ID.nl logo
Huis

20 tips voor goede foto's

Naar de ene foto kunt u zomaar minutenlang blijven kijken, terwijl een andere foto totaal geen aandacht trekt. Wat maakt nu die ene foto zo pakkend, en hoe kunt u zelf mooie foto's maken? Wij geven 20 tips voor betere foto's.

1. Licht

In de fotografiewereld wordt er vaak gesproken over de 'gouden uren'. Dit zijn de uren vlak na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang. De naam van deze uren is gemakkelijk te verklaren: de zon staat zo laag dat het licht heel zacht is en een gouden gloed geeft. Vooral liefhebbers van landschappen kunnen in deze tijd hun hart ophalen. Wilt u precies weten hoe laat u op pad moet voor de mooiste zonsondergangen? Neem dan een kijkje op de Engelstalige website Golden Hour. Stel rechtsboven de goede regio (tijdzone Amsterdam) in, en onderaan verschijnen de gouden uren in een grafiekje.

©PXimport

Deze foto werd op 29 juli om 21:46 genomen. De zon spreidt een gouden gloed uit over de heuvels van Swaledale (Engeland). Foto: Remco Rog.

2. Regel van derden

Foto's waarbij het hoofdonderwerp in het midden van het beeld staat, ogen meestal saai. De regel van 'derden' (grofweg vergelijkbaar met de gulden snede) helpt dit te voorkomen. Het is een van de gemakkelijkste en effectiefste regels. Deel het beeld met twee horizontale en twee verticale lijnen op in negen gelijke vlakken. De kruispunten van deze lijnen trekken van nature veel aandacht. Met het hoofdonderwerp op een van deze kruispunten wordt uw foto dynamischer en sterker. Ook het plaatsen van de horizon op een van de horizontale lijnen maakt een beeld snel interessanter.

©PXimport

Met de horizon op 2/3 van de bovenkant, en het hoofd van de vrouw op 2/3 van links, is dit beeld prima in evenwicht. Let ook op het snijpunt rechtsboven: hier bevindt zich precies het lichtpunt op de hoed. Foto: Haiko de Jong.

3. Scherp & onscherp

In een foto waarbij alles scherp is, trekt vaak ook alles de aandacht. De kijker weet niet waar hij precies naar moet kijken en verliest al snel de aandacht. Probeer eens om bij een foto alleen datgene scherp te maken, waarvan u wilt dat het de aandacht krijgt. Met een compactcamera is dit een stuk lastiger dan met een spiegelreflexcamera. Zorg bij een spiegelreflex voor een kleine f-waarde (groot diafragma). Zorg bij een compactcamera dat het hoofdonderwerp (een bloem) erg dichtbij is, en de achtergrond (weiland) ver weg. Zoom in op de bloem en zet uw camera op de instelling 'macro'.

©PXimport

De bloem trekt hier alle aandacht, omdat de achtergrond totaal vervaagd is. Foto: Wilma Schimmel.

4. Achtergrond

Een achtergrond die ontzettend afleidt, kan afbreuk doen aan het beeld. Nu kunt u deze proberen onscherp te maken (zie tip 3), maar dit lukt niet altijd. Vaak hoeft u maar een paar passen te zetten om een totaal andere achtergrond achter uw hoofdonderwerp te krijgen. Een egale achtergrond trekt natuurlijk de minste aandacht, maar dat is lang niet altijd mogelijk. Pas vooral op voor onbekende mensen in beeld, en let op felgekleurde elementen. Tip: ga op uw hurken zitten en fotografeer bijvoorbeeld een paddenstoel met de lucht als achtergrond.

©PXimport

De achtergrond is duidelijk zichtbaar, maar doet totaal geen afbreuk aan het beeld, sterker nog: het bepaalt de sfeer van de foto. Foto: Nico Mertens.

5. Voorgrond

Als u door twee ogen kijkt, ziet u een driedimensionaal beeld. Echter, een foto is in principe een tweedimensionaal beeld (al maken de huidige technieken ook 3D-foto's mogelijk). Het is dan ook erg lastig om dat mooie uitgestrekte landschap dat u ziet, ook adembenemend op foto vast te leggen. Om diepte te brengen in een 2D-beeld probeert u te zorgen voor een voorgrond. Dat klinkt misschien raar, maar een tak op de voorgrond, geeft een indruk van de grootte en uitgestrektheid van een landschap. U creëert dus diepte door de verhoudingen van verschillende delen van het beeld te tonen.

©PXimport

De steeds vager wordende bergen zorgen voor diepte, de boom op de voorgrond versterkt dit. Foto: Marijke van Ekeren.

6. Lijnen

Door een goede compositie te creëren kunt u de kijker leiden door het beeld. Onze ogen volgen automatisch - zonder dat we daar zelf erg in hebben - lijnen die door het beeld lopen. Dit kunnen bijvoorbeeld contouren van lichamen en landschappen zijn, perspectieflijnen, rimpels in het water of schapenwolkjes in de lucht. Zo trekken de convergerende lijnen (naar elkaar toe) van een weg of spoorrails, onze aandacht naar de verte. Diagonale lijnen maken de foto dynamisch en speels. Horizontale en verticale lijnen versterken eigenlijk alleen het beeld als ze een patroon vormen (parallel lopen) of juist doorbreken.

©PXimport

Alle lijnen in dit beeld zorgen ervoor dat de aandacht getrokken wordt in de richting van waar de man heen gaat. Foto: Freddy Dirickx.

7. Diagonalen

Onze ogen volgen niet alleen lijnen die we daadwerkelijk kunnen zien in het beeld. Edwin Westhoff ontdekte na onderzoek dat we extra aandacht schenken aan dingen die op de diagonalen van een beeld liggen. Trek een lijn vanuit de hoek van het beeld, op precies 45 graden van de rand. Bij een rechthoekige foto zijn er dus 4 lijnen. Elementen die deze lijn raken trekken extra de aandacht. Door u hier bewust van te zijn tijdens het fotograferen, kunt u bepaalde elementen in beeld extra aandacht geven.

©PXimport

Twee van de diagonale lijnen lopen precies door de ogen, waardoor deze direct de aandacht trekken. Foto: Sandra Müller.

8. Symmetrie

Wilt u de perfecte balans bereiken in uw foto, probeer dan eens voor symmetrie te zorgen. Dit zorgt voor heel veel rust in het beeld. Pas wel op: veel symmetrische objecten ogen nogal saai, en zullen dus juist de aandacht niet op uw foto vestigen. Ook kan een nét niet symmetrische foto veel ergernis opwekken. Denk aan een foto van de binnenkant van de kerk waarbij het altaar net niet in het midden staat. In de natuur zijn er weinig echt symmetrische onderwerpen, maar dan kunt u natuurlijk gebruikmaken van bijvoorbeeld de spiegeling van water. Tip: spiegeling kunt u ook naderhand toevoegen!

©PXimport

Deze gedigitaliseerde analoge dia van zo'n 30 jaar oud kan nog prima met deze tijd mee. De spiegeling zorgt voor een prachtig rustig beeld, deze is achteraf toegevoegd met het programma Photoscape. Foto: Willem Slagter.

9. Kijkruimte

Niet elke millimeter van uw foto hoeft gevuld te zijn met belangrijke informatie of elementen. Sterker nog: lege ruimte heeft ook een functie! Bij portretten van mensen en dieren is het gebruikelijk ruimte te geven in de kijkrichting. Snijdt u een foto net voor het gezicht af, dan lijkt het hoofdonderwerp gevangen in de foto. Overigens geldt dit ook voor bewegende objecten: een boot die bijna van de foto af vaart oogt vreemd, meestal roept dit vragen bij de kijker op.

©PXimport

Lege ruimte in de kijkrichting van een persoon zorgt voor een rustig beeld dat een vrij gevoel oproept. Foto: Rob van der Teen.

10. Kader

Met uw ogen ziet u een boel van uw omgeving, valt iets net buiten uw zichtveld dan draait u uw hoofd en ziet u het alsnog. Bij een foto kan dit natuurlijk niet. Daarom moet u bij het fotograferen goed rekening houden met het kader van de foto. Wat wilt u wel in beeld brengen, en wat kan de kijker beter niet zien? Als u alleen het hoofdonderwerp in beeld brengt, weet de kijker meestal niet waar de foto genomen is. Dit kan in uw nadeel, maar ook juist in uw voordeel werken. Brengt u namelijk de hele omgeving in beeld, dan heeft de kijker niets meer om te raden en blijft de aandacht minder lang hangen.

©PXimport

Door de krappe kadrering weet u als kijker niet direct waar u naar kijkt. Foto: Jaap Koer.

11. Kleuren

Kleur bepaalt de sfeer van een foto. Veel rood in de foto zorgt ervoor dat de foto warmte uitstraalt, terwijl blauw voor het omgekeerde effect zorgt. Vale kleuren kunnen droefenis uitdrukken, en felle kleuren ogen meestal vrolijk. Wilt u een waarheidsgetrouw beeld maken, zorg dan dat de kleuren niet afwijken van de werkelijkheid. Stel dus de witbalans goed in, dit kan meestal in het menu van uw camera. Vaak werkt de automatische stand goed, maar krijgt u vreemde kleuren, selecteer dan zelf eens een andere instelling. Bijvoorbeeld het wolkje bij bewolkt weer en de gloeilamp bij gloeilamplicht.

©PXimport

De kleuren van een zonsondergang zorgen algauw voor een romantische sfeer. Foto: Merel Jansson.

12. Zwart-wit & sepia

In de beginjaren van de fotografie, fotografeerde iedereen in zwart-wit. Een andere mogelijkheid was er gewoonweg niet. Wat later (eind 19e eeuw) werd er een kleur aan de print van de foto toegevoegd, waardoor de foto veel langer bewaard kon blijven. Deze kleur was sepia. Tegenwoordig worden foto's achteraf omgezet naar zwart-wit of sepia om een bepaalde sfeer te krijgen. Beide kunnen heel oud en nostalgisch ogen. Bij foto's waarbij kleur geen invloed heeft, ligt de nadruk des te meer op compositie, vorm en lichtval. Lang niet iedere foto leent zich dus voor omzetting naar zwart-wit of sepia.

©PXimport

Hoe een simpel onderwerp zo mooi kan worden. De omzetting naar zwart-wit zorgt ervoor dat de aandacht alleen nog naar de paardenbloem gaat. Foto: Gonne-Marieke van Hamersveld.

13. Donker

Het leuke van fotograferen in het donker, is dat de camera heel andere dingen kan vastleggen dan dat wij met ons menselijk oog zien. Echter is fotograferen in het donker best lastig: u hebt al snel bewogen of te donkere foto's.

Een camera heeft een sluiter die kort of lang open kan staan. Hoe langer deze openstaat, hoe meer licht er naar binnen komt. In het donker laat de camera de sluiter daarom heel lang openstaan. Het gevolg: een bewogen foto. Om dit te voorkomen kunt u gebruikmaken van een statief. U weet dan zeker dat de camera niet beweegt in de tijd dat de sluiter openstaat.

©PXimport

Door de lange sluitertijd hebben de voor- en achterlichten van de auto's een lichtspoor gevormd. Met uw eigen ogen kunt u dit niet waarnemen. Foto: Ronnie Cornelis.

14. Flitsen

Hebt u geen statief en wilt u toch in het donker fotograferen, dan kunt u de flitser van de camera gebruiken. Dit werkt alleen voor objecten die niet al te ver weg zijn, omdat de standaardflitser maar een klein bereik heeft. Meestal levert flitsen in het donker trouwens niet de mooiste resultaten op. U hoeft de flitser van uw camera niet alleen te gebruiken bij te weinig licht, het kan in meer situaties handig zijn. Maakt u bijvoorbeeld een portret, dan kan een zachte invulflits zorgen voor kleine lichtjes in de ogen, wat de ogen sprankelend maakt.

©PXimport

Door het gebruik van een flitser, is dit jongetje goed belicht en ontstaan reflecties op de mouw. Foto: Hilma van Gelderen.

15. Eenvoud

Sterke foto's zijn vaak foto's die zich kenmerken door eenvoud. Foto's die slechts één onderwerp hebben en waarbij niets voor afleiding kan zorgen. Een foto die eenzaamheid uitdrukt door een persoon afgezonderd van een hele groep mensen af te beelden, heeft veel beeldelementen die de aandacht kunnen trekken. Terwijl bij een foto met slechts een boom in een grote leegte, de aandacht direct naar de boom toe gaat. Toch snapt men de boodschap. Wilt u iets duidelijk maken, probeer het beeld dan te reduceren naar zo min mogelijk elementen. De kunst is het weglaten.

©PXimport

Een pakkende manier om te vertellen dat het eenzaam is aan de top. Foto: Liesbeth van der Werf.

16. Rechte horizon

Zorg dat de horizon recht staat! Misschien lijkt het een open deur, maar het gaat ontzettend vaak fout. Het is lastig om een kleine compactcamera goed recht te houden, zeker als deze tientallen centimeters van het gezicht af wordt vastgehouden. Een kleine kanteling zorgt voor een scheve horizon, waardoor het lijkt of gebouwen zo van de foto af kunnen schuiven. Hebt u tijdens het fotograferen niet de tijd om op een rechte horizon te letten, en hebt u een scheve foto gemaakt? Geen zorgen, de foto is achteraf met fotobewerkingssoftware eenvoudig recht te zetten.

©PXimport

Zeker bij landschappen en zonsondergangen is een rechte horizon een must. Foto: Siebe Wiersma.

17. Beweging bevriezen

Fotografeert u iets dat snel beweegt of beweegt u zelf tijdens het fotograferen, dan kan het lastig zijn om uw onderwerp stilstaand op de foto te krijgen. Om iets te 'bevriezen', hebt u een korte sluitertijd nodig. De meeste camera's hebben wel een modus 'sport' of kunnen zelfs handmatig de sluitertijd instellen. Bij het stilzetten van een beweging kunt u dingen vastleggen die u met het menselijk oog niet ziet. Denk aan een fotofinish van een wedstrijd. Ook ziet u op een foto van een sportend persoon allerlei emoties in het gezicht terug die slechts een fractie van een seconde aanwezig waren.

©PXimport

Deze foto is precies op het goede moment genomen. Let ook op de gezichtsuitdrukkingen! Foto: Hjalmar van Eijk.

18. Beweging vastleggen

Soms wilt u een bewogen onderwerp niet bevriezen, maar wilt u juist laten zien dat het beweegt. Een stilstaande raceauto is niet erg interessant om te zien. Beweging krijgt u door een langere sluitertijd te gebruiken. U kunt de snelheid van een auto op twee manieren vastleggen: door de auto bewogen of door de achtergrond bewogen in beeld te brengen. De eerste manier is het gemakkelijkste: u houdt de camera stil en de auto beweegt door het beeld. Bij de tweede manier probeert u met de camera de auto te volgen zodat deze 'stilstaat' en de achtergrond beweegt.

©PXimport

Het is duidelijk dat het paard en de ruiter bewegen. Door de camera mee te bewegen, is de achtergrond vervaagd tot strepen. Foto: Martin Leijen.

19. Nabewerking

Is de foto niet helemaal geworden zoals u wilde, dan kunt u naderhand nog een hoop verbeteren. Zo kunt u de foto bijsnijden zodat alleen het hoofdonderwerp in beeld is, kunt u de horizon rechtzetten en de helderheid en het contrast van de foto aanpassen. Natuurlijk kan de creatieve fotograaf ook de werkelijkheid verbuigen door elementen toe te voegen, weg te halen, of te vervormen. U kunt een element in beeld benadrukken door alleen dat ene element kleur te geven, en de rest van de foto zwart-wit te laten. Hoe u dit doet kunt u lezen op http://ct.link.ctw.nl/zwkleur.

©PXimport

Die ene tulp trekt de aandacht omdat hij gekleurd is en hij boven de rest uitsteekt. Foto: Hans Ros.

20. Creativiteit

Het belangrijkste bij fotografie is om creatief te zijn. Probeer niet dezelfde foto's te maken als iedereen, wees origineel. Zo is de Eiffeltoren natuurlijk al miljoenen keren vastgelegd op evenzoveel verschillende manieren. Toch bestaat er altijd nog een andere manier, en die kunt ú proberen te vinden. En daarbij hoeft u echt niet altijd rekening te houden met de 19 voorgaande tips!

©PXimport

Deze fotograaf kwam op het idee om haar camera tijdens het maken van een foto in de lucht te gooien en (belangrijk!) weer op te vangen. Een bijzonder en vernieuwend beeld is het resultaat. Foto: Yvonne Weverink.

▼ Volgende artikel
Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding
© MelissaMN - stock.adobe.com
Mobiliteit

Offline op pad: navigeren zonder internetverbinding

Navigeren, bijvoorbeeld met je smartphone, verloopt vlot met een internetverbinding. Maar wat als er geen mobiel netwerk is? Met vooraf gedownloade kaarten is ook offline navigeren gelukkig geen probleem.

In dit artikel laten we zien hoe je offline kunt navigeren met je smartphone:

  • Download de kaarten van je favoriete navigatie-app
  • Maak offline gebruik van turn-by-turn navigatie en spraakbegeleiding
  • Download en importeer kant-en-klare GPX-routes
  • Maak zelf GPX-routes

Tip 1 Wel of geen internet

Navigeren met je smartphone gaat het makkelijkst met een stabiele internetverbinding, maar in het buitenland kan dit hoge roamingkosten opleveren. En wat als je reist in gebieden zonder mobiel netwerk of waar het netwerk plots wegvalt? Offline navigatie, waarbij je vooraf kaarten downloadt, is dan een praktische oplossing. Een gedownloade kaart laadt sneller en verbruikt minder batterij dan een app die constant data ophaalt. Neem tijdens je route bij voorkeur wel een opgeladen powerbank mee om te voorkomen dat je zonder stroom komt te zitten.

Zonder internet bepaalt je smartphone de locatie volledig via gps. Binnen de gedownloade regio kun je meestal routeberekeningen maken en navigatie-instructies ontvangen. Sommige apps bieden in offline modus ook een POI-zoekfunctie (Points of Interest).

Zonder internet werken deze functies niet: realtime verkeersinformatie (zoals files, werkzaamheden en flitsers), live ov-gegevens, bepaalde zoekopdrachten, street view en satelliet- of hybride kaarten (wel standaard wegenkaarten). Controleer vooraf of je eerder gedownloade kaarten nog actueel zijn en werk ze regelmatig bij.

Laten we enkele populaire mobiele apps bekijken die offline navigatie ondersteunen. Het is handig om meerdere apps met offline kaarten bij de hand te hebben. Je kunt dit testen door tijdelijk de vliegtuigmodus in te schakelen of wifi en mobiele data uit te zetten. De populaire navigatie-app Waze laten we hier buiten beschouwing omdat deze geen offline kaarten aanbiedt.

Street view is voorbehouden aan de online modus (hier Google Maps). 

Tip 2 Google Maps

We starten met een van de populairste navigatie-apps: Google Maps. Open de app, tik rechtsboven op je profielfoto of initialen en kies Offline kaarten. Selecteer je eigen kaart via Selecteer je eigen kaart (Android) of Je eigen kaart selecteren (iPhone). Zoom in en uit met twee vingers en verplaats de kaart met één vinger totdat het gewenste gebied binnen het blauwe kader valt. Onderaan zie je hoeveel opslagruimte nodig is. Tik op Downloaden om het gebied op te slaan. Na de download keer je automatisch terug naar Offline kaarten, waar een overzicht van je gedownloade kaarten verschijnt. Om een kaart een andere naam te geven, tik je op het icoon met de drie puntjes en kies je Naamwijzigen.

De kaart is nu klaar voor offline gebruik en je kunt nog extra kaarten downloaden. Navigeer zoals gebruikelijk: de app schakelt automatisch over op de gedownloade kaarten als er geen mobiel internet is.

Werk je offline kaarten regelmatig bij: tik op de drie puntjes en kies Updaten. Hier kun je kaarten trouwens ook verwijderen.

In Google Maps kun je offline kaarten downloaden, hernoemen, bekijken, updaten en verwijderen.

Tip 3 HERE WeGo

Net als Google Maps is HERE WeGo volledig gratis. De kaarten komen van Here Technologies, dat begon als Navteq, werd later door Nokia overgenomen en is nu in handen van Duitse autofabrikanten. Via https://mapcreator.here.com kunnen gebruikers eigen kaartgegevens toevoegen.

Voor offline kaarten trek je de onderste balk omhoog voor het menu. Tik op Kaarten downloaden en schakel bij voorkeur Uitsluitend downloaden via wifi in. Tik opnieuw op Kaarten downloaden, kies het continent en vervolgens het land of de regio die je nodig hebt. De benodigde opslagruimte wordt weergegeven. Tik op het downloadicoon om de kaart op te slaan.

Om te voorkomen dat de app tijdens offline navigatie tevergeefs een internetverbinding zoekt, stel je in het menu de App-verbinding tijdelijk in op Offline. Updates worden bij Kaarten downloaden naast de betreffende kaart aangegeven en kun je direct ophalen. Om een kaart weg te halen, selecteer je deze en kies je Verwijderen.

De volledige offline kaart van Nederland bijvoorbeeld neemt bij HERE WeGo zo’n halve gigabyte in beslag.

Tip 4 OsmAnd

OsmAnd (OpenStreetMap Automated Navigation Directions) is een mobiele app voor offline kaarten en navigatie, gebaseerd op OpenStreetMap-gegevens. Deze worden door een wereldwijde gemeenschap bijgewerkt en je krijgt meestal gedetailleerde en actuele kaartinformatie.

Bij de eerste keer opstarten, kun je de kaart van je huidige regio downloaden. Tik op de drie streepjes, kies Kaarten en hulpmiddelen en open Downloads om zelf een land of regio te selecteren. In de gratis versie kun je tot zeven kaarten downloaden. Naast de kaart zelf kun je voor een gebied ook hoogtelijnen, Wikipedia-informatie, een terreinkaart en weersvoorspellingen installeren, maar deze functies zijn voorbehouden aan de betaalde versie (ongeveer 3 euro per maand).

Om te navigeren binnen het gedownloade gebied tik je op de kaart of gebruik je de optie Zoeken in het menu. Tik op Navigatie, kies het vervoermiddel (auto, fiets of te voet) en tik op Start. Dit biedt turn-by-turn-aanwijzingen met spraakbegeleiding. Wil je de route als GPX-track opslaan, kies dan Details, tik op het downloadknopje en vul een naam in bij Bewaar als nieuwe track. Bevestig met Opslaan. Op Android wordt het bestand standaard opgeslagen in Android/data/net.osmand/files/tracks. Vanuit het menu, bij Plan een route, kun je de tracks direct openen of ook een eigen GPX-route importeren (zie ook tip 8).

OsmAnd geeft ook gesproken turn-by-turn-aanwijzingen.

Tip 5 MAPS.ME

MAPS.ME is een gratis navigatie-app die net als OsmAnd gebruikmaakt van OpenStreetMap-kaarten. In de gratis versie kun je ongeveer tien kaarten downloaden.

Open de app en zoom in op het gewenste gebied totdat een prompt verschijnt om de kaart te downloaden. Dit gebeurt meestal wanneer de indicatie 5 km zichtbaar is. Bevestig met Download.

Een andere en vaak handigere manier om kaarten te downloaden is via de optie Meer, waar je Gedownloadekaarten selecteert. Bovenaan kun je naar een locatie zoeken. Als de app deze herkent, verschijnt direct de downloadknop om het gebied op te halen.

Als je bij de instellingen de optie Markeer gedownloade kaarten hebt ingeschakeld, dan kun je op de kaart zien welke gebieden reeds offline beschikbaar zijn.

Voor navigatie gebruik je de zoekfunctie of tik je op de kaart om een locatie te selecteren. Kies vervolgens Route naar of eventueel Route van en bepaal het vervoermiddel: auto, te voet of per fiets. Ook offline krijg je turn-by-turn-navigatie.

Je kunt gedownloade kaarten updaten door bij Gedownloade kaarten op Controleren te tikken. Om een kaart te verwijderen, selecteer je deze, tik je op de drie puntjes en kies je Verwijderen.

Kleurmarkeringen geven duidelijk aan welke gebieden je al gedownload hebt voor offline navigatie.

Tip 6 Sygic

Sygic is misschien minder bekend in Nederland en België, maar de app biedt wel hoogwaardige 2D- en 3D-kaarten van TomTom. Om Sygic te gebruiken, moet je je eerst registreren. In de gratis versie kun je in principe onbeperkt kaarten downloaden; grotere landen zijn opgesplitst in regio’s. Om kaarten te downloaden, open je het menu en kies je Offline kaarten (toevoegen).

Deze kaarten worden in de gratis versie driemaal per jaar automatisch geüpdatet. In de betaalde Premium-variant gebeurt dit maandelijks en krijg je ook turn-by-turn-navigatie en gesproken instructies en (in de online modus) ook de actuele verkeersdrukte, snelheidslimieten en mobiele flitsers.

Houd er rekening mee dat Sygic zich volledig richt op autoverkeer. Er zijn geen routeberekeningen specifiek voor fietsers of wandelaars.

Je kunt in Sygic een onbeperkt aantal offline kaarten downloaden.

Tip 7 Komoot en RouteYou

Waar Sygic zich vooral richt op autoverkeer, zijn Komoot en RouteYou juist gespecialiseerd in (sportieve en recreatieve) wandel- en fietsroutes. In de gratis versie van Komoot kun je helaas slechts één regio ontgrendelen voor offline navigatie en spraakinstructies. Extra regio’s zijn beschikbaar tegen een prijs tussen circa 4 en 9 euro, afhankelijk van de grootte, of je kunt alle wereldregio’s in één keer aanschaffen voor ongeveer 30 euro.

Ga via de Profiel-knop naar de rubriek Maps, tik op de +-knop en zoek de gewenste regio. Selecteer de ontgrendelde regio en schakel Opslaan voor offline in. Je kunt ook een route plannen (uitsluitend met internetverbinding aangezien de berekening via de Komoot-servers verloopt) en deze vervolgens bewaren. Tik hiervoor op Opslaan en vink Opslaan voor offline gebruik aan. Na bevestiging kun je de route offline volgen, inclusief spraaknavigatie, vooropgesteld dat deze regio is ontgrendeld.

Ook RouteYou biedt de mogelijkheid routes met een achtergrondkaart offline te downloaden, maar dit is alleen beschikbaar in de betaalde versies. Een Plus-account kost ongeveer 36 euro per jaar. Je vindt gedownloade routes dan bij Gedownloade routes via de knop Profiel.

In Komoot kun je ook specifieke regio’s (tegen betaling) downloaden voor offline navigatie.

Alles over Komoot lees je in dit artikel: Wandelen en fietsen buiten de gebaande paden met Komoot

Tip 8 GPX-import via OsmAnd en Komoot

Verschillende navigatie-apps – en gps-handhelds – ondersteunen het importeren van GPX-tracks en -routes, die vervolgens offline kunnen worden gebruikt. In het kader ‘GPX’ lees je meer over dit bestandstype. Gratis import en offline gebruik zijn mogelijk in onder meer OsmAnd en in Komoot voor ontgrendelde regio’s.

In OsmAnd open je het menu, kies je Plan een route en tik je op Importeer track. Vervolgens selecteer je een GPX-bestand. Tijdens tests bleek deze functie helaas niet altijd even betrouwbaar. In Komoot verloopt dit proces vlotter. Ga naar Home, open Profiel, kies Opgeslagen routes en tik bovenaan op Importeren en vervolgens op Importeer een bestand (GPX). Selecteer het gewenste GPX-bestand en kies Bestandopenen om de route of track in de routeplanner te openen en als geplande tour op te slaan, of Bestand opslaan om deze direct als voltooide tour te bewaren.

In beide gevallen geef je het verplaatsingstype aan, zoals Wandelen, Fietsen, Mountainbiken of Bergwandelen, en bevestig je de keuze. Bij het opslaan kun je de tour een naam geven en Opslaan voor offline gebruik aanvinken. Je vindt de route dan terug bij Opgeslagenroutes of bij Voltooide activiteiten. Als de bijbehorende kaart al is gedownload, kun je direct navigeren.

Handig om weten: in Komoot kun je GPX-routes ook via de dienst Garmin Connect met je Garmin-toestel synchroniseren.

GPX-routes werken ook op een smartwatch: Waar voor je geld: 5 waterdichte smartwatches met GPS-functie

Een pas geïmporteerde GPX-route kun je als een ‘tour’ (voor offline gebruik) bewaren in Komoot.

GPX

Doorgewinterde wandelaars en fietsers kennen waarschijnlijk GPX-bestanden (GPS Exchange Format). Dit zijn XML-gebaseerde bestanden waarmee geografische locatiegegevens worden opgeslagen en uitgewisseld. Ze worden vooral gebruikt om gps-tracks, routes en waypoints vast te leggen en te delen tussen apparaten en apps.

Waypoints zijn specifieke punten met coördinaten (lengte- en breedtegraad en soms hoogte).

Tracks bestaan uit reeksen gps-punten die een daadwerkelijk afgelegde route weergeven, doorgaans automatisch geregistreerd door een gps-apparaat of navigatie-app tijdens verplaatsing. Elk punt bevat meestal een tijdstempel en soms ook snelheid.

Routes daarentegen bestaan uit reeksen gps-punten die een geplande route aangeven, zonder exacte tijdstempels. Deze worden handmatig of met een routeplanner opgesteld en bevatten meestal minder gedetailleerde informatie dan tracks.

Sommige apps of diensten ondersteunen geen GPX-import, maar wel KML-bestanden (Keyhole Markup Language). Via www.gpx2kml.com kun je deze gratis converteren, in beide richtingen.

Tip 9 GPX-routes downloaden

In tip 8 lees je hoe je GPX-routes en -tracks in navigatie-apps importeert. Ook in de meeste gps-apparaten is zo’n import mogelijk. In tips 10 en 11 ontdek je hoe je zelf zo’n GPX-bestand maakt, maar dat is niet altijd nodig. Er zijn namelijk diverse sites waar je kant-en-klare GPX-routes en -tracks ook gratis kunt downloaden voor (offline) navigatie.

Een optie is AllTrails. Meld je aan, voer een regio in en kies een voorgestelde trail. Klik onderaan op de groene knop (Hit the trail of Daar gaan we) en selecteer Export map file of Kaartbestand exporteren/ GPXTrack of GPX Route zonder tijdstempels (zie kader ‘GPX’). Andere exportopties zijn onder meer Google Earth KML/KMZ en Garmin FIT.

Ook RouteYou (zie ook tip 7) biedt GPX-routes. Registreer je (gratis) en klik op Zoek een route. Geef het routetype aan, kies locatie en lengte en klik op Toon <x> routes. Selecteer een route, klik op Downloaden en kies GPX. Andere opties zijn bijvoorbeeld Garmin en Google Earth (KML).

Voor talrijke fiets- en wandelroutes in Nederland, België en Duitsland kun je terecht op onder meer Routiq. Kies een route en klik op Download de GPX. Dit vereist wel een Premium-account (circa 15 euro per jaar).

Bij AllTrails kun je routes in diverse formaten downloaden, waaronder GPX.

Tip 10 GPX-routes zelf maken

Je kunt ook zelf GPX-routes maken en deze downloaden naar je navigatie-app of gps-toestel voor offline gebruik. Dit kan gratis via verschillende sites, zoals www.gpx.studio.

Klik op App en zoom in tot je voldoende kaartdetails hebt. Klik op het potloodicoon, laat Routing ingeschakeld en kies een activiteitstype, zoals Bike, Run/hike of Motorcycle. Klik op het potlood-icoon en plaats de routepunten op de kaart. De route wordt automatisch langs bestaande wegen gemarkeerd. Onderaan zie je de routelengte en het hoogteprofiel.

Wil je POI’s (waypoints) toevoegen? Klik op het pin-icoon, vul een naam en beschrijving in, kies een geschikt icoon en bevestig met Create point of interest.

Stel geheel zelf je GPX-route samen in gpx.studio.

Tip 11 RouteYou

Ook op de website van RouteYou kun je zelf routes maken en gratis (openbaar) opslaan. Ze worden dan automatisch beschikbaar in de mobiele app van RouteYou. Als je bent aangemeld met hetzelfde account, vind je ze terug bij Profiel / Mijn routes. Je kunt de routes ook downloaden.

Meld je aan en klik op het pijlknopje bij Plan een route. Kies uit Maak een route, Uploadeen route (voor GPX-import), Wandelknooppunten of Fietsknooppunten. De laatste twee maken handig gebruik van het uitgebreide knooppuntennetwerk in Nederland en België.

Bij Maak een route geef je het routetype aan, met subtypes zoals Recreatieve fietsroute, Gravelbikeroute of Mountainbike route. Voor een A-naar-B-route vul je start- en aankomstlocatie in, bij een lusvormige route kies je de startplaats en lengte (en eventueel de kompasrichting). Bevestig met Opslaan / Route opslaan. Klik op Downloaden en kies (bijvoorbeeld) GPX.

Je kunt ook routes samenstellen op de site van RouteYou en deze als GPX-bestand downloaden.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop
© nerudol
Huis

Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop

Overweeg je om je gasfornuis in te ruilen voor een inductiekookplaat? Goed idee! Koken op inductie is sneller, energiezuiniger én veiliger. Ook staat een inductiekookplaat vaak mooier in de keuken. Maar waar moet je op letten als je een inductiekookplaat koopt? Wij geven je tips. 

In het kort

Het is niet verrassend dat steeds meer mensen overstappen op inductie, want koken op inductie kent allerlei voordelen. Maar als je een kookplaat koopt die te klein is, niet eenvoudig te bedienen is of te veel herrie maakt, ga je er alsnog niet op vooruit. In dit artikel leggen we uit waar je op moet letten als je een inductiekookplaat koopt, zodat koken écht leuker wordt.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

De meeste mensen kiezen voor inductie omdat het een stuk efficiënter werkt dan gas. Tijdens koken op inductie gaat energie rechtstreeks naar de pan, waardoor er weinig warmte verloren gaat. Je verbruikt dus minder energie voor hetzelfde resultaat. Door de efficiënte warmteoverdracht is inductie bovendien een stuk sneller: een pan met water heb je zo aan de kook. Ook fijn: een inductiekookplaat maak je in een handomdraai schoon. In plaats van etensresten uit gaspitjes te peuteren, haal je gewoon een doekje over het oppervlak. Scheelt weer tijd na een lange werkdag.
Een inductiekookplaat kopen doe je natuurlijk niet zomaar even. Weet je niet waar je moet beginnen? Let in elk geval op de volgende punten. 

Inbouw of vrijstaand

Wie van het gas afstapt, kiest meestal voor een ingebouwde inductiekookplaat. Deze wordt via een speciale aansluiting ingebouwd in het aanrecht, zodat hij strak oogt in de keuken. Ingebouwde inductiekookplaten hebben meestal vier kookzones of meer. Sommige modellen hebben een geïntegreerd afzuigsysteem, dat zich tussen de kookzones bevindt. In plaats van de kookdampen omhoog te trekken, zoals een traditionele afzuigkap doet, trekt zo'n afzuigsysteem de dampen juist omlaag. Ideaal voor open keukens waarin je geen ontsierende afzuigkap wilt ophangen.
Er zijn ook vrijstaande inductiekookplaten. Zo'n vrijstaande plaat zet je los op het aanrecht. Stekker erin en koken maar. Vrijstaande inductiekookplaten zijn meestal bedoeld voor kleinere keukens of bijvoorbeeld voor in de caravan. Ze hebben één tot vier kookzones en je bergt zo'n kookplaat makkelijk weer op als je hem even niet nodig hebt.

©alfa27 - stock.adobe.com

Hoeveelheid kookzones

Denk bij het kopen van een inductiekookplaat goed na over hoeveel je kookt en hoeveel ruimte je hebt. De meeste ingebouwde kookplaten hebben vier kookzones, maar er zijn ook modellen met vijf of zelfs zes zones. Let daarnaast op de breedte van de kookplaat. 60 cm past in een standaard keukenkastje. 70 cm geeft wat meer ruimte tussen de pannen, maar vaak bevatten deze modellen geen afzuigsysteem. 80 cm geeft nog meer comfort en biedt vaak wel ruimte voor afzuiging. 90 cm is het grootst; hierop passen vijf of meer zones, tenzij je kiest voor een ingebouwd afzuigsysteem. Dan zijn het er meestal vier. 

Extra functies

Veel inductiekookplaten zijn uitgerust met allerlei handige functies die het koken een stuk makkelijker én veiliger maken. Zo hebben veel modellen een boostfunctie die tijdelijk het vermogen van de kookplaat verhoogt: handig als je snel een pan kokend water nodig hebt. Sommige kookplaten beschikken over een flexzone: hiermee koppel je losse kookzones aan elkaar voor een groter kookoppervlak. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je met grillplaten of een braadslee aan de gang gaat.
Vind je energiezuinigheid belangrijk? Dan wil je een inductiekookplaat met pandetectie. Pas als er een (geschikte) pan op een kookzone staat, slaat de kookplaat aan. Dit voorkomt energieverlies en het voorkomt ongelukken. Nog zo'n veilige functie is automatische uitschakeling: deze schakelt de kookplaat vanzelf uit als hij een tijdje niet is gebruikt of als er iets overkookt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk (of ben je gewoon snel afgeleid)? Kies dan een model met ingebouwde timers, zodat je tijdens het koken niet met je telefoon in de weer hoeft. Met kinderen en huisdieren in huis is een kinderslot een must: dat voorkomt dat het apparaat per ongeluk aangezet wordt. 

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Bediening

Inductiekookplaten zijn er met moderne touchbediening of 'ouderwetse' draaisystemen. Touchpanelen zien er strak en modern uit en werken vaak erg makkelijk en snel, maar sommige mensen vinden draaiknoppen toch prettiger. Vooral als je natte handen hebt, geeft een draaisysteem je vaak meer controle dan touchbediening. Aan de andere kant zijn veel touchpanelen tegenwoordig zo intuïtief dat ze ook met natte vingers prima werken. Om erachter te komen wat je het prettigst vindt, kun je inductiekookplaten het beste in de winkel uittesten óf betrouwbare gebruikersreviews lezen. 

Geluidsniveau

De meeste inductiekookplaten zijn niet volledig stil. Ze maken ook weer geen herrie, maar vaak hoor je wel een zacht zoemend of tikkend geluid, vooral bij hogere standen. Wil je een echt stille kookplaat, bijvoorbeeld omdat je een open keuken hebt en er in de buurt gezellig getafeld of tv gekeken wordt? Kijk dan naar modellen met een geluidsniveau onder de 42 dB (decibel). 42 dB is vergelijkbaar met zacht geroezemoes in een klas. Ga je voor een kookplaat met ingebouwde afzuiging, kies dan voor een geluidsniveau onder de 70 dB (op de hoogste stand). 70 dB kun je vergelijken met een gewone afzuigkap of een stofzuiger. 

Nieuwe pannen nodig

Voor op je inductiekookplaat?