ID.nl logo
Wifi optimaliseren
© CIDimport
Zekerheid & gemak

Wifi optimaliseren

Iedereen wil draadloos werken. Dat is logisch, want het scheelt wellicht gaten in de muren. Wifi kan dan een oplossing bieden. Wij leggen u uit hoe wifi werkt en hoe u een goede dekking krijgt en daarbij ook een stabiel en betrouwbaar signaal overal in en om het huis.

De naam wifi is eigenlijk een grapje geweest. De officiële naam is Wireless Network of Wireless LAN, maar dat is door marketeers al snel tot wifi omgedoopt – een knipoog naar hifi. Binnen de wereld van wifi zijn diverse standaarden. Tegenwoordig werkt bijna iedereen op wifi-n. Deze standaard werkt met een snelheid van 150 Mbit/s per antenne en met – binnen het reguliere consumentensegment – maximaal vier antennes. Dus maximaal 600 Megabit per seconde (Mbit/s). Al bieden de meeste routers een snelheid van 300 Mbit/s of 450 Mbit/s. 
De opvolger van wifi-n is wifi-ac. Deze standaard biedt 433 Mbit/s per antenne. De meeste wifi-routers of accesspoints bieden drie antennes, dus dat komt neer op ongeveer 1300 Mbit/s aan bandbreedte. 

U vraag zich wellicht af hoe fabrikanten dan komen bij getallen als 1750 Mbit. Dat is vrij eenvoudig: ze tellen de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentieband op: 450 + 1300 = 1750 Mbit/s. En in zekere zin kan dat ook. Want er zijn twee fysieke radio’s en twee fysieke netwerksegmenten die tegelijk kunnen werken. 

©CIDimport












Wifi-ac is de nieuwste en snelste standaard met 433 Mbit/s per antenne.


Beetje marketing
Hoe zit het nu met de snelheden op de doos van de wifi-routers en accesspoints? Als we die cijfers moeten geloven, zijn wifi-ac routers al sneller dan gigabit-kabel. We kunnen alvast verklappen: dat is gewoonweg niet zo. Maar hoe komt dat nu? 
Allereerst is wifi geen tweerichtingsverkeer. Het is single duplex. En kabel is full-duplex, wat wil zeggen dat een kabel tegelijk in beide richtingen kan communiceren. Wifi kan dat niet. Om te beginnen mag u de snelheid op de doos dus door twee delen. 
Daarbij is er altijd ‘package overhead’, zoals dat heet. Er zijn bij netwerken onder meer controle-pakketten nodig om te kijken of data aan is gekomen. Ook niet onbelangrijk: foutcorrectiepakketten. Dan speelt er nog mee dat een datapakket niet altijd een geheel dataframe (een soort ‘slot’) vult. Dat is met name bij kleine bestanden het geval. Bij wifi is dat vervelender dan bij kabel. Daarbij speelt bij een draadloos netwerk de afstand tot het accesspoint een rol, net als de muren en absorptie van de omgeving. En niet te vergeten: interferentie. 

Alles bij elkaar opgeteld, komt wifi dan bij lange na niet aan de snelheid van kabel. Bij wifi-n op 2,4 GHz mag u blij zijn met ongeveer 100 Mbit/s. Op 5 GHz is dat iets hoger. Bij ac zijn snelheden van 300 Mbit mogelijk in gunstige gevallen. Dat is dus geen bij lange na geen 1300 Mbit. 

©CIDimport






























Kan deze router écht 1750 Mbit/s halen over wifi? Nou… nee. Neem dat maar met een flinke korrel zout. 

2,4 GHz en 5 GHz
Van origine werkt wifi op een frequentieband van 2,4 GHz. Zowel de g- als de eerste n-standaard werken op deze frequentie. De latere versie van wifi-n kan ook op de 5 GHz-band werken. Daarover later meer. 

Nu is het probleem bij de 2,4 GHz-frequentieband dat het een ‘vrij’ te gebruiken gebied is. Tenminste: zolang apparaten niet te veel zendvermogen gebruiken. En dat heeft als consequentie dat allerhande systemen deze frequentie gebruiken. Denk aan babyfoons, draadloze telefoons, bluetooth, alarmsystemen en niet te vergeten: de magnetron. 
Al deze apparaten zorgen – naast natuurlijk de andere wifi-netwerken van de buren en openbare netwerken – voor enorme storing op uw wifi-systeem. 

Precies om die reden is er een tweede frequentieband gekomen op 5 GHz. De nieuwere versie van wifi-n en de nieuwste wifi-ac werken op deze frequentie. De 5 GHz-band is nagenoeg vrij van interferentie. En dat zorgt natuurlijk voor een hogere snelheid en veel meer stabiliteit. 

Toch is er ook een nadeel bij het gebruik van de 5 GHz-frequentie: het bereik is (een stuk) kleiner. Dat heeft alles met de natuurkunde te maken; hoe hoger de frequentie, hoe kleiner het bereik én hoe meer signaalverlies als er een muur of een raam – met name hr-dubbelglas – tussen u en het accesspoint staat. 

©CIDimport


























Bijna alle fabrikanten bieden nu dualchannel-accesspoints. De EAP900H van Engenius is zeer krachtig. En prijzig. 

Kanalen en kanaalbreedte
Wellicht hebt u het weleens gezien in de opties van uw router: 20 of 40 MHz-kanalen. Of in geval van een wifi-ac-netwerk: 80 MHz. Dit is de kanaalbreedte die uw router gebruikt voor het draadloze netwerk. Hoe groter de kanaalbreedte, hoe hoger de snelheid. Wilt u dus het maximale uit uw wifi halen, dan zult u het breedte kanaal moeten gebruiken. Weet echter dat het minder sociaal is naar uw omgeving: u pikt immers meer van het spectrum (een extra kanaal). En daarbij: niet alle apparaten kunnen overweg met brede kanalen. Vallen apparaten dus ineens weg of ‘klappert’ de verbinding, dan weet u dat u beter terug kunt naar een 20 MHz kanaal. 

Bij een standaard bandbreedte van 20 MHz, biedt de 2,4 GHz-frequentieband drie niet-overlappende kanalen: één, zes en elf. Vandaar dat een draadloze router of bijvoorbeeld een smart-tv, vrijwel altijd één van deze kanalen gebruikt. U zult begrijpen dat de kans op een stabiele en snelle verbinding vrij klein is als u dat zo laat staan. We gaan u zo uitleggen hoe u zelf een goed kanaal kunt kiezen. 
Op de 5GHz-frequentieband ligt het net wat anders. Allereerst zijn er nog bijna geen netwerken die kunnen storen. Dat geeft u meer zekerheid en rust dat het netwerk stabiel zijn werk doet. 

Maar er zitten wel heel veel verschillen in routers en versies van hardware. Wereldwijd zitten er namelijk zeer grote verschillen in welke frequenties en kanalen gebruikt mogen worden. Dit heeft met name te maken met weerstations en militaire frequenties die storen ondervinden van wifi. Vandaar dat de ene router binnen het 5 GHz-spectrum bepaalde kanalen wél kan gebruiken en andere kanalen weer niet. 

Dat kan ook voor clients gelden: denk aan uw iPhone of Android-telefoon. We hebben meegemaakt dat een smartphone pas werkte nadat het kanaal binnen de 5GHz-band van bijvoorbeeld kanaal 100 naar kanaal 44 werd gezet. Het is maar dat u het weet. 

©CIDimport
























Een app als Wifi Analyzer kan heel snel laten zien welke netwerken er in de buurt zijn en hoe sterk deze zijn. 

Routers
U weet nu welke soorten wifi er zijn, op welke frequenties deze werken en hoe kanaalbreedte en kanalen in elkaar steken. Deze kennis is handig bij het opstellen van een wifi-netwerk. 
Wie in een groot huis woont, zal hoogstwaarschijnlijk geen complete wifi-dekking hebben met een standaardrouter van de provider. Zeker niet als de router in de meterkast bij de voordeur staat. In dat soort gevallen is het veelal nodig om het wifi-netwerk uit te breiden. 
Maar voordat u dat gaat doen, kunt u nog één ding proberen: stel de router zo centraal en vrij mogelijk in huis op. De kans is groot dat u dan wel heel aardig bereik hebt. Rondom de router straalt de wifi-router namelijk in een bolvorm af. Hebt u de router bij de voordeur staan, dan straalt u de helft van het wifi-netwerk de straat op. Zonde! Stel overigens de antennes altijd symmetrisch op en niet in een waaier. De antennes werken samen. Door ze in een waaier te zetten, werkt u het samenwerken eigenlijk alleen maar tegen. U krijgt u ook geen beter bereik. 

Accesspoints
Mocht het centraal opstellen niet genoeg dekking bieden, dan kunt u het netwerk uitbreiden. Dit kan op verschillende manieren. U kunt bijvoorbeeld een oudere router als accesspoint inzetten. Mocht de router een speciale accesspoint-setting hebben, gebruik die dan. Het verschilt per model of dat mogelijk is. Heeft de router dat niet, dan kunt u de router een vast ip-adres geven en een kabel aansluiten op één van de lanpoorten (dus niet de internet-poort / wan-poort). Zet vervolgens op die router de dhcp-server uit om problemen te voorkomen. Stel nu onder het wifi-menu het ssid en de beveiliging gelijk in als bij uw bestaande wifi-netwerk. Als het goed is, zullen alle bestaande, draadloze clients automatisch schakelen. 

Mooier is het om een écht draadloos toegangspunt aan te schaffen van een goed merk. Beter nog: koop allemaal gelijke modellen en plaatst die op strategisch goede plekken. Als u een systeem aanschaft van bijvoorbeeld Ubiquity, dan kunt u een écht homogeen draadloos netwerk opbouwen. 

Engenius heeft dit niet ingebouwd, maar kan dit wel. Onder meer door een wireless controller te gebruiken. Die zijn echter prijzig. 
Nieuwere modellen accesspoints hebben in sommige gevallen ook een ‘fast handover’ systeem, waarbij u kunt aangeven bij hoeveel dB een toegangspunt een client moet laten vallen. Zo hebt u zelf in de hand hoe sterk een signaal minimaal moet zijn om verbinding te maken en te houden. Tevens kunnen deze accesspoints een apparaat automatisch op een bepaalde frequentieband zetten. Is een apparaat 5 GHz-compatible? Dan gaat hij lekker naar die frequentie. Het zijn allemaal hulpmiddelen die u vindt in betere wifi toegangspunten. 

Een andere, gemakkelijke, mogelijkheid is om met homeplugs te werken. Er zijn talloze modellen die een ingebouwd wifi-accesspoint hebben. U kunt met homeplug deze accesspoints vrij plaatsen in het huis. Let er wel op dat de verbinding tussen de homeplugs goed genoeg is. Test dat even met een kabel aan een laptop of pc. Als er geen goede verbinding tussen de homeplugs is, is er ook geen bandbreedte via wifi natuurlijk. 
Repeaters raden we ten zeerste af, omdat u slechts de helft van de bandbreedte overhoudt en omdat ze zeer foutgevoelig zijn. Denk aan kanaalwisselingen en onnodige interferentie.

©CIDimport


































Een handige en gemakkelijke manier om wifi uit te breiden is een homeplug met wifi-accesspoint. 

Interferentie
Nu we het toch over interferentie hebben: dat is de grootste vijand van een goed wifi-netwerk. Met name op de 2,4 GHz-frequentieband – en dat is veelal de krachtigste – speelt interferentie een hele grote rol. Andere wifi-netwerken zijn de grootste boosdoeners. Maar zoals eerder vermeld, spelen ook andere apparaten een rol. Denk aan bluetooth en babyfoons. 
Wat u kunt doen als u een instabiele verbinding hebt, is scannen in uw omgeving naar andere netwerken. Er zijn verschillende apps die dat kunnen doen. Denk aan Wifi Analyzer op Android of Inssider op de laptop. 
Deze applicaties geven een helder overzicht van de netwerken in uw omgeving. Schrik niet: het kunnen er heel veel zijn. Zeker als u in de stad woont waar Ziggo en UPC wifi-spots hebben uitgerold. 

Als u de lijst hebt, kunt u ook zien op welke kanalen het druk is. Nu moet u ook goed kijken naar welke netwerken sterk zijn. Blijf daar indien mogelijk uit de buurt. U hebt ongeveer 40 dB nodig om een goede verbinding te krijgen. Dus tussen de piek van een ander netwerk en die van u moet 40 dB verschil zitten. 
Zo kan het zijn dat er meer dan tien netwerken op kanaal 1 aanwezig zijn waar u geen last van hebt, omdat ze allemaal zwak zijn. Er hoeven echter maar één of twee netwerken heel sterk te zijn op uw kanaal om u het wifi-leven zuur te maken. 
Mocht het nu zo zijn dat u toch een slechte verbinding hebt, ondanks dat het hele kanaal vrij lijkt te zijn, dan hebt u waarschijnlijk te maken met een ander apparaat op 2,4 GHz dat stoort. Dat kan van alles zijn. De enige manier om er achter te komen, is te scannen met speciaal gereedschap. De meest bekende is de WiSpy van Metageek. Deze scant niet alleen wifi-netwerken, maar álles binnen de 2,4 GHz-band. U ziet dus ook alarmsystemen, magnetrons, bluetooth, et cetera. Dat kan enorm helpen bij het vinden van een wifi-probleem. 
Weet wel dat deze apparaatjes en software behoorlijk prijzig zijn (ongeveer 800 euro). Het is dus meer gereedschap voor professionals. 

©CIDimport





















Sommige ruis is niet zichtbaar, omdat het geen wifi is. De WiSpy kan dat meten en weergeven. 

Het stappenplan
Hoe krijgt u nu in een paar stappen een degelijk wifi-netwerk? Het belangrijkste is en blijft goede hardware. Degelijke merken gebruiken degelijke hardware en programmeren ook goede software die de hardware aanstuurt. Het resultaat is eenvoudigweg een groter bereik en een stabielere verbinding. 

Maar goede hardware moet wel zijn werk kunnen doen. Centraal plaatsen in huis, helpt enorm. Probeer een router of accesspoint dus zo centraal mogelijk te plaatsen. En dan het liefst vrij in de ruimte. Een bank absorbeert straling. Als u de router dus achter of onder de bank verstopt, bent u direct signaal kwijt. Ook deuren en ramen houden signaal tegen. 
Mocht uw accesspoint een mogelijkheid hebben om het zendvermogen aan te passen, zet deze dan op auto en niet op volle kracht. Dat kan namelijk tegenwerken. Te veel vermogen vervormt het signaal als u dichtbij bent. 

Tenslotte is het cruciaal om een vrij kanaal te vinden. Scan uw omgeving met apps als wifi analyzer of Inssider. Daarmee krijgt u al heel degelijk inzicht in de situatie. En met die data kunt u weer uw router op een goed kanaal zetten. Gebruik in geen geval de automatische kanaalkeuze die sommige routers bieden; het spectrum op de plek waar u de wifi gebruikt ziet er waarschijnlijk totaal anders uit dan het spectrum in de buurt van de router.

Een puntje op de ‘i’ zou kunnen zijn dat u uw 2,4- en 5 GHz-netwerk dezelfde naam en wachtwoord geeft, zodat u dualband-apparaten zelf kan laten kiezen welk netwerk optimaal is. Zo benut u beide netwerken optimaal. Dit werkt overigens niet bij alle apparaten. Probeer het dus eerst even. 

Decibellen
De kracht van draadloze signalen worden – net als geluidsdruk – uitgedrukt in Decibel: dB. Nu zult u in de software en apps zien dat het een schaal is die loopt van ongeveer  -90 tot ongeveer -30. Een sterk netwerk komt tot ongeveer -40 tot hooguit -30. Meer signaal is niet nodig. Een zeer zwak netwerk ligt rond de -80 tot -90 dB. 

wifi werkt goed vanaf ongeveer 30 dB. U hebt dan drie tot vier streepjes bereik. Een signaal/ruisverhouding van rond de 40 dB is prima. Alles hoger dan 40 dB verschil is uitstekend (vijf streepjes). 
Nu kunnen de streepjes wel een beetje misleidend zijn, want in bepaalde gevallen hebt u vol bereik, maar een heel trage verbinding. In dat geval hebt u last van zware interferentie. De remedie dan is een andere kanaal kiezen op uw router. 

▼ Volgende artikel
😱 Het Blue Screen of Death van Windows gaat voorgoed verdwijnen
© Valeriia Lukashova
Huis

😱 Het Blue Screen of Death van Windows gaat voorgoed verdwijnen

Iedereen die met Windows werkt, kent het wel: ineens een blauw scherm, en dan… niets meer. Het beruchte Blue Screen of Death (BSOD) hoort al sinds de jaren 90 bij Windows als pindakaas bij brood. Maar daar komt nu verandering in: het blauwe scherm gaat verdwijnen.

Het Blue Screen of Death bestaat al sinds de jaren 90. In Windows NT verscheen het voor het eerst in zijn bekende vorm: witte foutcodes op een felblauw vlak. De melding verscheen bij serieuze systeemfouten, vaak veroorzaakt door een kapotte driver of instabiele hardware. In latere versies kwamen er ook een verdrietige emoticon :( bij en, sinds 2016, een QR-code die naar een informatiepagina leidde. Hoewel er weinig dingen zo frustrerend zijn als een BSOD, is-ie ook handig: de foutmelding en STOP-code* die erop staan, kunnen je namelijk helpen om te achterhalen wat er precies aan de hand is. Maar nu gaat het dus verdwijnen …
*Scrol naar beneden voor een overzicht met de meest voorkomende foutmeldingen/STOP-codes en hun betekenis.

©PXimport | Reshift Digital BV

Op zwart

Het is gelukkig iets minder dramatisch dan je denkt: Microsoft gaat het blauwe scherm vervangen door een zwarte variant. Het nieuwe ontwerp oogt rustiger, zonder QR-code of icoontjes, en toont direct de foutcode en de driver die mogelijk de oorzaak is. Handig voor wie het probleem wil opzoeken of oplossen.

De nieuwe interface is vanaf later deze zomer beschikbaar op alle computers die draaien op Windows 11 versie 24H2. Naast het zwarte scherm wordt ook het meldingsscherm dat je ziet bij onverwachte herstarts vernieuwd. Dat sluit beter aan op de rest van Windows 11, is overzichtelijker en verdwijnt vaak al binnen een paar seconden.

©Microsoft

Waarom deze verandering?

Volgens Microsoft draait het om duidelijkheid. Het scherm moet beter laten zien of het probleem in Windows zelf zit, of in een externe component. Dat scheelt tijd bij het zoeken naar de oorzaak. Zeker na de wereldwijde CrowdStrike-storing van vorig jaar – waarbij miljoenen computers vastliepen door een fout in beveiligingssoftware – wil Microsoft de foutafhandeling beter en sneller maken.

Quick Machine Recovery

Naast het nieuwe scherm introduceert Microsoft ook Quick Machine Recovery (QMR). Deze functie is bedoeld voor situaties waarin een pc helemaal niet meer opstart. Via de herstelomgeving van Windows kan het systeem dan automatisch reparaties uitvoeren, zonder dat je handmatig iets hoeft te doen of een expert hoeft in te schakelen.

QMR wordt later dit jaar beschikbaar op alle apparaten met Windows 11 versie 24H2. Op Home-edities staat het standaard aan. De functie wordt op dit moment al getest in het Beta Channel van het Windows Insider-programma, zodat Microsoft nog kan bijschaven waar nodig.

Wat merk jij ervan?

Voor de meeste mensen betekent dit vooral dat de foutmelding bij een crash er straks anders uitziet. Maar het belangrijkste verschil zit onder de motorkap: Windows toont duidelijker wat er misgaat en kan zichzelf sneller herstellen. In de volksmond zal er – denken wij – overigens weinig veranderen: Blue of Black, het zal een BSOD blijven.

Foutmeldingen en STOP-codes

PAGE_FAULT_IN_NONPAGED_AREA STOP-code: 0x00000050 Windows probeert een deel van het geheugen te gebruiken dat niet beschikbaar is. Dit kan komen door kapot RAM-geheugen of problemen met de harde schijf.

IRQL_NOT_LESS_OR_EQUAL STOP-code: 0x0000000A Een onderdeel van Windows probeerde iets te doen op een moment dat dat niet mocht. Meestal komt dit door foutieve drivers of hardwareproblemen.

SYSTEM_SERVICE_EXCEPTION STOP-code: 0x0000003B Een onderdeel van Windows veroorzaakt een fout tijdens een systeemtaak. Vaak door oude of conflicterende software of drivers.

DRIVER_IRQL_NOT_LESS_OR_EQUAL STOP-code: 0x000000D1 Een driver probeert iets te doen met geheugen op het verkeerde moment. Dit wordt vaak veroorzaakt door slechte of onjuiste drivers.

INACCESSIBLE_BOOT_DEVICE STOP-code: 0x0000007B Windows kan bij het opstarten de schijf met systeembestanden niet bereiken. Oorzaak kan liggen in beschadigde bestanden of instellingen in het BIOS.

BAD_POOL_HEADER STOP-code: 0x00000019 Windows krijgt een fout in het geheugenbeheer. Dit kan komen door een slechte driver, hardwareproblemen of software die in de war raakt.

SYSTEM_THREAD_EXCEPTION_NOT_HANDLED STOP-code: 0x0000007E Windows krijgt een fout in een systeemonderdeel. De boosdoener is meestal een verouderde of kapotte driver.

WHEA_UNCORRECTABLE_ERROR STOP-code: 0x00000124 Windows ontdekt een ernstige hardwarefout of probleem met stroom of temperatuur. Ook defecte systeembestanden kunnen dit veroorzaken.

UNMOUNTABLE_BOOT_VOLUME STOP-code: 0x000000ED Windows kan de opstartschijf niet goed lezen. Dit gebeurt meestal tijdens het opstarten van de computer.

▼ Volgende artikel
Googles AI leest straks mee in WhatsApp – zo houd je de controle!
© gguy - stock.adobe.com
Huis

Googles AI leest straks mee in WhatsApp – zo houd je de controle!

Vanaf 7 juli krijgt Google Gemini toegang tot apps als WhatsApp, Telefoon en Berichten – zelfs als je dat niet expliciet hebt aangezet. Wat betekent dat voor je privacy? En hoe voorkom je dat de AI méér weet dan jij wilt? Dit moet je weten voordat de verandering ingaat.

In dit artikel lees je:
  • Wat Gemini straks kan doen met apps als WhatsApp en Berichten
  • Waarom Google deze wijziging doorvoert
  • Hoe dit je privacy beïnvloedt (zelfs als je tracking hebt uitgeschakeld)
  • Hoe je zelf de toegang van Gemini kunt beperken
  • Wat deze stap zegt over de toekomst van AI op je telefoon

Googles AI-assistent Gemini wordt komende maand verweven met een aantal nogal essentiële apps op je Android-toestel. Denk aan Telefoon, Berichten en zelfs WhatsApp. Dat blijkt uit een e-mail die Google eind juni verstuurde naar gebruikers van Gemini, meldt de website Android Authority. De toon van die boodschap riep meteen vragen op: helpt Gemini je straks óók als je tracking hebt uitgeschakeld? En wat betekent dat voor je privacy?

Ook interessant: Bezorgd over je privacy? Zo zet je Meta AI uit in je WhatsApp-chats

Nieuwe Android-smartphone nodig?

Bekijk hier de allernieuwste modellen!

Vage communicatie zorgt voor onrust

In de e-mail staat dat Gemini binnenkort ondersteuning biedt bij basisfuncties zoals bellen en berichten versturen, óók als je de zogeheten Gemini Apps Activity uit hebt staan. Op papier klinkt dat als een handige extra, maar in de praktijk leidde het vooral tot verwarring. Want als Gemini kan helpen zonder dat die activiteit is ingeschakeld, betekent dat dan dat de AI toch nog steeds meeleest of gegevens opslaat?

De formulering was vaag, de impact onduidelijk, en aangezien onze privacy in combinatie met AI sowieso al een heet hangijzer is, ging het nieuws als een lopend vuurtje door de techcommunity. Al snel verschenen er bezorgde reacties op sociale media en in forums, waarin gebruikers zich afvroegen of ze straks ongemerkt data afstaan aan een AI-systeem dat ze zelf niet actief gebruiken.

©Andrea

Google stelt gerust, maar nuanceert niet alles

Gelukkig kwam Google snel met verduidelijking. De kernboodschap: al biedt Gemini straks hulp bij je apps, dat betekent níét dat je persoonlijke gegevens automatisch worden verzameld of opgeslagen. Als je Gemini Apps Activity uit hebt staan, worden je gesprekken niet opgeslagen, niet gebruikt om modellen te trainen en verdwijnen ze na korte tijd automatisch. De AI gebruikt die tijdelijke gegevens alleen om je direct te kunnen helpen, bijvoorbeeld als je zegt 'bel mama' of 'stuur een bericht naar Daan'.

Toch blijft er een nuance hangen. De toegang van Gemini tot deze apps wordt standaard ingeschakeld voor iedereen, tenzij je dat zelf dus actief uitschakelt. Dat betekent dat de AI wel degelijk macht krijgt over je telefoonfuncties, tenzij jij ingrijpt. En hoewel de data niet worden opgeslagen, is er technisch gezien wel sprake van toegang tot privé-interactie, al is het kortstondig en geanonimiseerd.

Ook interessant: Spraakberichten in WhatsApp lezen, zo werkt het

Gebruikers kunnen zelf de stekker eruit trekken

Voor wie zich niet prettig voelt bij deze mate van AI-integratie, is er goed nieuws: je kunt de toegang van Gemini tot je apps volledig intrekken. Dat doe je via de instellingen van de Gemini-app binnen Android of via de speciale webpagina gemini.google.com/apps. Daar bepaal je per app of je Gemini toestemming geeft om ermee te werken. Zet je die toegang uit, dan stopt de AI simpelweg met bellen, berichten sturen of andere app-interacties. Je behoudt dus altijd de controle – als je tenminste weet waar je moet kijken.

Wat belangrijk is om te onthouden: deze wijziging betekent niet dat Gemini een spion wordt op je telefoon. Het is eerder een uitbreiding van de Assistent-functie, zoals we die kennen van eerdere AI-integraties binnen Android. Maar doordat AI steeds meer verweven raakt met je dagelijkse digitale handelingen, is het goed om scherp te blijven op wat wel en niet wordt gedeeld.

©WEI ZHENG

Van slimme assistent naar app‑regisseur

De evolutie van Gemini laat zien waar het naartoe gaat met AI in Android: niet langer een slimme praatpaal in de marge, maar een behoorlijk dominante regisseur van je app-gebruik. Vergelijk het met Siri's vernieuwde integratie in iOS 18 of de opkomende app-functies in Android 16 – allemaal gericht op een AI die niet alleen antwoordt, maar ook handelt.

Die verschuiving is logisch, maar dwingt ontwikkelaars én gebruikers om na te denken over de ethiek van assistentie. Want hoe vriendelijk een AI ook oogt, als die steeds meer kan, moet je ook scherper kijken naar wat je precies weggeeft.

Wat betekent dat concreet voor jou?

Als gebruiker hoef je je voorlopig geen zorgen te maken dat Gemini heimelijk je gesprekken opslaat of meeluistert zonder toestemming. Maar het blijft belangrijk om je instellingen te checken, zeker nu de AI standaard meer bevoegdheden krijgt. De tools om die macht te beperken zijn er gelukkig, je moet ze alleen wel even opzoeken.

Wil je dus de voordelen van Gemini benutten zonder je privacy op het spel te zetten? Check dan vóór 7 juli je instellingen en bepaal zelf hoeveel zeggenschap je de AI geeft. Zo houd je het beste van twee werelden: slimme hulp, zonder ongewenste inmenging.

Check dit vóór 7 juli

Vanaf 7 juli activeert Google automatisch nieuwe functies in Gemini. Wil je niet dat de AI toegang krijgt tot apps als WhatsApp of Telefoon? Ga dan naar de instellingen van de Gemini-app of bezoek gemini.google.com/apps. Daar kun je per app zelf aangeven of Gemini ermee mag werken.