ID.nl logo
Huis

Online privacy: De risico's van centralisatie

Veel online diensten zijn tegenwoordig 'walled gardens'. Dat wil zeggen dat je je aan de regels moet houden, anders mag je niet meespelen. We noemen het ook wel centralisatie, en het brengt risico's met zich mee voor online privacy. Wat is precies het gevaar?

Lees eerst: Hoe het internet telkens verder centraliseert

De kern van de zaak is dit: op het gebied van beveiliging en privacy (die nauw samenhangen) zondig je met centralisatie tegen ‘the principle of least privilege’, een basisprincipe in de beveiligingswereld.

Volgens dit principe mag elke component van een computersysteem alleen toegang krijgen tot die informatie en systeembronnen die nodig zijn voor het uitvoeren van zijn taak. Zo is er minder kans op lekken. Grootse gecentraliseerde systemen zoals Facebook hebben toegang tot zoveel informatie dat de kans op lekken en privacy-inbreuken vrij hoog is. Dat principe geldt overigens ook andersom: als je veilig informatie wilt uitwisselen, dien je dat te doen met het minimale systeem dat daarvoor nodig is.

Als jij privéfoto’s wilt uitwisselen met een vriend, heb je daarvoor een systeem nodig dat alleen aan jou en je vriend toegang tot die foto’s geeft, en niet een of andere server daartussen. De veiligste manier is dus een peer-to-peer-bestandsuitwisseling, of via een server van jou of van je vriend in jouw respectievelijk zijn huis.

Een eigen bestandsuitwisselingsserver op een vps is al iets minder veilig en als je die privéfoto’s via Facebook uitwisselt, gebruik je een gigantisch netwerk dat toegang heeft tot zoveel bestanden en zoveel informatie over jou en andere personen dat je het onmogelijk nog veilig kunt noemen.

©PXimport

Als er bijvoorbeeld iemand op de servers van Facebook inbreekt, heeft die persoon toegang tot een schat aan privéinformatie, zoals die privéfoto’s die je met je vrienden uitwisselt, privéberichten, maar ook je zoekgeschiedenis enzovoort. En dat ook van een paar miljard andere gebruikers... En het hoeft niet bij inbraken te blijven. Overheden vinden dit soort bedrijven maar al te leuk om hun burgers te monitoren: ze hoeven maar één bedrijf te overtuigen om gegevens door te spelen.

Lock-in: Ze laten je niet meer los

Een ander probleem is ‘lock-in’: zodra je een tijdje met een gecentraliseerde dienst werkt, zit je daar in veel gevallen aan vast. Dat is deels door het netwerkeffect: als iedereen van je vrienden Facebook gebruikt en jij ook, en je beslist om je Facebook-profiel te verwijderen, dan voel je je plots buitengesloten. Er is immers geen alternatief dat ook door je vrienden gebruikt wordt. Als je op de hoogte wilt blijven van wat ze doen, ben je dus genoodzaakt om Facebook te blijven gebruiken.

Sociale netwerken en andere gecentraliseerde diensten verdienen hun geld vooral met verkopen van advertenties op maat. Het is voor hen dan ook belangrijk om zoveel mogelijk gebruikers zo lang mogelijk op de website te houden en er zoveel mogelijk informatie van los te peuteren. De meeste diensten maken het dan ook moeilijk om naar een concurrent over te stappen en je informatie in een bruikbare vorm te downloaden.

Koppelingen met andere websites gebeuren vaak alleen als de dienst dit expliciet toelaat of zelf ontwikkelt. Dat is ook een vorm van lock-in: het verhoogt de kostprijs van een overstap. Bij gedecentraliseerde diensten is het uitwisselen van gegevens juist een noodzaak om een werkend systeem te hebben, dus daar ben je vrij om van systeem te veranderen.

Censuur en manipulatie

Centralisatie werkt ook censuur in de hand. Zo censureert Facebook alles wat het niet bevalt: een blote borst op een foto van een moeder die borstvoeding geeft aan haar baby, maar ook een link naar een concurrerend sociaal netwerk. Daartegen protesteren helpt niet, want dan krijg je te horen dat je hebt ingestemd met de algemene voorwaarden. Als je daar niet mee instemt, kun je Facebook niet gebruiken en word je buitengesloten van je vrienden. En zo accepteren we allemaal de censuur.

©PXimport

En er zijn nog veel geniepiger nadelen aan centralisatie. Zo wordt manipulatie wel heel eenvoudig als één partij de macht heeft om miljarden mensen iets te laten zien of niet. Dat is niet uit de lucht gegrepen: midden maart 2018 werd duidelijk dat het bedrijf Cambridge Analytica persoonlijke gegevens van miljoenen Facebook-gebruikers zonder hun medeweten had verzameld en daaruit een gedetailleerd profiel van die gebruikers had ontwikkeld om hun specifieke advertenties te tonen. Zo werden die gebruikers op subtiele wijze gemanipuleerd om voor Trump te stemmen in de aanloop van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.

Cambridge Analytica kwam aan die informatie doordat een professor enquêtes op Facebook had gehouden en de informatie daaruit aan het bedrijf had doorverkocht. Maar die informatie verkreeg de professor van Facebook, niet alleen van degenen die de enquête invulden, maar ook van hun vrienden. Overigens werd Cambridge Analytica ook ingezet voor de Vote Leave-campagne voor de brexit. De gecentraliseerde netwerken zoals Facebook maken het wel heel gemakkelijk voor partijen zoals Cambridge Analytica om de publieke opinie te bespelen en ons zo allemaal te manipuleren.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.