ID.nl logo
Overstappen op Linux - Deel 3: Aan de slag met Linux Mint
© Reshift Digital
Huis

Overstappen op Linux - Deel 3: Aan de slag met Linux Mint

In het vorige deel van onze reeks installeerde je Linux Mint 17.3 op je computer. Deze keer ga je aan de slag met je Linux-systeem. We maken je wegwijs in Linux Mint en tonen de verschillen met Windows. We laten je zien wat je allemaal kunt instellen en we besteden ook aandacht aan de beveiliging.

Tip 01: Programma's starten

We hebben het in vorig artikel al even gedaan om je hardware aan de praat te krijgen, maar nu gaan we er wat dieper op in: programma's starten. De desktopomgeving Cinnamon heeft onderaan een paneel met van links naar rechts: het hoofdmenu, snelkoppelingen naar veel gebruikte programma's, de taakbalk met miniaturen voor geopende vensters en het systeemvak met notificatie-icoontjes. Lees ook: Overstappen op Linux - Deel 2: Linux Mint installeren.

Klik je linksonder op het menu-icoontje of het woord Menu, dan ontvouwt zich het hoofdmenu. Standaard staan alle toepassingen geselecteerd en krijg je in de rechterkolom van het menu alle beschikbare toepassingen alfabetisch in een lijst. Selecteer je daarentegen een categorie onder Alle toepassingen, dan krijg je alleen de programma's in die categorie te zien, wat overzichtelijker is. Je kunt ook in het zoekveld beginnen te typen. Een klik op een icoontje start het programma. Rechtsklik je op een icoontje, dan krijg je eronder de mogelijkheid om het icoontje aan de snelkoppelingen in het paneel toe te voegen, op het bureaublad te plaatsen, aan de favorieten in de linkerkolom van het hoofdmenu toe te voegen of om de software te verwijderen. Onder de favorieten staan knopjes om het scherm te vergrendelen met je wachtwoord, af te melden en de computer uit te schakelen.

©PXimport

Tip 02: Vensters beheren

Zodra je een programma hebt gestart, opent dat één of meerdere vensters. Elk venster heeft bovenaan een titelbalk met helemaal rechts drie knopjes: met het minteken minimaliseer je het venster, met het plusteken maximaliseer je het venster of herstel je het tot zijn normale grootte en met het kruisje sluit je het venster en - in het geval dat het om het hoofdvenster gaat - ook het programma. Een venster dat niet is gemaximaliseerd, geef je een willekeurige grootte door de randen te verslepen. Het venster laat zich bovendien verplaatsen als je de titelbalk versleept.

Elk geopend venster krijgt een miniatuur in de taakbalk waarmee je het venster naar de voorgrond brengt. Heb je veel vensters open, dan wordt het wat onoverzichtelijk. Rechtsklik dan op de titelbalk van een venster, kies Naar ander werkblad verplaatsen en dan een van de andere werkbladen. Met de toetsencombinatie Alt+Ctrl+pijltje rechts ga je naar het volgende werkblad en met Alt+Ctrl+pijltje links keer je terug naar het vorige. Overigens kan een venster ook op alle werkbladen tegelijk zichtbaar zijn. Rechtsklik daarvoor op de titelbalk en vink Op alle werkbladen zichtbaar aan. Een andere optie is Altijd bovenop, waardoor het venster altijd boven de andere vensters zichtbaar blijft, ook als die andere vensters geselecteerd zijn.

©PXimport

Tip 03: Notificatie-icoon

Het systeemvak met notificatie-icoontjes herbergt in weinig ruimte heel wat functionaliteit. Op elk icoontje kun je klikken om meer informatie te tonen of rechtsklikken om in te stellen welke informatie je te zien krijgt. Zo krijg je met een klik op het icoontje van de persoon snelle toegang tot de systeeminstellingen en enkele handige acties: het beeldscherm vergrendelen, van gebruiker wisselen, afmelden en de computer uitschakelen.

Met het bluetooth-icoontje stel je de zichtbaarheid van je computer via bluetooth in, koppel je nieuwe bluetooth-apparaten en verzend en ontvang je bestanden. Met het netwerkicoontje verbind je met bekabelde, draadloze en mobiele netwerken en open je de netwerkinstellingen. Het batterij-icoontje toont je hoelang je batterij nog meegaat en geeft je toegang tot het energiebeheer. Het icoontje van een schild toont een groen vinkje als je systeem up-to-date is en een i in het blauw als er updates beschikbaar zijn. Klik je op de datum en tijd, dan krijg je een kalender te zien. En achter het icoontje van de twee overlappende vensters schuilt een lijst van alle geopende vensters op alle werkbladen. Met een klik op een venster breng je het naar de voorgrond op het bijbehorende werkblad.

©PXimport

Tip 04: Bestanden

Klik je bij de snelkoppelingen of in de favorieten van het hoofdmenu op het groene icoontje van de map of dubbelklik je op het bureaublad op Persoonlijke map, dan start het programma Nemo. Dit is te vergelijken met Verkenner in Windows. Het opent je persoonlijke map, met daarin mappen zoals Afbeeldingen, Bureaublad, Documenten, Downloads, Muziek en Video's. Dubbelklik op een map om de inhoud te bekijken of op een bestand om het met zijn standaardprogramma te openen. Rechtsklik je op een map of bestand, dan krijg je nog andere mogelijkheden, waaronder een submenu Openen met om een bestand in andere toepassingen dan de standaardtoepassing te openen. Dit werkt dus hetzelfde als in Windows.

Klik je in de zijbalk van Nemo links op Bestandssysteem, dan krijg je de hele inhoud van je Linux-bestandssysteem te zien. Daar ga je normaal niet veel mee te maken krijgen, maar om je een idee te geven: in home vind je voor elke gebruiker zijn persoonlijke die als naam de gebruikersnaam heeft, in etc vind je configuratiebestanden en in tmp tijdelijke bestanden. De zijbalk toont ook andere partities (bijvoorbeeld je Linux-partitie) en usb-sticks en cd-roms. Heb je een apparaat aangekoppeld, klik dan eerst op het eject-icoontje erbij in de zijbalk voor je het afkoppelt.

©PXimport

Mappen in Linux

Linux heeft een andere naamgeving voor mappen dan Windows. Terwijl Windows de backslash () gebruikt om namen van mappen en bestanden in padnamen te scheiden, werkt Linux daarvoor met de voorwaartse slash (/). Maar dat is niet het enige verschil. Windows kent het concept van schijfletters, zoals C:, D: enzovoort. Linux kent dat concept niet. Alle partities worden aangekoppeld onder één hoofdmap, die door een enkele slash wordt aangeduid. De inhoud van een cd-rom of dvd komt dan onder /cdrom, terwijl usb-apparaten elk een map onder /media krijgen. De inhoud van je hoofdpartitie (in Linux-termen de root-partitie) komt rechtstreeks onder / te staan. Zo staan programma's onder andere in /usr/bin, bibliotheken die door meerdere programma's worden gedeeld (te vergelijken met de dll's onder Windows) in /usr/lib, configuratiebestanden in /etc en andere bestanden in /usr/share.

©PXimport

Tip 05: Systeeminstellingen

Het programma Systeeminstellingen voegt allerlei instellingen samen, te vergelijken met het Configuratiescherm in Windows. Wil je je Linux-systeem naar je hand zetten, dan bekijk je het best alle onderdelen van dit programma eens. We zullen ze hier niet allemaal doornemen, maar beperken ons tot de basis.

De instellingen zijn onderverdeeld in vier categorieën. Onder Uiterlijk vind je instellingen waarmee je het uiterlijk van Cinnamon aanpast. Onder Voorkeuren pas je het gedrag van Cinnamon aan, zoals voor meldingen, vensters en werkbladen en extensies. Onder Apparatuur staan alle instellingen die te maken hebben met je printer, beeldscherm, geluid, bluetooth, energiebeheer, netwerken, toetsenbord en muis enzovoort. Onder Beheer staan tot slot enkele basisinstellingen zoals voor het aanmeldvenster, firewall, gebruikers en groepen, pakketbronnen en het stuurprogrammabeheer. Overigens vind je in het hoofdmenu onder de categorie Voorkeuren naast bovenstaande onderdelen ook nog een aantal andere programma's voor instellingen, zoals Schijven, Uw bestanden delen, Wachtwoorden en sleutels en Werkomgeving delen.

©PXimport

Tip 06: Gebruikers

Door gebruikersaccounts aan te maken, heeft elke gebruiker zijn eigen persoonlijke map waarin hij zijn bestanden opslaat. Ook kan ieder dan zelf het gedrag en uiterlijk van Cinnamon aan zijn smaak aanpassen. Open daarvoor in de Systeeminstellingen het onderdeel Gebruikers en groepen. Je ziet daar één gebruiker staan, degene die we tijdens de installatie van Linux Mint hebben aangemaakt.

Als type staat er voor die gebruiker Beheerder, wat betekent dat je software mag installeren en updaten en systeembrede instellingen mag aanpassen. Een nieuwe gebruiker aanmaken gaat met een druk op de knop Toevoegen linksonder. Het gebruikerstype laat je het best op Standaard staan, zodat de gebruiker geen beheertaken kan uitvoeren. Voer een volledige naam en korte gebruikersnaam in en druk op Toevoegen. Als je de gebruiker een wachtwoord wilt geven, klik dan op Geen wachtwoord ingesteld. Door nu in het hoofdmenu op het knopje Afmelden te klikken, kun je naar de desktop van de andere gebruiker overschakelen. Een klik op Gebruiker wisselen laat je huidige gebruiker daarnaast ingelogd, terwijl een klik op Afmelden eerst je huidige sessie afsluit voor je in het aanmeldvenster de nieuwe gebruiker kunt selecteren. De nieuwe gebruiker kan zijn wachtwoord daarna veranderen in het onderdeel Accountdetails van de Systeeminstellingen.

©PXimport

Tip 07: Firewall

Linux Mint komt standaard met een firewall, maar die is uitgeschakeld. Als je computer op een vertrouwd netwerk zoals thuis is aangesloten, is de firewall in principe niet nodig, want je computer is toch niet rechtstreeks via internet bereikbaar omdat er een router tussen zit en de andere apparaten op je netwerk normaal te vertrouwen zijn. Maar dat is anders als je weleens met een openbaar wifi-netwerk verbindt of een ander netwerk dat je zelf niet helemaal onder controle hebt. Installeer eerst het programma gufw (zie daarvoor het artikel over software onder Linux Mint).

Open dan het onderdeel Firewall in de Systeeminstellingen en verander het profiel van Thuis in Openbaar. Inkomend netwerkverkeer, behalve enkele uitzonderingen, wordt dan verworpen en uitgaand netwerkverkeer is dan toegestaan. Verzeker je ervan dat de Status Aan is. Als je terug op je vertrouwde netwerk bent, verander je het profiel terug naar Thuis. Wil je extra veiligheid, werk dan altijd met het profiel Openbaar. Regels toevoegen kan overigens eenvoudig door op het plusteken te klikken. Kies de toepassing uit de lijst die je netwerktoegang wil geven en klik daarna op Toevoegen.

Veiligheidstips

Voor Linux gelden zo goed als dezelfde veiligheidsrichtlijnen als voor Windows. Installeer updates voor je besturingssysteem en software zodra die beschikbaar zijn (zie daarvoor het artikel over software onder Linux Mint). Installeer alleen programma's uit een betrouwbare bron en beperk je bij voorkeur tot de standaard pakketbronnen van Linux Mint. Beveilig je draadloze netwerk en wees voorzichtig met openbare draadloze netwerken. Surf niet naar schimmige websites en gebruik altijd https als je online gevoelige informatie invult. Een virusscanner op Linux draaien is niet nodig omdat de kans klein is dat je slachtoffer van een Linux-virus wordt, maar doe het gerust als je wilt vermijden dat je zonder dat je het weet Windows-virussen verspreidt. Dit alles is samen te vatten in één zin: gebruik te allen tijde je gezond verstand.

©PXimport

Klaar voor de volgende stap? In het vierde en laatste deel gaan we software installeren en beheren.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.