Je bent niet de enige: veel mensen zetten hun vaatwasser vol op gevoel. Bord hier, glas daar, en hoppa – aanzetten maar. Maar wist je dat een slimme indeling niet alleen zorgt voor schonere vaat, maar ook voor minder slijtage aan je servies en machine? Hoe je dat doet, lees je hier.
Dit artikel in het kort:
- Indeling: Glazen | Borden en pannen | Bestek, snijplanken en gardes
- Kunststof, keramiek, zilver en hout: wat mag wel en wat niet in de vaatwasser?
- Vuilgraad
- Zo kies je het juiste vaatwasmiddel
- Wat je echt nooit moet doen...
- Vergeet het onderhoud niet!
Lees ook: De belangrijkste functies en programma’s van je vaatwasser uitgelegd
De meeste vaatwassers hebben een standaard indeling: bovenin plaats je kopjes, glazen en kleinere borden, onderin is ruimte voor grote borden, schalen en pannen. Bestek gaat meestal in een korf, al hebben sommige modellen bovenin een aparte lade speciaal voor messen, vorken en lepels. Veel rekken zijn verstelbaar of inklapbaar, zodat je echt goed de ruimte hebt voor alles. Waar je wat neerzet, maakt uit. Hieronder lees je per type vaat waar je op moet letten.
Glazen: opening naar beneden
Zet glazen altijd rechtop in het bovenrek, met voldoende tussenruimte. Zo voorkom je dat ze tegen elkaar stoten en krassen oplopen. Door ze met de opening naar beneden te plaatsen, zorg je dat er geen water in blijft staan en de binnenkant goed schoon wordt. Houd ze weg van de krachtige waterstralen onderin de machine, want die kunnen dun glas beschadigen. Sommige vaatwassers hebben bovendien een speciaal rekje bovenin waarin je de steel van wijnglazen kunt vastzetten. Handig én veilig.
Borden en pannen: vuilste kant naar het midden
Borden zet je het beste onderin de vaatwasser, met de vieze kant naar het midden. Daar komt namelijk het meeste water vandaan. Zorg dat ze elkaar niet raken, anders blijft er vuil tussen zitten. Grote schalen en pannen horen ook onderin, maar let erop dat ze geen sproeiarmen blokkeren. Dan blijft alles bereikbaar voor de waterstralen en wordt alles goed schoon.
Bestek, snijplanken en gardes
Plaats bestek in het daarvoor bedoelde mandje of leg het in de besteklade als je vaatwasser die heeft. Zo blijven messen, lepels en vorken netjes gescheiden en worden ze beter schoon. Zet messen altijd met de punt omlaag – dat is veiliger bij het uitruimen. Lepels en vorken kunnen juist met het handvat naar beneden, zodat het water de vuile kant goed raakt. Groot keukengerei, zoals snijplanken of gardes, zet je het beste rechtop in het bovenrek. Let er dan wel op dat ze de draaiende sproeiarmen niet belemmeren.
Kunststof, keramiek, zilver en hout: wat mag wel en wat niet in de vaatwasser?
Kunststof servies en bestek kun je het beste bovenin de vaatwasser zetten. Daar is het minder heet, waardoor het minder snel vervormt of smelt. Zet kunststof bij voorkeur naast keramiek of aardewerk: die materialen houden warmte vast en helpen kunststof beter drogen. Let ook op met bestek: plaats roestvrij staal niet direct naast zilver. Door contact tijdens het spoelen kan er een chemische reactie ontstaan die het zilver aantast. Houten spatels, pollepels en snijplanken kun je trouwens beter met de hand afwassen. In de vaatwasser kunnen ze door hitte en vocht gaan barsten of kromtrekken.
Kijk ook naar de vuilgraad
Wil je je vaatwasser slim indelen, kijk dan ook naar hoe vuil je afwas is. Zit er aangekoekt of ingedroogd vuil op, spoel dat dan even af voordat je alles inruimt. Zo voorkom je dat het filter verstopt raakt. Gaat het om licht of normaal vervuilde vaat? Dan kun je die meestal zonder voorspoelen in de machine zetten. Let er wel op dat er geen etensresten meer op zitten – denk aan botjes, stukjes groente of andere kliekjes.
Zo kies je het juiste vaatwasmiddel
Bij het kiezen van een vaatwasmiddel heb je grofweg drie mogelijkheden: tabletten of capsules (met poeder of vloeibare vulling), vloeibaar middel in een fles of los vaatwaspoeder. Tabletten zijn makkelijk in gebruik, maar meestal wel de duurste optie per wasbeurt. Vloeibare middelen lossen snel op, maar zijn vaak minder vriendelijk voor je portemonnee én het milieu. Poeder is meestal het voordeligst, mits je goed doseert. Hoe minder vuil je vaat, hoe minder poeder je nodig hebt – en dat scheelt meteen weer in kosten.
Soort | ✅ | ❌ |
---|
Tabletten (poeder en/of vloeibaar) | Gemakkelijk in gebruik | Relatief duur |
Vloeibaar | Lost snel op | Minder zuinig |
Poeder | Goedkoop | Zelf doseren |
Dit moet je echt nooit doen
Wat je beter kunt laten? De vaatwasser helemaal volproppen. Als alles te dicht op elkaar staat, kunnen de sproeiers hun werk niet goed doen en blijft je vaat vies. Let er ook op dat de vaat elkaar niet raakt of deels afdekt – als kopjes bijvoorbeeld tegen schotels leunen of een schaal over een bord heen hangt. Zo voorkom je dat bepaalde delen simpelweg niet schoon worden. Gebruik daarnaast niet te veel – maar ook niet te weinig – vaatwasmiddel.
Vergeet het onderhoud niet!
Tot slot: vergeet het onderhoud niet. Maak het filter regelmatig schoon, verwijder kalkaanslag en draai af en toe een reinigingsprogramma met een speciale machinereiniger. Zo blijft je vaatwasser goed werken en gaat hij een stuk langer mee. Met een paar simpele handelingen blijft alles draaien zoals het hoort.
Lees ook: Hoe maakt een vaatwasser de vaat eigenlijk droog?