ID.nl logo
Hoe weet ik of mijn huis goed geïsoleerd is?
Energie

Hoe weet ik of mijn huis goed geïsoleerd is?

Het aanbrengen van isolatiemateriaal in je woning is belangrijk om je huis op een aangename temperatuur te houden en zorgt met een beetje geluk voor een lagere energierekening. Bovendien maak je je huis zo klaar voor een warmtepomp. Hoe weet je echter of je huis goed geïsoleerd is? En wanneer is het nodig om je isolatiemateriaal te vernieuwen? Je leest het allemaal in dit artikel.

In dit artikel nemen we het volgende met je door:

Hoe weet ik welk isolatiemateriaal er is aangebracht in mijn woning?

In hoeverre er isolatiemateriaal in jouw woning is aangebracht, is af te leiden aan het bouwjaar van je huis. Voor 1975 werden huizen tijdens de bouw namelijk nog niet of nauwelijks geïsoleerd. Huizen van na 2000 zijn over het algemeen voorzien van een redelijk goede isolatie. 

Het is echter mogelijk dat de vorige bewoners door de jaren heen al iets aan de isolatie hebben verbeterd. Mogelijk kun je de aanwezigheid van deze verbeteringen terugvinden in het bouwkundig rapport van je huis.

Of het nodig is om extra isolatiemateriaal aan te brengen, kun je onderzoeken via de isolatiecheck van Milieu Centraal. In de tool vul je in wat voor huis je hebt en wat het bouwjaar is. Vervolgens wordt geschetst hoeveel isolatie er minstens aanwezig zou moeten zijn op basis van het bouwjaar. De tool geeft bovendien instructies om zelf te meten of er extra isolatiemateriaal is aangebracht.

Daarnaast kun je aangeven in hoeverre er kieren in de buitenmuren, kozijnen en vloeren zitten. Ook wordt er gevraagd wat voor soort glas er in de woning aanwezig is. De uitkomst van de tool vertelt je hoe goed de isolatie in je huis is. De tool legt daarnaast uit wat je het beste kunt doen om de isolatie van je woning te verbeteren.

Ook kun je een professionele warmtescan laten maken van je huis, zodat je een goed beeld hebt van de plekken waar je energie verliest. Zo weet je of er überhaupt isolatiemateriaal is aangebracht, maar ook of er sprake is van lekkages of andere problemen. 

Zo’n scan door een thermograaf kun je vanaf ongeveer 100 euro laten maken, al kosten meer gedetailleerde rapportages al snel rond de 350 euro. Sommige gemeenten bieden ook een quick scan aan, zodat je gratis een goed beeld hebt van waar er nog isolatie ontbreekt.

©Andrii Biletskyi

Wanneer is de isolatie in je huis goed genoeg?

Onder goede isolatie wordt volgens Milieu Centraal gezien dat er in de buitenmuur zo’n 5 tot 6 centimeter isolatiemateriaal is aangebracht, bestaande uit vlokken, parels of schuim. Het dak zou voorzien moeten zijn van 13 tot 14 cm aan isolatiemateriaal en de vloer van 12 tot 13 cm. Daarnaast worden ramen met minstens HR++-glas aanbevolen. Volgens Milieu Centraal mag ook een ventilatie-unit met warmteterugwinning of vraagsturing niet ontbreken.

Naast ‘goed genoeg’ kun je uiteraard ook gaan voor ‘zeer goed’. In dat geval kun je overwegen om de kozijnen te vervangen voor varianten met triple glas (HR+++). Ook kun je isolatiemateriaal met een hogere isolatiewaarde aanbrengen in het dak of de spouwmuur. 

Check je energierekening

Of je huis goed geïsoleerd is, zou je terug moeten zien in je energierekening. Als jouw energieverbruik (ruim) boven het gemiddelde energieverbruik in Nederland zit, kun je je afvragen of je huis wel goed geïsoleerd is. Uiteraard gaan we ervan uit dat je verder al een hoop energiebesparende maatregelen hebt genomen, zoals het uitzetten van apparaten die je niet gebruikt en het gebruiken van energiezuinige lampen. 

Op Milieu Centraal kun je zien wat het gemiddelde verbruik is van een huis met één of een huis met twee of meer bewoners. Ook wordt er onderscheid gemaakt tussen het soort woning. In een compact appartement is het verbruik doorgaans minder dan in een grote vrijstaande woning, al ligt dat natuurlijk ook aan de mate en kwaliteit van de isolatie.

Vergelijk de hoogte van je energierekening met de rest van Nederland. Zo weet je of je meer of minder verbruikt dan gemiddeld, waardoor je ofwel kunt overwegen wat zuiniger om te gaan met de energie in huis, ofwel isolatiemateriaal kunt (laten) aanbrengen.

🏠 Let op!  De laatste tijd is het aantal juridische geschillen tussen consumenten en isolatiebedrijven flink toegenomen. Overweeg je het plaatsen van isolatiemateriaal uit te besteden aan vakmannen? Doe dan goed je research zodat je een betrouwbare partij inschakelt. Ga je zelf aan de slag? Zorg er dan voor dat je met kwalitatieve materialen werkt.

©CHORNYJ ALEKSANDR

Wat als de isolatie van mijn huis niet goed genoeg is?

Als je huis onvoldoende geïsoleerd is, blijf je niet alleen achter met een hogere energierekening, maar heb je ook een grotere kans op vocht- en schimmelvorming. Dat is natuurlijk funest voor je portemonnee én je gezondheid. Hoewel het vrij lastig is om alles in één keer aan te pakken, zullen alle beetjes helpen.

Zo kan het aanbrengen van een speciale raamfolie helpen de warme lucht buiten te houden in de zomer en de kou in de winter. Denk ook aan tochtstrips of afdichtingskits om kieren en spleten te dichten in de kozijnen. Zorg daarnaast voor voldoende ventilatie in huis.

Ramen isoleren?

Dat doe je met speciale isolatiefolie; kijk hier wat je precies nodig hebt!

Verder is het goed om te weten dat er in Nederland verschillende subsidies beschikbaar zijn om isolatiemaatregelen te nemen. Echter wordt er ook gewaarschuwd dat veel huiseigenaren tegen problemen aanlopen bij het aanvragen hiervan. Zo ontvangen sommigen geen subsidie omdat zij niet wisten dat ze ook foto’s moesten maken van de situatie vooraf. Lees je dus vooraf goed in wat je nodig hebt voor de aanvraag van een eventuele subsidie.

Waar begin je met isoleren?

Waar je het best kunt beginnen met isoleren, hangt af van welke isolatiemaatregelen er al genomen zijn. Begin waar nog helemaal geen isolatie is aangebracht en vervang of verbeter eventueel op een later moment de verouderde isolatievormen.

Met het isoleren van een schuin dak bespaar je doorgaans het meest, maar de kosten van de aanschaf liggen ook relatief hoog, blijkt uit een berekening van Milieu Centraal. Met het isoleren van een spouwmuur bespaar je ook fors, al is het aan te raden dat door een vakman te laten doen. Ook het vervangen van enkel glas door HR++-glas zorgt voor een aanzienlijke verlaging van de energierekening. In de tabel hieronder zie je een inschatting van wat je met welke maatregel kunt besparen op basis van een gasprijs van 1,37 euro per m³.

IsolatieBesparing gas (m3)Besparing op energierekening
Dakisolatie420 m3 575 euro
Spouwmuurisolatie400 m3550 euro
HR++ glas260 m3355 euro
Vloerisolatie120 m3165 euro

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!