ID.nl logo
Hoe veilig is uw netwerk?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Hoe veilig is uw netwerk?

Uw netwerk is de achilleshiel van uw digitale bestaan. Hoe moet u het eigenlijk beveiligen? En hoe weet u dat uw netwerk nog veilig genoeg is? Weet u zeker of uw netwerk nog wel schoon is? Misschien zijn hackers al tijden op uw netwerk actief, zonder dat u dat weet. Door de beveiligingsinstellingen van uw netwerk regelmatig bij te werken, weet u zeker dat u veilig kunt computeren.

1. ISRA en AOP

Komt u iemand tegen die over de term 'ISRA-punt' begint, dan weet u dat u met een kenner te doen hebt. Doordat we uitleggen wat deze term betekent, hoort u voortaan ook tot de experts. ISRA staat voor InfraStructuur RandApparatuur, en het is het 'scheidingspunt' waarbij aan de ene kant alle apparatuur van de internetprovider zit en aan de andere kant de apparatuur van de abonnee. Het ISRA-punt wordt daarom ook wel AOP-punt genoemd, wat staat voor Abonnee Overname Punt. Het is handig en bovendien belangrijk om te weten waar in uw netwerk dat ISRA- of AOP-punt zit. Binnen het bereik van dit punt is netwerkbeveiliging uw eigen verplichting, waardoor u ook de mogelijkheid hebt om dit deel zo goed mogelijk te configureren. Aan de de buitenzijde van het ISRA- of AOP-punt hebt u die mogelijkheid niet.

Hebt u breedbandinternet via ADSL, dan bestaat het ISRA-punt uit de splitter waar de telefoon- en internetsignalen van elkaar worden gescheiden. Het modem dat achter de splitter zit is dan veelal het apparaat dat het meest aan de 'buitenkant' van uw ISRA-omgeving staat. Hebt u breedbandinternet via de kabel, bijvoorbeeld van UPC of Ziggo, dan was het AOP-punt voorheen hoe dan ook de wandcontactdoos waar de twee coax-kabels op aangesloten kunnen worden. Veelal zit die wandcontactdoos in de meterkast. Afhankelijk van de apparatuur die u van de provider hebt ontvangen, is de wandcontactdoos ook nu nog het AOP-punt. Dat is het geval wanneer het kabelmodem, veelal van het merk Ubee, door u kan worden geconfigureerd. Kan dat niet en is het kabelmodem voor u niet toegankelijk, dan hoort dat onderdeel bij de apparatuur van de provider. In dat geval is de router die aan de binnenkant (dus aan de kant van het thuisnetwerk) zit, het eerste apparaat waarvoor u verantwoordelijk bent.

©PXimport

Duik eens in de meterkast en ontdek waar bij uw internetverbinding het ISRA- of AOP-punt zich bevindt.

Uw netwerk is het mijne niet!

Een artikel schrijven over netwerken en netwerkapparatuur is lastig, omdat er enorm veel merken en modellen apparaten zijn, die ook nog eens op heel veel verschillende manieren samen een thuisnetwerk kunnen vormen. Toch zijn er algemeen geldende principes voor netwerkbeveiliging en voor de manier waarop u die netwerkbeveiliging kunt nalopen en eventueel kunt updaten. Die algemene regels en aanwijzingen staan centraal in dit artikel. Hoewel u soms dus net even een andere route moet volgen om tot hetzelfde eindresultaat te komen, zullen de verschillen hooguit details betreffen. U kunt met dit verhaal dan ook prima aan de slag om de beveiliging van uw thuisnetwerk helemaal tip-top in orde te maken.

2. Apparaten op het netwerk

Nu u weet waar uw netwerk begint én ophoudt kunt u uw netwerk scannen om te zien welke apparaten zich er allemaal in bevinden. De meeste ervan zult u natuurlijk kennen, maar de mogelijkheid bestaat dat u nog wordt verrast. Wellicht bent u in de loop der tijd vergeten dat er bijvoorbeeld een extra computer is aangesloten op de studiekamer van een van uw kinderen, maar het is ook nooit uit te sluiten dat een ongenode buitenstaander ongevraagd gebruikmaakt van uw netwerk.

Om te controleren welke apparaten er op uw netwerk zijn aangesloten, moet u eerst nog weten welke IP-reeks wordt gebruikt, en een ping-programma installeren. Start uw pc en voer via Start het commando cmd uit. In de DOS-prompt die hierdoor wordt geopend, typt u het commando ipconfig /all. U kunt nu het IP-adres van de pc, het adres van de standaard-gateway (de router) en het subnetmasker zien. Ga vervolgens naar de website AngryIP.org en klik op Download. Kies voor New Beta / 32-bit Executable en bewaar het programma - een scanner - op uw pc. Deze software heeft wel Java nodig, dat kunt u zo nodig nog installeren via Java.com. Start nu het programma dat u hebt gedownload, via ipscan-win32-3.0-beta6.exe. Typ bij IP Range in het eerste vak het eerste adres in de IP-reeks van uw netwerk in en in het vak to het laatste adres. Klik dan op Start en laat Angry IP Scanner alle adressen in uw netwerk scannen. Zodra het programma klaar is, krijgt u informatie over het aantal gescande hosts. Vaak zult u de waarde 254 zien, en het aantal 'hosts alive'. Die laatste waarde betreft het aantal IP-adressen dat in het netwerk door apparaten wordt gebruikt. Klik op Close om naar het hoofdvenster van het programma te gaan en kies Tools / Selection / Alive hosts. Blader nu door de lijst en noteer de IP-adressen en de bijbehorende informatie van de IP-adressen die in gebruik zijn.

©PXimport

Om alle apparaten in een netwerk te vinden, kunt u een Ping-scan uitvoeren.

IP-netwerk bepalen

Bent u niet zo bekend met IP-adressen? Geen nood. Met de informatie die u in het DOS-venster via het commando ipconfig /all hebt gevonden, komt u een heel eind. Ga naar Jodies.de en vul in het veld Address de waarde in die in het DOS-venster achter IPv4-adres staat. Vul in het veld Netmask de waarde in die staat achter Subnetmasker, doorgaans is dat 255.255.255.0 of een soortgelijke reeks. Klik dan op Calculate en neem uit de informatie die eronder wordt weergegeven het HostMin-adres over, dat is het eerste adres in het netwerk. Dit adres plakt u in de scanner in het venster IP Range. Bij HostMax ziet u het laatste IP-adres in het netwerk. Dit plakt u in het vak bij to.

©PXimport

Deze handige site helpt u om het eerste en het laatste IP-adres in het netwerk te bepalen.

3. Firmware updaten

Bij een pc vinden we het heel normaal dat Windows Update automatisch de software bijwerkt met nieuwe code die fouten herstelt, maar bij andere apparaten is dat 'bijwerken' vaak een blinde vlek. Waarschijnlijk komt dat eenvoudigweg doordat die apparaten meestal niet automatisch achter updates aangaan. Toch is dit ook daarbij een belangrijk punt. Ook voor netwerkapparaten zoals routers, modems, wireless access points en zelfs printers en scanners verschijnt - nadat ze in de winkels liggen - nog nieuwe firmware. Vaak bevat die nieuwe firmware nieuwe functies, een betere interface, of hij zorgt - en dat is uiteraard no belangrijker - voor extra beveiliging omdat er fouten mee worden hersteld. Noteer daarom van alle apparaten in uw thuisnetwerk de naam van de fabrikant, de versie van het apparaat en de versie van de firmware. Om de firmware-versie te weten te komen, moet u meestal inloggen op het apparaat en vervolgens op de statuspagina kijken. Ga daarna naar de website van de betreffende leverancier en controleer wat de meest recente firmware voor het apparaat is. Mocht dit een nieuwere versie zijn, dan moet u die downloaden en installeren. Soms is daar een installatieprogramma voor nodig dat u onder Windows kunt starten, maar meestal is het voldoende om op de upgrade- of firmwarepagina op Upgrade te klikken, de gedownloade firmware te selecteren en op Apply of Upgraden te klikken.

©PXimport

Deze firmware-upgrade van versie 1.0.0 naar versie 1.0.3 verhelpt wellicht een aantal fouten en lekken.

Configuratie aanpassen

Elk apparaat in uw netwerk is behalve van firmware ook van een configuratie voorzien. Die bestaat uit een combinatie van verplichte instellingen en voorkeursinstellingen van de fabrikant, aangevuld met aanpassingen die door de gebruiker zijn doorgevoerd. Het is van groot belang om regelmatig - en hoe dan ook na een firmware-upgrade - in te loggen op uw netwerkapparaten en de instellingen na te lopen. Na een update moet u met name letten op functies die door de vernieuwde firmware zijn toegevoegd en die standaard zijn ingeschakeld terwijl u dat niet wilt. Het gaat daarbij om standaardopties die eerder waren in- of uitgeschakeld en nu niet meer, maar ook om nieuwe functies die de beveiliging kunnen versterken. Denk daarbij aan een upgrade die de mogelijkheid verbeterd om uw draadloos netwerk te beveiligen, door behalve WPA ook WPA2 aan te bieden. Als bijlage bij nieuwe firmware of als informatie op de website waar u de firmware downloadt, hoort een leverancier van netwerkapparatuur informatie te verstrekken over wat er is veranderd in de firmware ten opzichte van de vorige versie. Loop door de lijst met wijzigingen heen. Vergeet, wanneer u een aantal firmwareversies hebt overgeslagen, niet om goed naar de wijzigingen te kijken die in de vorige updates zijn doorgevoerd. Log daarbij in op het netwerkapparaat en maak een vergelijking. Kijk naar wat u in de beschrijving van de nieuwe firmware tegenkomt en onderzoek de verschillen met de huidige configuratie van het apparaat. Pas die configuratie aan waar u dat nodig vindt.

©PXimport

Controleer welke veranderingen in nieuwe firmware zijn doorgevoerd en wat de gevolgen daarvan zijn voor de opties en instellingen van het betreffende apparaat.

4. Wachtwoorden wijzigen

Er zijn maar weinig netwerkapparaten die meerdere beheeraccounts met bijbehorende wachtwoorden ondersteunen. Op een router, een switch en een wireless accesspoint is doorgaans maar één account aanwezig, dat van de Admin of de Root. Daar hoort dan een wachtwoord bij dat doorgaans al bij de installatie is ingesteld, maar dat daarna bij steeds meer mensen bekend wordt. Er is bijvoorbeeld een gezinslid dat toch echt hoognodig iets moet wijzigen, of de Admin gaat een week met vakantie waarna er een storing optreedt die alleen kan worden opgelost door in te loggen. Om de configuratie van deze netwerkapparaten te beschermen en vooral ook te voorkomen dat anderen per ongeluk of met opzet wijzigingen aanbrengen die de beveiliging van het netwerk verzwakken, is het belangrijk de wachtwoorden op netwerkapparaten periodiek te wijzigen. Denk daarbij aan een interval van bijvoorbeeld zes maanden of een jaar. Daarmee past u de wachtwoorden weliswaar niet heel vaak aan, maar het zorgt al voor een flinke verbetering ten opzichte van de situatie waarbij u ze nooit verandert.

Start op de pc het programma Keepass. Als u dit niet eerder hebt gebruikt en de software nog niet hebt geïnstalleerd, kunt u hem downloaden van KeePass.info. Als u Keepass nog niet kent, maakt u eerst na installatie van de software een beveiligde wachtwoordkluis aan, met daarin voor elk netwerkapparaat een Entry. Zet daarin per Entry op de regel Title de naam van het apparaat, bij User name de gebruikersnaam waarmee op het apparaat kan worden ingelogd en bij Password en Repeat een wachtwoord. Eventueel kunt u bij URL nog de link naar de webinterface van het apparaat plakken. Log vervolgens in op het betreffende apparaat en ga naar Password of Beheer en vervolgens naar Toegang. Zorg voor een sterk wachtwoord door behalve letters ook cijfers, hoofdletters en leestekens te gebruiken, Keepass geeft de kracht van uw wachtwoord heel mooi aan bij Quality. Gebruik voor ieder netwerkapparaat een ander wachtwoord, en wijzig dit eens in de zoveel tijd.

©PXimport

Vernieuw minimaal één keer per jaar de wachtwoorden waarmee u op netwerkapparaten kunt inloggen.

5. MAC-adressen opschonen

Behalve de wachtwoorden moet u ook de lijst met MAC-adressen - die in het MAC-filter voor het draadloos netwerk zijn terug te vinden - regelmatig onderhouden. Deze lijst vervuilt vaak doordat adressen er wel aan worden toegevoegd, maar meestal niet worden verwijderd. Hierdoor wordt uw netwerk verder 'open gezet' dan strikt noodzakelijk. Log in op de router of het wireless accesspoint. Ga naar Draadloos netwerk en vervolgens naar MAC-filter. Wanneer u MAC-filtering gebruikt, zult u hier een aantal MAC-adressen zien. Dit zijn de netwerkadressen van bijvoorbeeld notebooks, tablets, smartphones en gameconsoles, allemaal apparaten die gebruik mogen maken van uw draadloos netwerk. Kopieer alle adressen en zoek bij elk adres uit bij welk apparaat in uw netwerk het hoort. Mac Address Lookup, kan daarbij behulpzaam zijn. U kunt er een MAC-adres invoegen om vervolgens via String het merk van het bijbehorende apparaat te achterhalen. Komt u er niet achter van welk apparaat een bepaald MAC-adres is? Verwijder het dan uit de router. Noteer het adres, bijvoorbeeld in een Excel-bestand of in Keepass en zet erbij dat het is verwijderd en op welke datum. Schoon zo de hele lijst op, tot er alleen nog MAC-adressen in staan waarvan u precies weet bij welke draadloze apparaten ze horen. Noteer ook deze informatie in een document.

©PXimport

Beperk de toegang tot uw draadloos netwerk, door onbekende MAC-adressen uit het MAC-filter te halen.

6. Versleuteling vernieuwen

Anders dan een bekabeld netwerk vereist een draadloos netwerk geen fysieke toegang. Iedereen die een notebook of smartphone heeft, kan proberen toegang tot uw netwerk te krijgen. Het MAC-filter houdt de meeste pogingen wel tegen, maar het is niet waterdicht. Een MAC-adres kan namelijk redelijk eenvoudig voor een ander apparaat worden gebruikt. De enige echt goede beveiliging van uw netwerk bestaat uit versleuteling. Ook daarbij geldt dat het verstandig is om hem eens in de zoveel tijd te vernieuwen. Open hiervoor het programma Keepass. Als u niet bekend bent met deze software, kunt u tip 4 nog even teruglezen. Maak een Entry aan voor de WLAN-sleutel en typ in het vak Password een nieuwe beveiligingssleutel. Herhaal dit bij Repeat en bewaar de sleutel via OK. Ga nu naar de webinterface van de router en log hier in. Ga naar WLAN-beveiliging en selecteer - wanneer dat nog niet is gebeurd - Beveiligingsmodus / WPA2-Personal. Zet bij Wachtzin of WPA2-sleutel het nieuwe wachtwoord voor het draadloos netwerk. Bevestig via Instellingen bewaren. Start nu elk van uw mobiele apparaten op en log in op uw netwerk. U zult zien dat de verbinding met het draadloos netwerk is verbroken. Klik op het symbool voor het draadloos netwerk en selecteer uw eigen netwerk. Voer nu de nieuwe netwerksleutel in, zodat u weer online bent.

©PXimport

De sleutel voor het draadloos netwerk moet op de router gelijk zijn aan de sleutel die is opgeslagen op de apparaten die het draadloos netwerk gebruiken.

7. Firewall sluiten

Behalve het draadloos netwerk en de beveiliging ervan, is er nog een ander onderdeel van de router dat aandacht vraagt: de firewall. De firewall is zowel de poortwachter als de portier van uw thuisnetwerk. In de meeste routers is het aantal mogelijkheden om de router te configureren de laatste jaren alleen maar kleiner geworden. Steeds meer gebeurt op de automatische piloot, waarbij als hoofdregel geldt dat verkeer 'van buiten naar binnen' alleen toegang krijgt als het expliciet is toegestaan, terwijl verkeer 'van binnen naar buiten' alleen wordt tegengehouden als het expliciet is verboden. Het verbieden van uitgaand verkeer is bij sommige routers zelf niet eens mogelijk. Log in op de router en ga naar het onderdeel Beveiliging / Firewall. Controleer of de firewall is Ingeschakeld en of Anonieme internetverzoeken of Ping ook wordt geblokkeerd. Dat maakt uw thuisnetwerk nog meer onzichtbaar voor mogelijke indringers die vanaf internet toegang willen krijgen. Een firewall is er echter niet alleen om tegen te houden. Er zijn ook goede redenen om bepaalde poorten juist te openen en verbinding van buitenaf toe te staan. Dit onderdeel kan in de firewall zitten, maar vaak wordt het onder de noemer 'Portforwarding' of 'Toepassingen & Games' apart geconfigureerd. Daar kunt u dan in aangeven dat een bepaalde poort in de firewall moet worden geopend voor verkeer van buiten naar binnen. Dat levert een gat in de beveiliging op, maar het kan nodig zijn als u bijvoorbeeld uw thuis-pc via internet wilt kunnen overnemen vanaf een andere computer. Controleer of de uitzonderingen die zijn geconfigureerd daadwerkelijk nodig zijn. Is dat niet het geval, schakel ze dan uit. Als na een paar dagen blijkt dat dit geen problemen oplevert, kunt u ze definitief uit de configuratie verwijderen.

©PXimport

Als een opening in de firewall geen functie meer heeft, kunt u hem maar beter sluiten.

8. Firewall controleren

Nu u de poorten in de firewall waar nodig hebt gesloten, is het tijd de firewall te controleren. Dat controleren moet 'van buitenaf' gebeuren, dus vanaf internet. Zelf kunt u dat niet, u zit immers binnen uw thuisnetwerk, maar u kunt voor deze taak gebruikmaken van gespecialiseerde websites. Een bekende en betrouwbare aanbieder is Gibson Research. Dit bedrijf biedt met ShieldsUP! een online poortscanner aan die uw thuisnetwerk - of eigenlijk de router met firewall die de ingang ervan bewaakt - test op openingen. Start de webbrowser en ga naar GRC.com. Klik dan op Services / ShieldsUP!. Als eerste staat er een uitgebreide tekst en wordt uw IP-adres of hostnaam getoond. Klik op Proceed. Nu bent u bij de eigenlijke scanner aangekomen. Zodra u er toestemming voor geeft, probeert de online dienst vanaf internet verbindingen te maken met uw thuisnetwerk.

Wanneer u de firewall in tip 7 hebt nagekeken en zo nodig de beveiliging ervan goed hebt aangescherpt, zal het ShieldsUP! niet lukken om toegang te krijgen. Als eerste kunt u controleren of er mogelijk gedeelde mappen open staan voor ongenode gasten die vanaf internet toegang zoeken. Klik daarvoor op File Sharing en wacht tot de test is afgelopen. Een goed resultaat is de melding dat poort 139 'does not exist' en dat met NetBIOS geen verbinding met de computer kan worden gemaakt. Nu kunt u de volledige test uitvoeren. Klik daarvoor op All Service Ports. De site voert nu de meest uitgebreide test uit, en als het resultaat goed is, kleuren alle vakjes groen. Dat is het teken dat de verbinding niet kan worden gemaakt, en dat zelfs niet duidelijk wordt of op het IP-adres van uw thuisnetwerk eigenlijk wel een netwerk, router of computer aanwezig is. Uw router geeft dan namelijk geen enkele reactie. Kleurt een van de vakjes blauw, dan is het maken van de verbinding mislukt maar heeft uw netwerk dat wel gemeld. Het heeft daarmee verraden dat het bestaat. Kleurt een vakje rood, dan is de betreffende poort open. Vergelijk de open poorten met de poorten die in de firewall bij Portforwarding of Toepassingen & Games zijn geconfigureerd. Zijn daar geen poorten geconfigureerd? Dan zouden alle vakjes groen moeten zijn. Als dat niet het geval is, ziet u iets over het hoofd.

©PXimport

Als finale test kunt u via de website van Gibson Research de toegang vanaf internet controleren.

▼ Volgende artikel
Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11
© ID.nl
Huis

Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11

Iedereen gebruikt het gewone Startmenu van Windows 11. Je vindt er apps, instellingen, aanbevelingen en tegels. Overzichtelijk, maar je moet soms flink doorklikken voordat je eindelijk bent waar je zijn wilt. Kan dat niet handiger? Zeker: er bestaat ook een tweede Startmenu: een stuk eenvoudiger en vooral sneller. Waar je het vindt en hoe je het gebruikt, lees je in dit artikel.

Het verborgen tweede Startmenu van Windows 11

We geven toe: 'verborgen' is misschien iets te sterk uitgedrukt. Maar feit blijft dat de meeste mensen het nog niet zullen kennen, simpelweg omdat Microsoft zelf er nooit actief de aandacht op heeft gevestigd. Hoog tijd om dit superhandige Windows 11-onderdeel te leren kennen – én te gaan gebruiken!

Lees ook: Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Gewone Startmenu versus verborgen Startmenu

Het gewone Startmenu van Windows 11 is het startpunt voor de meeste gebruikers. Hier vind je je apps, recente bestanden, een zoekbalk en knoppen voor instellingen en afsluiten. Het menu is visueel ingericht, met tegels en iconen, en richt zich vooral op dagelijks gebruik.

©ID.nl

Het reguliere Startmenu is overzichtelijk, maar je moet nog wel doorklikken wanneer je op zoek bent naar Instellingen.

Het verborgen Startmenu ziet er heel anders uit. Geen tegels of visuele opsmuk, maar een compacte lijst met systeemfuncties. Denk aan apparaatbeheer, taakbeheer, netwerkverbindingen en terminal. Dit menu is vooral bedoeld voor wie snel iets wil aanpassen, controleren of oplossen.

Zo open je het verborgen Startmenu

De makkelijkste manier is simpelweg met de rechtermuisknop op de Startknop klikken (onderaan je scherm, links). Meteen verschijnt een menu met een lijst vol snelkoppelingen. Geen wachttijd, geen vertraging: het menu reageert direct.

Gebruik je liever het toetsenbord? Druk dan op Windows-toets + X. Deze sneltoets werkt overal in Windows, zelfs midden in een programma. Handig op een laptop, zeker als je geen muis bij de hand hebt.

Werk je op een touchscreen? Tik dan op de Startknop en houd die een paar seconden vast. Zodra Windows dit herkent als een 'lang tikken', verschijnt het menu automatisch.

Hoe je het ook opent, de inhoud is altijd gelijk. Het menu komt standaard naast de Startknop in beeld, dus je hoeft nooit te zoeken.

💡Door de Donkere Modus in te stellen (via Instellingen -> Persoonlijke instellingen -> Kleuren) krijgt het tweede Startmenu een donkere achtergrond. Dat zorgt ervoor dat het onderscheid met eventueel geopende programmavensters wat groter wordt.

Wat vind je in dit tweede Startmenu?

Alles wat je anders via Instellingen of het Configuratiescherm moet opzoeken, staat hier bij elkaar. In plaats van losse snelkoppelingen of visuele tegels, toont dit menu een strakke lijst.

Zo kom je met één klik bij Apparaatbeheer, Schijfbeheer, Taakbeheer, Netwerkinstellingen of PowerShell. Handig als je iets wilt aanpassen, controleren of snel een probleem moet oplossen.

Microsoft heeft de functies logisch gegroepeerd. De bovenste opties gaan over apps en energiebeheer, daaronder volgen tools voor systeembeheer en netwerkverbindingen. Verder naar beneden vind je opdrachten voor afsluiten of afmelden. Je herkent ze aan hun vertrouwde namen, wat zoeken overbodig maakt. Een voorbeeld: als je software wilt verwijderen, hoef je niet naar Instellingen > Apps > Geïnstalleerde apps. Je kiest gewoon 'Geïnstalleerde Apps' uit het menu en je bent er meteen.

©ID.nl

Via het tweede Startmenu heb je meteen toegang tot allerlei systeemtools waarvoor je anders zou moeten zoeken in Instellingen of in het Configuratiescherm.

Waarom het tweede Startmenu zo handig is

Hoewel de systeemtools die je via het tweede Startmenu kunt bereiken voor veel mensen Windows-onderdelen zijn die ze niet zo vaak zullen gebruiken, is het toch handig dt je ze direct 'onder de knop' hebt zitten. Stel: je hebt wifi-problemen. In plaats van drie keer klikken door Instellingen kun je direct 'Netwerkverbindingen' openen. Of je wilt zien of een usb-stick goed wordt herkend. Dan hoef je alleen maar te klikken op 'Apparaatbeheer'. Voor wie vaker met systeeminstellingen werkt, is dit menu eigenlijk helemaal onmisbaar. Je hoeft geen sneltoetsen te onthouden of eindeloos door menu's te klikken. Alles wat je vaak gebruikt zit binnen handbereik. En ook als je het niet dagelijks gebruikt, is het handig om te weten dat het er is. Het scheelt je hoe dan ook veel tijd en zoekwerk.

Ook fijn: het menu ziet er op elke Windows 11-pc hetzelfde uit. Of je nu thuis werkt, op kantoor zit of iemand anders helpt: je weet precies waar je moet zijn.

Dus?

Het verborgen Startmenu is een van de meest praktische onderdelen van Windows 11. Het geeft je directe toegang tot systeemfuncties en tools waarvoor je anders moet doorklikken en waar je naar moet zoeken. Het is geen vervanger van het gewone menu, maar een aanvulling voor wie meer uit z'n systeem wil halen. Of je nu snel iets wilt aanpassen, een probleem onderzoekt of gewoon minder wilt klikken: het tweede Startmenu maakt het net een stuk makkelijker!

⬇️Scrol omlaag en bekijk welke onderdelen je in het tweede Startmenu vindt en wat je ermee kunt


Menu-onderdeelFunctieWat je ermee kunt
Geïnstalleerde appsSoftware beherenProgramma's verwijderen of aanpassen
MobiliteitscentrumSnel toegang tot laptopinstellingenHelderheid, volume, batterijmodus, schermprojectie en presentatiemodus aanpassen
EnergiebeheerEnergie-instellingen beherenInstellen hoe je laptop omgaat met batterij, schermtijd, slaapstand en aan-uitknoppen
LogboekenSysteemlogboeken bekijkenBekijken van systeemgebeurtenissen, waarschuwingen en foutmeldingen
SysteemSysteeminformatie bekijkenSysteemtype, prestaties en apparaatdetails bekijken
ApparaatbeheerHardware beheren en drivers controlerenApparaten beheren, stuurprogramma's bijwerken en hardwareproblemen oplossen
NetwerkverbindingenNetwerkinstellingen aanpassenWifi- en ethernetinstellingen beheren of aanpassen
SchijfbeheerPartities en schijven beherenSchijven formatteren, partities aanmaken of volumes wijzigen
ComputerbeheerGeavanceerd systeembeheerToegang tot gebruikersbeheer, logboeken en taakplanning
TerminalOpdrachtregel openenPowerShell of opdrachtprompt openen voor systeembeheer
Terminal (Beheerder)Opdrachtregel openen als beheerderZelfde als Terminal, maar met beheerdersrechten
TaakbeheerProcessen en prestaties beherenTaken beëindigen, opstartprogramma's beheren en prestaties volgen
InstellingenSysteeminstellingen openenAlle standaard Windows-instellingen openen
VerkennerBestanden en mappen openenNavigeren door mappen en bestanden op je pc
ZoekenZoeken in apps, bestanden en instellingenZoeken naar programma's, documenten of instellingen
UitvoerenProgramma's of opdrachten handmatig startenSnel programma's starten via bestandsnaam of commando
Afsluiten of afmeldenSysteem afsluiten, opnieuw opstarten of afmeldenKeuzes voor slaapstand, afsluiten of opnieuw opstarten maken
BureaubladAlle vensters minimaliseren om bureaublad te tonenSnel terug naar het bureaublad zonder vensters te sluiten

Losse muis nodig?

(dat werkt soms net wat handiger)

▼ Volgende artikel
Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon
© Shi
Huis

Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon

Van buiten oogt hij misschien smetteloos, maar vanbinnen kan je wasdroger behoorlijk smerig zijn. Warmte, vocht en pluis vormen namelijk de perfecte broedplek voor bacteriën en schimmels. En dat ruik je. Bovendien werkt een vervuilde droger minder goed én verbruikt hij meer energie. Tijd om in actie te komen: met dit 8-stappenplan houd je jouw wasdroger schoon, fris en in topconditie!

In dit artikel lees je:

  • Waarom het belangrijk is om je wasdroger schoon te maken
  • Hoe vaak je dat idealiter moet doen
  • Een stappenplan om je wasdroger grondig schoon te maken
  • Handige schoonmaaktips voor specifieke onderdelen
  • Welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn
  • Antwoord op veelgestelde vragen over wasdroger schoonmaken

Ook interessant: 9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Een wasdroger draait op hoge temperaturen en heeft continu te maken met vocht. Ideale omstandigheden voor ongewenste gasten zoals schimmels en bacteriën. Tel daar opgehoopte pluisjes en resten wasmiddel bij op, en je snapt waarom je wasdroger soms muf ruikt of er langer over doet dan normaal. Regelmatig schoonmaken voorkomt vieze luchtjes, verlengt de levensduur én maakt je droger zuiniger.

Wanneer moet je de wasdroger schoonmaken?
Experts adviseren om je wasdroger om de 3 à 4 maanden grondig schoon te maken. Doe je dat niet, dan is eens per jaar zeker een must. Je zult merken dat je wasdroger na het schoonmaken weer werkt als nieuw. De meeste storingen worden trouwens ook verholpen met een goede schoonmaakbeurt.

Een schone droger in 8 simpele stappen

1. Stekker eruit

Voordat je iets doet, trek je de stekker uit het stopcontact. Veiligheid voorop!

2. Pluizenfilters legen

Open het klepje onderin en haal de filters eruit. Meestal zijn dat er twee: een pluizenfilter en een condensfilter. Spoel ze af onder de kraan en laat ze goed drogen voordat je ze terugplaatst.

3. Condensor schoonmaken

Achter een apart klepje aan de voor- of achterkant zit de condensor. Haal stof en pluis voorzichtig weg met een vochtige doek. Vergeet ook de randjes en het klepje zelf niet.

4. Afvoerslang controleren

Koppel de slang los (als jouw droger die heeft) en check of er geen verstopping in zit. Spoel hem goed door en maak de binnen- en buitenkant schoon. Zet hem daarna weer stevig terug.

5. Binnenkant afnemen

Gebruik een zachte, vochtige doek om de binnenzijde van de trommel schoon te maken. Voor hardnekkige vlekken kun je een beetje allesreiniger gebruiken. Vergeet ook de rubber rand niet.

6. Buiten schoon, net als binnen

Neem de buitenkant van de machine af met een vochtige doek. Gebruik wat allesreiniger voor de zijkanten en voorkant, maar houd het bedieningspaneel liever droog of gebruik een licht vochtige doek.

7. Deurtje open laten

Laat na het schoonmaken de deur een tijdje openstaan. Zo kan de binnenkant goed drogen en voorkom je dat er schimmel ontstaat.

8. Lege droogbeurt draaien

Tot slot: draai een heet droogprogramma zonder was erin. Hiermee droog je de laatste vochtresten en geef je eventuele bacteriën geen kans.

Belangrijk bij het schoonmaken:

  • Maak alle afneembare onderdelen regelmatig schoon, zoals filters en condenser.
  • Gebruik milde schoonmaakmiddelen en voorkom schurende materialen.
  • Droog alle onderdelen goed voordat je ze terugplaatst.
  • Voer na elke schoonmaakbeurt een lege droogcyclus uit.
  • Ventileer je wasdroger goed na gebruik en reiniging.

©Shi

Hoe vaak moeten onderdelen worden gereinigd?

Niet alle onderdelen hoeven even vaak gereinigd te worden. Dit schema geeft een indicatie:

  • Pluizenfilters: om de 1 à 2 maanden
  • Condensor: 2 à 4 keer per jaar
  • Afvoerslang: 2 à 4 keer per jaar
  • Binnenzijde trommel: 2 à 4 keer per jaar
  • Buitenzijde: indien nodig

Merk je toch geurtjes op of neemt de droogprestatie van je wasdroger af? Voer dan een extra schoonmaakbeurt uit.

Schoonmaaktips voor specifieke onderdelen

Voor sommige onderdelen van je wasdroger zijn speciale schoonmaaktips. We zetten ze voor je op een rijtje.

Condensorkit reinigen
Week de lamellen 15 minuten in een sopje van warm water en afwasmiddel.
Spoel met water en wrijf de lamellen schoon.
Spoel na met schoon water en laat goed drogen voordat je terugplaatst.
Wasmiddelbakje reinigen
Maak wekelijks het bakje leeg en spoel schoon.
Week jaarlijks in warm water met afwasmiddel. Wrijf daarna schoon met een borstel.
Spoel goed na en laat drogen voor je terugplaatst.
Deurrubber reinigen
Veeg maandelijks stof en pluis van het rubber af.
Reinig jaarlijks grondig met warm sopje en spons.
Spoel na en dep droog met zachte doek.

©detry26

Schoonmaakmiddelen: wat gebruik je wel (en liever niet)?

Voor het grondig reinigen van je droger zijn er speciale producten op de markt. Denk aan schoonmaakmiddelen die vet, kalk en vuil aanpakken zonder onderdelen aan te tasten. Let altijd goed op of het middel geschikt is voor jouw type droger.

Ook populair zijn reinigingstabletten of -strips die je in de trommel legt voordat je een schoonmaakprogramma start. Die lossen nare geurtjes en aanslag op, maar gebruik ze niet te vaak. Overmatig gebruik kan het rubber en de binnenkant aantasten.

Liever een natuurlijk alternatief? Meng dan 5 eetlepels citroenzuur met een liter warm water en giet het in de wasmiddellade. Laat vervolgens een heet programma draaien. Goed voor je droger én het milieu.

Veelgestelde vragen over drogers schoonmaken

Kan ik een stoomreiniger gebruiken?

Nee. De hitte en vocht van een stoomreiniger kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik altijd een microvezeldoekje met wat sop.

Wat te doen bij zwarte schimmel?

Reinig grondig de rubberen rand, filters en afvoerslang. Gebruik eventueel azijn als nabehandeling en draai daarna een heet programma. Herhaal dat regelmatig.

Waarom ruikt mijn schone was muf na het drogen?

Waarschijnlijk is je droger toe aan een schoonmaakbeurt. Begin bij het filter en de condensor en werk alles stap voor stap af. Vergeet ook de afvoerslang en het draaien van een heet leeg programma niet. Als dat allemaal niet helpt en de droger is al wat ouder, is het misschien tijd om uit te kijken naar een nieuw exemplaar.