ID.nl logo
Maak de best passende bureaublad-achtergrond
© Reshift Digital
Huis

Maak de best passende bureaublad-achtergrond

Zo’n beetje elk modern besturingssysteem met een grafische gebruikersinterface beschikt over de mogelijkheid om een bureaublad-achtergrond in te stellen. Zorg voor het best passende exemplaar!

Hoewel computers tegenwoordig standaard voorzien zijn van tenminste 8GB RAM, is het onzin om nodeloos geheugenruimte te verspillen aan een bureaublad-achtergrond. Zeker 24+ megapixel-foto’s zijn nog altijd zwaar in omvang. Tuurlijk: je OS schaalt de foto’s wel voor je. Maar daarbij kun je in ‘problemen’ terechtkomen. Wellicht oogt jouw foto vreemd omdat hij niet goed is afgesneden, of ziet het er uitgerekt of in elkaar gedrukt uit. Allemaal oplosbaar door vooraf de foto bedoeld voor een bureaublad-achtergrond vooraf aan te passen.

Achterhaal je schermresolutie

Dat aanpassen kan in iedere zichzelf respecterende fotobewerker. In dit voorbeeld gebruiken we Artstudio Pro voor iOS/iPadOS. Maar dat had net zo goed GIMP onder Linux of Photoshop onder Windowskunnen zijn. Voordeel van de iOS-weg is, dat je alvast lekker onderweg in de trein wat foto’s van je filmrol kunt prepareren natuurlijk! Hoe dan ook, wat zaak is om als allereerste te doen alvorens te beginnen is het achterhalen van de schermresolutie van de computer waarvoor je de bureaublad-achtergrond wilt prepareren. In het geval van Windows 10 doe je dat door de app Instellingen (menu Start) te starten. Klik dan op Systeem en vervolgens op Beeldscherm, alwaar je onder Schermresolutie het gezochte vindt. Noteer of onthoud dit.

Verhouding

Start je fotobewerker en open een foto die je als bureaublad-achtergrond wilt gebruiken. Klik dan op het bijsnijdgereedschap van je fotobewerker. In meeste van dit soort programma’s kun je bij deze tool de gewenste beeldverhouding opgeven. In bijvoorbeeld Artstudio Pro en Photoshop kan dat heel makkelijk door gewoon de gevonden getallen van de horizontale en verticale resolutie in te vullen. Ofwel: heb je een beeldscherm met een resolutie van 1920 x 1080 (full HD) dan vul je simpelweg die waarden in in het bijsnijdgereedschap. Oudere en vaak net wat minder flexibele beeldbewerkers kunnen alleen overweg met een setje standaardwaarden. Daarbij is het goed om in het achterhoofd te houden dat een Full HD-scherm (meest gangbaar anno nu) een beeldverhouding heeft van 16:9. Een antieke resolutie – vroeger heel gangbaar – is 1024 x 768, wat gelijk staat aan een beeldverhouding van 4:3. Foto’s gemaakt met een compact-camera zijn veelal opgeslagen in die 4:3-beeldverhouding; foto’s gemaakt met een spiegelreflex of systeemcamera in 3:2-verhouding. Kortom: meestal zal er wat uitgesneden moeten worden.

©PXimport

Van 4:3 naar 16:9

In ons voorbeeld pakken we een 12 megapixel smartphonefoto met een resolutie van 4032 x 3024. 4032 / 3024 = 1,333. Ofwel 4/3 (= 1,333). We willen de foto als bureaublad-achtergrond gebruiken op een 1920 x 1080 scherm, dus vul die waarden in in de verhoudingsvelden van je bijsnijdgereedschap (of kies voor 16:9). Maak vervolgens een uitsnede in die 16:9-verhouding. Verklein de foto dan naar 1920 x 1080 pixels; in Artstudio Pro kies je daarvoor in het menu Image de optie Resize Image. Vul de gewenste waarden 1920 x 1080 in de daarvoor bestemde velden. Kies – indien beschikbaar in jouw programma – de beste resample-methode of laat je software die zelf selecteren. Na verkleinen helpt een unsharp-mask vaak om de foto (weer) haarscherp te krijgen. Je vindt dat onscherpte-masker veelal in de afdeling filters van je bewerker (in ArtStudio Pro onder Filters, Sharpen en Unsharp Mask.

©PXimport

Bestandsformaat

Nu je foto nog opslaan. Om geen JPEG-compressie-artefacten in beeld te zien (je zit wel de hele dag tegen dit plaatje aan te kijken…) kun je het best kiezen voor .bmp (Windows) of .png (Linux). Je kunt trouwens .jpg gebruiken in Windows 10, maar stel dan de hoogste kwaliteit in (100%) als je exporteert (of gebruik maakt van Opslaan als) in je fotobewerker. Let trouwens op dat je nietOpslaan gebruikt, want dan overschrijf je de originele foto! In ons geval bewaren we het plaatje dan toch maar in .JPG-formaat. Daarbij moet je wel bedenken dat Windows er intern nog een compressieronde overheen gooit. Dat is – voor de die-hards – te voorkomen door de alhier op Reddit gepresenteerde registerhack toe te passen; geheel op eigen risico vanzelfsprekend.

©PXimport

Achtergrond instellen

Tijd om de afbeelding daadwerkelijk als bureaublad-achtergrond in te stellen. Als voorbeeld gebruiken we Windows 10. Bewaar je aangepaste achtergrond-afbeelding bijvoorbeeld in een speciaal daarvoor aangemaakte map op de systeemschijf, iets als Bureaubladachtergronden volstaat. Klik in de Windows Verkenner met de rechter muisknop op de geprepareerde afbeelding en klik dan in het geopende context-menu op Als bureaubladachtergrond gebruiken. In principe ben je nu klaar, als is het altijd de moeite waard om nog even met de rechter muisknop op een leeg stukje bureaublad te klikken. Selecteer in het daarop geopende contextmenu de optie Aan persoonlijke voorkeur aanpassen.

©PXimport

Finetunen en diashow voor twijfelaars

Als je alles goed hebt gedaan, dan kun je in het geopende venster de optie Centreren kiezen onder Kies de gewenste weergave. Je afbeelding wordt dan precies passend getoond. Een afbeelding die een andere beeldverhouding heeft, kan ‘passend’ gemaakt worden via de optie Vullen (maar dan heb je dus geen controle over afsnijdingen en dergelijke). Bevalt de achtergrond je niet en wil je weer terugkeren naar de standaard Windows 10 bureaublad-achtergrond, dan vind je die onder Kies uw afbeelding. Ben je tot slot een type dat niet kan kiezen, dan loont het de moeite om een hele serie foto’s te prepareren voor jouw scherm, op de eerder beschreven wijze. Plaats ze allemaal in je map met bureaublad-achtergronden. Kies dan in het venster Instellingen (rechter muisklik op leeg stukje bureaublad, Aan persoonlijke voorkeur aanpassen) onder Achtergrond op Diavoorstelling. Klik op Bladeren en blader naar je map met bureaublad-achtergronden. Klik op Deze map kiezen en je zult zien dat op gezette tijden je achtergrond verandert. De tijdsinterval is naar wens instelbaar met het selectiemenu onder Afbeelding wijzigen elke (standaard is 30 minuten). Ook de afspeelvolgorde is instelbaar. Onder Kies de gewenste weergave kun je bij correct geprepareerde afbeeldingen weer kiezen voor Centreren.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.