ID.nl logo
Zo kies je de beste monitor
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kies je de beste monitor

Het kiezen van een monitor kan best lastig zijn, vooral als je hem ook wilt inzetten voor zwaardere toepassingen, zoals videobewerking of games. We leggen je precies uit hoe jij de beste monitor uitkiest.

In tegenstelling tot de meeste onderdelen van een volledige pc-opstelling zijn beeldschermen juist goedkoper geworden het afgelopen jaar. Het aanbod in het budgetsegment is dankzij toename in productie en nieuwe technieken flink toegenomen. In het high-end-segment komen er continu monitors bij die verschillenden nieuwe technieken implementeren zoals 240Hz, 4K, HDR en nieuwe paneeltechnieken. Kortom, we hebben tegenwoordig genoeg te kiezen als het om monitoren gaat.

Resolutie en beeldverhouding

Een belangrijke en vrij makkelijke keuze om mee te beginnen is de gewenste resolutie en beeldverhouding. De resolutie bepaalt het aantal pixels van het beeldscherm en wordt meestal aangegeven met een tweeledig getal, waarbij het eerste cijfer staat voor het horizontale aantal pixels terwijl de tweede de verticale pixeltelling aangeeft. Hoe groter deze getallen, hoe hoger de resolutie waardoor er meer detail zichtbaar is, en hoe scherper alles wordt weergeven. Omdat resoluties altijd gekoppeld zijn aan een bepaalde beeldverhouding is het slim om eerst te kiezen of je een breedbeeldmonitor wil (aangeduid met de beeldverhouding 16:9), of een ultrabreedbeeldmonitor (aangeduid met 21:9).

©PXimport

Onder de 16:9 beeldverhouding vallen de meest gebruikte en bekende resoluties, zoals 1920x1080 (HD), 2560x1440 (WQHD) en 4096x2160 (UHD), ook bekend als 4K. Voor elk van deze standaardresoluties is er ook een ultrabreedbeeld-resolutie, vaak aangeduid met ‘UW’ voor de naam: 2560x1080 (UWHD), 3440x1440 (UWQHD) en 5120x2160 (UWUHD). Voor ultrawijd 4K bestaan nog geen betaalbare monitoren, 1440p (verwijzend naar de verticale telling) is vooralsnog dus het hoogst haalbare. Een hogere resolutie is bijna altijd beter, maar deze vereisen wel een krachtigere videokaart om aan te kunnen drijven. Voor gamen op 1440p volstaat een GTX 1070/RX 580, terwijl voor 4K-gamen een GTX 1080 Ti eigenlijk de enige optie is.

Formaat

De keuze voor het formaat van je monitor is deels gekoppeld aan de resolutie die je hebt gekozen. Windows en applicaties voor Windows zijn namelijk jarenlang geoptimaliseerd voor 90 ppi (pixels per inch). Windows 10 heeft gelukkig sterk verbeterde ondersteuning voor het schalen van deze applicaties naar andere pixeldichtheden, maar dat neemt niet weg dat toepassingen er doorgaans het beste uitzien op ~90 ppi of een veelvoud hiervan.

Voor wie per se 90 ppi wil behalen moet een 1080p-monitor dus een diagonaal hebben van 24” (92 ppi), een 1440p-monitor een diagonaal van 32” (92 ppi) en een 4K-monitor een diagonaal van 48” (92 ppi). Dat laatste is natuurlijk niet praktisch, daarom is een diagonaal van 24” ook een optie, om vervolgens het beeld op te schalen in Windows zelf. Omdat Windows 10 het schalen van applicaties stukken beter afhandelt dan voorgaande versies van Windows is het allang geen ramp meer om een afwijkend aantal pixels per inch te hebben. Het is dan ook doorgaans beter om een monitor te kiezen die past op je werkplek qua formaat en een pixeldichtheid heeft die past bij de toepassing van de monitor. Moderne toepassingen schalen bijna altijd perfect mee met pixeldichtheid en zien er zelfs vaak beter uit met een hogere pixeldichtheid. Als gamen de belangrijkste toepassing van je monitor is meer ppi dan ook beter.

©PXimport

Al met al is een monitor van tussen de 24” en 27” gangbaar voor games, waarbij een hogere resolutie vaak een grotere monitor rechtvaardigt. Formaten groter dan dit kosten vaak onevenredig veel meer en bieden vaak weinig meerwaarde in programma's of worden zelfs helemaal niet ondersteund. De uitzondering hierop zijn op dit moment 32”-monitoren, waar een redelijk budgetaanbod voor bestaat. Mocht de monitor ook gebruikt worden voor productiviteit is dit wellicht een interessant formaat in combinatie met een 4K-paneel.

Type paneel

©PXimport

Er zijn grofweg drie types lcd-panelen die op dit moment verkrijgbaar zijn, die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Het meest voorkomende type is TN, wat staat voor Twisted Nematic. TN-panelen hebben als voordeel een lage prijs en lage responstijd, wat ze bij uitstek geschikt maakt voor monitors met een hoge verversingssnelheid. Het nadeel van TN is dat ze doorgaans een slechte kleurweergave hebben en zeer slechte kijkhoeken, eigenschappen die met name bij goedkopere panelen benadrukt worden.

IPS-panelen zijn in veel opzichten de tegenpool van TN-panelen: ze hebben betere kleurweergave, veel betere kijkhoeken (doorgaans 180 graden) en hebben een constante responstijd met scherper beeld. Het nadeel van IPS (In-Plane Switching) is het hogere stroomverbruik, de hogere prijs en de hogere responstijd. IPS-panelen worden vanwege de accuratere kleurweergave vaak gebruikt voor beeldbewerking, maar deze betere kleurweergave zorgt er ook voor dat toepassingen er kleurrijker en in het algemeen mooier uitzien.

Bovendien hebben de betere moderne IPS-panelen ondersteuning voor HDR. Met de opkomst van comptabiliteit voor HDR in games en films kan het daarom interessant zijn om een paneel te kopen die over HDR beschikt, met het oog op de toename van dit soort materiaal in de toekomst.

Het derde type paneel dat veel voorkomt is VA, wat staat voor Vertical Alignment. VA-panelen zitten qua verversingsnelheid, beeldkwaliteit en prijs ongeveer tussen TN en IPS in. Vaak beschikken deze panelen ook over een kijkhoek van ongeveer 180 graden, maar zijn in vergelijking met IPS een stuk goedkoper. VA-panelen zijn een goed compromis tussen IPS en TN en zijn bovendien beschikbaar in verversingsnelheden tot 165Hz.

Gebruikers op een budget zullen waarschijnlijk het meeste profijt ondervinden van een TN-paneel, die tegenwoordig niet meer dan honderd euro hoeven te kosten voor een 1080p-monitor met een redelijke verversingssnelheid. Voor gamers en beeldbewerkers met meer budget is VA of IPS wellicht een betere keuze vanwege de betere beeldkwaliteit en kijkhoeken die deze panelen bieden.

Verversingssnelheid

De verversingssnelheid bepaalt hoe vaak per seconde de monitor een nieuw beeld weergeeft. Hoe hoger dit getal, dat wordt aangeduid in frames per seconde of hertz (Hz), hoe soepeler het beeld wordt weergeven. Voor games biedt een hoge verversingssnelheid, ofwel verversingsfrequentie, een duidelijke meerwaarde. De actie op het scherm kan namelijk beter worden weergeven met minder bewegingsonscherpte.

De feitelijke standaard voor beeldschermen is al jaren 60Hz, maar in de afgelopen jaar zijn monitoren die een hogere verversingsnelheid bieden flink in opkomst. Zo zijn monitoren inmiddels verkrijgbaar met verversingssnelheden tot aan 240Hz, al zit daar natuurlijk een significant prijskaartje aan. Een meer gematigde snelheid, zoals 120Hz/144Hz is vaak een stuk goedkoper en voor veel gamers zal het verschil met 240Hz niet bijzonder merkbaar zijn.

©PXimport

Bovendien zijn panelen met 240Hz bijna altijd van het type TN, met slechte kijkhoeken en kleurweergave als gevolg. 120Hz is daarentegen ook verkrijgbaar in IPS/VA-uitvoeringen, die significant betere kleurweergave hebben of zelfs ondersteuning voor HDR.

Behalve een hogere verversingssnelheid is er ook een andere manier om games soepeler te weergeven: Adaptive Sync. Technieken zoals FreeSync en G-Sync zorgen dat de videokaart pas een beeld naar de monitor stuurt als deze er klaar voor is: niet eerder of later. Zo worden artefacten in het beeld voorkomen die anders storend zouden zijn.

Het nadeel is dat FreeSync van AMD en G-Sync van NVIDIA beperkt zijn tot videokaarten van dezelfde fabrikant. Iemand met een AMD RX 580 zou dus geen voordeel ondervinden van een G-Sync paneel, terwijl deze techniek wel doorgaans een hogere prijs oplevert.

Een goed paneel alleen maakt nog geen goede monitor, het moet namelijk ook beeld kunnen ontvangen van de computer. Dit gaat logischerwijs via een videoaansluiting, waarin we twee categorieën onderscheiden: analoog en digitaal. Onder analoog valt tegenwoordig eigenlijk nog maar een verbinding: de alom bekende blauwe VGA-aansluiting. Deze aansluiting is nog zelden aanwezig op monitors en het gebruik ervan valt niet aan te raden vanwege de beperkte ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden.

Op dit moment zijn er drie gangbare digitale aansluitingen: HDMI, DisplayPort en DVI-I/D. HDMI en DisplayPort zijn grotendeels vergelijkbaar wat betreft functionaliteit, maar DisplayPort heeft betere ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden. Daar staat tegenover dat HDMI meer alom aanwezig is op laptops en als enige aansluiting op consoles. DVI-I en DVI-D zijn inmiddels sterk verouderde aansluitingen die voor compatibiliteit met oudere apparaten nog wel wordt ingebouwd bij nieuwe monitoren, maar die eigenlijk niet geschikt is voor werken op hogere resoluties en verversingssnelheden.

Een recentere toevoeging aan monitoren is de mogelijkheid om deze aan te sluiten via Thunderbolt over USB-C, mits de computer/laptop dit ondersteunt. Het DisplayPort-signaal wordt dan samen met eventuele USB-data over de USB-C-kabel verstuurd. Monitoren die dit ondersteunen hebben vaak meerdere USB-porten zodat je ook randapparatuur zoals een muis, toetsenbord, webcam en speakers aan kunt sluiten.

De meeste moderne monitoren, met name degene gemaakt voor gamingdoeleinden, zijn voorzien van in ieder geval één HDMI- en één DisplayPort-aansluiting. Beide zijn geschikt voor 4K 60Hz, maar voor hogere resoluties en/of verversingsnelheden biedt alleen DisplayPort soelaas. Op zéér budget-georiënteerde modellen of oudere monitoren ontbreken beide aansluitingen soms. In dat geval is DVI, te herkennen aan de witte aansluiting, de beste keuze. Mocht ook dat ontbreken, dan ben je toegewezen op VGA met als beperking lage resoluties en verversingssnelheden.

©PXimport

Responstijd

Pixels op een lcd-paneel hebben enige tijd nodig om van kleur te veranderen: hoe lang dit duurt wordt aangeduid met de term responstijd, wat wordt gemeten in milliseconden. Als deze responstijd erg lang is, geven pixels de kleur van een nieuw beeld weer nog voordat de kleur van het oude volledig is weggevaagd met bewegingsonscherpte of een witte waas als gevolg.

Dit is met name bij games storend, waarbij snel bewegende objecten zoals auto’s, vliegtuigen en rennende personages een strook van slome pixels achter zich meetrekken. Bij het kopen van een gamingmonitor is een responstijd van minder dan 15ms ernstig aan te raden. High-end-schermen hebben vaak een responstijd van minder dan vijf milliseconden.

Sommige fabrikanten proberen dit tegen te gaan door de pixels eerst volledig zwart te laten worden voordat ze een nieuwe kleur aannemen, zodat enige bewegingsonscherpte uitblijft. Deze techniek heet Black Frame Insertion (BFI). Een andere manier om bewegingsonscherpte af te weren is het zogenaamde Backlight Strobing: razendsnel aan- en uitzetten van de backlight (de lightbron voor de pixels). Zodoende kan een paneel met een lage responstijd en/of verversingssnelheid alsnog een scherp beeld opleveren.

©PXimport

Hoewel meeste fabrikanten de responstijd vermelden als gray-to-gray-responstijd is er geen standaard voor het meten hiervan. Fabrikanten gebruiken zelfs vaak de meest ideale omstandigheden om deze responstijd vast te stellen. Om de responstijd van twee panelen te kunnen vergelijken is dan ook een consistente testmethode vereist van een externe partij, zoals DisplayLag.com of Hardware.Info. Voor een monitor is het verstandig om een model te pakken met een responstijd van 5ms of minder, maar voor gebruikers op een budget is 10ms (of nét iets hoger) een mooi streven.

Ergonomie en extra functies

Een werk- of speelplek zo ergonomisch mogelijk inrichten is nooit een slecht idee, met name voor degene die voor langere periodes aaneen achter hun bureau zitten. Meeste monitors bieden voor dit doeleinde een voet die in ieder geval in hoogte verstelbaar is. Alleen in het budgetsegment zijn er nog monitoren die besparen op de totaalprijs door een verstelbare voet weg te laten.

Voor een opstelling met een enkele monitor volstaat hoogteverstelling meestal, maar voor een bureau waar meerdere monitoren op staan is het wel fijn dat deze naar de zitplek toe kunnen draaien, zodat alle monitoren een kijkhoek hebben van nul graden. Bovendien bieden monitoren met een draaivoet vaak ook de mogelijkheid om de monitor negentig graden te kantelen in elke richting zodat deze in portretmodus kan worden gebruikt. Dit is met name handig voor mensen die de monitor ook willen gebruiken om lange documenten te lezen/bewerken of tussendoor hun pc gebruiken om te programmeren.

Hierboven hintten we al naar de mogelijkheid om een monitor aan te sluiten via een USB-C-kabel, die zowel het videosignaal als meerdere USB-signalen door kan voeren. Sommige monitoren beschikken over de mogelijkheid om op deze manier, of via een losse videokabel en USB-kabel, twee apparaten aan te sluiten. Door middel van een snelkoppeling op het toetsenbord dat vervolgens aan de monitor wordt gekoppeld kun je wisselen tussen de twee aangesloten apparaten. De monitor fungeert op deze manier als een zogenaamde KVM-switch, waardoor je makkelijk op twee apparaten kunt werken, zoals een laptop voor werk en een pc voor gamen na de kantooruren.

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.