Ongestoord internetten begint met een fijn abonnement bij de lokale provider. Maar de router die wordt meegeleverd, geeft lang niet alle mogelijkheden die je wil of kunt benutten. Kies daarom voor een router die bij jou en je internetgebruik past. Deze checklist helpt je op weg naar de juiste keuze.

Tip 01: Router?

Als je op internet wil surfen, heb je een modem nodig. Dit is het kastje dat het signaal dat via het geschikte netwerk je huis binnenkomt, op de juiste manier omzet en vertaalt voor bijvoorbeeld je computer. Een modem is dus essentieel en krijg je meestal van je internetserviceprovider meegeleverd op het moment dat je een internetabonnement afsluit. Als je het binnenkomende signaal wil delen met meerdere apparaten, dan heb je ook een router nodig.

Dit is een kastje dat het signaal weet te verdelen en door te sturen, bijvoorbeeld via een LAN/ethernet-kabel of draadloos via een wifi-antenne. Gelukkig zijn tegenwoordig veel modems en routers gecombineerd tot slechts één apparaat: een modem/router. Helaas sturen internetproviders niet ieder jaar een nieuwe modem/router, waardoor met name de wifi-mogelijkheden verouderd kunnen raken. Vervang in dat geval niet de bij het abonnement geleverd modem/router, maar plaats een router naast de modem. Zo behoud je alle functies, zoals IP-TV en internetbellen, maar krijg je de extra mogelijkheden van een externe router.

©PXimport

Tip 01 Met een router deel je het internet in huis met meerdere apparaten.

Tip 02: 802.11

Vrijwel elke computer heeft tegenwoordig een geïntegreerde wifi-adapter, waarmee je draadloos verbinding maakt met de router. Een draadloos netwerk opzetten is één van de belangrijkste functies van een router en is wellicht ook de reden voor je om een nieuwe router aan te schaffen.

Een paar jaar geleden was 802.11g de gebruikelijke standaard. De snelheid bedraagt een theoretische maximum van 54 Mbit/s op de 2,4GHz-band. Sinds 2009 kwam 802.11n sterk in opkomst, met een theoretische snelheid tot 450 Mbit/s. Hierdoor wordt het wifi-netwerk sneller, wat bijvoorbeeld van pas komt bij het kijken naar HD-video. De 802.11n-standaard ondersteunt naast 2,4 GHz ook de 5GHz-band. Nieuw is 802.11ac waarvoor sinds begin 2013 routers op de markt zijn gekomen. Deze nieuwe standaard heeft een theoretische maximale snelheid van maar liefst 1 Gbit/s. Wifi-ac gebruikt de 5GHz-band.

©PXimport

Tip 02 Bij draadloos internet is de gebruikte technologie belangrijk.

Tip 03: Dualband

Op dit moment is de 5GHz-band meestal sneller in gebruik dan de 2,4GHz-band. Dit komt doordat de 2,4GHz-band veel drukker is, waardoor er minder bandbreedte is. Wel is het bereik van de 5GHz-band kleiner dan dat van de 2,4GHz-band, dus de afstand tot de router is belangrijker.

De nieuwste routers ondersteunen vaak beide signalen, en worden dan 'dualband wireless routers' genoemd. Wanneer de twee frequenties (2,4 en 5 GHz) ook gelijktijdig gebruikt kunnen worden, spreekt men van 'simultaneous dualband wireless routers'. Niet bij alle routers zijn de antennes zichtbaar, soms zijn ze in de behuizing ingebouwd. Het nadeel is dat je geen krachtigere of nieuwe antennes kunt aanschaffen om de oude te vervangen. Het voordeel is uiteraard dat het kastje klein blijft en er iets strakker uitziet.

De routers die in het afgelopen jaar gebouwd zijn, ondersteunen vaak ook glasvezel-snelheden.

©PXimport

Tip 04 Dualband-routers ondersteunen zowel 2,4 als 5 GHz.

Tip 04: Ethernet

Het gebruik van wifi maakt ons leven een stuk gemakkelijker, omdat we geen gedoe hebben met het leggen van kabels door het hele huis. Toch wordt ethernet nog altijd veel gebruikt om computers, smart-tv's en andere apparaten te verbinden met de router.

De belangrijkste redenen hiervan zijn stabiliteit en snelheid. Een kabel weet het signaal altijd door te geven en kent geen snelheidsverlies of storingen door muren, metaal of glas. Dit komt wel voor bij draadloze netwerkverbindingen. Er bestaan twee soorten ethernet: fast ethernet met een snelheid van 100 Mbit/s en gigabit ethernet van 1000 Mbit/s. Gigabitverbindingen brengen bestanden veel sneller over naar een ander ethernetapparaat, dan een fast ethernetverbinding. Is je internetverbinding sneller dan 100 Mbit/s, zorg dan ook dat je router deze gigabitsnelheid ondersteunt om de verbinding optimaal te kunnen gebruiken.

Ook bij een langzamere internetverbinding is een router met ondersteuning voor gigabit toch interessant, zo is je thuisnetwerk sneller wat van pas komt bij her kopiëren van bestanden.

Tip 05: Extra functies

Naast het doorgeven van het netwerksignaal, kan een router nog veel meer doen met de connectie. De aanwezigheid van een usb-poort is al vrij standaard geworden. Nieuwer is de aanwezigheid van de snellere usb3.0-poort. Sluit je op deze snelle poort via usb 3.0 een harde schijf of usb-stick aan, dan kunnen deze gegevens snel gedeeld worden met de computers in het netwerk.

Ook een kaartlezer - handig voor de fotograaf - is soms aanwezig op de router. In principe gebruik je de router zo als een NAS. Sommige routers hebben ook een daadwerkelijke NAS-functionaliteit, inclusief een speciaal configuratiescherm voor de NAS. Daarnaast vinden we vaak een printerserver op routers. Door de printerkabel niet op de pc maar op de router aan te sluiten, kan iedereen op het lokale netwerk printopdrachten versturen.

Als de router beschikt over DLNA/UPnP is dit extra handig, hierdoor kunnen diverse ondersteunende apparaten met elkaar communiceren en bijvoorbeeld media delen. Dat maakt het koppelen van smartphones, tablets, computers, mediaspelers en gameconsoles extra gemakkelijk.

©PXimport

Tip 05 Een bekabelde verbinding is nog altijd veel sneller en stabieler dan wifi.

Tip 06: Beveiliging

Een netwerk moet goed beveiligd zijn, zodat je er zeker van kunt zijn dat buren en voorbijgangers op straat, niet zomaar gebruik en/of misbruik van je internetverbinding kunnen maken. Een goed wachtwoord is daarbij essentieel.

De beveiliging moet eenvoudig geregeld kunnen worden, wat meestal in het configuratiescherm gebeurt. Je kunt de instellingen aanpassen door met de browser naar het standaard-IP-adres van de router te navigeren. Om toegang te krijgen, moet je een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Zorg dat je hier een sterk wachtwoord kiest. De beveiligingsopties voor de netwerkverbinding verschillen per router. Gebruik altijd de WPA2-beveiligingstechnologie. De data-encryptie is daarbij meestal zo goed, dat het vrijwel onmogelijk is om deze te kraken.

WPS (WiFi Protected Setup) is bij wifi-routers een veelvoorkomende manier van verbinden. Hierbij wordt met een druk op de knop een beveiligde verbinding gelegd tussen een apparaat en de router. WPS is heel handig maar niet extreem veilig. Sommige routers bieden je dan ook de mogelijkheid om de WPS-functie volledig uit te zetten. Uiteraard is een sterke firewall een vereiste.

©PXimport

Tip 06 Handig: een router die uitgerust is met usb en/of een printerserver.

Tip 07: Configuratiescherm

Hoeveel je op de router in kunt stellen en hoe eenvoudig dit gaat, hangt volledig af van het type router en de fabrikant. Meestal is er een eenvoudige en een geavanceerde versie van het configuratiescherm, waartussen je handmatig kunt schakelen.

Belangrijke mogelijkheden zijn het openen en sluiten van poorten (zodat apparaten wel of niet gebruik kunnen maken van bepaalde verbindingsmogelijkheden), het toewijzen van IP-adressen, de beveiliging van verbindingen, het regelen van de draadloze verbinding en het blokkeren van websites en diensten. Het is verstandig om voordat je een router aanschaft eerst even te zoeken naar de mogelijkheden van het configuratiescherm, zodat je straks niet wordt beperkt in functies.

©PXimport

Tip 07 Een slecht beveiligde router is funest voor je netwerk.

Tip 08: IPv6-ready

Elke internetverbinding heeft een IP-adres: een cijferreeks aan de hand waarvan je vrij eenvoudig te identificeren bent. Het is te vergelijken met je huisadres. De standaard-adressen (IPv4) zijn 'op', IPv6 is de opvolger.

IPv4-adressen bestaan uit 32 bits, wat zorgt voor een beperkt aantal adressen voor alle mensen op de wereld. IPv6 bestaat uit 128 bits, waardoor er opeens een vrijwel oneindige hoeveelheid adressen gegenereerd kan worden. Je internetprovider biedt wellicht al IPv6 aan, en anders zal dit in de nabije toekomst wel zo zijn. Je moet hiervoor wel een modem/router in huis te hebben, die dit nieuwe adres ondersteunt. Afgelopen zomer was slechts één procent van de Nederlanders verbonden via een IPv6-adres, maar dit zal toenemen. Gelukkig zijn er al genoeg routers te koop die IPv6 kunnen gebruiken. Wel zijn deze routers nog aan de prijzige kant, als je het voorlopig niet nodig hebt, dan kun je ook nog kiezen voor een model zonder IPv6-ondersteuning.

Als je langere tijd met de nieuwe router wil kunnen doen, dan kun je beter voorbereid zijn en een router aanschaffen die ook met het nieuwe IP-adres kan werken.

©PXimport

Tip 08 Vermijd routers met onduidelijke instellingmenu's.

Tip 09: Signaalversterker

Door heel veel omstandigheden kan je draadloze netwerkverbinding niet op topsnelheid werken. De muren zijn wellicht te dik of er staan metalen objecten in de buurt die het signaal verstoren. Er bestaan diverse oplossingen om naast het netwerk te versterken of verlengen. De handigste oplossing is een powerline-adapter of een wifi-repeater.

Ook een accesspoint aan het netwerk toevoegen kan flink helpen. We nemen ze in de volgende tips door.

©PXimport

Tip 09 IPv6 is het IP-adres van de nabije toekomst.

Tip 10: Powerline

Powerline-internet is een handige oplossing om bedraad te netwerken, zonder dat je netwerkkabels door het hele huis aan moet leggen. Powerline-adapters werken via het stopcontact. De ene adapter sluit je met een kabeltje aan op de router.

Een tweede adapter plaats je ergens in huis in het stopcontact. De adapter is voorzien van één, twee of soms zelfs meer ethernetpoorten. Via deze poorten kun je met een netwerkkabel de desktop-pc, smart-tv en gameconsole met een stabiele verbinding aansluiten op de router. De kwaliteit en snelheid van een verbinding via powerline is afhankelijk van het elektriciteitsnet van je huis. Een powerline-adapter met ingebouwd wifi-accespoint is nog handiger. De adapter heeft dan namelijk een draadloos toegangspunt dat een wifi-signaal uitzendt. Het draadloze signaal hoeft dan niet helemaal vanaf de router (die veelal in de meterkast staat) te komen, maar komt via de adapter.

Let wel op de doorgeefsnelheid van de powerline-adapter. Dat kan bijvoorbeeld verschillen tussen een theoretische snelheid van 200 Mbit/s en 500 Mbit/s.

©PXimport

Tip 10 De draadloze grens van internet is tegenwoordig vrij eenvoudig te verleggen.

Tip 11: Range-extender

Een wifi-repeater, ook wel een range-extender genoemd, herhaalt het draadloze netwerksignaal. Het werkt dus als een onzichtbaar verlengsnoer. Het bereik van het signaal wordt versterkt, waardoor je op meer plekken in of rondom het huis gebruik kunt maken van het draadloze lokale netwerk en internet. Handig als je bijvoorbeeld geen wifi-signaal meer hebt op zolder. Door de repeater te plaatsen op de eerste verdieping, wordt de verbinding doorgegeven naar boven.

De meeste toestellen zijn plug-and-play: je steekt het kleine kastje eenvoudigweg in het stopcontact. Het signaal van de router wordt opgevangen en een antenne geeft het weer door. Dit alles gebeurt beveiligd en snel. Het apparaat kan ook werken als een bridge. Sluit bijvoorbeeld een mediaspeler met een netwerkkabel aan op de repeater, waarna de mediaspeler draadloos in het thuisnetwerk wordt opgenomen en zo kan worden benaderd. Gebruik je naast de standaard 2,4GHz-netwerkband ook de 5GHz-band, zorg er dan voor dat je een repeater aanschaft die beide radiogolven ondersteunt.

©PXimport

Tip 11 Powerlines zijn slimme oplossingen voor het thuisnetwerk.

Tip 12: Switches

Zijn alle netwerkpoorten van de router bezet, maar wil je toch meerdere apparaten aansluiten? Neem dan een switch. Een router heeft al een ingebouwde switch: daardoor kun je meerdere ethernetkabels aansluiten op het kastje. Een switch is een hub of een soort stekkerdoosje voor netwerkkabels. Zo kun je op een enkele netwerkpoort bijvoorbeeld wel acht apparaten aansluiten. Je kunt ook een switch plaatsen bij bijvoorbeeld je televisie. Zo hoef je maar één kabel naar de televisie te trekken, maar kun je daar toch meerdere apparaten zoals een televisie, spelcomputer en mediaspeler bedraad aansluiten.

Er bestaan diverse soorten switches. Allereerst is de snelheid belangrijk: er bestaat een fast ethernet- en gigabituitvoering (zie Tip 04). Ook de hoeveelheid netwerkpoorten kan belangrijk zijn. Veel kastjes hebben ruimte voor vijf kabels, sommige ook wel voor acht. Daarnaast verschillen de functies. Wil je een extra apparaat zoals een IP-camera aansluiten? Een switch met de functie Power Over Ethernet (POE) geeft ook stroom aan het aangesloten netwerkapparaat. De IP-camera heeft dan geen stroomadapter nodig en kan zo overal in huis geplaatst worden, door hem alleen met een netwerkkabel aan te sluiten op de switch.

©PXimport

Tip 12 Een wifi-repeater werkt als een onzichtbaar verlengsnoer.

Toprouter voor elk budget

Sitecom WLR-4100 - € 69,-

Wifi: 802.11b/g/n (300 Mbit/s, 2,4 GHz)

Ingebouwde antenne

LAN: 4 ethernet-poorten 1 Gbit/s

IPv6: Ja, na software-update

10 jaar garantie

Met Sitecom Cloud Security voor virusbescherming op het netwerk

Geen usb-poort en netwerkserver

©PXimport

D-LINK DIR-857 - € 149,-

Wifi: 802.11b/g/n (450 Mbit/s, 2,4 en 5 GHz)

Ingebouwde antenne

LAN: 4 ethernet-poorten 1 Gbit/s

IPv6: Ja

1 usb3.0-poort, met printerserver, UPnP en VPN

©PXimport

Netgear D6300 - € 209,-

Wifi: 802.11g/n/ac (1300 Mbit/s, 2,4 en 5 GHz)

Rondstraal-antenne

LAN: 4 ethernet-poorten 1 Gbit/s

Gigabit-WAN: ondersteuning voor glasvezel

IPv6: Ja

2 usb2.0-poorten, met printerserver, UPnP, VPN

Inclusief modem

©PXimport

Bij je zoektocht naar een vriezer zijn er verschillende zaken om op te letten. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waar je de vriezer wilt plaatsen – in de keuken of juist ergens anders, zoals de schuur of garage. Welk model past het beste? En wat zijn de technische verschillen tussen een inbouw- en een vrijstaand model?

Sta je op het punt een nieuwe vriezer te kopen? Dan kom je waarschijnlijk al snel voor een keuze te staan: ga je voor een inbouwvriezer of kies je toch liever voor een vrijstaand model? Op het eerste gezicht lijken ze misschien op elkaar, want ze doen in de basis hetzelfde: eten en drinken invriezen en koel bewaren. Toch zijn er flink wat verschillen tussen deze twee soorten, en het is handig om daar even goed naar te kijken voordat je beslist.

Locatie: keuken of ergens anders

Eén van de eerste dingen om over na te denken is waar je de vriezer wil plaatsen. Een inbouwvriezer is bedoeld om netjes weggewerkt te worden in een keukenkast. Je ziet ‘m dus bijna niet, omdat de deur van de vriezer schuilgaat achter een kastdeur. Dat ziet er strak uit, vooral als je keuken een rustige en moderne uitstraling heeft. Wel heb je dan dus een keuken nodig die daar op is voorbereid, met de juiste maten en ruimte om de vriezer in te bouwen.

Een vrijstaande vriezer kun je neerzetten waar je maar wilt, zolang er een stopcontact in de buurt is en het niet te warm of te koud wordt in de ruimte. Denk aan de bijkeuken, schuur of garage. Dit maakt een vrijstaande vriezer wat flexibeler in gebruik.

©ID.nl

De keuken is voor de meesten de meest logische plek voor een vriezer, maar hij kan ook ergens anders staan.

Is er op de plek waar de vrijstaande vriezer komt te staan genoeg ruimte? Dan kun je ook een ander model overwegen, zoals een liggende vriezer. Dat zijn vrieskisten die je van boven opent. Het voordeel van dergelijke vriezers is dat er vaak meer inpast, omdat de opslagruimte groter is en je meerdere lagen kunt vullen.

Installatie

Als je kiest voor een vrijstaande vriezer, is het installeren meestal een fluitje van een cent. Je zet ‘m neer, zorgt dat hij waterpas staat en steekt de stekker in het stopcontact. Bij een inbouwvriezer komt er wat meer bij kijken. Je moet namelijk zorgen dat alles goed past en dat het keukenfront netjes aan de vriezerdeur wordt bevestigd. Soms zijn er ook speciale scharnieren nodig. Wanneer je een keuken laat ontwerpen, kan er alvast rekening worden gehouden met een inbouwvriezer en kunnen de juiste deurelementen daar alvast op worden aangepast.

Hoe zit het met het stroomverbruik?

Vriezers staan dag en nacht aan, dus het stroomverbruik telt flink mee in je energierekening. Zowel inbouw- als vrijstaande modellen zijn tegenwoordig verkrijgbaar met een zuinige energieklasse, maar vrijstaande vriezers zijn over het algemeen net iets efficiënter. Dat komt doordat ze beter hun warmte kunnen afvoeren, omdat ze immers niet 'opgesloten' zitten. Als je de vriezer vaak gebruikt en er veel in bewaart, kan het op de lange termijn dus schelen in je energiekosten. Bij een inbouwvriezer moet je sowieso goed opletten dat er voldoende koele lucht in de inbouwnis komt en dat de warmte goed kan worden afgevoerd. De achterzijde van een nis waar een inbouwvriezer in wordt gezet is standaard altijd open, maar zorg ook voor voldoende ruimte tussen de muur en de inbouwvriezer, zodat de afgegeven warmte niet blijft hangen en goed kan worden afgevoerd.

©ID.nl

Geluidsproductie

Een vriezer maakt geluid, dat hoort erbij. Dat geluid is niet constant, maar meestal vooral hoorbaar als de compressor aanslaat. Toch kan het verschil maken waar hij staat en welk type je hebt of het geluid dat een vriezer produceert, storend is. Een inbouwvriezer hoor je doorgaans iets minder, omdat het geluid wordt gedempt door de keukenkast eromheen. Een vrijstaande vriezer kan net iets meer opvallen qua geluid, vooral als hij in de keuken staat en niet ergens apart. Benieuwd hoeveel geluid de vriezer naar keuze eigenlijk maakt? Van tevoren kun je op de site van het Europees productregister voor energie-etikettering zien wat de geluidsproductie van de gekozen vriezer in Decibel is.

Op het energielabel dat verplicht is voor alle vriezers en koelkasten, zie je direct wat de geluidsproductie is van het gekozen apparaat.

Schoonmaak en onderhoud

Kijken we naar de schoonmaak en het onderhoud van de vriezer, dan is er eigenlijk weinig verschil in hoe een inbouwvriezer of een gewone vriezer wordt schoongemaakt. Intern zijn beide kasten op dezelfde manier opgebouwd, maar aan de buitenzijde is dat toch anders. Een vrijstaande vriezer kun je bijvoorbeeld aan de achterzijde veel beter schoonmaken omdat je de vriezer makkelijker kunt verplaatsen. Bij een inbouwvriezer kan er na verloop van tijd wel veel meer stofophoping plaatsvinden en is het lastiger om de achterkant schoon te maken: daarvoor zul je toch echt de vriezer uit de nis moeten halen.

©ID.nl

Kostenplaatje

Als je kijkt naar de prijs, zijn vrijstaande vriezers meestal wat goedkoper dan inbouwmodellen met vergelijkbare eigenschappen. Bij een inbouwvriezer betaal je namelijk ook voor het inbouwsysteem en het strakkere ontwerp. Bovendien moet je bij vervanging vaak een model kiezen dat precies in je keukenkast past. Dat maakt de keuze beperkter en soms ook duurder. Verder hangt het ook af van het deursysteem dat je kiest voor een inbouwvriezer. Bij een deur-op-deursysteem waar de deur van de keukenkast direct op de deur van de vriezer wordt gemonteerd, zijn ook andere scharnieren nodig die het extra gewicht van de keukendeur kunnen dragen. Bij een glijsysteem is dat niet het geval, omdat in dat geval de deur van de keukenkast een eigen scharniersysteem heeft.

Staat je vriezer op een koude plek?

Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen. Als je van plan bent om je vriezer in een onverwarmde ruimte te zetten, zoals een schuur of garage, is het belangrijk om eerst na te gaan of het apparaat daar wel tegen kan. Vaak wordt gedacht dat een vriezer het juist beter doet als het buiten koud is, maar dat klopt niet altijd. Een vriezer moet voldoende warmte kunnen afvoeren, en bij te lage omgevingstemperaturen kan de thermostaat in de war raken, waardoor het apparaat minder goed of zelfs helemaal niet meer werkt. De meeste vriezers kunnen tot zo'n 10 graden Celsius als minimum temperatuur aan.

Sommige vriezers kunnen ook prima in een schuur of garage staan, maar alleen als de temperatuurspecificaties dit toelaten.

Om te bepalen of een vriezer geschikt is voor een koude ruimte, kijk je naar de klimaatklasse. Die vind je op het energielabel of in de productspecificaties. Klimaatklassen geven aan binnen welk temperatuurbereik een vriezer goed kan functioneren. De meest voorkomende klassen zijn SN, N, ST en T. Een vriezer met klimaatklasse SN (Subnormal) werkt bijvoorbeeld nog bij temperaturen vanaf 10 graden, terwijl sommige modellen die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in onverwarmde ruimtes al functioneren vanaf 5 graden of zelfs lager. Fabrikanten geven dit meestal duidelijk aan.

Op het Europees productregister voor energie-etikettering kun je van alle producten zien wat de klimaatklasse en de minimale en maximale temperatuur is waardoor het apparaat geschikt is.

Vrijstaande vriezers zijn soms speciaal ontworpen voor dit soort omstandigheden, met aanpassingen aan de techniek en isolatie. Er zijn bijvoorbeeld modellen met zogeheten Freezer Guard- of Frost Protect-technologie, die juist wel goed blijven werken in koude omgevingen. Die zijn ideaal als je de vriezer bijvoorbeeld op zolder of in een onverwarmde bijkeuken wilt zetten.

Inbouwvriezers daarentegen zijn vrijwel altijd bedoeld voor gebruik binnenshuis, op plekken waar de temperatuur redelijk constant is, zoals in de keuken. Ze zijn meestal niet getest of ontworpen voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen. Zet je zo’n vriezer toch in een koude ruimte, dan is de kans groot dat hij niet goed werkt of dat de levensduur wordt verkort.

©ID.nl

Een vriezer op zolder zetten kan een oplossing zijn bij ruimtegebrek in de keuken, maar vergeet ook niet dat hij ook helemaal naar boven moet worden gezet.

Tot slot is het goed om te bedenken dat ook vocht en vorst in onverwarmde ruimtes een rol kunnen spelen. Als de omgeving te vochtig is of als er bevriezingsgevaar ontstaat, kan dat schade veroorzaken aan de elektronica of het rubber van de deurafdichting. Het is dus altijd slim om niet alleen naar de temperatuur, maar ook naar de algemene omstandigheden van de ruimte te kijken voordat je besluit waar je de vriezer neerzet.

Verhuizing of herinrichting?

Als je nog niet zo lang op één plek woont of van plan bent te verhuizen, is het handig om te bedenken hoe flexibel je wilt zijn. Een vrijstaande vriezer kun je gemakkelijk meenemen of op een andere plek zetten. Een inbouwmodel zit vast in je keuken en is lastiger te verplaatsen of te vervangen. Dat maakt een vrijstaand model soms praktischer, en is een betere keuze als je je (keuken)inrichting regelmatig verandert.

Tot slot

Of je nu kiest voor een inbouw- of een vrijstaande vriezer, het belangrijkste is dat hij goed past bij jouw huishouden en wensen. Denk goed na over waar je hem wilt neerzetten, hoeveel ruimte je nodig hebt en hoe belangrijk je dingen als energieverbruik of uitstraling vindt. Door even de tijd te nemen en je goed te laten informeren, voorkom je dat je achteraf spijt krijgt van je aankoop. Zo weet je zeker dat je een vriezer kiest waar je jarenlang plezier van hebt.

De vakanties zijn begonnen en als je op weg gaat naar het zuiden, sta je al gauw vast, bijvoorbeeld op de Autoroute du Soleil.De gratis app Google Map sbeschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?