ID.nl logo
12 tips om creatieve foto's te maken
© PXimport
Huis

12 tips om creatieve foto's te maken

Werkelijk overal kun je met een smartphone mooie foto's schieten. Met een beetje fantasie en creativiteit valt er zelfs nóg meer uit jouw telefooncamera te halen, zonder dat je daar ingewikkelde dingen voor hoeft te doen. Want het draait vooral om goed om je heen kijken en wat eenvoudige trucjes uithalen om de omgeving net even anders te fotograferen dan je gewend bent. Daarom deze 12 smartphone-fotografietips.

Tip 01: Spannende contrasten

Als de zon al wat lager staat kun je heerlijk spelen met licht en schaduw om contrastrijke foto’s te maken. Vooral vroeg en laat op de dag, maar ook in de winterperiode als de zon overdag niet zo hoog klimt. In (winkel)straatjes, parken, maar ook onder een toegangspoort en bij op het eerste oog saaie onderdoorgangen bij bruggen en viaducten vind je dan plekken die deels in het zonlicht en deels in de schaduw liggen. 

Neem hier dan niet alleen het verlichte en dus goed herkenbare stukje omgeving in beeld, maar pak ook een flink stuk schaduwrand mee. Dankzij het donkere kader wordt je oog extra goed naar het verlichte middenstuk getrokken en krijg je een veel spannender foto. Tik wel even op het verlichte deel om hierop scherp te stellen. De schaduwgebieden worden dan vanzelf donkerder. 

Soms blijft de foto na het tikken wat aan de lichte kant en dan maak je het beeld zelf donkerder door omlaag te vegen. Dit kan als het scherpstelkadertje is te zien. Sommige telefoons hebben hier een apart schuifbalkje voor. Het idee is vooral dat het lichtste deel van de foto helder blijft, terwijl de rest lekker in het duister mag verdwijnen.

©PXimport

Tip 02: Spelbreker

De meeste smartphones hebben tegenwoordig een HDR-stand en die kan roet in het eten gooien bij uitvoeren van tip 1. Wat deze functie namelijk doet, is ervoor zorgen dat zowel lichte als donkere gebieden zo herkenbaar mogelijk op de foto komen. In gewone situaties zoals een landschapsfoto of stadsfoto is dat natuurlijk prima, maar in dit specifieke geval is het juist niet de bedoeling. Jouw telefoon weet alleen niet uit zichzelf dat jij de schaduwen zo donker en onherkenbaar mogelijk wilt vastleggen. Vandaar dat je voor dit soort foto’s de HDR-stand beter even kunt uitzetten. 

Op een iPhone ga je hiervoor naar de app Instellingen op het hoofdscherm en zet bij het onderdeel Camera de optie Automatische HDR of Slimme HDR uit. Op oude modellen tik je in de camera-app zelf op HDR en zet je dit op Uit. Op Android-telefoons vind je een pictogram in de camera-app of ga je naar de camera-instellingen om HDR uit te zetten. Vergeet vooral niet om zodra je klaar bent HDR weer aan te zetten! Ook binnen kun je contrastrijke foto’s maken door ergens een felle lamp op te laten schijnen.

©PXimport

Tip 03: Half in het licht

Stel: je loopt in een winkelstraat, een knus hofje of de tuin achter een gebouw en het lukt de laagstaande zon nog net om een stukje omgeving onder te dompelen in warm licht. Dan kun je dit in beeld brengen zoals we bij tip 1 hebben gedaan en iemand precies in de lichtvlek laten plaatsnemen of eraan voorbij laten lopen. Zo krijg je weer eens een heel andere familie- of vakantiefoto. 

Let wel op dat je iemand buiten die lichtvlek, in het schaduwgebied dus, amper terugziet! Wat je daarom ook kunt doen, is een foto maken op precies het moment dat iemand vanuit de schaduw het licht in stapt, of vanuit het licht weer in de schaduwen verdwijnt. Zo krijg je een spannende en mysterieuze foto waarop iemand deels in de schaduwen verborgen blijft. Je ziet bijvoorbeeld alleen een hoofd, bovenlichaam of een stel benen. 

De timing luistert behoorlijk nauw, maar met een beetje oefenen lukt het steeds vaker en beter. Loopt iemand wel langs de lichtvlek maar blijft die persoon zelf in de schaduw, dan krijg je een silhouet, iets wat ook heel mooi staat.

©PXimport

Tip 04: Reflecties

Foto’s met reflecties doen het altijd goed, zoals van een monumentaal pand, een zonsondergang of een groepje bomen in herfstkleuren. Alleen heb je niet altijd een vijver of meer bij de hand om een spiegeling te fotograferen. Gelukkig zijn er nog andere manieren om reflectiefoto’s te maken. Wacht bijvoorbeeld tot het heeft geregend. Zodra de zon doorbreekt, hoef je alleen maar op zoek te gaan naar een regenplas. Gewoon ergens op de stoep, een wandelpad of langs de weg. 

Om te zien of je een mooie weerspiegeling krijgt, moet je wel even flink door je knieën, want vooral laag bij de grond zie je de reflectie pas echt goed. Je hebt ook een beetje geluk nodig om net het fraaiste stukje omgeving erin te zien. Gelukkig zijn er na een fikse bui genoeg regenplassen te vinden. 

Eentje gevonden? Breng je telefoon tot vlak boven het wateroppervlak en draai en kantel het toestel tot je alles goed in beeld hebt. Houd de telefoon ondersteboven als de camera bovenin bij de rand zit. Want hoe dichter de camera bij het water komt, hoe mooier de reflectie wordt.

©PXimport

Verlaag je de helderheid om een extra contrastrijke foto te maken? Of maak je een reflectiefoto en stel je scherp op de weerspiegeling om te voorkomen dat per ongeluk de straatstenen scherp worden in plaats van het uitzicht? Zodra je één foto hebt gemaakt, neemt de automatische piloot van jouw smartphone het meteen weer van je over, waardoor het risico bestaat dat de volgende foto alsnog te donker of te helder of op de verkeerde plek scherp is.  Wat je hieraan kunt doen, is je vinger op het scherm gedrukt houden in plaats van er een kort tikje op geven. Doe dit tot je een melding ziet dat zowel de belichting als de scherpstelling is vergrendeld. Helaas werkt dit niet op elke telefoon, of het werkt op een iets andere manier, zoals eerst tikken en daarna een slotje dicht tikken.  Na het vergrendelen mag je nog steeds zelfs de helderheid aanpassen door te vegen. Ook voor filmpjes is dit enorm handig, omdat je hiermee voorkomt dat tijdens de opname de helderheid en scherpte alsmaar verspringen.

©PXimport

Tip 05: Regen op afroep

Is het al weken droog, waardoor nergens een plasje water is te vinden? Dan maak je toch gewoon je eigen regenplas? Neem een drinkfles mee en sprenkel wat water over de straatstenen, een metalen reling of een betonrandje tot je een mooi plasje hebt. Lekker handig, want zo kun je altijd en overal de mooiste reflectiefoto’s maken. Je kiest zelf de ideale plek uit waar je het beste zicht hebt op dat mooie gebouw of die flitsende sportwagen. 

Richt de smartphonecamera bijvoorbeeld zodanig dat je een symmetrische foto krijgt, met in de bovenste helft de bolide langs de weg, terwijl je hem in de onderste helft ondersteboven in de weerspiegeling ziet. Wat ook kan, is je telefoon een stuk hoger houden, waardoor je de omgeving alleen via de weerspiegeling in het plasje ziet. Of ga wel laag, maar neem een rafelrandje van de waterplas mee. Zo’n onscherpe voorgrond geeft de foto nog meer diepte.

Zet een foto ook eens ondersteboven, voor een ietwat onwerkelijk beeld. Dat kan gewoon met de apps Foto’s of Galerij van je telefoon of met een fotobewerker, zoals het gratis programma Snapseed.

©PXimport

Tip 06: Alles wat glimt

Omdat je elk glimmende oppervlak voor reflectiefoto’s kunt gebruiken, bestaan er oneindig veel mogelijkheden. Denk aan een glimmende metalen reling, de motorkap van een geparkeerde auto, etalageruiten … Zelfs een vloer of muur die uit glanzende stenen bestaat, geeft mooie reflecties! Breng gewoon je oog of de camera van je telefoon er dicht bij in de buurt en je ziet meteen of het raak is. Het is erg belangrijk dat je dit even doet, want anders loop je er zo aan voorbij en dan mis je de prachtigste foto’s. 

Vind je het vervelend om steeds op zoek te gaan naar reflecterende oppervlakken? Neem dan een tweede of oudere smartphone of desnoods een make-up spiegeltje mee en houd dit horizontaal voor de camera van je telefoon. Schuif of kantel het heel lichtje tot je een prachtig dubbelbeeld hebt. Het is even wat gegoochel voor je het trucje in de vingers hebt. Vooral bij telefoons met afgeronde schermranden werkt dit perfect, omdat de omgeving dan naadloos overloopt in de reflectie. 

Een weerspiegeling kun je ook perfect gebruiken in minder fotogenieke omgevingen. Want stel dat verderop een fraai gebouw staat, maar bij jou is de omgeving oninteressant en rommelig, dan verberg je dat in één klap door de reflectie van het mooie gebouw over de lelijke voorgrond te laten vallen.

©PXimport

Tip 07: Achtergrond vervagen

Een foto met een vervaagde achtergrond zorgt ervoor dat een persoon of voorwerp op de voorgrond er extra goed uitspringt. Ook lijkt het dan al snel of je een dure en geavanceerde spiegelreflexcamera hebt gebruikt, omdat met een telefoon vrijwel alles wat je in beeld neemt haarscherp op de foto komt te staan. 

Tegenwoordig is het wel mogelijk om de achtergrond te vervagen door naar de portretstand te gaan, al gaat het nu om een softwaretrucje en is het dus geen echt optisch effect. Zonder portretstand kan het ook met jouw smartphone, maar dan moet je wel zo dicht mogelijk op je onderwerp kruipen. In dat geval zal de achtergrond alsnog lekker vaag worden. Misschien niet zo sterk als in de portretstand, maar wel op een natuurlijke manier. 

Het betekent wel dat het alleen met kleine objecten lukt, of een gedeelte van iets groters, want je moet het onderwerp echt van heel dichtbij in beeld nemen. Hoe dichterbij, hoe vager de achtergrond. Kortom, het is ideaal voor close-ups, macrofoto’s en detailfoto’s. Ook nu kijk je waar de camera in de behuizing zit, want elke centimeter die je wint, telt. Let wel op wat de minimale scherpstelafstand is, het hoofdonderwerp wil je uiteraard wel scherp krijgen.

©PXimport

Tip 08: Voorgrond onscherpte

Een andere methode om met fraaie vervagingen te werken, is door in je directe omgeving op zoek te gaan naar iets waarmee je een gedeelte van het beeld kunt blokkeren. Want ditmaal maak je niet de achtergrond onscherp, maar juist de voorgrond! Zo kun je tussen het gebladerte van een plant of struik door fotograferen, of vlak langs een gordijn of deurpost. Ook een deurklink werkt perfect, omdat die onwerkelijk groot en behoorlijk onscherp op de foto komt.

Je moet er opnieuw heel dicht op kruipen, want net als bij tip 7 zorgt dat voor extra veel onscherpte, ditmaal dus van de voorgrond in plaats van de achtergrond. Houd je telefoon gerust midden tussen de bloemblaadjes als dat mogelijk is. 

Omdat je het beeld deels of grotendeels blokkeert met iets dat zich vlak bij de camera bevindt, kan het zijn dat de camera niet meer weet wat er scherp moet worden. Tik daarom even op het hoofdonderwerp en pas eventueel ook de helderheid aan. Dit soort foto’s kan een spannend of mysterieus tintje hebben vanwege het doorkijkje vanuit een niet-alledaags standpunt. Een beetje alsof je als paparazzi midden in de struiken ligt om stiekem een foto te maken.

©PXimport

Tip 09: Omgevingen mixen

Een smartphone is ideaal om foto’s te maken waarin je twee verschillende omgevingen met elkaar laat samensmelten. Hoe je dat doet? Let de volgende keer dat je in een winkelstraat loopt niet alleen op wat je achter de winkelruit in de etalage ziet liggen of staan, maar zoek op diezelfde ruit ook naar een reflectie van wat er buiten op straat gebeurt. Zodra je de juiste plek weet te vinden, krijg je een prachtig dubbelbeeld waarin een straattafereel heel leuk samensmelt met wat er in de winkel of etalage is te zien.

Loop gerust wat heen en weer, doe een stap dichterbij of van de ruit vandaan in je zoektocht naar de beste composities. Het werkt met alle ramen, dus het hoeft niet per se een winkel te zijn. Vind je het lastig om te zien? Pak dan je telefoon er even bij, start de camera en kijk via het scherm hoe beide werelden samensmelten. Als je de telefoon schuin richt in plaats van recht vooruit is het makkelijker om je eigen reflectie uit beeld te weren.

©PXimport

Tip 10: Lastig bereikbaar

Met een smartphone kun je unieke foto’s maken die je nauwelijks of in ieder geval erg lastig met een grote camera zoals een spiegelreflex maakt. Puur en alleen omdat een telefooncamera zo enorm klein is, meestal vlak langs de rand van de behuizing zit en een telefoon ook nog eens supercompact is, waardoor je hem op plekken kunt houden waar andere camera’s simpelweg niet kunnen komen. Je kunt door enorm kleine openingen fotograferen. Denk aan roosters, gaas, de ring van een sleutelbos, de strooi-opening van een potje met specerijen, of maak een foto van het binnenste van een blikje, een gekleurde fles of een kristallen bloemvaasje. 

De opening is vaak groot genoeg om een telefooncamera langs of doorheen te laten kijken. Wat ook kan, is een (herfst)boomblad tot een kokertje vouwen en het park of bos daar doorheen fotograferen.

©PXimport

Niet alleen tijdens het fotograferen, maar ook als je graag filmpjes opneemt, kun je alle tips uit dit artikel toepassen. De effecten zijn dan nog indrukwekkender, omdat het om bewegend beeld gaat. Bij een spiegeling op zoiets als een regenplas of het scherm van een tweede smartphone zie je dan dezelfde mensen of voorwerpen op twee verschillende plekken tegelijk door het beeld bewegen. En bij het contrastrijke beeld uit de allereerste tips verschijnen voorbijgangers en fietsers schijnbaar vanuit het niets, zodra ze vanuit een schaduwgebied het zonlicht binnenkomen.

©PXimport

Tip 11: Overgangseffect

Een tip speciaal voor bewegend beeld is dat je voorgrondobjecten zoals een boom, heg, lantarenpaal of muurtje kunt gebruiken om filmfragmenten wat spannender te maken. Dat werkt perfect bij landschappen, stadsgezichten, huis-tuin-en-keukenfilmpjes of bij feesten en partijen. Hoe werkt het? Je houdt de telefoon expres ergens vlak achter en beweegt al filmend opzij, zodat de mooie omgeving erachter vandaan tevoorschijn komt. Of andersom, je laat het aan het einde van het filmpje erachter verdwijnen. 

Maak je meerdere filmpjes die je straks aan elkaar plakt in een videomontage-app? Begin en eindig je elk fragment met geblokkeerd beeld, dan vloeien de losse scènes straks mooi in elkaar over. Beweeg liefst dezelfde kant op en met constante snelheid, dat kijkt prettiger. Een variatie is dat je de telefooncamera naar een voorwerp toe beweegt en in de volgende opname via een achterwaarts beweging ergens anders vandaan trekt. 

In je woonkamer loop je bijvoorbeeld tot nagenoeg tegen een deur of televisiescherm, waarna je via een laptopscherm zomaar in een andere kamer weer verschijnt of via een boom ineens in het bos staat. Helderheid en scherpstelling veranderen gegarandeerd zodra je dicht bij voorwerpen bent. Dit los je op via de techniek uit het kader over vergrendelen.

Beweeg dezelfde kant op en met constante snelheid, dat kijkt prettiger

-

Tip 12: Contrast afstellen

Soms is het zonlicht net niet fel genoeg om de schaduwen lekker diep en daarmee zo onherkenbaar mogelijk te maken, of de telefoon heeft de foto per ongeluk toch te licht vastgelegd. Wat ook kan gebeuren, is dat bij een reflectiefoto de weerspiegeling een stuk donkerder is dan de omgeving zelf. In die gevallen is het altijd nog mogelijk om zelf het contrast een beetje aan te passen. 

Open de foto bijvoorbeeld in de gratis app Snapseed, kies Tools (het pennetje) en daarna Afstellen. Tik vervolgens op het pictogram van de schuifjes, kies Schaduw en veeg naar links om alle schaduwgebieden extra donker te maken, of naar rechts om een reflectie lichter te maken. Met Hooglichten stel je eventueel de lichtste delen van jouw schaduwfoto of reflectiefoto naar smaak in. 

Klaar? Tik op het vinkje en sla de bewerkte foto op via Exporteren. Soms zit deze functie ook al in de standaardapps Foto’s en Galerij.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze