ID.nl logo
De zin en onzin van de beeldverversingssnelheid van een tv
© Ole - stock.adobe.com
Huis

De zin en onzin van de beeldverversingssnelheid van een tv

Fabrikanten leggen bij de specificaties van een televisie graag de nadruk op de verversingssnelheid (Hz). Maar hoe belangrijk is die verversingssnelheid eigenlijk? En wat voor soort tv moet je dan kiezen? We leggen het kort uit.

In dit artikel kom je te weten: 📺 Waar je op moet letten bij de aanschaf van een nieuwe tv 📺 Welke technieken er zijn voor beeldverbetering 📺 Welke verversingssnelheid (Hz) voor jou het beste is

Lees ook: Dit zijn de beste tv's van 2022

Bij je zoektocht naar een nieuwe televisie komen allerlei termen en benamingen op je af. Een van de specificaties die vaak wordt belicht bij tv's is de beeldverversingssnelheid, ook wel aangeduid als Hertz of Hz. Hoe hoger het aantal Hz, hoe beter, zou je denken. Maar is dat ook echt zo?

50Hz, 60Hz, 100Hz of 120Hz

Laten we eerst wat verwarring de wereld uit helpen. In Europa spreken we vaak over 50Hz- en 100Hz-tv’s, in de Verenigde Staten spreekt men van 60Hz- en 120Hz-tv’s. De reden daarvoor is eenvoudig, de wisselstroom van het Europese net heeft een frequentie van 50Hz, in de VS is dat 60Hz. Tv’s kregen in het verleden een verversingssnelheid die daaraan aangepast was om zodoende allerlei problemen met de weergave van het beeld te vermijden.

Moderne televisies kunnen echter beide standaarden aan en gebruiken zowel 50Hz als 60Hz verversingssnelheid. En duurdere modellen kunnen dan ook 100 en 120Hz aan. Om verwarring te voorkomen, spreken we in dit artikel alleen nog over 60Hz en 120Hz.

Onscherpe beelden op televisie

Je kent het fenomeen wel: bij een actiefilm gaat alles er razendsnel aan toe, maar het is moeilijk om nog detail te zien. Niet omdat het zo snel gebeurt, maar omdat je de indruk hebt dat alles wat wazig wordt. Hetzelfde effect kun je ook zien tijdens een voetbalwedstrijd, wanneer de bal over het scherm vliegt, en ook wat wazig lijkt te zijn. Hoe komt dat eigenlijk? Er zijn twee oorzaken voor dit effect, de zogeheten pixelresponstijd en het ‘sample and hold’-mechanisme. We leggen beide oorzaken uit:

Pixelresponsetijd

Pixelresponsetijd is de tijd die een pixel nodig heeft om van een grijswaarde naar een andere kleurwaarde te schakelen. Is die tijd te lang, dan zie je op een volgend beeld nog een vaag nabeeld van het vorige beeld. Dat is vooral van belang bij lcd-schermen, want oled-schermen hebben een zeer kleine pixelresponstijd. En toch hebben ook oled-tv’s last van snelle, vervagende beelden.

Sample and hold

De tweede oorzaak, en ook de belangrijkste, is het ‘sample and hold’-mechanisme van het televisiescherm. Alle huidige televisies gebruiken dit mechanisme. Het betekent dat een beeld op het scherm gezet wordt, en op het scherm blijft staan totdat het volgende beeld getoond wordt. We nemen als voorbeeld de bal tijdens een voetbalwedstrijd. Een snelle pass doet de bal over het scherm vliegen.

©matimix | Adobe Stock

Als de televisie 60 beelden per seconde toont (oftewel 60Hz), dan staat de bal in het eerste beeld aan het begin van de pass aan de voet van de speler. Dat beeld blijft 1/60e van een seconde op het scherm staan. In het volgende beeld staat de bal op enige afstand van de voet van de speler. Maar ons brein weet dat de bal beweegt en onze ogen hebben het verwachte traject van de bal gedurende 1/60e van een seconde gevolgd. We hebben onze ogen dus bewogen, terwijl de bal eigenlijk stilstond op het scherm. En daardoor ziet de bal eruit alsof hij een vage contour heeft. Volg je het nog? Op de website www.testufo.com/eyetracking kun je een eenvoudige maar duidelijke demonstratie zien van het probleem en hoe dit werkt.

Is een hoger aantal Hz ook beter?

Nu we weten wat de oorzaak is, zijn ook de oplossingen beter te begrijpen. Hoe korter het beeld op het tv-scherm staat, des te minder onze ogen bewegen tussen twee frames en zo veel minder vervaging er is. Daarom zijn hoge verversingssnelheden belangrijk.

©Dario | Adobe Stock

Een tv met 120Hz verversingssnelheid heeft veel minder last van dat effect dan een 60Hz-tv. Je kan die verbetering vergelijken met een camera die in staat is om heel veel beelden per seconde vast te leggen. Zo kan hij snel bewegende voorwerpen stilzetten in de tijd.

Meer frames maken met frame interpolation

Maar als het binnenkomende videosignaal 60 beelden per seconde heeft, zoals sportbeelden, of zelfs maar 24 beelden per seconde, zoals films, heeft het dan belang dat een scherm het beeld kan verversen met een hogere frequentie als 120Hz?

Dat hangt ervan af. Als je aan de tv vraagt om de filmbeelden zo origineel mogelijk weer te geven, dan toont hij elk beeld vijf keer. Zo creëert hij 120 beelden (5x24), die dan op 120Hz getoond worden. Maar dat verbetert het eerder uitlegde sample and hold-probleem natuurlijk niet.

Om voordeel te halen uit je 120Hz-scherm, moet de tv tussen elk van de 24 originele beelden vier nieuwe beelden berekenen en weergeven. Die techniek wordt frame interpolatie of motion interpolation genoemd. Zo haal je wel voordeel uit het 120Hz-scherm. Bij het kijken van films vinden sommigen echter dat motion interpolation afbreuk doet aan de originele sfeer die de maker van de film wilde neerzetten. Het beeld kan dan lijken op het zogeheten soap opera-effect.

Kies vooral wat je zelf het meest prettig vindt. Voor sport hoeft de tv slechts één tussenliggend beeld te creëren om van 60 beelden per seconde naar 120 te gaan. Voor sport kies je altijd de frame interpolation-modus. Deze kun je op de meeste tv-toestellen apart in- of uitschakelen.

Op zoek naar een nieuwe tv? Hier moet je op letten

Watch on YouTube

Andere oplossingen

Des te langer een beeld op het scherm staat, des te meer vervaging er optreedt. Een andere oplossing kan dus zijn om het beeld gewoon gedurende bepaalde tijd op zwart te zetten. Die techniek heet ‘Black Frame Insertion’, het invoegen van een zwart scherm. De techniek wordt nog steeds gebruikt, maar heeft als neveneffect dat je het beeld mogelijk ziet flikkeren, met name als het invoegen van dat zwarte beeld met 60Hz gebeurt. Dat kan erg storend zijn. Gebeurt het invoegen bij een 120Hz-scherm, dan is het geflikker nauwelijks tot niet zichtbaar en het alleen maar lijkt alsof je het beeld wat minder helder maakt.

Wat is de beste keuze?

Kijk je vooral sport en speel je graag flitsende actiegames, kies dan voor een 120Hz-tv. Kijk je vooral tv-series en films, dan hangt het van je voorkeur af. Heb je een hekel aan motion interpolation, dan ben je beter af met een 60Hz-scherm. Een 120Hz-scherm kan je filmbeleving vloeiender en gedetailleerder maken, maar kan dan weer als nadeel hebben dat sommige films er anders uit komen te zien dan de maker van de film bedoeld heeft. En daar is niet iedereen van gecharmeerd.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.