Hands-on met de Huawei P9
Het kan knap lastig zijn om een nieuwe smartphone te definiëren. Snellere processors en scherpere schermen zijn vaak technische vernieuwingen, die met de huidige norm eigenlijk niet zoveel weten klaar te spelen. Een high-end toestel in 2016 is immers rap genoeg voor zo'n beetje al het basisgebruik.
Het is dan ook geen wonder dat smartphonemakers steeds vaker proberen om op een specifiek gebied te innoveren. Bij de nieuwe Huawei P9 zien we dat voornamelijk met de nieuwe camera gebeuren. Of nou ja; camera's. Lees ook: Dit zijn de gaafste features van de Huawei P9.
Camera
Deze telefoon heeft namelijk twee 12-megapixelcamera's naast elkaar. De foto's aanwezig op beide sensoren worden door de telefoon gecombineerd tot één beeld met een hogere resolutie. Helemaal nieuw is het niet - we zagen HTC al eens hetzelfde doen - maar Huawei werkt hiervoor samen met camerafabrikant Leica.
We hebben kort met de P9 kunnen spelen, waarbij ook de camera aan bod kwam. Hoewel we op basis van één dag gebruik geen harde conclusie zouden trekken, zijn we enthousiast over wat we tot nu toe hebben gezien.
De camera-applicatie op de P9 is indrukwekkend, al hadden wij eventjes nodig om alle functies te vinden. Met swipes naar links, rechts en vanaf bepaalde posities op het scherm kun je allerlei menu's tevoorschijn halen, waarmee je filters kunt kiezen of geavanceerde opties van de camera kunt bedienen. Zo kun je bijvoorbeeld sluitertijd, diafragma en de ISO-waarde van een afbeelding wijzigen.
Diafragma
Wij zijn het meest onder de indruk van de nieuwere diafragma-opties. Je kunt de camera wijder openstellen, waardoor er een kleinere scherptediepte ontstaat. Ideaal voor portretfoto's, waarbij je de achtergrond liever onscherp hebt. Handig, al vraagt de camera je wel om maximaal twee meter van je onderwerp te staan. Dit werkt dus alleen bij foto's op relatief korte afstand.
Huawei wil wel heel graag benadrukken dat deze telefoon in samenwerking met Leica is ontworpen - iets wat je zelfs hoort als je hem voor het eerst gebruikt. Het geluid van de virtuele sluiterknop is namelijk hetzelfde als bij de ouderwetse Leica-camera's.
©PXimport
De samenwerking met Leica is een goede zet geweest.
Dat laatste is wellicht een gimmick - eentje die niet weghaalt wat wij van de camera vinden. De combinatie van twee cameralenzen en geavanceerde instellingen zorgt ervoor dat je indrukwekkende foto's kunt maken - vooral als je dicht op een onderwerp staat. Hoewel de ingebouwde camera-app wat verwarrend is, hadden wij niet het idee dat we functies mistten die alternatieve apps wel bevatten. Indrukwekkend voor een standaard-app.
Scherm
De 9P bevat een 5,2-inch-scherm met een 1080p-resolutie. Dat maakt het scherm een stuk slechter dan die van bijvoorbeeld de Galaxy S7, die gebruikmaakt van een QHD-resolutie van 2540 bij 1140 pixels.
Niet dat je de pixels op de P9 heel snel van elkaar zult onderscheiden. De pixeldichtheid is daar simpelweg te hoog voor - tenzij je een VR-bril zoals Google Cardboard gebruikt. Dan zal het verschil waarschijnlijk sneller duidelijk zijn. Op het moment een niche waar velen zich nog geen zorgen over maken, maar wat als VR mainstream wordt? Dan is de Huawei P9 iets minder toekomstbestendig.
©PXimport
Het toestel heeft een Kirin 955 2,5GHz 64-bit ARM-processor. Een flinke mond vol, voor wat neerkomt op een chip die je telefoon zo snel maakt als je zou verwachten.
Het meest noemenswaardig is de 3000mAh-batterij in de P9 - een accu waarmee je het meer dan een dag moet volhouden. Bij een eerste indruk kunnen we dat niet ter plekke ondervinden - we moeten immers ook weer naar huis. Maar qua specificaties plaatst dit de P9 tussen de iPhone 6s (1715mAh) en Galaxy S7 (3600mAh). Bedenk je dat de processor minder pixels hoeft aan te sturen dan bij zijn Android-concurrent, dan kan dit tot een indrukwekkende accuduur leiden.
©PXimport
Huawei noemt de randen om het scherm 'onzichtbaar', en daar valt wel wat voor te zeggen.
iOS-achtig
Het moet wel gezegd worden: Huawei's Android-skin EMUI voelt zelfs op de P9 nog wat verdraaid vertrouwd aan. Het iconenscherm is namelijk één op één een kopie van het app-scherm van Apple's iOS. Het absolute hoogtepunt (of dieptepunt) is het ontwerp van mapjes op de Huawei-telefoon. Die zien er precies hetzelfde uit als op een iPhone. De plaatsing en hoeveelheid icoontjes in zo'n map is hetzelfde en de achtergrond identiek.
Voor een gewone gebruiker zal dat geen groot bezwaar zijn: dit ontwerp werkt prima en het is aan Apple om mogelijk kopieerwerk aan te vechten. Zit je diep genoeg in Android om je er aan te storen, dan kun je een alternatieve app-launcher installeren. Maar het is op een principieel niveau wat gek - vooral omdat Huawei tijdens de onthulling van de P9 zijn toestel direct met de iPhone 6s bleef vergelijken. Huawei wil uitstralen een stap verder te zijn, maar neemt design vrij rechtstreeks over.