ID.nl logo
Oude software draaien op Windows 10
© PXimport
Huis

Oude software draaien op Windows 10

Weinigen weten dat Windows 10 Pro de ingebouwde mogelijkheid heeft om andere besturingssystemen te virtualiseren. Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en zelfs Linux kun je eenvoudig gebruiken in Windows 10 Pro, zonder extra software van derden te hoeven installeren. Dat is mogelijk met Hyper-V.

Tip 01: Termen

Voordat we beginnen, kan het geheel van virtualisatie en Hyper-V nogal wat overweldigend overkomen. We gaan daarom eerst enkele termen behandelen, zodat het duidelijk is waar we het over hebben en je hopelijk beter snapt wat virtualisatie precies is en wat het wel en niet kan.

Virtuele machine: een virtuele machine is een machine die is geïnstalleerd in een virtuele omgeving die je hardware nabootst. Deze ligt 'boven op' je normaal geïnstalleerde besturingssysteem.

Hypervisor: de virtuele machine draait in een hypervisor. De hypervisor regelt voor elk extra besturingssysteem dat je installeert de toegang tot de processor, grafische kaart, geheugen en schijf, en zorgt ervoor dat de computer niet vastloopt en dat de virtuele machine onafhankelijk van je hoofdbesturingssysteem werkt.

Gast-OS: elk besturingssysteem dat in een hypervisor wordt geïnstalleerd, is een gast op je eigen besturingssysteem, dus noemen we dit logischerwijs een gast-besturingssysteem of kortweg gast-OS.

Host-OS: het besturingssysteem dat je zelf gebruikt, is de 'host', de gastheer. Deze biedt plek voor de extra besturingssystemen die je installeert en die beheerd worden door de hypervisor zelf.

Overzicht van de verschillende lagen bij het draaien van een virtual machine.

Beperkingen van de virtuele machine

Een virtuele machine is handig om oude software te draaien, maar je moet wel rekening houden met een aantal beperkingen. Ten eerste kunnen de prestaties verschillen tussen computers. We raden aan alleen een virtuele machine op te zetten als je minimaal beschikt over 4 GB intern geheugen en een 64bit-processor met ten minste 1,4 GHz. Ook zul je er rekening mee moeten houden dat je deze virtuele machine niet kunt gebruiken voor oude games: Hyper-V kan geen 3D-versnelling toepassen, het is echt bedoeld voor werkapplicaties - waarvoor het dan ook erg goed te gebruiken is.

De computer voorbereiden

Tip 02: Hyper-V inschakelen

Om Hyper-V daadwerkelijk in te schakelen, volg je de volgende stappen. Je opent het configuratiescherm direct op de juiste pagina door met de rechtermuisknop op de startknop te klikken en te kiezen voor Programma's en onderdelen. Links in de zijbalk bevindt zich de optie Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Als je daarop klikt, opent zich een nieuw venster. Vink in deze lijst de optie Hyper-V aan en klik op OK. Windows gaat nu extra onderdelen installeren en opent een extra wizard die op zoek gaat naar de vereiste bestanden. Bij ons nam dit proces zeer korte tijd in beslag. Klik achteraf op Nu opnieuw opstarten om Hyper-V daadwerkelijk aan te zetten. De computer start twee keer opnieuw op en configureert de extra functies.

©PXimport

Hyper-V inschakelen is zo eenvoudig als aanvinken en opnieuw opstarten.

Tip 03: Beheer opzetten

Om daadwerkelijk een ander besturingssysteem te installeren, gaan we nu de Hyper-V-beheerder openen. Open hiervoor het menu Start en typ hyper-v. De optie Hyper-V-beheer verschijnt in beeld. Klik erop om het te openen. Links in de balk zie je je computernaam, onder de optie Hyper-V-beheer. Dat is dus de hostcomputer: je eigen pc. Klik op je computernaam, in ons geval klikken we dus op APOLLO. Er verschijnen nu rechts in beeld verschillende opties. Zie je je computer niet links in beeld? Klik dan rechts op Verbinding maken met server.

Er opent zich een nieuw dialoogvenster. Kies voor Lokale computer en klik op OK. Als het goed is, ben je nu verbonden met de Hyper-V-service en zie je rechts het paneel Acties, met onderdelen zoals Hyper-V-instellingen en Schijf bewerken. Indien je een foutmelding krijgt dat de hypervisor niet actief is, dan kun je nog het volgende proberen: klik met de rechtermuisknop op de startknop en kies voor de optie Opdrachtprompt (administrator). Voer vervolgens het volgende commando in: bcdedit /set hypervisorlaunchtype auto en druk op Enter. Probeer het vervolgens nog een keer.

©PXimport

De computernaam staat onder Hyper-V-beheer in hoofdletters.

Tip 04: Virtuele schijven

Het is nodig om voldoende schijfruimte beschikbaar te hebben voor de virtuele machines die we gaan installeren. Voor Windows 7 raden we minimaal 40 GB aan. Mocht je meerdere harde schijven hebben, dan kan het handig zijn om de virtuele machines te plaatsen op die schijf met de meeste ruimte. Daarvoor kun je de locatie van de virtuele harde schijven instellen. Klik rechts in de Hyper-V-beheer-app (zie tip 3) bij Acties op de optie Hyper-V-instellingen. Bij de bovenste optie die automatisch geopend wordt, genaamd Virtuele harde schijven, kun je op Bladeren klikken om een map te kiezen waar de schijven daadwerkelijk geplaatst moeten worden.

©PXimport

De standaardlocatie van virtuele harde schijven instellen.

Tip 05: Virtual Switch

Voordat we aan de slag kunnen en onze eerste echte virtuele machine aan kunnen maken, moeten we nog even een virtual switch aanmaken. Deze switch is nodig voor onze virtuele machine om verbinding te kunnen maken met het internet. Hiervoor ga je in de Hyper-V-beheer-app naar het menu Acties waar je kiest voor de optie Virtual Switch Manager. Er opent zich een nieuw venster op het tabblad Virtuele switch maken. Kies hierin voor Extern en klik op de knop Virtuele switch maken. Geef een naam aan de virtuele switch, deze is niet zo belangrijk. Selecteer bij Extern netwerk je netwerkkaart.

Heb je een computer met zowel een wifi- als ethernetverbinding, kies dan de verbinding die nu actief is. De overige opties kun je laten zoals ze zijn. Klik op OK om de switch aan te maken. Er verschijnt een melding dat de wijzigingen een korte internetonderbreking kunnen veroorzaken. Heb je nu actieve downloads, wacht dan even totdat de downloads klaar zijn alvorens op Ja te klikken.

©PXimport

Om verbinding te kunnen maken met internet, moet je zelf een virtual switch aanmaken.

Tip 06: Windows downloaden

Het belangrijkste gedeelte van het geheel is natuurlijk: hoe kom je aan een geldige Windows-versie om die te gebruiken als virtuele machine? Als je nog een geldige Windows-licentie hebt liggen die je niet meer gebruikt, dan kun je die nu gebruiken. Heb je dat niet, geen zorgen. Microsoft biedt zelf virtuele machines aan die je 180 dagen kunt gebruiken en waar je zelf je software op kunt installeren. Oorspronkelijk zijn deze machines bedoeld voor webontwikkelaars, maar deze zijn voor iedereen vrij te gebruiken. Je downloadt de virtuele machines door naar deze website te gaan. Kies vervolgens voor Windows en kies bij Virtual machine voor IE11 on Windows 7. Als je zelf liever een andere versie wilt, kan dat ook natuurlijk. Er zijn minieme verschillen tijdens het opzetten waar we je bij de overige tips op zullen wijzen. Selecteer bij platform HyperV_2012 en download rechts het zip-bestand. Open na installatie het zip-bestand en pak in de map Virtual Hard Drives alleen het bestand IE11 - Win7.vhd uit.

©PXimport

Via modern.ie is het mogelijk allerlei Windows-versies kosteloos uit te proberen in een virtual machine.

Virtuele machine installeren & configureren

Tip 07: VM aanmaken

Om een virtuele machine (VM) in Hyper-V aan te maken, ga je terug naar de app Hyper-V-beheer. Klik rechts op Nieuw en kies voor Virtuele machine. Er opent zich een nieuw dialoogvenster. Klik op Volgende, voer in het nu volgende scherm een naam in voor de machine. Wij houden het simpel: Windows 7. Klik op Volgende. We moeten nu een generatie kiezen. De generatie bepaalt welke functies Hyper-V zal gaan gebruiken. Voor Windows 7 en eerder kies je voor Generatie 1, dat is wat wij nu gaan doen. Installeer je Windows 8 op 64 bit of nieuwer, dan kun je gerust Generatie 2 kiezen.

Klik op Volgende en selecteer nu de hoeveelheid intern geheugen voor de VM. Dat is de hoeveelheid geheugen die de VM maximaal kan gebruiken op het moment dat die actief is. Zodra de VM inactief is, wordt dat geheugen vrijgegeven en kan het door Windows zelf weer gebruikt worden. Beschikt je computer over 4 GB RAM en kies je hier 1 GB, dan kan je eigen Windows nog 3 GB gebruiken, waarbij 1 GB dus aan onze VM wordt toegekend. Voor Windows 7 is 1 GB genoeg. Klik op Volgende. We moeten het netwerk configureren en selecteren uit het lijstje de enige optie: onze net aangemaakte netwerkswitch. Installeer je Windows XP? Laat dan de optie Niet verbonden geselecteerd. Klik op Volgende.

Het is nu nodig om een virtuele harde schijf aan te sluiten. We lopen de verschillende opties even met je door. Heb je je eigen installatiemedia? Kies dan voor Een virtuele harde schijf maken en vul een grootte in. Voor Windows 7 en nieuwer raden we ten minste 60 GB aan. Klik Volgende en kies de installatiemedia. Als je een dvd hebt, kies je voor Een besturingssysteem installeren vanaf een opstartbare cd/dvd-rom en kies je het betreffende dvd-station. Je kunt ook een iso-bestand kiezen om vanaf op te starten door voor die optie te kiezen. Heb je in tip 6 het image gedownload van Microsoft, kies dan voor de optie Een bestaande virtuele schijf gebruiken en blader naar het opgeslagen vhd-bestand. Klik op Volgende en Voltooien om de wizard te sluiten.

We moeten nu alleen nog even de netwerkverbinding configureren voor Windows XP. Gebruik je een ander OS, dan kun je deze stappen overslaan. Klik bij Virtuele machines met de rechtermuisknop op Windows XP en kies voor Instellingen. Ga naar de optie Hardware toevoegen en kies voor Legacy netwerkadapter. Klik op Toevoegen. Kies bij de Legacy netwerkadapter bij Virtuele switch voor je zelf aangemaakte switch uit de lijst. Ga vervolgens naar Netwerkadapter links in de lijst en klik op de knop Loskoppelen, omdat we de normale netwerkadapter niet meer nodig hebben.

©PXimport

Als je een dvd hebt, kies je voor Een virtuele harde schijf maken, anders voor Een bestaande virtuele harde schijf gebruiken, met het eerder gedownloade image.

Tip 08: Starten en gebruiken

We gaan nu de virtuele machine starten. Selecteer de machine in de lijst van Virtuele machines en klik rechts op Verbinding maken. Er opent zich een nieuw venster met de melding dat de machine is uitgeschakeld. Klik in de werkbalk boven in dat venster op de tweede knop: de startknop. Windows 7 wordt gestart.

Heb je nu oude software op een cd of dvd die je in Windows 7 wilt kunnen draaien, dan kun je dat als volgt doen. In het venster waarin Windows draait, klik je op Bestand en vervolgens op Instellingen. Ga naar de optie IDE-controller. Daaronder bevindt zich de optie Dvd-station. Klik daarop en kies in dat venster vervolgens voor Fysiek cd-/dvd-station. Kies de juiste stationsletter als je meerdere dvd-stations hebt en klik op OK. Je kunt nu via de Windows Verkenner in Windows 7 de cd of dvd benaderen.

Boven in de werkbalk van de virtuele machine bevinden zich overigens een aantal knoppen waarmee je de virtuele machine kunt uitschakelen (de witte knop met het blokje), afsluiten (de rode knop) en kunt pauzeren (de gele knop).

©PXimport

Op deze plek bevinden zich de opties om een dvd-station te koppelen aan de VM.

Tip 09: Extern bureaublad

Standaard maakt Hyper-V verbinding via zijn eigen interface. Je kunt ook het programma Verbinding met extern bureaublad gebruiken, wat als voordeel heeft dat het geluid dan werkt en de schermresolutie zich automatisch aanpast. In Windows 7 moeten we hiervoor even het IP-adres vinden. Dit kun je eenvoudig doen door het startmenu te openen en op Command prompt of Opdrachtprompt te klikken. Tik nu ipconfig in en druk op Enter. Het IP-adres verschijnt. Open nu Verbinding met extern bureaublad in Windows 10 door dat in te typen in het startmenu. Voer het net gevonden IP-adres in van je Windows-installatie, waarna een aanmeldvenster verschijnt. Voer hier de gebruikersnaam IEUser in en het wachtwoord Passw0rd! en je maakt gebruik van Windows 7 met geluid.

©PXimport

Het IP-adres bevindt zich achter IPv4 Address.

Windows in een VM: hoe veilig is dat?

Malware in de virtuele machine heeft normaliter geen effect op het host-besturingssysteem: de twee zijn gescheiden en malware kan niet zomaar doordringen naar je eigen besturingssysteem. Wel is er malware die virtualisatie-aware is en zich in dat geval niet uitvoert, om beveiligingsonderzoekers te misleiden. Het is echter wel aan te raden een virusscanner in je virtuele machine te installeren, om infecties te voorkomen in de machine zelf. Gratis oplossingen zijn er van onder andere Panda en BitDefender.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.