ID.nl logo
De vijf meest interessante complottheorieën in tech
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

De vijf meest interessante complottheorieën in tech

Een platte aarde, 2Pac nog leeft, Shakespeare die niet één persoon maar een groep zou zijn. Er zijn veel complottheorieën te vinden. Soms blijft het inderdaad bij theorie, maar er zit regelmatig ook een kern van waarheid in. Ook in de tech-industrie doen dit soort verhalen de ronde. We behandelen er vijf.

Voor we in de wereld van tech-conspiracy-theorieën duiken, staan we eerst stil bij de populariteit van complottheorieën. Er is een reden dat je ze vaak goed kunt onthouden. Ons brein wil het liefst altijd overal een patroon in zien. Om die reden zien mensen bijvoorbeeld het gezicht van Jezus Christus in een verbrande tosti. We zijn als mens nu eenmaal geprogrammeerd om patronen te herkennen en zo bijvoorbeeld weers- of seizoensveranderingen te kunnen zien aankomen. Hierop kunnen anticiperen betekent immers dat je meer kans hebt op overleving.

Een complottheorie kan echter ook een gevoel van samenzijn geven. Hoewel iemand die er om gelooft zich in principe afscheidt van ‘de rest’ die hier niet bij stilstaan, zal diegene bijvoorbeeld op het internet gelijkgestemden vinden en dat creëert een groepsgevoel. Tot slot is er nog iets dat ons zo aantrekt in deze hersenspinsels, namelijk een gevoel van veiligheid. Dat is echter juist van de andere kant bekeken. Van de moderne tijden vol informatie en machines krijgen mensen het idee machteloos te zijn. Omdat het een veilig gevoel geeft om te denken dat alles met een reden gebeurt, versterkt het wegwuiven van de argumenten van complotters het veilige gevoel: ‘Dat is onzin, dat kan nooit!’

Het Phoebus-kartel

Hoewel het mede door menig uitspraak van de Amerikaanse president Trump anno 2020 erg populair is om in complotten te denken, was de wereld hier al vroeg mee bezig. In 1924 was er bijvoorbeeld het Phoebus-kartel dat zich bezighield met gloeilampen. Dit kartel deed er dertig jaar lang alles aan om gloeilampen maar aan de man te blijven brengen. Het had dan ook ‘leden’ in de vorm van Osram, Philips en General Electric. Een van de meest succesvolle kartels ooit, maar ook een van de grootste complottheorieën ooit. Het was geen geheim kartel, want ze zouden zich vooral buigen over de ontwikkeling van standaarden en op zoek zijn om de krachten te bundelen en de beste kwaliteit verlichting te kunnen bieden.

Eigenlijk verdeelden ze juist de markt en bepaalden ze samen prijzen. Ze zouden zelfs samen expres zorgen dat gloeilampen geen te lange levensduur zouden hebben, terwijl het kartel een gloeilamp zou hebben voortgebracht die oneindig kon blijven branden. Het lijkt een ver van ons bed-show met de huidige waakhonden en overheidsinstanties. Vergis je niet, want ook smartphones zijn al vrij snel ‘op’ en Google, Amazon en Apple komen samen met een standaard voor smarthome-connectiviteit. Het moge duidelijk zijn, een complottheorie is snel geboren.

Who Killed the Electric Car?

©PXimport

Er is in 2006 een documentaire verschenen die de vinger op de zere plek ligt. Wat is er toch met de elektrische auto aan de hand? General Motors had er al eentje klaar in 1996. De auto werd zelfs gepresenteerd, maar vervolgens werd het akelig stil rondom de bolide. Hoewel de documentaire zich concentreert op die EV1 van General Motors, is het probleem nog veel groter. In 1990 werd de Zero-Emissions Vehicle (ZEV) ingevoerd, wat betekende dat grote Amerikaanse autobedrijven elektrische auto’s moesten ontwikkelen om zo nog steeds auto’s op fossiele brandstoffen te mogen aanbieden.

Er werden wel 5.000 auto’s gemaakt, maar die belanden allemaal bij scholen, universiteiten, musea of de schroothoop. Uiteindelijk werd de ZEV-maatregel teruggetrokken na flink wat rechtszaken door de automobiel- en de olie-industrie. Dat is natuurlijk brandstof voor een complottheorie over oliebedrijven die hun monopolie niet wilden verliezen, maar ook de bijzondere rol van GM en marketing in dit verhaal. Maar er is meer aan de hand, want ook de Amerikaanse consument is een reden dat de elektrische auto geen succes werd in de jaren ’90.

Een RFID-chip als implantaat

Er was ooit een Nederlander die het leuk leek om de chip uit de OV-chipkaart in zijn hand te laten implementeren. Dan kon hij altijd in- en uitchecken. Er zijn ook mensen die denken dat we iets minder vrijwillig gebruikmaken van RFID-chips in onze huid en dat we allemaal in het ziekenhuis een RFID-chip krijgen geïmplanteerd waarbij de overheid ons in de gaten kan houden. Er zijn veel experimenten waarbij mensen bewust een chip laten implanteren, iets dat bijvoorbeeld door de Food and Drug Administration van de Verenigde Staten officieel is goedgekeurd in 2004.

Privacy-advocaten en overige waakhonden spreken zich hier regelmatig tegen uit, omdat het zeker in landen waar de dictatuur heerst verregaande gevolgen kan hebben voor de privacy van burgers. Het laten ‘zetten’ van zo ’n chip zou gepaard gaan met het verwijderen van vrijheden, zo menen zij. Overigens is al bewezen dat het signaal van een RFID-chip kan worden gekloond, wat ook de nodige risico’s met zich meebrengt.

Targeted individuals

©PXimport

In het verlengde van de RFID-chip doen er ook diverse theorieën de ronde over hoe de overheid nog meer grip houdt op zijn burgers door technologie. Dit wordt ook wel elektronische mishandeling genoemd, waarbij onder andere elektromagnetische radiatie zou worden gebruikt om geluiden en gedachten in iemands hoofd te prenten. Het zou niet alleen in mensen hun hoofd gaan zitten, maar ook in hun lijf. Een bekend voorbeeld van een complottheorie hierover is Project Pandora, waarin werd gekeken wat de biologische effecten zijn van de straling van magnetrons, evenals de invloed op het gedrag. Iets dat te maken heeft met toen in 1953 de Amerikaanse ambassade in Moskou werd gebombardeerd met magnetrons.

Volgens de Sovjets om af te luisteren en de elektronica aldaar op hol te brengen, maar volgens menig Amerikaan was dat letterlijk én figuurlijk om in hun hoofd te gaan zitten. Zeker gezien de vele spionageverhalen die de ronde doen over Huawei en sowieso de opkomst van Chinese telefoonmerken en de eventuele inmenging van de Chinese overheid, komen soortgelijke theorieën regelmatig voor. Denk je dat je hieraan lijdt, dan behoor je tot de ‘targeted individuals’, zoals deze groep zichzelf noemt. Volgens medici gaat het echter om hallucinaties en mentale stoornissen, vaak gevoed door religie of een obsessie met de doden.

Facebook en andere apps luisteren mee

Een iets recentere complottheorie die al jaren hoogtij viert in populariteit, dat is dat Facebook en andere apps via de microfoon van je telefoon meeluisteren en op basis daarvan bepaalde advertenties tonen. Facebook zou hierbij op zoek zijn naar bepaalde steekwoorden, en zodra je die zegt een advertentie voor je klaarzetten hierover. Facebook-CEO Mark Zuckerberg heeft dit overigens ontkent, maar het is natuurlijk wel een interessant idee om in het achterhoofd te houden als Facebook weer eens een bedrijf koopt zo groot en machtig als bijvoorbeeld Instagram.

Of Zuckerberg nu liegt of niet, als het waar blijkt te zijn dan is Facebook in de problemen. Het is namelijk tegen de wet om stiekem een stem op te slaan. Aan de andere kant kun je je afvragen of Facebook deze risico’s zou willen nemen, terwijl het al een schat aan informatie over menig wereldburger tot zijn beschikking heeft.

Telkens meer

Conspiracy-theorieën worden regelmatig weggeschoven als zijnde overdreven en aanstellerij, maar ze hebben wel degelijk grote invloed op de wereld. De ‘techlash’ bijvoorbeeld, die zorgde er in 2018 voor dat het publiek wat minder openstond voor technologie en juist wat meer vragen stelde over bijvoorbeeld privacy. Iets dat onder andere werd gevoed door diverse complottheorieën over wat er zoal wordt gedaan met de data van mensen. In een wereld waarin technologie desondanks een steeds grotere rol inneemt, zal het aantal complottheorieën waarschijnlijk eerder vermeerderen dan verminderen.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.