Je eigen 5G-router maken
Met de opmars van snel mobiel internet en stevige databundels wordt het ook steeds aantrekkelijker om je smartphone als mobiele router te gebruiken, zeker voor momenten dat je zonder vast internet zit, zoals op vakantie of tijdens een internetstoring. Vrijwel elke smartphone kun je als wifi-hotspot inzetten, maar niet zonder beperkingen. In dit artikel lees je hoe je van je smartphone een router maakt.
Wellicht wist je al dat je een smartphone als ‘modem’ kunt gebruiken. Hiermee deel je de mobiele internetverbinding van de smartphone met apparaten zonder internetverbinding, zoals een tablet of laptop. Zulke apparaten kunnen via wifi met de smartphone verbinden, maar doorgaans ook via usb of bluetooth. We noemen het ook wel tethering. Overigens is wifi hierbij het meest gangbaar, de smartphone fungeert dan als draagbare wifi-hotspot. Helaas is dat wél een hotspot waar je verder beperkte controle over hebt. Er zijn ook gespecialiseerde mobiele routers die je meer mogelijkheden geven (zie het kader ‘Echte mobiele router’).
5G-versies van zo’n mobiele router zijn nog extreem prijzig. Dan is het interessanter om een goedkope 5G-smartphone te koppelen aan een losse router. Die router mag een oud en afgedankt exemplaar zijn of zelfs een kleine reisrouter die je voor weinig kunt kopen. Voor vakantieadresjes waar je wél een goede wifi-verbinding hebt, maar met allerlei beperkingen, kan zo’n reisrouter je ook heel goed uit de brand helpen. In deze basiscursus laten we zien hoe je meer uit de hotspotvoorziening van je smartphone kunt halen. Ideaal als 5G-router, of als 4G-router als je een wat oudere smartphone nieuw leven in wilt blazen en je geen 5G nodig hebt.
Echte mobiele router
Het opzetten van een persoonlijke wifi-hotspot op basis van een mobiele internetverbinding kan prima met een smartphone, maar mobiele routers zijn hier echt primair voor gemaakt. We noemen deze apparaatjes ook wel mifi-router. Er zijn betaalbare instapmodellen met 4G. Recentere modellen met 5G van merken als Huawei en Netgear hebben een prijs vanaf zo’n 500 euro. Houd er wel rekening mee dat je voor een mobiele router een apart simkaartje nodig hebt. Dat betekent in veel gevallen dat je een apart abonnement moet afsluiten of een prepaid simkaart koopt.
©PXimport
01 Instellen hotspot
Om de hotspot van je Android-smartphone in te schakelen, open je de instellingen en ga je naar Netwerk en internet / Hotspot en tethering. Je hebt maar beperkte controle over deze instellingen. Je kunt hoofdzakelijk de naam (SSID) van de hotspot, de gewenste beveiliging en het wachtwoord instellen.
Bij enkele smartphones kun je ook de frequentieband instellen (2,4 of 5 GHz). De keuze voor 2,4 GHz geeft je een betere compatibiliteit, omdat niet alle apparaten 5 GHz ondersteunen. De reisrouter die we in paragraaf 6 gebruiken, ondersteunt bijvoorbeeld alleen 2,4 GHz. Vergeleken met 5 GHz is het bereik bij 2,4 GHz doorgaans beter en ligt de snelheid wat lager, maar meestal nog steeds hoger dan wat er uit je mobiele internetverbinding valt te persen.
Bij een enkele smartphone kun je ook het kanaal kiezen waarop wordt uitgezonden. Sinds recente versies van Android zie je niet meer welke gebruikers zijn verbonden met de hotspot, terwijl dat juist bij problemen erg handig is. De app Ksiri Tools (beschikbaar buiten de Play Store om, wat wel enig risico met zich meebrengt) brengt die functionaliteit weer terug, met de optie om een herkenbare naam toe te kennen.
©PXimport
02 Tethering via usb
Als je de hotspotinstellingen uit stap 1 opent, zie je ook een optie voor usb-tethering. Dit is bedoeld om de internetverbinding te delen met een pc of laptop. Op een Mac heb je daar extra software voor nodig, zoals HoRNDIS. Dat is in feite een driver die zorgt dat de smartphone als netwerkapparaat beschikbaar komt.
Onder Windows heb je geen extra software nodig. De verbindingseigenschappen kun je controleren door de Windows-instellingen te openen (Windows-toets+I). Ga dan naar Netwerk en internet. Hier zie je de verbinding (aangemerkt als ethernetverbinding). Het dataverbruik wordt apart bijgehouden, net als voor de andere verbindingen. Onder Windows deel je deze verbinding eventueel weer met andere gebruikers door de mobiele hotspot aan te zetten, vooropgesteld dat de computer ook voorzien is van wifi (zie ook het kader ‘Mobiele hotspot onder Windows’).
©PXimport
Mobiele hotspot onder Windows
Windows heeft een handige ingebouwde mobiele hotspot. Hiermee deel je een bestaande netwerkverbinding in slechts enkele eenvoudige stappen met andere apparaten via wifi of bluetooth. Je kunt delen vanaf verschillende verbindingen, bijvoorbeeld een wifi-verbinding of een vaste netwerkverbinding, maar ook een verbinding die je via usb-tethering met je smartphone tot stand hebt gebracht, zoals uitgelegd in paragraaf 2. Om de hotspot te activeren, open je de Windows-instellingen (Windows-toets+I) en ga je naar Netwerk en internet / Mobiele hotspot. Hier kies je welke verbinding je wilt delen. Verder kies je de netwerknaam, het wachtwoord en de frequentieband. Windows toont ook een lijstje met verbonden apparaten. In de afbeelding hebben we via usb-tethering de mobiele internetverbinding van een Nokia 7 Plus gedeeld. Er bestaat ook (gratis) software van derden om je internetverbinding te delen onder Windows 10 met soms net wat meer mogelijkheden. Bekende voorbeelden zijn MHotSpot en Connectify.
©PXimport
03 Router via usb
Heb je nog een oude router, dan kan deze (afhankelijk van het model) in veel gevallen gebruikmaken van usb voor de inkomende verbinding. Dan denk je wellicht als eerste aan een 4G-usb-dongel, bijvoorbeeld als back-up voor de vaste verbinding. Maar usb-tethering via een smartphone werkt dan doorgaans net zo goed. Na het opzetten kun je alle uitgebreide mogelijkheden van je router gebruiken. Andere apparaten kunnen bovendien gewoon de wifi-verbinding van de router gebruiken of de vaste netwerkpoorten.
Sluit de smartphone via usb aan op de router en activeer zoals hierboven uitgelegd usb-tethering op je toestel. Mogelijk moet je via de gebruikersinterface van je router nog enkele instellingen maken. In de volgende paragraaf laten we zien hoe dat werkt met een wat oudere Fritz!Box van AVM. Bij routers van providers zijn usb-functies overigens beperkt of zelfs afwezig. Een uitzondering is de Experiabox V10 die door KPN en Telfort wordt geleverd. Hierop werkt usb-tethering wel en zelfs zonder extra instellingen. De procedure: haal de internetkabel eruit, sluit de smartphone aan, zet hierop usb-tethering aan en herstart indien nodig de router. Overigens kun je de usb-poort op de router verder nergens voor gebruiken, maar dit is een handige optie om achter de hand te hebben!
©PXimport
04 Voorbeeld met Fritz!Box
Als voorbeeld zullen we een Fritz!Box 7390 van AVM volledig instellen voor mobiel gebruik, na het terugzetten naar de fabrieksinstellingen (zie het kader ‘Fabrieksinstellingen’). De procedure werkt ook voor latere modellen. Sluit de smartphone aan en zet daarna usb-tethering aan. Vervolgens controleer je in de gebruikersinterface van de Fritz!Box onder Home Network / USB Devices of het usb-apparaat correct is herkend. Er is in dat geval ook de menuoptie Internet / Mobile Communications bij gekomen. Zet een vinkje bij de optie Internet connection via smartphone or mobile communications dongle by USB tethering enabled.
Als alternatief kun je er ook voor kiezen om deze mobiele verbinding alleen te gebruiken als de vaste verbinding wegvalt. In de praktijk zal vast internet (hopelijk) zo weinig uitvallen dat het wellicht niet de moeite loont om daar continu een smartphone aan op te offeren. Overigens kregen we usb-tethering met een recente Nokia 7 Plus niet op deze manier aan de praat, maar met een wat oudere Samsung Galaxy Note 4 werkte dit probleemloos.
©PXimport
Fabrieksinstellingen
Heeft de router nog instellingen van een eerder gebruik, dan is het verstandig deze terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. In ons geval loggen we daarvoor in op de Fritz!Box-router via wifi of gebruiken we een ethernetkabel. We bezoeken het adres http://fritz.box of het ip-adres http://169.254.1.1. Via dit ip-adres is de gebruikersinterface van de Fritz!Box als noodmaatregel vrijwel altijd beschikbaar, wat bij netwerk- en verbindingsproblemen erg praktisch is. We gaan naar System / Backup / Factory Settings en kiezen Restore Factory Settings om onze Fritz!Box-router naar fabrieksinstellingen terug te zetten. Hierna loggen we opnieuw in en doorlopen we de eerste configuratiestappen. Daarin kiezen we onder meer een taal en stellen we een wachtwoord in voor het afschermen van de gebruikersinterface. Via de gebruikersinterface kunnen we daarna de gewenste verbindingsinstellingen configureren.
05 Router via wifi
Behalve via usb kun je zoals gezegd soms ook wifi gebruiken voor de inkomende verbinding, afhankelijk van de router. En dat kan ook de wifi-hotspot van de smartphone zijn. Andere apparaten verbind je daarna rechtstreeks met je router, al dan niet via wifi, en ze profiteren in ieder geval van het betere bereik van je router, door de krachtigere antennes. Daarnaast geeft de router je natuurlijk ook meer beheermogelijkheden. Je kunt op de smartphone nog de keuze maken of de wifi-hotspot op 2,4 GHz of 5 GHz moet werken, ook afhankelijk van de mogelijkheden van de router. In de Fritz!Box kun je de verbinding daarna instellen via de gebruikersinterface onder Internet / Account Information. Kies onder het kopje Internet Service Provider voor Existing connection over wireless LAN. Hier vind je als het goed is de hotspot van je smartphone terug om verbinding mee te maken.
©PXimport
06 Reisrouter gebruiken
Heb je geen oude router of vind je deze te groot om mee te nemen, dan kun je met een kleine reisrouter zoals de TP-Link TL-WR802N (ongeveer 25 euro) ongeveer hetzelfde bereiken. De nieuwere TL-WR902AC geeft je overigens meer snelheid met dualband-wifi (802.11ac), maar heeft verder vergelijkbare mogelijkheden.
Voor de configuratie gebruiken we een laptop die we via wifi met de reisrouter verbinden. De SSID en het wachtwoord staan op de behuizing, net als de inloggegevens voor de gebruikersinterface. Die gebruikersinterface bereik je via het adres http://tplinkwifi.net. Voor de configuratie gaan we via het menu naar Quick Setup. Hier kies je eerst de werkstand. De router ondersteunt er meerdere. We selecteren Hotspot Router Mode. Hierbij kun je een persoonlijke wifi-hotspot maken op basis van een ander wifi-netwerk. Dat kan de wifi-hotspot van je smartphone zijn, maar ook de wifi-toegang van een hotelruimte of publieke locatie. Als verbindingstype kies je Dynamic IP. Hierna wordt gescand naar wifi-netwerken. Selecteer de wifi-hotspot van je smartphone en stel in het volgende scherm het wachtwoord in. Na een reboot maakt de reisrouter verbinding met de smartphone en kun je je apparaten met de reisrouter verbinden. De netwerkpoort werkt hierbij overigens als een lan-poort, zodat ook apparaten met (alleen) een vaste netwerkaansluiting de internetverbinding kunnen benutten!
©PXimport
Verbindingen achter een hotspot
Het komt weleens voor dat je op je vakantieadres bij het wifi-toegangspunt moet inloggen met een code of de gebruiksvoorwaarden moet accepteren om van wifi gebruik te kunnen maken. Deze toestemming wordt aan de achterkant in feite gekoppeld aan het (in principe unieke) MAC-adres van het bewuste apparaat. Door de reisrouter hetzelfde MAC-adres te geven, ook wel klonen genoemd, kun je het wifi-toegangspunt voor de gek houden. Die ziet dan immers hetzelfde MAC-adres als eerder en denkt dat er al is ingelogd of toestemming gegeven. Bij de TP-Link TL-WR802N kun je dit eenvoudig voor elkaar krijgen. Maak eerst verbinding met het wifi-toegangspunt met bijvoorbeeld een laptop of tablet en doorloop de inlogprocedures. Maak daarna met datzelfde (!) apparaat verbinding met de reisrouter (in dit voorbeeld gebruiken we de TP-Link TL-WR802N) en open de gebruikersinterface. Ga naar Network / MAC Clone, waar je met de optie Clone MAC Address het MAC-adres van het huidige apparaat kloont. Hiermee krijgt de reisrouter hetzelfde MAC-adres. Na een reboot is de reisrouter direct online. Deze methode kun je ook gebruiken als er maar een beperkt aantal apparaten gebruik mag maken van het toegangspunt. Je hoeft immers alleen de reisrouter te verbinden, andere apparaten laat je via de reisrouter werken.
©PXimport
07 Meer werkstanden benutten
De reisrouter van TP-Link is ook handig in andere situaties. Stel dat je alleen een vaste netwerkaansluiting hebt en geen wifi, dan gebruik je de reisrouter om een wifi-toegangspunt te maken. Dit heet Wireless Router Mode. En in de zogeheten Access Point Mode kun je een apparaat met alleen een fysieke netwerkpoort met wifi verbinden.
Door de Range Extender Mode te gebruiken, breid je met de reisrouter een wifi-verbinding uit. De netwerknaam (SSID) en het wachtwoord blijven hetzelfde. Heeft het wifi-toegangspunt niet genoeg bereik, dan kan dit net het verschil maken. Al moet je wel een goede verbinding hebben om mee te werken, de antenne van de reisrouter niet heel sterk.
©CIDimport
08 Verbruik monitoren
Als je de mobiele internetverbinding gaat delen, houd er dan rekening mee dat het verbruik flink omhoog kan schieten. Controleer vooraf de hoogte van je databundel en houd ook je verbruik in de gaten. Bij Android zie je via de instellingen. Open deze, ga naar Netwerk en Internet / Mobiel netwerk. Klik op Datagebruik van app om het dataverbruik te zien. Het verbruik van de hotspotfunctie staat apart vermeld. Het verbruik wordt standaard per kalendermaand gepresenteerd, maar je kunt een afwijkende cyclus instellen via het instellingenicoontje. Daar stel je ook een waarschuwingsdrempel in.
09 Handige extra apps
De prestaties die je haalt via je smartphone zijn voor een groot deel afhankelijk van je mobiele netwerkverbinding. Om hier wat meer zicht op te hebben, kun je een app als Rx Monitor gebruiken. Die laat zien bij welke zendmast je bent aangemeld en met welke signaalkwaliteit en snelheid. Je kunt in een grafiek het signaalniveau aflezen, wat kan helpen om de optimale plek voor je hotspot te vinden. Verder geeft de app inzicht in naburige zendmasten. Ook handig is de app Speedtest.net van Ookla, waarmee je vanaf je smartphone test hoe snel de internetverbinding is. Naast de download- en uploadsnelheid is de ping ook interessant.