ID.nl logo
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.