Regen, wind, herfst: hoe betrouwbaar zijn weerapps eigenlijk?
Ga je op de fiets naar werk of toch maar met de bus? Neem je een paraplu mee of niet? Wordt het een boswandeling of binnen Netflixen? Ja mensen, het is herfst! En dus kijken we nóg vaker op de weerapp. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? En kun je je planning er echt op baseren?
Weerapps lijken onmisbaar in de herfst, met hun voorspellingen van regen en wind. Ze baseren zich op internationale modellen en radarbeelden, maar lokale buien en storingen maken het beeld nooit helemaal zeker. In dit artikel lees je hoe die apps werken, waarom voorspellingen soms misgaan en hoe je ze slimmer kunt gebruiken. Lees ook: 🍂 Herfst: zo kies je de beste regenkleding voor op de fiets
Hoe weerapps aan hun informatie komen
Weerapps maken geen eigen berekeningen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF en NOAA. Deze organisaties verzamelen een enorme hoeveelheid gegevens via satellieten, weerstations, vliegtuigen en radars. Computers verwerken al die metingen in modellen die proberen te voorspellen hoe luchtdruk, wind en temperatuur zich ontwikkelen.
Een app kiest een of meer van die modellen en combineert die met eigen algoritmes en grafieken. De bekende regenradars laten zelfs bijna realtime zien waar de buien zich bevinden. Dat doen ze met radarbeelden die elke vijf tot vijftien minuten worden ververst. Zo kun je op je scherm volgen hoe een bui zich verplaatst, alsof je een film afspeelt.
Waarom voorspellingen niet altijd kloppen
Voorspellingen voor de komende uren zijn vaak redelijk betrouwbaar. Een bui die nu boven Zeeland hangt, kun je goed volgen richting de Randstad. Maar hoe verder je vooruitkijkt, hoe groter de onzekerheid. Zeker in de herfst, wanneer regenzones zich over honderden kilometers uitstrekken en worden voortgestuwd door stevige wind. Zo'n storing kan onderweg onverwacht vertragen, juist versnellen of een andere koers nemen dan berekend. Daardoor valt de regen soms uren eerder of later dan gedacht, of blijkt hij tientallen kilometers noordelijker of zuidelijker uit te komen.
Daar komt bij dat het weer lokaal grillig kan zijn. Je app kan droog weer aangeven, maar onderweg vormt zich ineens een nieuwe bui die toch voor een nat pak zorgt. Het omgekeerde gebeurt ook: de voorspelde plensbui blijft uit omdat de regenzone onderweg in stukken uiteenvalt.
©Olga Yastremska, New Africa, Afr
Zo haal je meer uit je weerapp
Een weerapp is het meest nuttig als je verder kijkt dan het standaardicoontje met een wolkje of zonnetje. Controleer hoeveel millimeter neerslag er verwacht wordt en op welk tijdstip. Zet de regenradar in beweging in plaats van één stilstaand beeld te bekijken. Dan zie je hoe snel een bui zich verplaatst en kun je beter inschatten of je nog even droog boodschappen kunt doen.
Veel apps geven daarnaast een kansberekening mee. Een melding van 60% kans op regen betekent dat bij zes van de tien vergelijkbare weersituaties daadwerkelijk regen viel. Het zegt dus niet dat jij voor 60% nat gaat worden, maar dat de kans op regen groter is dan op droogte. Hoe hoger het percentage, hoe groter de kans dat je echt je jas en paraplu nodig hebt.
Het eigenzinnige karakter van herfstweer
Hoe goed de modellen ook zijn, de natuur blijft onvoorspelbaar. Kleine verschuivingen in windrichting of luchtdruk kunnen grote gevolgen hebben. In Nederland spelen daarbij de zee, de rivieren en het open landschap een belangrijke rol. Daarom kan het zomaar gebeuren dat je tijdens een herfstwandeling ineens in een plensbui belandt terwijl je app nog droog aangaf, of dat juist onverwacht de zon door de wolken breekt.
Toch zijn de voorspellingen de afgelopen jaren merkbaar beter geworden. Dankzij krachtigere computers, scherpere satellietbeelden en verfijnde algoritmes komen de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid. Helemaal foutloos zullen ze nooit zijn, maar dat maakt het herfstweer misschien ook juist herkenbaar: het blijft een seizoen waarin je altijd rekening moet houden met regen, wind en verrassingen.