ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Helisim: Leren vliegen in zelfbouw-helikoptersimulator

Ewout van Linge is eigenaar van een zelfgebouwde helikoptersimulator. In een zijkamer van zijn huis staat een complete cockpit op een bewegend platform. Zes beamers zorgen dat de vliegervaring levensecht is. Zo ontstond Helisim.

Ewout van Linge kwam met de Robinson R22 in aanraking toen hij de administratieve software van een helikopterbedrijf automatiseerde. Het contact met de piloten, in eerste instantie van vliegtuigen, maar later ook van de helikopters, maakte een onuitwisbare indruk. Deze heeft hij gebruikt als inspiratie om zijn eigen helikoptersimulatie te bouwen. “Dit is een uit de hand gelopen hobby. Normaal zit je met een bedrijfje op een industrieterrein. Daar heb je garagedeuren en rij je de spullen zo naar binnen. Dat bouw je niet in je eigen huis. Dat is niet logisch.”

Het begon naar eigen zeggen met een ‘autostoel in een badkuip’. In 2003 werd de Robinson R22-helikopter toegevoegd aan de Microsoft Flight Simulator. Ewout had bij een helikopterbedrijf gewerkt en zag deze toestellen van en naar booreilanden vliegen. In het hotel waar hij zat, logeerden ook de piloten. Toen deze helikopter in de vliegsimulator verscheen maakte dat wat los.

Ewout: “Ik dacht, misschien moet ik hier eens een echte simulator van proberen te maken. Dat begon meer als een badkuip waar je in zit met de stoel van je auto. Ik had alle metertjes op een crt-scherm geprojecteerd en de schakelaars kwamen nog uit de bakken met onderdelen van een elektronicawinkel.”

Een stoel in een badkuip

Al vrij snel werden de limieten van het project duidelijk. Hoewel het enthousiasme groot was, bleek het eindproduct bewerkelijk. Ewout: “Ik had een stoel met op de ene leuning de regelaars. In een van hout gemaakte constructie stond het crt-scherm. De cyclic en collective (helikoptertermen voor stuurknuppel en gashendel) had ik zelf van ijzer gemaakt. Het beeld werd geprojecteerd door één kleine projector. Die waren toen nog vreselijk duur. Toen dat klaar was dacht ik, dit heeft er weinig mee te maken.”

Het project werd daarom opgeschaald. Ewout: “Ik ben toen iets gaan maken waar je echt in kon zitten. De stoel bleef, maar het idee moest zijn ‘daar zit ik in’. Ik kwam er ook achter dat je de metertjes kon kopen die echt in een R22 zitten. Toen werd het al iets beter. Ik had inmiddels ook al twee projectoren. Dat was nog niet alles. Daarna heb ik geprobeerd een motion base te maken. Maar dat was echt drie bruggen te ver.”

Een motion base is een platform dat met behulp van hydrauliek of elektromotoren kan bewegen. Door een cockpit op dit platform te bouwen en aan te sluiten op de simulator wordt niet alleen op het scherm beweging nagebootst, maar wordt er daadwerkelijk ook mee bewogen. Afhankelijk van de omvang (en prijs) van een motion base zijn grotere hellingshoeken te maken. Voor een helikopter zijn relatief kleine bewegingen voldoende.

Ewout: “Mijn motion base biedt ‘6 degrees of freedom motion’ en kan 300 kilo hebben. Dat is net-aan voor twee personen. Tegenwoordig heb je ook zwaardere varianten die ruim twee personen aankunnen, maar ik weet niet hoe dat je huis in moet. Dan moet je meer aan een hal gaan denken op een industrieterrein.”

©PXimport

“Ik dacht in 2010 ‘ik stop ermee of ik ga semiprofessioneel door’. In dat laatste geval moet ik wel onderdelen kunnen kopen.” Stap één was een zoektocht naar de shell van een R22 helikopter. Ewout: “Ik was al op zoek naar een kapotte helikopter om te gebruiken. Toen vond ik Cockpitsonic in Frankfurt (www.cockpitsonic.de). Daar kun je terecht voor alleen de shell tot volledig ingerichte helikoptercockpits. Ik heb alleen het omhulsel gekocht, geen windscreens, geen deuren, heel simpel. Dan is het nog te betalen. Dat omhulsel van glasfiber kostte al 2.500 euro en een motionbase voor de home-market is 20.000 euro. Dat zijn wel essentiële onderdelen om er iets van te maken.”

De bezorging van de motion base had genoeg voeten in de aarde, maar dat viel in het niet bij de ‘shell’ van de R22-helikopter. Woonhuizen zijn niet gebouwd om helikoptercockpits te ontvangen. Ewout: “We hebben de vooruit van de woonkamer eruit gehaald. Daar kon hij precies doorheen. Toen konden we door de open achterdeur de tuin in en via de tuindeuren van de oude slaapkamer van mijn dochter weer naar binnen. Ondertussen kan de helikopter er niet meer uit, want dat was nog in de beginfase. Met drie projectoren hadden we nog een dubbele deur. Nu niet meer.”

Een scherm van plafond tot aan de grond

Voor het bouwen van de simulator gebruikt Ewout de diensten en producten van verschillende leveranciers. Op zijn eigen website staat een lijst met alle partners die bij het project betrokken zijn. Microsoft Flight Simulator heeft inmiddels bijvoorbeeld plaats moeten maken voor een professioneler pakket. Rondom de simulator blijft de hoeveelheid apparatuur groeien. Het aantal projectoren staat inmiddels op zes.

Ewout: “Ik gebruik zes projectoren. Voor een goede illusie moet je ook aan de zijkanten van je ogen beweging hebben. Een helikopter vereist een 180-gradenscherm; bijna van het plafond tot aan de grond. Met een helikopter moet je namelijk ook naar beneden kunnen kijken. Voor gewone vliegtuigen heb je aan drie projectoren genoeg. Die hebben kleine ruitjes en dan gaat het vooral om oefenen met schakelaartjes. Helikoptervliegen draait primair om goed vliegen en dat doe je op je zicht. Je kijkt naar buiten, kijkt op je meters en je voelt dat ding bewegen. Dat is heel essentieel, anders is de illusie niet goed.”

©PXimport

De juiste hoeveelheid projectoren achterhalen bleek een proefondervindelijk proces. In eerste instantie is nog een tussenstop gemaakt met drie projectoren, maar de sweet-spot bleek bij zes te liggen. Hier is vervolgens met software nog een extra update op gemaakt.

Ewout: “Ik had in het begin zwarte streepjes tussen de verschillende projecties. Toen kwam ik erachter dat je daar met warp en blend software iets aan kunt doen. Je maakt zo van zes verschillende projecties één scherm. Je moet dan op een gebogen scherm zes projecties precies aan elkaar blenden. Ik kan je vertellen dat dat een takkewerk is.”

Een AMD-videokaart die Eyefinity 6 ondersteunt, stuurt de projectoren aan. AMD maakt als enige een videokaart op de markt die zes schermen gelijktijdig kan aansturen en voldoende power heeft. De rekenkracht van de computer, processor en grafische kaart, is nog steeds een uitdaging voor een simulator. Hoe meer kracht hoe mooier de simulatie er uit komt te zien. Ewout: “In het begin waren computers niet snel genoeg. Met die watergekoelde videokaart van AMD, de zwaarste die er is, gaat het net. Ik geloof dat er in juni weer een zwaardere komt. Dan ben ik de eerste die er één koopt.”

Van beamers naar AR

Sleutelen aan de simulator is een doorlopend proces. Ewout: “Je weet niet precies waar het eindigt, maar je wil iets dat een goede illusie oplevert. Dan komt daar telkens toch weer wat bij. Of iets dat je al hebt is net niet goed genoeg. Ik heb andere meters gekocht, en de cyclic en de collective waren niet goed genoeg. Die zijn dan ook weer veranderd.”

Verbazingwekkend genoeg heeft Ewout zelf geen vliegbrevet. “Ik heb zelf geen license. Dat is waanzinnig duur. Ik heb al wel een beperkt aantal uurtjes gevlogen en als het voorjaar is, ga ik dat weer een uurtje doen. Daarvoor moet je tegenwoordig helemaal naar Wevelgem in België. Vroeger kon je naar Lelystad, maar die zijn ermee gestopt.”

Voor het nabouwen van de cockpit, en het afstellen van de vliegsimulator, krijgt Ewout advies van een bevriende piloot. “Die heeft zijn vliegopleiding gedaan in een R22. Hij komt hier dan vliegen en geeft vervolgens aan wat ik nog moet bijstellen om de simulatie te verbeteren.”

©PXimport

Met het oog op de toekomst staat er inmiddels ook een HTC 5 Pro met een eigen virtual reality computer. De grote vraag is hoe VR een toevoeging kan maken op de bestaande simulator. Het zal geen volledige vervanging van de bestaande simulator betekenen.

Ewout: “Het is een leuk dingetje erbij en het is natuurlijk 3D, maar om te leren vliegen moet je echt op je schakelaars en meters kunnen kijken. VR zal het niet zijn, ik denk eerder dat Augmented Reality iets kan toevoegen. Dan zie je de hele cockpit in het echt, maar kun je de wereld eromheen projecteren. Ik moet eens kijken of ik dat kan realiseren. Misschien met een groot groen scherm om de cockpit of wellicht dat ik groen met de beamers kan projecteren. Dat moet ik gaan uitzoeken.”

De wind in je gezicht

Naast video en beweging is er meer nodig om de perfecte simulatie te maken. Zo voelt de piloot van de virtuele R22 van Ewout ook de wind in zijn gezicht blazen. Daarvoor worden krachtige ventilatoren gebruikt die aan het plafond hangen. Ewout: “Die komen uit de muziekwereld. Ze staan normaal bij het podium om artiesten te koelen. Ik heb ze aangesloten op een dubbel relais met een logische schakeling erachter. Bij een bepaald toerental gaan de ventilatoren blazen. De Flight Illusion software stuurt dat met een eigen board allemaal aan. Het was even puzzelen, maar het werkt.”

Sommige projecten blijken achteraf iets meer moeite gekost te hebben dan ze waard waren. Zo zijn heeft Ewout voor de shell van zijn helikopter niet alleen zelf ramen gemaakt, maar ook een paar deuren. “Voor de deuren en ramen heb ik lexaanplaat gebruikt. Dat vind je normaal in bushokjes. De deuren zijn van 4mm dikke plaat. Daar zit een folie op. Ik heb daar bepaalde delen vanaf gehaald en die vervolgens geschilderd met een spuitbus. Van de ramen in de deuren heb ik als laatste de folie afgehaald zodat ze doorschijnend bleven.”

Hoewel de deuren goed passen en er mooi uit zien, zijn ze niet in gebruik. Ewout: “De deuren zitten er niet meer in. Je wilt namelijk makkelijk in- en uitstappen en die deuren zaten in de weg. Ze staan nu in een hoek achter het scherm.”

Wie zelf een stukje wil vliegen kan de helikoptersimulator van Ewout boeken. “Ik ben open op vrijdag, zaterdag en zondag. Dat moet allemaal nog een beetje gaan lopen.” Een groot voordeel is dat de verhuur niet noodzakelijk is om de investering terug te verdienen. Ewout: “Ik hoef het helemaal niet terug te verdienen. Het is een hobby. Als ik er nu wat mee verdien, dan kan ik daar de nieuwe grafische kaart van kopen, of een lesje volgen. Maar om de simulator terug te verdienen? Nee. Het is een hobby. Uit de hand gelopen, maar that’s it.”

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!