ID.nl logo
Oude software draaien op Windows 10
© PXimport
Huis

Oude software draaien op Windows 10

Weinigen weten dat Windows 10 Pro de ingebouwde mogelijkheid heeft om andere besturingssystemen te virtualiseren. Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en zelfs Linux kun je eenvoudig gebruiken in Windows 10 Pro, zonder extra software van derden te hoeven installeren. Dat is mogelijk met Hyper-V.

Tip 01: Termen

Voordat we beginnen, kan het geheel van virtualisatie en Hyper-V nogal wat overweldigend overkomen. We gaan daarom eerst enkele termen behandelen, zodat het duidelijk is waar we het over hebben en je hopelijk beter snapt wat virtualisatie precies is en wat het wel en niet kan.

Virtuele machine: een virtuele machine is een machine die is geïnstalleerd in een virtuele omgeving die je hardware nabootst. Deze ligt 'boven op' je normaal geïnstalleerde besturingssysteem.

Hypervisor: de virtuele machine draait in een hypervisor. De hypervisor regelt voor elk extra besturingssysteem dat je installeert de toegang tot de processor, grafische kaart, geheugen en schijf, en zorgt ervoor dat de computer niet vastloopt en dat de virtuele machine onafhankelijk van je hoofdbesturingssysteem werkt.

Gast-OS: elk besturingssysteem dat in een hypervisor wordt geïnstalleerd, is een gast op je eigen besturingssysteem, dus noemen we dit logischerwijs een gast-besturingssysteem of kortweg gast-OS.

Host-OS: het besturingssysteem dat je zelf gebruikt, is de 'host', de gastheer. Deze biedt plek voor de extra besturingssystemen die je installeert en die beheerd worden door de hypervisor zelf.

Overzicht van de verschillende lagen bij het draaien van een virtual machine.

Beperkingen van de virtuele machine

Een virtuele machine is handig om oude software te draaien, maar je moet wel rekening houden met een aantal beperkingen. Ten eerste kunnen de prestaties verschillen tussen computers. We raden aan alleen een virtuele machine op te zetten als je minimaal beschikt over 4 GB intern geheugen en een 64bit-processor met ten minste 1,4 GHz. Ook zul je er rekening mee moeten houden dat je deze virtuele machine niet kunt gebruiken voor oude games: Hyper-V kan geen 3D-versnelling toepassen, het is echt bedoeld voor werkapplicaties - waarvoor het dan ook erg goed te gebruiken is.

De computer voorbereiden

Tip 02: Hyper-V inschakelen

Om Hyper-V daadwerkelijk in te schakelen, volg je de volgende stappen. Je opent het configuratiescherm direct op de juiste pagina door met de rechtermuisknop op de startknop te klikken en te kiezen voor Programma's en onderdelen. Links in de zijbalk bevindt zich de optie Windows-onderdelen in- of uitschakelen. Als je daarop klikt, opent zich een nieuw venster. Vink in deze lijst de optie Hyper-V aan en klik op OK. Windows gaat nu extra onderdelen installeren en opent een extra wizard die op zoek gaat naar de vereiste bestanden. Bij ons nam dit proces zeer korte tijd in beslag. Klik achteraf op Nu opnieuw opstarten om Hyper-V daadwerkelijk aan te zetten. De computer start twee keer opnieuw op en configureert de extra functies.

©PXimport

Hyper-V inschakelen is zo eenvoudig als aanvinken en opnieuw opstarten.

Tip 03: Beheer opzetten

Om daadwerkelijk een ander besturingssysteem te installeren, gaan we nu de Hyper-V-beheerder openen. Open hiervoor het menu Start en typ hyper-v. De optie Hyper-V-beheer verschijnt in beeld. Klik erop om het te openen. Links in de balk zie je je computernaam, onder de optie Hyper-V-beheer. Dat is dus de hostcomputer: je eigen pc. Klik op je computernaam, in ons geval klikken we dus op APOLLO. Er verschijnen nu rechts in beeld verschillende opties. Zie je je computer niet links in beeld? Klik dan rechts op Verbinding maken met server.

Er opent zich een nieuw dialoogvenster. Kies voor Lokale computer en klik op OK. Als het goed is, ben je nu verbonden met de Hyper-V-service en zie je rechts het paneel Acties, met onderdelen zoals Hyper-V-instellingen en Schijf bewerken. Indien je een foutmelding krijgt dat de hypervisor niet actief is, dan kun je nog het volgende proberen: klik met de rechtermuisknop op de startknop en kies voor de optie Opdrachtprompt (administrator). Voer vervolgens het volgende commando in: bcdedit /set hypervisorlaunchtype auto en druk op Enter. Probeer het vervolgens nog een keer.

©PXimport

De computernaam staat onder Hyper-V-beheer in hoofdletters.

Tip 04: Virtuele schijven

Het is nodig om voldoende schijfruimte beschikbaar te hebben voor de virtuele machines die we gaan installeren. Voor Windows 7 raden we minimaal 40 GB aan. Mocht je meerdere harde schijven hebben, dan kan het handig zijn om de virtuele machines te plaatsen op die schijf met de meeste ruimte. Daarvoor kun je de locatie van de virtuele harde schijven instellen. Klik rechts in de Hyper-V-beheer-app (zie tip 3) bij Acties op de optie Hyper-V-instellingen. Bij de bovenste optie die automatisch geopend wordt, genaamd Virtuele harde schijven, kun je op Bladeren klikken om een map te kiezen waar de schijven daadwerkelijk geplaatst moeten worden.

©PXimport

De standaardlocatie van virtuele harde schijven instellen.

Tip 05: Virtual Switch

Voordat we aan de slag kunnen en onze eerste echte virtuele machine aan kunnen maken, moeten we nog even een virtual switch aanmaken. Deze switch is nodig voor onze virtuele machine om verbinding te kunnen maken met het internet. Hiervoor ga je in de Hyper-V-beheer-app naar het menu Acties waar je kiest voor de optie Virtual Switch Manager. Er opent zich een nieuw venster op het tabblad Virtuele switch maken. Kies hierin voor Extern en klik op de knop Virtuele switch maken. Geef een naam aan de virtuele switch, deze is niet zo belangrijk. Selecteer bij Extern netwerk je netwerkkaart.

Heb je een computer met zowel een wifi- als ethernetverbinding, kies dan de verbinding die nu actief is. De overige opties kun je laten zoals ze zijn. Klik op OK om de switch aan te maken. Er verschijnt een melding dat de wijzigingen een korte internetonderbreking kunnen veroorzaken. Heb je nu actieve downloads, wacht dan even totdat de downloads klaar zijn alvorens op Ja te klikken.

©PXimport

Om verbinding te kunnen maken met internet, moet je zelf een virtual switch aanmaken.

Tip 06: Windows downloaden

Het belangrijkste gedeelte van het geheel is natuurlijk: hoe kom je aan een geldige Windows-versie om die te gebruiken als virtuele machine? Als je nog een geldige Windows-licentie hebt liggen die je niet meer gebruikt, dan kun je die nu gebruiken. Heb je dat niet, geen zorgen. Microsoft biedt zelf virtuele machines aan die je 180 dagen kunt gebruiken en waar je zelf je software op kunt installeren. Oorspronkelijk zijn deze machines bedoeld voor webontwikkelaars, maar deze zijn voor iedereen vrij te gebruiken. Je downloadt de virtuele machines door naar deze website te gaan. Kies vervolgens voor Windows en kies bij Virtual machine voor IE11 on Windows 7. Als je zelf liever een andere versie wilt, kan dat ook natuurlijk. Er zijn minieme verschillen tijdens het opzetten waar we je bij de overige tips op zullen wijzen. Selecteer bij platform HyperV_2012 en download rechts het zip-bestand. Open na installatie het zip-bestand en pak in de map Virtual Hard Drives alleen het bestand IE11 - Win7.vhd uit.

©PXimport

Via modern.ie is het mogelijk allerlei Windows-versies kosteloos uit te proberen in een virtual machine.

Virtuele machine installeren & configureren

Tip 07: VM aanmaken

Om een virtuele machine (VM) in Hyper-V aan te maken, ga je terug naar de app Hyper-V-beheer. Klik rechts op Nieuw en kies voor Virtuele machine. Er opent zich een nieuw dialoogvenster. Klik op Volgende, voer in het nu volgende scherm een naam in voor de machine. Wij houden het simpel: Windows 7. Klik op Volgende. We moeten nu een generatie kiezen. De generatie bepaalt welke functies Hyper-V zal gaan gebruiken. Voor Windows 7 en eerder kies je voor Generatie 1, dat is wat wij nu gaan doen. Installeer je Windows 8 op 64 bit of nieuwer, dan kun je gerust Generatie 2 kiezen.

Klik op Volgende en selecteer nu de hoeveelheid intern geheugen voor de VM. Dat is de hoeveelheid geheugen die de VM maximaal kan gebruiken op het moment dat die actief is. Zodra de VM inactief is, wordt dat geheugen vrijgegeven en kan het door Windows zelf weer gebruikt worden. Beschikt je computer over 4 GB RAM en kies je hier 1 GB, dan kan je eigen Windows nog 3 GB gebruiken, waarbij 1 GB dus aan onze VM wordt toegekend. Voor Windows 7 is 1 GB genoeg. Klik op Volgende. We moeten het netwerk configureren en selecteren uit het lijstje de enige optie: onze net aangemaakte netwerkswitch. Installeer je Windows XP? Laat dan de optie Niet verbonden geselecteerd. Klik op Volgende.

Het is nu nodig om een virtuele harde schijf aan te sluiten. We lopen de verschillende opties even met je door. Heb je je eigen installatiemedia? Kies dan voor Een virtuele harde schijf maken en vul een grootte in. Voor Windows 7 en nieuwer raden we ten minste 60 GB aan. Klik Volgende en kies de installatiemedia. Als je een dvd hebt, kies je voor Een besturingssysteem installeren vanaf een opstartbare cd/dvd-rom en kies je het betreffende dvd-station. Je kunt ook een iso-bestand kiezen om vanaf op te starten door voor die optie te kiezen. Heb je in tip 6 het image gedownload van Microsoft, kies dan voor de optie Een bestaande virtuele schijf gebruiken en blader naar het opgeslagen vhd-bestand. Klik op Volgende en Voltooien om de wizard te sluiten.

We moeten nu alleen nog even de netwerkverbinding configureren voor Windows XP. Gebruik je een ander OS, dan kun je deze stappen overslaan. Klik bij Virtuele machines met de rechtermuisknop op Windows XP en kies voor Instellingen. Ga naar de optie Hardware toevoegen en kies voor Legacy netwerkadapter. Klik op Toevoegen. Kies bij de Legacy netwerkadapter bij Virtuele switch voor je zelf aangemaakte switch uit de lijst. Ga vervolgens naar Netwerkadapter links in de lijst en klik op de knop Loskoppelen, omdat we de normale netwerkadapter niet meer nodig hebben.

©PXimport

Als je een dvd hebt, kies je voor Een virtuele harde schijf maken, anders voor Een bestaande virtuele harde schijf gebruiken, met het eerder gedownloade image.

Tip 08: Starten en gebruiken

We gaan nu de virtuele machine starten. Selecteer de machine in de lijst van Virtuele machines en klik rechts op Verbinding maken. Er opent zich een nieuw venster met de melding dat de machine is uitgeschakeld. Klik in de werkbalk boven in dat venster op de tweede knop: de startknop. Windows 7 wordt gestart.

Heb je nu oude software op een cd of dvd die je in Windows 7 wilt kunnen draaien, dan kun je dat als volgt doen. In het venster waarin Windows draait, klik je op Bestand en vervolgens op Instellingen. Ga naar de optie IDE-controller. Daaronder bevindt zich de optie Dvd-station. Klik daarop en kies in dat venster vervolgens voor Fysiek cd-/dvd-station. Kies de juiste stationsletter als je meerdere dvd-stations hebt en klik op OK. Je kunt nu via de Windows Verkenner in Windows 7 de cd of dvd benaderen.

Boven in de werkbalk van de virtuele machine bevinden zich overigens een aantal knoppen waarmee je de virtuele machine kunt uitschakelen (de witte knop met het blokje), afsluiten (de rode knop) en kunt pauzeren (de gele knop).

©PXimport

Op deze plek bevinden zich de opties om een dvd-station te koppelen aan de VM.

Tip 09: Extern bureaublad

Standaard maakt Hyper-V verbinding via zijn eigen interface. Je kunt ook het programma Verbinding met extern bureaublad gebruiken, wat als voordeel heeft dat het geluid dan werkt en de schermresolutie zich automatisch aanpast. In Windows 7 moeten we hiervoor even het IP-adres vinden. Dit kun je eenvoudig doen door het startmenu te openen en op Command prompt of Opdrachtprompt te klikken. Tik nu ipconfig in en druk op Enter. Het IP-adres verschijnt. Open nu Verbinding met extern bureaublad in Windows 10 door dat in te typen in het startmenu. Voer het net gevonden IP-adres in van je Windows-installatie, waarna een aanmeldvenster verschijnt. Voer hier de gebruikersnaam IEUser in en het wachtwoord Passw0rd! en je maakt gebruik van Windows 7 met geluid.

©PXimport

Het IP-adres bevindt zich achter IPv4 Address.

Windows in een VM: hoe veilig is dat?

Malware in de virtuele machine heeft normaliter geen effect op het host-besturingssysteem: de twee zijn gescheiden en malware kan niet zomaar doordringen naar je eigen besturingssysteem. Wel is er malware die virtualisatie-aware is en zich in dat geval niet uitvoert, om beveiligingsonderzoekers te misleiden. Het is echter wel aan te raden een virusscanner in je virtuele machine te installeren, om infecties te voorkomen in de machine zelf. Gratis oplossingen zijn er van onder andere Panda en BitDefender.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!