niet alleen omdat de opensource-software voortdurend wordt verbeterd, maar vooral omdat de app zoveel verschillende media moeiteloos kan afspelen en converteren. We gebruiken de tool ook graag om video in te korten. Standaard toont VLC in het begin gedurende enkele seconden de naam van het videobestand. Vind je dat (net als wij) storend, vooral als je in die zone een knip wilt geven? Schakel dit uit door de Eenvoudige voorkeuren te openen met Ctrl+P (met de P van preferences, op de Mac gebruik je Cmd+,). Ga naar het tabblad Ondertitels / OSD en haal het vinkje weg bij de optie Mediatitel weergeven bij starten van de video.

Zorg dat de mediatitel niet in beeld komt.

Beginpositie bepalen

Het splitsen van een video in VLC verloopt anders dan bij een gewone videobewerkingstool waar je een slider moet verplaatsen. Met VLC maak je een opname van het deel van de video dat je wilt extraheren uit een langer filmpje. Het ingekorte fragment wordt dan opgeslagen als een nieuw videobestand en het oorspronkelijke bestand blijft ongewijzigd. Open VLC en klik op Open bestand om de video te selecteren die je wilt inkorten. Laad de video en zoek de exacte positie waar je de video wilt splitsen. Om het je gemakkelijk te maken, kun je de spatiebalk gebruiken om het filmpje te pauzeren en met dezelfde toets zet je het terug in gang. Je kunt de video frame voor frame afspelen door de E-toets in te drukken. Als je de E-toets continu indrukt, verspringt de video in slow motion. Op deze manier ga je naar de plaats waar je de beginknip wilt geven. Klik dan op de rode opnameknop links onder de video.

Gebruik de opnameknop om het begin van het fragment aan te geven.

Opnemen

Laat de video verder lopen en/of gebruik de E-toets om de plaats te zoeken waar je het fragment wilt beëindigen. Klik opnieuw op dezelfde opnameknop om de laatste knip te geven. Dat is alles. De ingekorte video wordt automatisch opgeslagen in de map Video's op je computer. Op de Mac komt dit fragment in de map Films.

In de map Video’s staat het ingekorte filmpje.

▼ Volgende artikel
De Nothing Phone (3a) Lite is goedkoop, maar iets minder Nothing
© Nothing
Huis

De Nothing Phone (3a) Lite is goedkoop, maar iets minder Nothing

Het merk Nothing is inmiddels berucht én geliefd om zijn semi-transparante telefoons, dappere designkeuzes en de knipoog naar oldskool tech. Vandaag voegt het bedrijf daar een betaalbare variant aan toe: de Phone (3a) Lite. Die naam roept meteen vragen op, want hoe 'Lite' is hij eigenlijk?

Vandaag heeft Nothing de Phone (3a) Lite officieel onthuld. Vanaf 4 november ligt het toestel ook daadwerkelijk in de winkel voor een bedrag van 249 euro. Er zijn twee uitvoeringen beschikbaar met 8 GB RAM en 128 of 256 GB opslag, en die zijn leverbaar in de kleuren zwart en wit. Beide varianten bieden ruimte voor een microSD-kaart tot 2 TB, wat in deze prijsklasse vrij uitzonderlijk is.

Met die vriendelijke prijs positioneert Nothing het toestel overigens slim tussen de budget- en middenklasse in. Dus ónder de Nothing Phone (3a), maar boven instappers van bijvoorbeeld Realme of Motorola.

©Nothing

Kleine concessies

De transparante achterkant blijft, maar het Glyph-systeem – de lichtstrips waarmee je meldingen op de achterkant kunt waarnemen – lijkt te ontbreken. Nothing vermeldt het in elk geval niet op de officiële pagina, wat doet vermoeden dat het systeem hier is geschrapt of versoberd. Het toestel heeft een glass finish en een IP54-certificering tegen stof en spatwater, maar is vermoedelijk niet volledig van glas.

Het scherm is een 6,77-inch amoledpaneel met een resolutie van 1084 × 2392 pixels, een piekhelderheid van 3000 nits en een adaptieve verversing van 120 Hz. Het toestel draait op een MediaTek Dimensity 7300 Pro-chip (8-core, 4 nm, tot 2,5 GHz) met een Mali-G615 GPU. Niet de snelste op aarde, maar ruim voldoende voor dagelijks gebruik en je favoriete spelletjes. De batterij heeft een vermogen van 5000 mAh en kun je met 33 watt opladen; in twintig minuten zit je op 50 procent, volledig laden duurt ongeveer een uur. Ook reverse charging (5 watt) wordt ondersteund.

De camera’s zijn inmiddels officieel bevestigd: een 50 MP-hoofdcamera (f/1.88), een 8 MP-ultragroothoeklens (f/2.2) en een 2 MP-macrocamera (f/2.4). De selfiecamera telt 16 MP. Video’s schiet je in 4K met 30 fps of 1080p met tot 60 fps. Daarmee is het een nette, zij het eenvoudige, cameraconfiguratie voor deze prijsklasse.

Software

De telefoon draait op Nothing OS 3.5 (gebaseerd op Android 15). Versie 4.0, gebaseerd op Android 16, volgt later met nieuwe camera- en lockscreenfuncties zoals Stretch mode en Lock Glimpse.

Die laatste optie zorgt trouwens wel voor enige opschudding: Lock Glimpse zou advertenties laten zien op je vergrendelscherm. Gebruikers moeten naar links vegen om ze te bekijken en de functie is weliswaar opt-in, maar het is wél een breuk met Nothings eerdere ‘geen bloatware, geen onzin’-imago. Het voelt een beetje wrang: het merk dat ooit minimalisme predikte, introduceert nu vrijwillige reclame. Maar goed, een kleine prijs voor een lage prijs, zullen we maar zeggen.

Niettemin lijkt de Nothing Phone (3a) Lite een charmant compromis. Minder luxe, minder toeters en bellen, maar nog steeds een eigen gezicht in een markt vol generieke toestellen. Wie vooral design en merkbeleving zoekt voor een zacht prijsje, zal hier vermoedelijk blij van worden.

©Nothing

Conclusie

Met de Phone (3a) Lite brengt Nothing een deel van zijn kenmerkende design naar een lagere prijsklasse. De hardware is degelijk, de prijs scherp en de uitstraling is toch herkenbaar. Maar er zijn ook duidelijke concessies: geen Glyph-lichtshow deze keer, de camera’s zijn bescheiden, en die optionele advertenties...? Nou ja, een aantrekkelijke instapper dus, zolang je weet wat je inlevert voor dat lagere prijskaartje.