ID.nl logo
Een beamer of televisie: wat is beste keuze?
© MG | ID.nl
Huis

Een beamer of televisie: wat is beste keuze?

Ben je een filmliefhebber en wil je een echte thuisbioscoopervaring? Dan werd wel eens gezegd dat je dan een beamer moet nemen. Maar is dat nog wel zo? Welke redenen zijn er nog meer om voor een beamer te kiezen? Of zijn de huidige televisies daar ook gewoon geschikt voor? Wij zoeken het voor je uit.

In dit artikel kom je te weten:

📺 Wat de mogelijkheden zijn voor het plaatsen van een beamer 📺 Wat de ideale schermgrootte en kijkafstand is 📺 Waar je ruimte aan moet voldoen om een beamer of tv te plaatsen

Ook interessant: 5 goedkope smart-tv's voor nog geen 400 euro

Beamers (officieel projectors genoemd) zijn er in vele soorten en maten en zijn tegenwoordig al van een andere kwaliteit dan aan aantal jaar geleden. Maar kan een beamer zich nog meten met de kwaliteiten van bijvoorbeeld een 4K-televisie? Verschillende factoren spelen mee in de keuze voor een beamer of televisie. Schermgrootte is uiteraard een belangrijke, maar ook de (eenvoud van) de installatie, de manier waarop je het geluid wil hebben en de flexibiliteit van de opstelling tellen mee.

Ook de ruimte waarin je het toestel plaatst speelt mee in je keuze. En niet onbelangrijk: de beeldkwaliteit zelf. En, waar ga je de opstelling voor gebruiken: is het alleen bedoeld voor het kijken van films en series, of ga je er ook op gamen en gewone televisie op kijken? Al die factoren bekijken we even van dichtbij.

Schermgrootte

Er gaat niets boven een echt groot scherm als je een meeslepende filmervaring wilt. Een bezoek aan de bioscoop zal dat alleen maar bevestigen (tip: ga niet op de laatste rij zitten, neem plaats ergens op de helft of nog iets daarvoor).

Het is al jaren zo dat wie een groot scherm wil, onvermijdelijk een projector in huis moet halen. En met groot bedoelen een beelddiagonaal van 100 inch (2,54 meter) of meer. Wie dan op drie meter van het scherm zit, heeft een kijkervaring die de bioscoop kan evenaren. Ter vergelijking, om een zelfde ervaring te krijgen met een televisie, mag je maar 2,4 meter van een 75 inch-tv zitten, en zelfs maar 2 meter van een 65 inch-tv.

©Vasiliy | Adobe Stock

Prijskaartje

Het prijskaartje is natuurlijk ook een van de eerste dingen waar je naar kijkt. Televisies zijn er ook al in grote formaten te vinden, maar zelfs dan nog is 98 inch echt het grootste dat je kunt vinden. Wil je een groter formaat, dan kom je automatisch terecht bij beamers. Het is wel zo dat grote televisiematen de laatste jaren aanzienlijk goedkoper geworden zijn. Zeker als je de ook de relatieve beeldkwaliteit mee in overweging neemt.. Een 98 inch-model kost minstens 3.500 euro, maar de gemiddelde prijs ligt eerder op 8.000 euro. Voor een 85 inch-televisie kom je al uit tussen de 3.000 à 4.000 euro.

©Andor Bujdoso | Adobe Stcok

Kies je voor een beamer? Dan betaal je voor een degelijk model dat thuisbioscoopwaardige beelden produceert, zo rond de 2.500 euro. Het kan goedkoper, maar dan lever je over het algemeen toch wat beeldkwaliteit in.

Het belang van beeldkwaliteit

Natuurlijk kun je goedkopere beamers of televisies vinden, maar hou er rekening mee dat je naar een heel groot beeld kijkt. Elke fout en elke onvolkomenheid wordt daardoor duidelijk zichtbaar. Een tv levert echte 4K-beelden, beter contrast, meer licht en vaak betere kleuren. De meeste projectoren in de betaalbare categorie die 4K bieden, gebruiken een pixelshift-techniek die resulteert in resolutie die beter is dan Full-HD, maar net iets minder detail toont dan een echt 4K-scherm. Projectie heeft wel een zachter beeld, het is een heel andere techniek en wie absoluut die ervaring wil, moet dan ook voor een beamer kiezen.

©Photoboyko | Adobe Stock

Wat betreft het afspelen van HDR-content; televisies hebben op dat vlak duidelijk de voorsprong. Er zijn veel modellen die naast HDR10 ook HDR10+ en Dolby Vision ondersteunen. Projectoren zijn vaak beperkt tot HDR10. De eerste projector met Dolby Vision werd slechts zeer recent gelanceerd, dus de meeste modellen bieden dat nog niet. Voor HDR heb je veel licht en het beste contrast nodig, en op dat gebied is een televisie moeilijk te verslaan, tenzij je naar heel dure projectoren gaat.

Geluidskwaliteit minstens zo belangrijk

Beamers hebben vaak een eenvoudige speaker aan boord, of vaker zelfs helemaal geen speaker. Je hebt dus meestal ook een apart geluidssysteem nodig. Dat kan een soundbar zijn, of een AV-receiver met een 5.1-luidsprekeropstelling of meer. Daar moet je in je budget ook rekening mee houden. Televisies hebben vaak betere audioconfiguraties, maar ook dat hangt af van het budget. Soms moet je voor echt indrukwekkende audio alsnog uitwijken naar een extern audioapparaat.

©Viktorus | Adobe Stock

Opstelling en benodigdheden

Dan is er nog de manier waarop je je ruimte inricht en je beamer of televisie opstelt. Die laatste is natuurlijk eenvoudig te plaatsen. Je zet 'm neer waar je het beeld wil hebben en je bent in principe klaar. Dat kan op een meubel of aan een wandbeugel. Veel plaats heb je er niet voor nodig, al is het uiteraard opletten als je een 98 inch-model in huis haalt.

Beamers zijn op dit vlak toch wat veeleisender. Afhankelijk van de lens moet de projector ergens acht in de kamer op een stelling, of dichterbij aan het plafond gemonteerd worden. Daarnaast heb je een doek nodig om op te projecteren of een mooie, egale witte muur. Er mag niets tussen de projector en het scherm staan. En je hebt extra ruimte nodig voor je audio-installatie.

Er zijn al enkele jaren Ultra Short Throw-projectoren op de markt die je vlak voor het scherm kunt plaatsen - vaak slechts op 20-30cm afstand - en die kunnen toch een 100 inch beeld leveren. Ze zijn over het algemeen iets duurder, en eisen een echt perfect vlak projectie-oppervlak.

©Romana | Adobe Stock

Omgevingslicht is de vloek van elke beamer. Ze leveren namelijk niet genoeg licht om op te kunnen botsen tegen matig omgevingslicht. Het contrast verwatert dan helemaal en in het ergste geval heb je nauwelijks nog duidelijk beeld. Een televisie is zelf al de lichtbron en is daarom beter opgewassen tegen omgevingslicht. Je moet bij een tv wel reflecties in het scherm vermijden. Voor een beamer zorg je dus voor een goed verduisterde kamer. Voor een televisie is dat niet verplicht, maar het verbetert de kijkervaring wel.

Waar wil je naar kijken?

Voor film en tv-series zijn zowel beamers als televisies een uitstekende keuze, zolang je rekening houdt met hun respectievelijke voor- en nadelen die we in dit al artikel uiteen zette. Voor sport en games is een televisie de betere keuze. Sport, zeker als het er snel aan toe gaat, heeft meer baat bij een televisie die dankzij een 120Hz-scherm betere bewegingsscherpte levert.

Voor games geldt niet alleen dat, maar ook nog eens dat je rekening moet houden met invoervertraging (input-lag). Moderne televisies hebben functies om de invoervertraging te verminderen. Bij projectoren is de invoervertraging vaak aanzienlijk hoger, en dat kan bij snelle games de spelervaring verpesten.

©Nomad_Soul | Adobe Stock

Beamers zijn over het algemeen draagbaarder en veelzijdiger. Je kunt ze eenvoudig verplaatsen naar verschillende locaties of zelfs buiten onder de juiste omstandigheden gebruiken voor evenementen. Er zijn ook beamers die specifiek bedoeld zijn om op verschillende plaatsen te gebruiken en toch nog een prima beeld leveren op bijvoorbeeld 65-75 inch. Bij een tv is verplaatsen wat minder vanzelfsprekend, zeker als je een 75 inch of grotere maat hebt.

Onderhoud
Aan een tv heb je nauwelijks of geen onderhoud, behalve regelmatig afstoffen. Een projector heeft af en toe een nieuwe lamp nodig, en moet ook regelmatig gekalibreerd worden, omdat de lampen kunnen slijten. Beamers die gebruik maken van led-lampen lasers hebben daar veel minder last van.

Tot slot

Vatten we alles samen, dan hangt de keuze tussen een projector en een televisie af van jouw specifieke behoeften. Als je schermgrootte, flexibiliteit en kosteneffectiviteit belangrijk vindt, zal een projector vaak de betere keuze zijn. Als je beeldkwaliteit, eenvoudige installatie en gebruik in goed verlichte kamers belangrijk vindt, is een televisie vaak de betere optie.

▼ Volgende artikel
Opnemen, bewerken en delen met de Geluidsrecorder
© Olga Rai - stock.adobe.com
Huis

Opnemen, bewerken en delen met de Geluidsrecorder

Of je een lezing, een speech of een eigen muzieknummer wilt vastleggen, Windows heeft zijn eigen ingebouwde opname-tool. In Windows 10 en de eerdere versies van Windows 11 was de ingebouwde Geluidsrecorder een bijzonder spartaanse tool. De nieuwe versie ziet er heel wat beter uit.

Hoe eenvoudig het is om audio op te nemen in Windows 11, laten we in drie stappen zien:

  • Start een opname met één klik
  • Sla je bestand op in een van de verschillende formaten
  • Importeer een bestand, markeer belangrijke momenten en deel de opname

Een uitgebreider artikel lees je hier: Windows Geluidsrecorder: meer dan een nieuwe naam

Opname maken

Om het programma te starten, typ je Geluidsrecorder in de Windows-zoekbalk en kun je de app openen via de resultaten. Kijk in de linkerbenedenhoek, daar kun je de gewenste microfoon selecteren. Onderaan zie je de opnameknop, klik daarop om de opname te starten en doe hetzelfde om de opname te stoppen. De opgenomen audiobestanden verschijnen in de linkerbalk en in het centrale venster zie je de afspeelknop en een weergave van het geluid in een golfdiagram.

Controleer of de juiste microfoon is geselecteerd en start de opname.

Benoemen en opslaan

Je kunt de audiobestanden in verschillende formaten opslaan, zoals m4a, mp3, wma, flac en wav. Daarom klik je op de drie puntjes rechtsboven en selecteer je Instellingen / Opname-indeling. Ook de audiokwaliteit is aanpasbaar in drie niveaus: beste, hoog en gemiddeld. Ieder bestand dat je opneemt, krijgt de domme naam ‘Aan het opnemen’ met daarachter een volgnummer. Door met rechts op deze naam te klikken kun je bij de opdracht Naam wijzigen. Onder deze opdracht vind je ook de functie In map weergeven. Zo kom je bij de map waar deze app zijn bestanden opslaat. De audio wordt altijd opgeslagen in de map Geluidsopnamen (in de map Documenten).

Selecteer vooraf de geluidskwaliteit die je op het oog hebt.

Markeren en delen

Geluidsrecorder heeft een knop om een audiobestand te importeren. En je kunt de afspeelsnelheid aanpassen van 0,25 tot 4 keer. Terwijl de opname loopt, is het mogelijk om bepaalde punten te markeren. Dat doe je met de sneltoets Ctrl+M of de knop Markeren, die in de rechterbenedenhoek staat. Door een markering te plaatsen, onderbreek je de opname niet. Bij het beluisteren kun je sneller naar zo’n markering schakelen. Op de tijdlijn verschijnt zo’n markering als een rood streepje.

Ben je klaar, dan kun je de opname delen met anderen. Opnieuw klik je met de rechtermuisknop op de naam van het bestand en dan selecteer je de manier hoe je het bestand wilt delen. Dat kan bijvoorbeeld met de functie Naburig delen.

Door met rechts op de naam van een bestand te klikken, kun je de opname delen.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.