ID.nl logo
Video's bewerken met BeeCut doe je zo
© Reshift Digital
Huis

Video's bewerken met BeeCut doe je zo

Videobewerking is lang een brug te ver geweest voor de meeste thuisgebruikers. Er zijn natuurlijk gratis editors waar je met één klik op de knop een bepaalde bewerking uitvoert zonder dat je de onderliggende techniek kent. BeeCut slaagt erin om heel geavanceerde videobewerkingen bij de thuisgebruiker te brengen, zodat die professioneel ogende montages kan maken.

Voor je begint: je kunt de software voor Windows en macOS op proef gebruiken, maar dan verschijnt er een watermerk over het resultaat. Een levenslange licentie kost op het moment van schrijven 59,95 euro. Betaal je liever per jaar, dan kost dat 39,59 euro. Uiteraard zijn er opensource-editors die geen cent kosten, maar je merkt aan dit product dat de ontwikkelaar zich heeft uitgesloofd om complexe videobewerking voor een breed publiek mogelijk te maken. We mogen natuurlijk geen appels met peren vergelijken. BeeCut kun je naast Premiere Elements (89,95 euro) of Corel VideoStudio Pro 2020 (48,99 euro) zetten.

Er zijn ook online BeeCut-editors die gratis zijn en die allemaal één bepaalde bewerking uitvoeren. Ze extraheren audio, zetten video om naar gif, snijden het beeld naar een ander formaat, wijzigen de videosnelheid enzovoort… Dat is alleen een kwestie van video uploaden, de juiste instelling selecteren en het resultaat downloaden. We hebben het hier niet over die online tools, maar over de desktopversie die alle bewerkingen lokaal uitvoert, maar om bepaalde filters en overgangen te laden moet je wel over een internetverbinding beschikken.

Media

Als je begint, vraagt het programma de gewenste beeldverhouding van het project. De belangrijkste beschikbare verhoudingen zijn 16:9 (breed scherm), 4:3 (traditioneel), 1:1 (Instagram), 3:4 (Taobao) en 9:16 (portret). Daarna importeer je de filmpjes via de tab Media en de knop Importeren. Je kunt ook de mediabestanden gewoon naar dit vak slepen. Overtollige bestanden kun je later verwijderen door erop te klikken met de rechtermuisknop en de opdracht Verwijderen te kiezen. Wanneer je op zo’n miniatuurafbeelding in de bibliotheek dubbelklikt, zal BeeCut deze in realtime afspelen in het voorvertoningsvenster. Het tabblad Media bestaat zelf nog eens uit vier tabbladen waarin materiaal staat dat je in je project mag gebruiken. In de tab Opening vind je een reeks clips die kunnen dienen als intro, Background bevat een collectie achtergronden en Scene heeft een bibliotheek vooraf opgenomen clips waarmee je mag experimenteren. Al dit materiaal staat online. Je moet dus eerst even op het downloadknopje klikken voordat je de clip daadwerkelijk kunt gebruiken.

©PXimport

Tijdlijn

Onderaan staat de tijdlijn. De bovenste twee lagen dienen om clips in de juiste volgorde te plaatsen. Maar je kunt die lagen uitbreiden. Daaronder is een laag om tekst toe te voegen, dan is er een laag om muziek te plaatsen en het onderste spoor gebruik je om ingesproken tekst op te nemen. In dit voorbeeld hebben we een countdown uit het tabblad Opening als eerste clip op de tijdlijn gesleept en daarna hebben we drie clips toegevoegd die op de harde schijf staan. De spoorknop geeft het moment in de tijdlijn aan dat je in het voorvertoningsvenster te zien krijgt.

©PXimport

Trimmen

Boven de tijdlijn aan de rechterkant staat een schuifje waarmee je regelt hoe breed die clips in beeld komen. Als je flink inzoomt, kun je nauwkeuriger trimmen. Klik in de tijdlijn eerst op de clip die je wilt trimmen. Daarna sleep je de spoorknop naar de plaats waar je de knip wilt geven. Gebruik het schaartje om de clip te splitsen. Daarna kun je het overbodige deel selecteren en verwijderen door op het vuilnisbakje te klikken. Je kunt ook de Delete-toets gebruiken om een clip of een deel ervan te wissen.

©PXimport

Kleur- en audio-aanpassingen

Wanneer een clip op de tijdlijn staat, kun je de kleuren en de helderheid wijzingen. Klik eerst op de clip om hem te selecteren en daarna gebruik je knop Bewerken, dat is het potloodpictogram. In een nieuw panel pas je de snelheid van de beweging, de kleuren, de helderheid en het geluid aan. Om een beetje dramatiek toe te voegen verhoog je het contrast. Misschien helpt het ook om de schaduwen te versterken. In het tabblad Audio is het geluidsvolume van de clip te regelen, zodat je er straks een achtergronddeuntje onder kunt plaatsen.

©PXimport

Geluid losmaken

Beeld en geluid zitten normaal gesproken samen in de videoclip. In plaats dat je het oorspronkelijke geluid onderdrukt via de knop Bewerken, kun je het ook gewoon losmaken uit de clip. Hiervoor klik je met de rechtermuisknop op de clip in de tijdlijn en je kiest de opdracht Audiodetachement. Het losgemaakte geluid verschijnt dan als een mp4-bestand op het audiospoor. Daar kun je dit geluid selecteren en verwijderen. Een andere truc is dat je het geluid van clip A laat doorlopen onder clip B. Veronderstel dat je in de eerste clip iemand aan het praten is. Dan kun je eerst dit geluid losmaken. Daarna maak je het beeld van deze clip korter. Vervolgens extraheer je op dezelfde manier het geluid van de volgende clip en daarna verwijder je het geluid van deze. Tenslotte plaats je het beeld van de tweede clip tegen de eerste zodat het geluid van de eerste doorloopt onder de tweede clip. Deze schermafbeelding maakt dit duidelijker.

©PXimport

Filters en elementen

BeeCut heeft een set filters die je kunt inladen en daarna toepassen. De 48 filters zijn gegroepeerd in de categorieën Film, Basic, Distortion en Jitter. Uiteraard kun je telkens het resultaat bekijken op het voorvertoningsscherm, maar het is niet mogelijk om de parameters van zo’n filter aan te passen. Onderaan staat het tabblad Elementen. Eigenlijk zijn het 69 animaties waarmee je sneeuwvlokken, vuurwerk, dwarrelende bladeren en sierranden op de geselecteerde clip aanbrengt. De filters en elementen die je toevoegt, verschijnen op een afzonderlijke laag in de tijdlijn.

©PXimport

Transities en overlappingen

De termen transities en overlappingen lijken synoniemen, maar dat is hier niet het geval. Het tabblad Transities is een verzameling van overgangen met een heleboel exuberante effecten, naar ons gevoel trekken die de aandacht van de inhoud weg. In een goede montage worden trouwens zelden overgangen toegevoegd en als je ze toch gebruikt, houd het dan sober. Het tabblad Overlappingen bestaat eigenlijk uit filmische bedekkingen of overlays. Zo kun je een camerazoeker als overlay gebruiken, lichtstralen, vlekjes en spatten. Keuze genoeg! Nee, eigenlijk is er teveel keus.

©PXimport

Andere achtergrond

Met een beetje oefening kun je zelf een green-screeneffect toepassen. Daarmee is de achtergrond van een onderwerp weg te halen en een fictieve achtergrond toe te voegen. Het moeilijkste is een opname maken tegen een egale groene achtergrond. Zo’n scherm vind je in winkels of online. Als zo’n opname eenmaal is gemaakt, kun je de groene achtergrond wegfilteren. Plaats de groene clip op de tijdlijn onder de clip die als achtergrond moet dienen. Daarna klik je met de rechtermuisknop op de groene clip en kies je de opdracht Green Screen Cut Out. In dit voorbeeld is de achtergrond ingesteld op groen, maar in principe kun je hier ook een rode of blauwe achtergrond met het pipet selecteren, zolang de kleur maar niet voorkomt in het object dat je wilt behouden. Daarna verplaats je de drie schuifjes Upper Boundary, Lower Boundary en Edge Feathering totdat de achtergrond verdwenen is. Klik op OK en bewonder het effect.

©PXimport

Inzoomen

Heel sterk vinden we het zoom-effect. Je kunt namelijk via het programma in- en uitzoomen op een zone in de clip. Daarvoor zit er boven de tijdlijn de knop Zoom. Het lijkt op een vierkant met daarin een plusteken. Weer moet je eerst een clip in de tijdlijn selecteren en daarna klik je op de zoomknop. In het instellingsvenster markeert een gele rechthoek het gebied waarop je wilt inzoomen. Zorg dat de optie Behoud aspectratio daarbij aangevinkt is, op die manier verstoor je de hoogte-breedteverhouding niet. jE kunt deze gele rechthoek verslepen, vergroten en verkleinen. In de tijdbalk zie je ook een gele rechthoek, die geeft aan hoelang BeeCut zal inzoomen op dit onderdeel. Deze rechthoek is zo lang en zo kort te maken als je zelf wilt.

©PXimport

Muziek

BeeCut heeft een ruime bibliotheek aan eigen filmmuziek en ook hier geldt het principe: eerst downloaden en daarna op de tijdlijn plaatsen. Om het iets makkelijker te maken is de muziek verdeeld in categorieën: Festival, Fashion, Brisk en Relaxing. Je sleept de muziekclip naar het punt waar het nummer moet beginnen. Daar kun je de audio op slot doen en kun je de volledige muzieklaag dempen om in stilte verder te werken. Het is uiteraard mogelijk om een eigen audiobestand te gebruiken dat op de harde schijf staat. Dat bestand importeer je dan eerst in je mediabibliotheek. Er is ook een bibliotheek met 207 geluidseffecten. Dat zijn korte fragmenten zoals applaus, mensen die lachen of een zaal die uit zijn dak gaat. En het is mogelijk om het ene nummer in het andere te laten overlopen door de twee audiotracks naar verschillende kanalen te slepen en die te laten overlappen. We hebben gezocht naar de manier om muziek te laten in- en uitfaden. Dat doe je door eerst de muziektrack te selecteren en dan met de rechtermuisknop Bewerken te kiezen. Vervolgens gebruik je de schuifjes Verschijnen en Verdwijnen, een ietwat onhandige vertaling van fade in en fade-out.

©PXimport

Exporteren

Zolang je werkt aan het project, sla je het bestand op als een .ve-bestand. Het resultaat is te exporteren in mp4-, avi-, wmv-, mkv-, mov -en gif-formaat. Het is zelfs mogelijk om het audiobestand afzonderlijk weg te schrijven. Door op het tandwieltje te klikken zijn de resolutie, framesnelheid en bitrate handmatig aan te passen. Af en toe verwijst het programma naar het vip-abonnement waarin je nog aan een hogere kwaliteit kunt opslaan. Daarmee bedoelt BeeCut het betaalde abonnement in plaats van de testversie.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.