ID.nl logo
Felixprinters en de toekomst van 3D-printing
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Felixprinters en de toekomst van 3D-printing

Het Nederlandse Felixprinters begon jaren geleden met de verkoop van duurdere 3D-printers, die plastic objecten maken. Inmiddels levert het bedrijf ook een printer die eten creëert en komt er een model aan dat biomateriaal zoals stamstellen kan printen. PCM reisde af naar IJsselstein om meer te leren over de toekomst van 3D-printing.

Op een onopvallend bedrijventerrein aan de rand van IJsselstein zit Felixprinters gevestigd in een even onopvallend gebouw. Stap door de voordeur naar binnen en je staat in een grote hal waar zo’n tien vaste medewerkers de hele dag in de weer zijn met het bouwen en testen van 3D-printers. Het magazijn met talloze rollen filament, het materiaal van 3D-prints, vinden we ook op de begane grond. De kasten op de eerste verdieping van het kantoor staan vol maquettes, vazen en andere objecten uit de eigen 3D-printers. Op de bureaus zijn kleinere printers aan het werk, in de hoek zoemt een model zo groot als een wasmachine.

“Dat is de Felix Pro XL”, wijst Wilgo Feliksdal. Hij vertelt over de ontstaansgeschiedenis van het familiebedrijf, de bestaande toepassingen van 3D-printing en de toekomstplannen van Felixprinters. Feliksdal heeft ook tips voor wie een 3D-printer wil kopen voor hobby- of zakelijk gebruik.Wilgo is directeur van Felixprinters en houdt zich er sinds 2010 mee bezig, in eerste instantie naast zijn baan bij het ROC. Sinds eind 2013 richt hij zich fulltime op het bedrijf. Als directeur stuurt hij het bedrijf aan, houdt hij contact met klanten en leveranciers over de hele wereld en bezoekt hij met zijn team beurzen om zijn printers aan te prijzen.

'Wat is een 3D-printer?'

De eerste 3D-printers stammen uit de jaren tachtig. Ze werden gebruikt voor industriële doeleinden. In de decennia erna verbeterden de printers in gebruiksgemak, mogelijkheden en printkwaliteit. Daarnaast werden ze betaalbaarder en dus ook interessanter voor hobbyisten. Zo groeide ook het aantal fabrikanten van 3D-printers. Kortom: de bekendheid nam toe. Ook bij Guillaume Feliksdal, die ongeveer tien jaar geleden afstudeerde aan de Technische Universiteit Delft op de mechaniek van een looprobot. Hij kocht een 3D-printer om zelf onderdelen te printen voor die looprobot. Hij liet zijn aanwinst zien aan zijn vader Wilgo.

“Guillaume vroeg me of ik wist wat een 3D-printer was, maar ik had geen idee. Toen hij een video liet zien, sloeg de vonk direct over”, vertelt Wilgo. Omdat Guillaume niet tevreden was over de nauwkeurigheid van de printer en kwaliteit van de geprinte onderdelen, begon hij zelf een bedrijf in 3D-printers. Wilgo, toen fulltime werkend bij een ROC, hielp hem in de avonduren en vakanties. “Toen ik op een mooie manier kon uittreden bij het onderwijs, ben ik me ook honderd procent gaan richten op ons bedrijf Felixprinters.

In 2011 hebben we ons ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en even later hebben we een kantoorpand gehuurd in De Meern”, vertelt hij. Felixprinters verkocht de eerste twee jaar DIY-pakketten, waarbij de gebruiker een doos met printeronderdelen kreeg en de 3D-printer zelf in elkaar zette.

Bouwen, testen en leveren

“We zagen de markt verschuiven van DIY-kits naar geassembleerde printers. Dat wilden we zelf doen op één locatie met onze eigen mensen”, vertelt Feliksdal over de keuze om De Meern te verruilen voor het pand in IJsselstein. Op de begane grond bouwen de medewerkers nu elke dag verschillende soorten 3D-printers, om ze daarna grondig te testen. Volgens Feliksdal neemt het in elkaar zetten van een printer ongeveer twee dagen in beslag en duurt het testen drie dagen. “Dat komt deels doordat de printer als eindproef een object print waar hij meer dan 24 uur mee bezig is.” Felixprinters streeft ernaar printers binnen drie dagen uit te leveren aan zijn klanten. Dat lukt op dit moment niet, zegt Feliksdal. Hij is voorstander van een kleine voorraad, omdat voorraad aanhouden geld kost, maar constateert dat de spoeling nu wel erg dun is. “Elke printer die we nu bouwen, is al besteld door een klant.”

De productie hier in IJsselstein opvoeren is lastig en werkzaamheden uitbesteden aan China ziet Feliksdal niet zo zitten. “Ik coördineer het graag hier zodat ik zicht op het werk heb en we flexibel zijn.” Het mijden van China heeft niets te maken met zorgen over de kwaliteit of kopieergedrag, stelt hij. “Als ik met mijn printerconcept naar een Chinese fabriek ga en het proces daar kan coördineren, weet ik zeker dat ik de juiste kwaliteit krijg. En wat betreft kopiëren: je moet het mensen niet te makkelijk maken, maar je kunt het ook niet tegenhouden.”

©PXimport

Klanten en toepassingen

De klanten van Felixprinters zitten over de hele wereld en gebruiken de printers voor uiteenlopende doeleinden. Feliksdal heeft goed contact met een architect in Dubai, die schaalmodellen van bijvoorbeeld moskeeën print en aan zijn opdrachtgevers toont. “En vanmorgen had ik een klant op bezoek die auto-onderdelen print van oldtimers, niet-dragende onderdelen die niet meer verkrijgbaar zijn. Zo print hij bijvoorbeeld het dashboard en zet hij die in een Land Rover.” Er zijn ook klanten die machineonderdelen printen om modellen te testen, bijvoorbeeld een grijper. Scholen gebruiken de printers ook voor technische lessen en projecten, aldus Feliksdal.

Hobbyisten vormen een kleiner deel van het klantenbestand. Dat komt volgens de directeur voornamelijk door de prijzen van zijn printers. Het goedkoopste model, de Tec 4, kost als DIY-pakket ongeveer duizend euro en geassembleerd 1500 euro, allebei exclusief btw. “Er zijn veel hobbyisten die zeggen: met een printer van honderd euro kan ik ook dingen printen. Wij bedienen een heel ander marktsegment.” Felixprinters verkoopt ook een Pro 3-serie (vanaf 2200 euro), de grotere Pro L (7000 euro) en heeft de Pro XL als topmodel van ongeveer 12.000 euro. Die modellen zijn volgens het bedrijf goedkoper dan vergelijkbare printers van de concurrentie.

Denkt Feliksdal dat zijn 3D-printers de komende jaren nog goedkoper kunnen worden? “Ja, dat denk ik wel. Maar ik denk niet dat je een printer met deze prestaties over één of twee jaar voor de helft van de prijs kunt kopen.”

Modulaire printers

Eem bedrag van duizend tot 12.000 euro voor een 3D-printer betalen is niet mis. Bij Chinese webwinkels en in Nederlandse winkels vind je 3D-printers voor een paar honderd euro. Het prijsverschil uit zich volgens Feliksdal op verschillende manieren. “Een belangrijk salesargument is dat onze printers te upgraden zijn. Een klant die acht jaar geleden een Felixprinter kocht, kan hem upgraden naar de laatste stand van techniek.”

Nieuwe onderdelen zijn los verkrijgbaar voor uiteenlopende prijzen. Een voorbeeld is de printkop, een belangrijk onderdeel van een 3D-printer. De Felix Pro 2 heeft een nieuwe, betere printkop dan zijn voorganger. Als je een Pro 1 hebt, kun je die nieuwe printkop kopen en op je printer bevestigen. Update de software en je hebt op dat vlak een Pro 2”, zegt Feliksdal. Hij noemt de technische levensduur van een Felixprinter daarom oneindig.

©PXimport

“Als we niet veranderen van modulaire filosofie, is een printer over honderd jaar ook nog te upgraden”, stelt Feliksdal. Maar de kans dat een printer daadwerkelijk zolang meegaat is klein, beaamt hij. Op het metalen frame na slijten alle onderdelen, vooral de bewegende delen zoals de motor en kabels. Feliksdal heeft geen harde getallen voor de slijtage, maar stelt dat veel klanten ‘tientallen kilometers’ filament geprint hebben voordat er een onderdeel vervangen moet worden. Filament is het printmateriaal en wordt op rollen vanaf een kilo verkocht. Tientallen kilometers printen zonder problemen is een knappe prestatie, bevestigen meerdere deskundigen desgevraagd aan PCM.

Opvallend is dat de goedkoopste Felixprinters slechts een jaar garantie hebben en de dure drie jaar. Dat is relatief kort voor dergelijke complexe en dure apparatuur. Feliksdal: “De garantie is beperkt, de ondersteuning levenslang. Na het verstrijken van de garantie kun je een vervangend onderdeel kopen, ook als je printer tien jaar oud is.”

Een ander kenmerk dat Felixprinters moet onderscheiden van de concurrentie, is de software. Afhankelijk van het model printer gaat het om de gratis software Repetier Host of het betaalde Simplify3D. Deze opensource-besturingssystemen zijn door technici van Felixprinters aangepast voor de eigen apparaten. “Denk aan een stukje software dat ervoor zorgt dat de printer stopt als een verhittingsonderdeel niet goed werkt, zodat hij niet kan oververhitten”, verklaart Feliksdal. Volgens hem gebruikt een deel van de goedkopere 3D-printers van de concurrentie de standaardsoftware zonder aanpassingen, waardoor de printer mogelijk minder veilig, nauwkeurig en gebruiksvriendelijk kan zijn.

3D-printen met biomateriaal

Gevraagd naar zijn toekomstplannen, vertelt Feliksdal dat zijn bedrijf zich blijft richten op 3D-printers die bijvoorbeeld plastic objecten printen, net als de huidige modellen. De modulariteit en vervangbaarheid blijven belangrijke kenmerken. Het bedrijf komt ook met twee nieuwe printers. “We zijn met een gigantisch groot project bezig, namelijk een printer die eten kan maken. Deze foodprinter is bedoeld voor de levensmiddelenindustrie en wordt nu opgeleverd bij een klant, die hem in zijn productielijn gaat integreren.” Hoe die printer eruitziet en werkt, wil Feliksdal niet zeggen. Bij welk bedrijf de printer geplaatst wordt evenmin. Wel bevestigt hij dat het 3D-geprinte eten ‘al heel rap’ verschijnt, in ieder geval in 2020.

Felixprinters komt verder met een bioprinter, die voorlopig ook in het thuishonk gebouwd wordt. Een medewerker toont een werkend prototype, dat oogt als een kruising tussen een compacte 3D-printer en een microscoop.

©PXimport

De Felix Bio-printer is bedoeld voor medici en wetenschappers, die de injectiespuitjes van de printer vullen met een biomateriaal naar keuze. “Met deze printer en het juiste biomateriaal kunnen experts bijvoorbeeld organen en lichaamsdelen printen”, legt Feliksdal uit. Geïnteresseerden kunnen hem de printer voorbestellen, de levering staat gepland voor begin 2020. Feliksdal zegt dat zijn printer in EU-verband gebruikt wordt om stamcelstructuren te maken die de potentie hebben om de ziekte van Alzheimer te bestrijden.

Met deze drie typen 3D-printers – klassiek, eten en biomateriaal – en een focus op bedrijven hoopt Felixprinters de komende jaren blijven groeien. “We kijken ook continu naar de toegevoegde waarde van een 3D-printer. Het gaat niet om het printen van een paar legoblokjes, maar of de klant geld kan verdienen aan de printer.” Heel andere richtingen, bijvoorbeeld huizen 3D-printen, lijken voorlopig niet aan de orde. Feliksdal: “Een huis 3D-printen is op zich niet heel moeilijk, al heb je wel een enorme printer nodig. Ik zie er wel mogelijkheden in, maar dan moet je je daar wel echt op richten omdat het om een concept met enorm logistiek proces gaat. Voorlopig hebben we het al druk genoeg.”

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.