ID.nl logo
Tijdlijn: de geschiedenis van de computer
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Tijdlijn: de geschiedenis van de computer

Computers waren ook 20 jaar geleden al niet weg te denken uit de huiskamer, maar hadden toen al een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Een kijkje in de geschiedenis van de computer!

1822 – De Engelse wiskundige Charles Babbage bouwt de eerste ‘echte’ computer. 1958 – Jack Kilby en Robert Noyce presenteren de allereerste computerchip. 1964 - Douglas Engelbart onthult een prototype van de allereerste computer met een muis en een graphical user interface (gui). 1975 – De Altair wordt onthuld, de eerste microcomputer die de consumentenmarkt veroverde. 1976 – Apple lanceert de Apple I. 1981 – De eerste personal computer van IBM wordt gelanceerd. 1983 – Apple lanceert de Lisa, de eerste personal computer met een gui. Het apparaat flopt genadeloos, maar leidt wel tot de ontwikkeling van de Macintosh. 1993 – Intel introduceert de Pentium, waarmee computers een stuk sneller en krachtiger werden. 2003 – De 64bit-microprocessor, de AMD Athlon 64 komt beschikbaar voor de consumentenmarkt. 2017 – Apple lanceert de iMac Pro, de meest krachtige all-in-one-computer tot op heden.

De geschiedenis van de computer laat zich natuurlijk niet helemaal vangen in tien punten op een tijdlijn, er zijn zoveel modellen en soorten computers verschenen door de decennia heen, daar we daar een blad mee zouden kunnen vullen. Wél is het zo dat er een aantal momenten zijn in de geschiedenis die kenmerkend zijn voor de ontwikkeling van de computer zoals we die nu kennen. Dat zijn de momenten waar het in deze tijdlijn om gaat.

De allereerste computer

De meningen verschillen nogal over wat nu écht de eerste computer is (de telramen uit de oude geschiedenis zouden immers al tot de categorie computer kunnen worden gerekend), maar de uitvinding die wij het meest belangrijk achten is de machine van Babbage uit 1822. Die ‘computer’ werd aangedreven door stoom (hoe cool, dat willen wij ook!) en was in staat om automatisch de uitkomst van verschillende tabellen met cijfers uit te rekenen. Bizar om te denken dat wij daar tegenwoordig slechts wat getalletjes in Excel voor hoeven in te kloppen.

©PXimport

MITS Altair

Als we nu naar de Altair kijken, kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat er ook maar één consument is die hier warm voor zou lopen. Dat dacht ontwikkelaar Ed Roberts in 1975 ook toen hij het pakket als bouwpakket aanbood voor 397 dollar: hij verwachtte er een paar honderd van te verkopen. Hobbyisten vonden de computer echter fascinerend en in plaats van honderden, werden er binnen een paar maanden duizenden verkocht. Wat je ermee kon? Niet veel. De computer had een 8080-processor, draaide op 2 MHz en had 256 byte geheugen. Commando’s voerde je in met behulp van een rij schakelaars en het resultaat van die commando’s kon je aan de voorkant aflezen met behulp van leds. Roberts eiste overigens dat computerwinkels exclusief zijn Altair zouden verkopen. Dat was een strategie die niet het gewenste effect had, want winkels werkten niet mee en binnen een jaar was Altair ingehaald door de concurrentie en weggedrukt uit de markt.

©PXimport

Apple 1

Dat de Altair geen lang leven had is niet zo vreemd als je bedenkt dat het bouwpakket dat een jaar later op de markt kwam een stuk eenvoudiger was. De Apple 1 was de eerste computer waarbij alles op één printplaat was gesoldeerd. Hij werkte met een toetsenbord en beeldscherm, en was daarmee veel gebruikersvriendelijker dan de andere computers tot dan toe. De Apple I is een zeer gewild verzamelobject. In 2013 werd op een veiling in Keulen ruim een half miljoen euro betaald door een anonieme Aziatische koper voor één van de laatste zes werkende Apple I-computers die op dat moment bekend waren.

©PXimport

IBM

In 1981 verscheen de IBM Personal Computer op het toneel. Het prijskaartje van 1565 dollar lijkt misschien monsterlijk hoog, maar waar een professionele IBM-computer twintig jaar eerder nog 9 miljoen dollar kostte, valt dat best mee. Het toetsenbord kreeg je erbij; een beeldscherm was niet nodig, want je kon het apparaat aansluiten op je televisie. Wie er behoefte aan had, kon er toch een los scherm bij aanschaffen, evenals een printer, een diskettestation, extra geheugen etc. Zo konden consumenten voor het eerst hun computer uitbreiden en upgraden.

iMac Pro

Of je nu van Apple houdt of een bloedhekel hebt aan het bedrijf, je kunt niet ontkennen dat het bedrijf heel veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de personal computer. Dat deed het bedrijf met de komst van de Apple 1, de alles-in-één-computer en de Mac mini. Eind vorig jaar deed Apple daar nog een schepje bovenop door van de iMac een echte krachtpatser te maken, met maar liefst een 18-core-processor op 4,5 GHz, 128 GB geheugen en een ingebouwde 4 TB ssd. Het indrukwekkende is dat de iMac Pro nauwelijks dikker is dan de gewone iMac.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.

▼ Volgende artikel
Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand
© ER | ID.nl
Huis

Chrome Remote Desktop: ideaal voor ondersteuning op afstand

Een apparaat op afstand bedienen hoeft geen geld te kosten en is verrassend eenvoudig. Of je nu bestanden wilt openen, technische problemen wilt oplossen of meerdere toestellen wilt beheren: met Chrome Remote Desktop kan het allemaal, gratis en zonder gedoe.

De helper begint

Een groot voordeel van Chrome Remote Desktop is de brede compatibiliteit: het werkt met Windows, macOS, Linux en ChromeOS. Bovendien is het veilig – verbindingen worden versleuteld – en je hebt alleen een Chrome-browser nodig. We beginnen aan de kant van degene die op afstand toegang wilt tot een andere computer, degene die ondersteuning biedt vanaf computer A. Op computer A opent de gebruiker Chrome en surft naar https://remotedesktop.google.com. Daar verschijnen twee opties: Dit scherm delen en Verbinding maken met een andere computer. Omdat computer A support wil geven aan een extern apparaat, kiest de gebruiker voor de tweede optie. In dat scherm verschijnt een veld om een toegangscode in te geven, de code volgt zo meteen.

Degene die support geeft, gebruikt het onderste vak.

Acties voor de hulpvrager

Op computer B, de computer die toegang zal verlenen, moet de gebruiker ook in Chrome surfen naar dezelfde website. Daar kiest hij voor de optie Dit scherm delen. Voordat dat mogelijk is, moet Chrome Remote Desktop eerst worden gedownload en geïnstalleerd. De gebruiker klikt daarvoor op de ronde blauwe knop met het witte downloadpijltje. Hiermee wordt een Chrome-extensie geïnstalleerd. Na de installatie verschijnt in het vak Dit scherm delen een blauwe knop met de tekst Code genereren. Wanneer de gebruiker daarop klikt, wordt een toegangscode van 12 cijfers aangemaakt. Die code geeft hij of zij door aan gebruiker A.

Wie support krijgt, moet de code via een berichtje of telefoontje doorgeven.

Scherm delen

Op computer A geeft de gebruiker de code op in Chrome Remote Desktop. Vervolgens wacht hij tot gebruiker B bevestigt dat A toegang mag krijgen tot zijn scherm. Zodra dat is gebeurd, verschijnt het volledige bureaublad van computer B in een nieuw Chrome-venster op computer A. Door dit venster schermvullend weer te geven, kan A probleemloos handelingen uitvoeren op de pc van B. Voor de veiligheid beschikken beide gebruikers over een knop om de sessie op elk moment te beëindigen. Uiteraard is een stabiele internetverbinding noodzakelijk. Daarnaast krijgen beide partijen de melding dat ze klembordsynchronisatie kunnen inschakelen. Hiermee wordt het mogelijk om eenvoudig tekst of bestanden te kopiëren en te plakken tussen beide apparaten.

Gebruiker A krijgt het volledige scherm van B in een Chrome-venster te zien.