ID.nl logo
Geen internet? Stel failover wan in als back-up met 4G
© Reshift Digital
Huis

Geen internet? Stel failover wan in als back-up met 4G

Geen internet meer hebben, komt altijd ongelegen. In een professionele internetrouter is het mogelijk om een zogenoemde ‘failover wan’ in te stellen. Bij een uitval van je internetverbinding schakelt je router dan automatisch over naar een tweede internetverbinding, zodat je altijd online blijft. Hier werken we dit uit met OPNsense en het mobiele 4G-netwerk als tweede internetverbinding.

Voor de gemiddelde PCM-lezer zal maar weinig vervelender zijn dan te ontdekken dat onverwacht de internetverbinding is uitgevallen. Stel dat iemand vlak voor een belangrijke deadline iets moet doorsturen. Gelukkig kun je op dit soort voorvallen voorbereid zijn: je definieert een zogenoemde ‘failover wan’. Dit is feitelijk een tweede internetaansluiting, die inactief blijft zolang je primaire internetaansluiting nog werkt, maar geactiveerd wordt zodra de primaire internetaansluiting het laat afweten. Daarvoor controleert je router continu de toestand van je hoofdinternetaansluiting.

Bedrijven leggen voor de zekerheid een tweede internetkabel aan van een andere provider, maar voor particulieren is dat wat duur. Gelukkig is er een eenvoudige oplossing, die meer dan voldoende is voor een incidentele uitval: gebruik het mobiele 4G-netwerk als secundaire internetaansluiting. Bij sommige internetabonnementen krijg je al een datasimkaart met een beperkt dataverbruik, bedoeld om in een tablet te steken. Met een usb- of mini-PCIe-modem kun je die simkaart ook in je router gebruiken, of je steekt de simkaart in een mifi-router met ethernetpoort die je op je router aansluit.

In deze masterclass gaan we dit realiseren met OPNsense, een opensource op FreeBSD gebaseerd besturingssysteem dat van een computer een firewall en router voor je thuisnetwerk maakt. Ben je er niet bekend mee? Je vindt hier meer informatie over OPNsense installeren.

We gaan ervan uit dat je al een werkende primaire internetaansluiting geconfigureerd hebt in OPNsense, door één ethernetpoort die op je modem is aangesloten tijdens de basisconfiguratie van OPNsense als wan-interface te definiëren. Een andere ethernetpoort van je OPNsense-machine is op de switch aangesloten waarmee de apparaten van je thuisnetwerk verbonden zijn, en is gedefinieerd als lan-interface.

4G-modem installeren

Eerst dien je een ondersteunde 4G-modem te hebben. Je raadpleegt het best de hardwareondersteuning van de door OPNsense gebruikte FreeBSD-release. In de documentatie van OPNsense geeft men de Huawei ME909u-521 en Sierra Wireless MC7304 miniPCIe-modems als voorbeeld, evenals het Huawei E220 usb-modem (voor 3G). We raden aan om geen aankoop te doen voordat je zeker weet dat het modem door FreeBSD of OPNsense ondersteund wordt, maar soms vraagt het wat experimenteerwerk. Wellicht heb je nog een 3G- of 4G-modem liggen, probeer dat dan zeker eens uit.

De zoektocht naar een ondersteund 4G-modem liep bij ons niet van een leien dakje. De documentatie en ervaringen op de fora van OPNsense, pfSense en FreeBSD bleken niet heel behulpzaam. Daarom leggen we in dit artikel uitgebreid uit hoe je de verschillende typen 4G-modems installeert, zodat je altijd een leidraad hebt, welk modem je ook koopt. Ter info: wij hebben zonder succes een Option Globetrotter HSDPA-modem (een oud 3.5G-modem) en een Huawei E3372h-modem geprobeerd (de documentatie van pfSense gaf aan dat die laatste moest werken). De E3372h hebben we ook met E3372s-firmware geflasht (waarbij je de behuizing moet openbreken en je de garantie verliest!). Dat had volgens de documentatie van pfSense ook moeten werken, maar bij ons niet.

©PXimport

Uiteindelijk hebben we de suggestie van iemand op het OPNsense-forum gevolgd en een Netgear LB2120 4G-router gekocht. Drie keer zo duur dan de Huawei E3372h, maar dit modem werkt. Nu dien je het 4G-modem te installeren. Is het een PCIe-modem en beschikt je OPNsense-machine over een PCIe-slot, dan is dat eenvoudig. Vergeet niet de meegeleverde antenne aan te sluiten én je simkaart in het modem te steken.

Usb-modem installeren

Voor een usb-modem is het vaak wat omslachtiger. Veel van deze modems doen zich namelijk als een usb-opslagapparaat voor, waarop je drivers vindt. Voor Windows-gebruikers is dat misschien behulpzaam, maar niet voor FreeBSD, waarvoor die drivers natuurlijk nutteloos zijn. OPNsense raakt daardoor van slag. Gelukkig bestaat er een programma dat je modem kan omschakelen zodat, die zich niet meer als opslagapparaat voordoet: usb_modeswitch. Log via ssh in als root op de OPNsense-machine en kies dan 8 voor een shell. Installeer het programma met:

pkg install usb_modeswitch

Bevestig de installatie. Dan komt nu wat opzoekwerk. Bekijk eerst de eigenschappen van je usb-modem met de opdracht:

usbconfig dump_device_desc

Noteer de hexadecimale getallen bij idVendor en idProduct van je modem. Zoek dan in de directory /usr/local/share/usb_modeswitch/ naar een bestand met de naam idVendor:idProduct (met de getallen die je vond). Dit bestand bevat de configuratie voor je modem.

Voer dan usb_modeswitch uit met na -v het idVendor en na -p het idProduct. Daarna -W voor meer uitvoer, -s om het aantal seconden op te geven dat we wachten en -c voor de locatie van het configuratiebestand. Dat ziet er dan als volgt uit:

usb_modeswitch -v 12d1 -p 1f01 -W -s 5 -c
/usr/local/share/usb_modeswitch/12d1:1f01

Als alles goed gaat, wordt je modem daarna als modem herkend.

Deze opdracht dien je overigens elke keer je de modem uit de usb-poort haalt en daarna weer aansluit opnieuw uit te voeren, evenals wanneer je je router herstart. Dat laatste kunnen we gelukkig gemakkelijk automatiseren door een zogenoemde ‘hook’ in te stellen die bovenstaande usb_modeswitch-opdracht automatisch opstart vlak voor het netwerk wordt opgestart:

echo "#\!/bin/sh" > /usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem
echo "usb_modeswitch -v 12d1 -p 1f01 -W -s 5 -c /usr/local/share/usb_modeswitch/12d1:1f01" >>
/usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem
chmod +x /usr/local/etc/rc.syshook.d/early/30-4g-modem

Ethernet en PPP

Er zijn twee soorten 4G-usb-modems. Eén type doet zich voor als een ethernetapparaat, het andere type beschrijven we verderop. Na de omschakeling van de modus zie je dan ook in de uitvoer van dmesg een mac-adres, zoals:

ue0: Ethernet address: 0c:5b:8f:27:9a:64

De aanduiding ue0 is de ethernetinterface. Om op deze interface via dhcp een ip-adres te krijgen en toegang tot het mobiele netwerk te krijgen via de simkaart die je in het modem steekt, dien je het modem eerst te configureren. Dat gaat doorgaans het gemakkelijkste als je het modem even op je laptop aansluit. Bezoek dan het adres http://192.168.8.1 in je browser en configureer je mobiele netwerk: vul het APN, je gebruikersnaam en je wachtwoord in die je van je mobiele provider gekregen hebt.

Open daarna in de webinterface van OPNsense het menu Interfaces / Assignments en klik op het uitklapmenu naast New interface. Kies de interface van je 4G-modem (in ons geval ue0) en klik op het plusteken rechts om de interface toe te voegen. Deze krijgt de naam OPT1. Klik links op Interfaces / OPT1 en vink Enable interface aan. Pas de beschrijving aan, bijvoorbeeld WAN4G, kies bij IPv4 Configuration Type voor DHCP en bij IPv6 Configuration Type voor DHCPv6 en klik op Save en daarna Apply changes. Als alles goed gaat, zou je nu in je dashboard de interface WAN4G moeten zien met een ip-adres zoals 192.168.8.100.

©PXimport

©PXimport

Het andere soort 4G-modem verschijnt in OPNsense wel echt als modem. Dan dien je het modem te configureren in Interfaces / Point-to-Point / Devices. Klik rechtsboven op Add, laat het Link Type op PPP staan, kies bij Link interface(s) de interface van je modem uit de lijst (meestal iets als /dev/cuaU0.0) en kies dan je land, provider en tariefplan, zodat OPNsense de juiste instellingen kiest.

Daarna vul je een (optionele) gebruikersnaam en wachtwoord in en het Access Point Name (APN). Deze waardes heb je van je mobiele-internetprovider gekregen. Bij Phone Number dient *99# te staan. Een deel van deze waardes zijn al correct ingevuld als je het correcte plan uit de lijst gekozen hebt. Als je de pincode van je simkaart of andere geavanceerde opties wilt instellen, klik dan onderaan op Show advanced options. Klik tot slot op Save om de instellingen voor je 4G-modem op te slaan.

Netgear LB2120 / 4G-router

Een andere optie is dat je een mifi-router met ethernetpoort of een 4G-router op een vrije ethernetpoort van je OPNsense-machine aansluit. Overigens hoeft het internet niet per se via 4G binnen te komen: deze aanpak kun je ook gebruiken met een modem van een tweede provider die via een andere kabel internet krijgt. Dat maakt allemaal niet uit, zolang je maar via een ethernetpoort toegang tot de internetaansluiting krijgt.

We tonen hier hoe dat gaat met de Netgear LB2120. Steek de simkaart in het micro-simkaartslot aan de onderkant, sluit de lan-poort aan op een ethernetpoort van je pc en start het modem op. Het modem deelt via dhcp een ip-adres uit aan je computer. Ga naar http://192.168.5.1, log in met het standaardwachtwoord dat onder op je modem vermeld staat en stel je APN in. Klik dan links op Connect om met het mobiele netwerk te verbinden. Daarna krijg je de sterkte van het signaal te zien aan de hand van de leds boven op je modem.

Je hebt nu een router die internet via 4G heeft. Die kun je op twee manieren op je OPNsense-machine aansluiten. Bij de eerste manier krijgt je router (zoals je ook al tijdens de configuratie van de 4G-router zag) via dhcp een ip-adres via de ethernetpoort van je OPNsense-machine. Volg dan de instructies hierboven over de instellingen in Interfaces / Assignments en kies igb2 als interface.

©PXimport

Bridge

De tweede manier van aansluiten is om het 4G-modem in bridgemodus in te stellen. Dan werkt het 4G-modem niet meer als router, doet geen network address translation en deelt ook geen ip-adressen uit via dhcp. Het ip-adres dat je 4G-modem van je mobiele provider krijgt, wordt rechtstreeks toegekend aan een interface van je OPNsense-machine. Dit is vanuit het standpunt van netwerkbeheer minder complex, omdat je een vertaalslag minder hebt.

Zet eerst je 4G-modem op bridgemodus. Bij het Netgear LB2120-modem gaat dat in Settings / Advanced / LAN, waar je bij Operation Modes de optie Bridge aanvinkt. Na een herstart van het modem merk je dat het ip-adres van je pc niet meer in het adresbereik 192.168.5.x ligt, maar in het bereik van het mobiele netwerk. De interface van je modem is overigens nog altijd bereikbaar via het adres http://192.168.5.1. Werkt dit alles, schakel je modem dan uit en sluit hem op een vrije ethernetpoort van je OPNsense-machine aan.

Nadat de modem opgestart is, creëer je in de webinterface van OPNsense een interface, net zoals dat in de instructies hierboven staat, maar dan met de interface igb2. Als alles goed gaat, krijg je (eventueel na een herstart van je 4G-modem) een publiek ip-adres toegekend aan de interface. Verifieer dat in het dashboard van OPNsense of in Interfaces / Overview.

Monitor ip-adressen

We hebben aan al deze voorbereiding zoveel tijd besteed omdat dit het deel was waar je veel mogelijkheden hebt en waar ook heel veel mis kan gaan. Maar als je tot hier de instructies met succes hebt gevolgd, dan heb je nu twee gateways met een werkende internetverbinding: de ene is je standaardgateway, die aan je thuisnetwerk internet aanbiedt via de vaste internetaansluiting van je provider; de andere is de gateway van het mobiele netwerk.

Deze gateways krijg je ook te zien in System / Gateways / Single, met in de kolom Status of de gateways online zijn of niet. Maak je gebruik van IPv6, dan zie je meer dan twee gateways. Klik nu op het potloodicoontje van je standaardgateway. Vink de optie Disable Gateway Monitoring uit en vul bij Monitor IP een ip-adres in dat altijd online zou moeten zijn, zoal 8.8.8.8 van Google. Verifieer dat Mark Gateway as Down zeker niet aangevinkt staat en sla je wijzigingen op.

Doe nu hetzelfde voor de gateway van je 4G-verbinding, verifieer deze keer ook dat Default Gateway zeker niet aangevinkt is (want dat houden we voor onze primaire verbinding) en vul als Monitor IP bijvoorbeeld 8.8.4.4 in. Sla je wijzigingen op. Na een druk op Apply changes krijg je de status van je gateways te zien. Als de vertraging (‘latency’) van je 4G-netwerk bijvoorbeeld hoog ligt, krijg je in de kolom Status een waarschuwing in het oranje. Zodra OPNsense het gemonitorde ip-adres niet meer kan bereiken via een gateway, komt in deze kolom bij de gateway in het rood Offline te staan.

©PXimport

Gatewaygroep maken en dns instellen

Dan maken we nu een gatewaygroep waaraan we beide twee gateways toekennen. Klik daarvoor op System / Gateways / Group en dan rechtsboven op het plusteken. Geef de groep een naam, bijvoorbeeld WANGWGROUP. Bij je primaire gateway kies je Tier 1 en bij je secundaire Tier 2.

Bij Trigger Level kies je op basis van welke voorwaarde een gateway niet meer gebruikt wordt. Member Down betekent 100% pakketverlies; andere opties zijn Packet Loss, High Latency en Packet Loss or High Latency. Geef je groep eventueel een omschrijving en sla je wijzigingen op. Klik daarna op Apply changes.

Nu moet je voor elke gateway minstens één dns-server instellen. Vul bijvoorbeeld in System / Settings / General onder Networking twee dns-servers in, en kies de gateway waarvoor de dns-server geldt in de kolom Use gateway.

Een andere optie is dat je Unbound inschakelt en in Services / Unbound DNS / General op Show advanced options klikt en in het tekstveld Custom options de configuratie van je dns-servers zet. Zie daarvoor ons eerste artikel over OPNSense. Belangrijk is dat je altijd toegang tot een dns-server hebt, via welke gateway je ook op internet gaat.

Netwerkverkeer naar buiten

Nu moeten we er nog voor zorgen dat het netwerkverkeer dat van het interne netwerk naar je router komt en naar buiten wil, dat via de gatewaygroep doet in plaats van alleen via de standaardgateway. Daarvoor maken we gebruik van de firewall: open Firewall / Rules / LAN. Standaard heeft OPNsense een regel Default allow LAN to any rule. Klik op het potloodicoontje ernaast om de regel te bewerken en stel onderaan bij Gateway de naam van je gatewaygroep in (WANGWGROUP in ons voorbeeld). Sla je wijziging op en vergeet ze niet toe te passen met een klik op Apply changes. Het best schakel je ook in Firewall / Settings / Advanced de optie Use sticky connections uit.

Er is nog één probleem: als je de OPNsense-machine zelf als dns-server gebruikt, wordt het verkeer van de lan-clients naar de OPNsense-machine door bovenstaande firewallregel ook naar de gatewaygroep gestuurd, en dat is niet de bedoeling. Voeg dus in Firewall / Rules / LAN met een klik op Add bovenaan rechts een nieuwe firewallregel toe.

Bij Action laat je Pass staan, bij Protocol kies je TCP/UDP en Source laat je op any staan. Bij Destination kies je This Firewall en bij Destination port range van DNS naar DNS. Bij Category vul je DNS in en bij Description een beschrijving als Local DNS als geheugensteuntje voor als je later niet meer weet waarvoor je deze regel toegevoegd hebt. Gateway laat je op default staan. Sla je wijzigingen op.

©PXimport

Je zojuist toegevoegde firewallregel staat nu helemaal onderaan en wordt dus gewoon niet gebruikt, want de regels worden van boven naar onderen geëvalueerd en onze Default allow LAN to any rule is algemener dan onze dns-regel. Vink je dns-regel dus aan en klik dan rechts naast Default allow LAN to any rule op het pijltje naar links, waardoor de dns-regel vlak voor de lan-regel komt. Klik dan bovenaan rechts op Apply changes.

Als je van Unbound gebruikmaakt als dns-server dien je ook nog in System / Settings / General onderaan de optie Allow default gateway switching aan te vinken. Unbound stuurt zijn dns-aanvragen immers naar de standaardgateway door.

Testen!

En dan nu testen! Als je de netwerkkabel tussen je OPNsense-router en de modem van je vaste internetverbinding lostrekt, schakelt je router automatisch voor zijn gateway over naar je 4G-modem. En zodra je vaste internetverbinding weer in orde is, schakelt je router daar opnieuw naar over omdat je die als ‘Tier 1’ ingesteld hebt en je 4G-gateway als ‘Tier 2’.

Nu kun je nog bij elk van je gateways (in System / Gateways / Single) onder Advanced enkele parameters aanpassen, bijvoorbeeld de drempelwaardes voor de vertraging en pakketverlies. In combinatie met het Trigger Level van de gatewaygroep kun je zo bepalen wanneer er van gateway wordt overgeschakeld.

▼ Volgende artikel
Stappenplan: je wasmachine verhuizen
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Stappenplan: je wasmachine verhuizen

Een wasmachine verhuizen doe je niet zomaar. Het apparaat is zwaar en kwetsbaar, en bij verkeerd transport kan er snel iets stukgaan. Met een goede voorbereiding en door het volgen van de juiste stappen voorkom je problemen en staat je wasmachine straks veilig in het nieuwe huis. Een kind kan de ...uhm was doen!

Stappenplan wasmachine verhuizen

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen Stap 2: Transportbouten terugplaatsen Stap 3: Wasmachine goed verpakken Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Ook interessant: 5 tips voor het inrichten van de ideale wasruimte

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen

Open deur, maar: begin met het uitschakelen van de wasmachine. Trek de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Wacht daarna even zodat de druk in de slang afneemt. Koppel de toevoerslang los en vang eventueel lekwater op in een emmer of teiltje. Haal ook de afvoerslang uit de afvoer en laat het restwater eruit lopen. In sommige machines blijft er nog water achter in de pomp of het filter. Open daarom het klepje aan de voorkant en draai het filter los. Laat het water rustig weglopen in een teiltje. Zorg dat je een dweil bij de hand houdt.

Stap 2: Transportbouten terugplaatsen

Bij de levering van een nieuwe wasmachine worden de transportbouten vaak meegeleverd, bijvoorbeeld in een apart zakje of bevestigd aan de achterkant. Zoek ze op voordat je gaat verhuizen. Deze bouten zorgen ervoor dat de trommel tijdens het vervoer niet kan bewegen. Door ze terug te plaatsen voorkom je schade aan de lagers en vering. Steek de bouten in de aangegeven openingen aan de achterkant en draai ze stevig vast.

©Kabardins photo - stock.adobe.com

Wat als je geen transportbouten meer hebt?

De transportbouten zijn speciaal ontworpen om de trommel stevig op zijn plek te houden. Zonder deze bouten loop je meer risico dat er iets kapot gaat aan het binnenwerk, zeker als de machine schuin komt te staan of hard wordt neergezet. Heb je ze niet meer? Dan kun je de trommel van binnenuit blokkeren met opgerolde handdoeken of een zachte deken. Zo voorkom je dat hij te veel beweegt tijdens transport. Wat je ook kunt doen is tijdig bij de winkel of fabrikant navragen of er ook losse transportbouten te koop zijn.

Stap 3: Wasmachine goed verpakken

Wikkel de wasmachine in dekens of bubbeltjesplastic. Daarmee voorkom je krassen op de behuizing en schade aan muren of deuropeningen tijdens het tillen. Plak snoeren en slangen vast met tape of bind ze op een andere manier aan de achterkant vast, zodat ze niet gaan bungelen of ergens achter blijven haken. Het deurtje hoeft niet op slot, maar zorg dat het niet opengaat tijdens het tillen of rijden. Afplakken met een stukje ducttape is vaak al genoeg.

Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen

Een wasmachine kan makkelijk 60 tot 80 kilo wegen. Ga je 'm tillen, doe dat dan met z'n tweeën. Gebruik bij voorkeur een steekwagen of meubelroller. Zorg dat je je rug recht houdt, til vanuit je benen en stem goed af met degene die meehelpt. Zet de machine niet scheef op een trap of helling, want dan kan de trommel alsnog verschuiven. Lukt tillen met twee personen niet, dan kun je vaak een steekwagen of transportkar huren bij een bouwmarkt of verhuurbedrijf.

Van boven naar beneden zonder lift

Staat je wasmachine op zolder of woon je in een appartementencomplex zonder lift? Dan is het handig om vooraf wat extra hulpmiddelen te regelen. Een stevige steekwagen met brede wielen helpt al veel. Er bestaan ook elektrische trappenkarren waarmee je de wasmachine makkelijk naar beneden kunt rijden — handig, maar die huur je meestal alleen via een professioneel verhuisbedrijf. Kun je de wasmachine niet via het trappenhuis vervoeren, dan is een verhuislift vanaf het balkon soms een oplossing. Die kun je huren via een bedrijf dat gespecialiseerd is in verhuisliften. Informeer daar tijdig, want soms heb je een vergunning nodig als de lift op de stoep komt te staan.

Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren

Zet de wasmachine rechtop in de bus of aanhanger, bij voorkeur tegen een wand. Leg er geen zware dozen of meubels bovenop. Zet de machine goed vast met spanbanden, zodat hij onderweg niet gaat schuiven of kantelen. Rijd rustig over drempels, neem bochten niet te scherp en rem niet te abrupt.

Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Op de nieuwe plek pak je de wasmachine voorzichtig uit. Laat de machine een paar uur tot een dag rusten voordat je hem aansluit, vooral als hij gekanteld heeft gelegen. Haal de transportbouten eruit en bewaar ze voor een volgende keer. Sluit de watertoevoer en -afvoer weer aan, controleer op lekkage en steek de stekker in het stopcontact. Start eventueel eerst een spoelprogramma zonder was om te controleren of alles naar behoren werkt.

©Leonid Iastremskyi

▼ Volgende artikel
Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer

De L40 Ultra AE richt zich op gebruikers die goede prestaties willen, zonder overbodige extra's. Voor een adviesprijs van 699 euro haal je een model met krachtige zuigkracht en slimme dweiltechniek in huis. Niet alles zit erin wat de 'duurdere broer' wel biedt, vooral qua zijborstel en bereik, maar in veel praktijksituaties is dat geen dealbreaker.

Uitstekend
Conclusie

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Meegeleverde borstel voor haren snijden
  • Weinig onderhoud
  • Goede navigatie
  • Uitschuifbare dweilpad
  • 200 tot 400 euro goedkoper dan L40 Ultra
  • Scherp geprijsd
  • Geen extra dweilpads
  • Kan strepen achterlaten
  • Basis vergt toch nog wat onderhoud
  • Stembediening niet in het Nederlands

In vergelijking met de voorganger, de Dreame L40 Ultra, kost de Dreame L40 Ultra AE 400 euro minder bij de introductie. Dat betekent niet dat er heel veel dingen op achteruit gegaan zijn. Sterker nog: sommige aspecten zijn juist verbeterd. Zo is de zuigkracht – wat ons betreft de belangrijkste eigenschap – sterk verbeterd. Daar waar de L40 Ultra 11.000 PA heeft, beschikt de AE-variant over 19.000 PA.  Bovendien wordt ook dit nieuwe model weer geleverd met twee borstels: de optilbare rubberen varianten en de zogenaamde TriCut Brush 3.0. Ook zit er wederom een borsteltje bij waarmee je snel haren verwijdert uit de robot.

Wanneer je de specificaties van beide modellen naast elkaar legt, is het goed kijken om de verschillen te zien. We noteren een iets grotere stofbak bij de AE (395 vs. 300 ml), maar het belangrijkste verschil zit hem echter de zijborstel. De L40 Ultra heeft een variant die naar buiten kan bewegen en daardoor veel beter hoeken en plinten meeneemt. De L40 Ultra AE moet het doen met een normale zijborstel, zonder uitschuifbare arm. Mogelijk missen er daardoor ook nog wat sensoren die hoeken 'zien'. Dit zou het prijsverschil tussen beide modellen kunnen verklaren.

©Wesley Akkerman

Een groot gemis?

Of zo'n uitschuifbare zijborstel echt een groot gemis is, hangt af van je situatie. Heb je veel hoeken in huis, wil je dat de plinten altijd schoon zijn of staat er weinig langs de muren? Dan kunnen we het ons voorstellen dat je het liefst voor de L40 Ultra of zelfs de X50 Ultra gaat (die nog een tweede zijborstel heeft). Maar als je huis vol staat met meubels en de robot toch al niet echt bij de muren of hoeken kan komen, dan zit daar geen meerwaarde in. In dat geval kun je dus gemakkelijk honderden euro's besparen.

In ons huis verschilt het: op sommige plekken staan wat meer meubels, maar op andere plekken rijdt de Dreame L40 Ultra AE soepel langs de muren, hoeken en plinten. Langs de muren gaat het allemaal prima; na het stofzuigen komen we geen viezigheid meer tegen. In de hoeken is dat nu een ander verhaal, omdat de robot gewoonweg die reikwijdte niet heeft. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Gezien de prijs en de overige functionaliteit tillen we hier minder zwaar aan. Want de rest gaat gewoon heel goed.

Capabele robotstofzuiger

Dat kan haast ook niet anders, omdat je in de basis nog steeds een zeer goed presterende robotstofzuiger in huis haalt. Als het op dweilen aankomt, regelt de Dreame L40 Ultra AE eigenlijk alles zelf. Het basisstation is voorzien van aparte tanks voor schoon en vuil water en een reservoir voor zeep. De robot bepaalt zelf de ideale mix van water en schoonmaakmiddel en navigeert dankzij de LiDAR-camera feilloos door de kamer. Het systeem houdt rekening met tapijt door de twee roterende dweilpads tijdig op te tillen. Stel je in de app in dat hij tegelijk moet stofzuigen en dweilen, dan tilt hij de pads onderweg op. Kies je ervoor dat hij eerst stofzuigt en daarna dweilt, dan laat hij de pads op de basis staan en blijft je vloerkleed gegarandeerd droog. Verder kun je ook niet-dweilen-zones aanmaken, waardoor de dweilpads dus nooit in aanraking hoeven te komen met het kleed. De L40 Ultra AE heeft gelukkig tapijtdetectie, waardoor je niet hoeft te gissen waar het kleed zich bevindt op de digitale kaart.

De kracht van de dweilprestaties zit hem in de details. Zo kan één van de twee roterende dweilpads naar buiten bewegen en strak langs plinten poetsen. Ondanks deze slimme functies is het resultaat niet altijd vlekkeloos. Een bekend nadeel zijn de dweilstrepen die soms zichtbaar blijven op de vloer. Ook vraagt het geautomatiseerde basisstation om regelmatig onderhoud om fris te blijven en moet je er rekening mee houden dat er geen reserveset dweilpads in de doos zit. Dit zijn kritiekpunten waar de voorgangers van dit model ook 'last' van hebben.

©Wesley Akkerman

Dreame L40 Ultra AE kopen?

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Voor de adviesprijs van 699 euro haal je nog steeds een zeer krachtige hulp in huis. De zuigkracht is namelijk verhoogd naar 19.000 PA en samen met de TriCut-borstel zorgt dat ervoor dat er bijna geen stof en haren meer op de grond liggen. Gecombineerd met de nog steeds uitstekende en zelfstandige dweilfunctie, levert de L40 AE derhalve betrouwbare prestaties af. Met dit product brengt Dreame een behoorlijk scherp geprijsde en capabele robotstofzuiger op de markt die waarschijnlijk zal aansluiten bij de behoeften van een grote doelgroep.