ID.nl logo
Huis

Windows op Mac: de voordelen van virtualisatie

Standaard staat er op een pc één besturingssysteem. Met multiboot is het wel mogelijk meerdere besturingssystemen op één pc te installeren, maar je kunt die dan niet gelijktijdig gebruiken. Virtualisatie biedt die mogelijkheid wel. Zo draai je eenvoudig Windows op macOS, of juist Linux.

Bij virtualisatie installeer je eerst gewoon één besturingssysteem op de pc. Dit heet het host-besturingssysteem. Binnen dat besturingssysteem installeer je vervolgens een virtualisatielaag, de virtual-machinemanager. Deze softwarelaag voegt de mogelijkheid toe om op de pc virtuele machines in te richten. Een virtuele machine is een software-imitatie van een computer, die via de virtualisatielaag gebruikmaakt van de hardware van een andere fysieke computer.

Je kunt zo’n virtuele machine opstarten en ziet dan net als bij een echte computer het bios starten, daarna kun je een besturingssysteem installeren. In de virtualisatielaag configureer je meestal per virtuele machine hoeveel van het computergeheugen die krijgt om te gebruiken, hoeveel rekenkracht van de processor en hoeveel opslagruimte op de fysieke schijf.

Voordelen op een rij

De extra mogelijkheden die ontstaan door virtualisatie zijn legio. Zo kun je doordat host- en gast-besturingssystemen gelijktijdig actief zijn, gelijktijdig op dezelfde computer meerdere versies van een besturingssysteem gebruiken. Bijvoorbeeld: Windows 10 naast Windows 7 of 8. Of twee versies van Windows 10 naast elkaar. Maar je kunt ook besturingssystemen als Linux, OpenBSD, Solaris of het antieke MS-DOS gebruiken. Je kunt programma’s die maar op één specifiek besturingssysteem werken, toch tegelijkertijd met je ‘normale’ applicaties gebruiken.

In het verlengde hiervan kun je verouderde software blijven gebruiken die niet meer compatibel is met een nieuwere versie van het host-besturingssysteem. Dit kan zelfs voorkomen dat je een dure nieuwe licentie moet kopen voor een nieuwere versies wanneer de oude op zich nog prima voldoet.

Jekunt verouderde software blijven gebruiken die niet meer compatibel is met een nieuwere versie van het host-besturingssysteem

-

Virtuele machines zijn ook ideaal om onbekende programma’s te testen. De software die je in de virtuele machine gebruikt, kan namelijk niet de werking van het host-besturingssysteem verstoren. Het is dus veilig om software binnen een virtuele machine te gebruiken, al zijn antivirus en updates daar even noodzakelijk.

Hardware voor virtualisatie

Virtualisatie heeft twee ingrediënten: virtualisatiesoftware én een fysieke computer. Bij deze computer tellen vooral de processor, werkgeheugen en opslag mee. Toch hoeft het echt geen heel dure en uitgebreide computer te zijn. Een computer van een paar jaar oud met 4 GB geheugen en een paar gigabytes vrije ruimte op de harde schijf volstaat al. Alleen kun je dan wel minder virtuele machines tegelijk draaien.

Want hoewel de virtualisatiesoftware de rekenkracht van de computer keurig verdeelt, het host-besturingssysteem claimt altijd een deel van de rekenkracht en het geheugen, en belast ook de harde schijf. In de praktijk is vooral de hoeveelheid intern geheugen cruciaal: 4 GB is net aan, 8 GB is prima, 16 GB of meer perfect. Gebruik daarnaast het liefst een recente 64bit-processor en een ssd in plaats van een harde schijf (met minstens enkele tientallen gigabytes beschikbaar).

Virtualisatie-software: VirtualBox en VMware

Het aanbod aan virtualisatieprogramma’s is niet heel groot. Allereerst is er VMware, dat biedt voor zowel Windows als Linux twee dezelfde programma’s: Workstation Pro en Workstation Player. Hoewel de naam anders suggereert, kun je met de Player ook virtuele machines maken. Bovendien is Workstation Player gratis voor niet-commercieel gebruik. Voor macOS biedt VMware de betaalde programma’s Fusion en Fusion Pro. Ook Parallels Desktop is een betaalde optie voor macOS.

Wil je gratis gebruikmaken van virtualisatie, dan is er naast VMware Player nog VirtualBox. VirtualBox is opensource en beschikbaar voor Windows, Linux, Solaris, OpenSolaris én macOS. VirtualBox stelt de minste eisen aan de hardware, maar is minder uitgebreid en minder goed in complexe grafische toepassingen en games. Tot slot heeft iedereen met een 64bit-versie van Windows 8 Pro of Windows 10 Pro de mogelijkheid het onderdeel Hyper-V aan de Windows-installatie toe te voegen. Ook hiermee is het mogelijk virtuele machines in te richten.

©PXimport

Ga je virtualiseren op Windows, macOS of Linux? Heb je meer of minder geavanceerde functies nodig? Wil je ervoor betalen? Heb je veel grafische rekenkracht nodig? Dit zijn belangrijke overwegingen.

Wil je op elk besturingssysteem dezelfde virtualisatie gebruiken, dan is VirtualBox de enige keuze. Wil je meer geavanceerde functies en betere grafische prestaties, dan zijn de andere programma’s geschikter. Op macOS is de keuze tussen VMware Fusion, Fusion Pro of Parallels Desktop vooral te maken op basis van de prijs en mogelijke voorkeur. Op Windows voldoet VMware Player voor de meeste zaken. Wil je de meest geavanceerde mogelijkheden, dan kun je VMware Workstation Pro overwegen, maar met een prijs van 275 euro is dat programma niet goedkoop.

Hoewel sommige combinaties wel mogelijk zijn, raden we het in de praktijk af om meerdere virtualisatieprogramma’s tegelijk geïnstalleerd te hebben op één pc.

In een volgend artikel (binnenkort te verschijnen) nemen we VirtualBox en VMware Player nader onder de loep.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.