ID.nl logo
Je eigen 5G-router maken
© PXimport
Huis

Je eigen 5G-router maken

Met de opmars van snel mobiel internet en stevige databundels wordt het ook steeds aantrekkelijker om je smartphone als mobiele router te gebruiken, zeker voor momenten dat je zonder vast internet zit, zoals op vakantie of tijdens een internetstoring. Vrijwel elke smartphone kun je als wifi-hotspot inzetten, maar niet zonder beperkingen. In dit artikel lees je hoe je van je smartphone een router maakt.

Wellicht wist je al dat je een smartphone als ‘modem’ kunt gebruiken. Hiermee deel je de mobiele internetverbinding van de smartphone met apparaten zonder internetverbinding, zoals een tablet of laptop. Zulke apparaten kunnen via wifi met de smartphone verbinden, maar doorgaans ook via usb of bluetooth. We noemen het ook wel tethering. Overigens is wifi hierbij het meest gangbaar, de smartphone fungeert dan als draagbare wifi-hotspot. Helaas is dat wél een hotspot waar je verder beperkte controle over hebt. Er zijn ook gespecialiseerde mobiele routers die je meer mogelijkheden geven (zie het kader ‘Echte mobiele router’).

5G-versies van zo’n mobiele router zijn nog extreem prijzig. Dan is het interessanter om een goedkope 5G-smartphone te koppelen aan een losse router. Die router mag een oud en afgedankt exemplaar zijn of zelfs een kleine reisrouter die je voor weinig kunt kopen. Voor vakantieadresjes waar je wél een goede wifi-verbinding hebt, maar met allerlei beperkingen, kan zo’n reisrouter je ook heel goed uit de brand helpen. In deze basiscursus laten we zien hoe je meer uit de hotspotvoorziening van je smartphone kunt halen. Ideaal als 5G-router, of als 4G-router als je een wat oudere smartphone nieuw leven in wilt blazen en je geen 5G nodig hebt.

Echte mobiele router

Het opzetten van een persoonlijke wifi-hotspot op basis van een mobiele internetverbinding kan prima met een smartphone, maar mobiele routers zijn hier echt primair voor gemaakt. We noemen deze apparaatjes ook wel mifi-router. Er zijn betaalbare instapmodellen met 4G. Recentere modellen met 5G van merken als Huawei en Netgear hebben een prijs vanaf zo’n 500 euro. Houd er wel rekening mee dat je voor een mobiele router een apart simkaartje nodig hebt. Dat betekent in veel gevallen dat je een apart abonnement moet afsluiten of een prepaid simkaart koopt.

©PXimport

01 Instellen hotspot

Om de hotspot van je Android-smartphone in te schakelen, open je de instellingen en ga je naar Netwerk en internet / Hotspot en tethering. Je hebt maar beperkte controle over deze instellingen. Je kunt hoofdzakelijk de naam (SSID) van de hotspot, de gewenste beveiliging en het wachtwoord instellen.

Bij enkele smartphones kun je ook de frequentieband instellen (2,4 of 5 GHz). De keuze voor 2,4 GHz geeft je een betere compatibiliteit, omdat niet alle apparaten 5 GHz ondersteunen. De reisrouter die we in paragraaf 6 gebruiken, ondersteunt bijvoorbeeld alleen 2,4 GHz. Vergeleken met 5 GHz is het bereik bij 2,4 GHz doorgaans beter en ligt de snelheid wat lager, maar meestal nog steeds hoger dan wat er uit je mobiele internetverbinding valt te persen.

Bij een enkele smartphone kun je ook het kanaal kiezen waarop wordt uitgezonden. Sinds recente versies van Android zie je niet meer welke gebruikers zijn verbonden met de hotspot, terwijl dat juist bij problemen erg handig is. De app Ksiri Tools (beschikbaar buiten de Play Store om, wat wel enig risico met zich meebrengt) brengt die functionaliteit weer terug, met de optie om een herkenbare naam toe te kennen.

©PXimport

02 Tethering via usb

Als je de hotspotinstellingen uit stap 1 opent, zie je ook een optie voor usb-tethering. Dit is bedoeld om de internetverbinding te delen met een pc of laptop. Op een Mac heb je daar extra software voor nodig, zoals HoRNDIS. Dat is in feite een driver die zorgt dat de smartphone als netwerkapparaat beschikbaar komt.

Onder Windows heb je geen extra software nodig. De verbindingseigenschappen kun je controleren door de Windows-instellingen te openen (Windows-toets+I). Ga dan naar Netwerk en internet. Hier zie je de verbinding (aangemerkt als ethernetverbinding). Het dataverbruik wordt apart bijgehouden, net als voor de andere verbindingen. Onder Windows deel je deze verbinding eventueel weer met andere gebruikers door de mobiele hotspot aan te zetten, vooropgesteld dat de computer ook voorzien is van wifi (zie ook het kader ‘Mobiele hotspot onder Windows’).

©PXimport

Mobiele hotspot onder Windows

Windows heeft een handige ingebouwde mobiele hotspot. Hiermee deel je een bestaande netwerkverbinding in slechts enkele eenvoudige stappen met andere apparaten via wifi of bluetooth. Je kunt delen vanaf verschillende verbindingen, bijvoorbeeld een wifi-verbinding of een vaste netwerkverbinding, maar ook een verbinding die je via usb-tethering met je smartphone tot stand hebt gebracht, zoals uitgelegd in paragraaf 2. Om de hotspot te activeren, open je de Windows-instellingen (Windows-toets+I) en ga je naar Netwerk en internet / Mobiele hotspot. Hier kies je welke verbinding je wilt delen. Verder kies je de netwerknaam, het wachtwoord en de frequentieband. Windows toont ook een lijstje met verbonden apparaten. In de afbeelding hebben we via usb-tethering de mobiele internetverbinding van een Nokia 7 Plus gedeeld. Er bestaat ook (gratis) software van derden om je internetverbinding te delen onder Windows 10 met soms net wat meer mogelijkheden. Bekende voorbeelden zijn MHotSpot en Connectify.

©PXimport

03 Router via usb

Heb je nog een oude router, dan kan deze (afhankelijk van het model) in veel gevallen gebruikmaken van usb voor de inkomende verbinding. Dan denk je wellicht als eerste aan een 4G-usb-dongel, bijvoorbeeld als back-up voor de vaste verbinding. Maar usb-tethering via een smartphone werkt dan doorgaans net zo goed. Na het opzetten kun je alle uitgebreide mogelijkheden van je router gebruiken. Andere apparaten kunnen bovendien gewoon de wifi-verbinding van de router gebruiken of de vaste netwerkpoorten.

Sluit de smartphone via usb aan op de router en activeer zoals hierboven uitgelegd usb-tethering op je toestel. Mogelijk moet je via de gebruikersinterface van je router nog enkele instellingen maken. In de volgende paragraaf laten we zien hoe dat werkt met een wat oudere Fritz!Box van AVM. Bij routers van providers zijn usb-functies overigens beperkt of zelfs afwezig. Een uitzondering is de Experiabox V10 die door KPN en Telfort wordt geleverd. Hierop werkt usb-tethering wel en zelfs zonder extra instellingen. De procedure: haal de internetkabel eruit, sluit de smartphone aan, zet hierop usb-tethering aan en herstart indien nodig de router. Overigens kun je de usb-poort op de router verder nergens voor gebruiken, maar dit is een handige optie om achter de hand te hebben!

©PXimport

04 Voorbeeld met Fritz!Box

Als voorbeeld zullen we een Fritz!Box 7390 van AVM volledig instellen voor mobiel gebruik, na het terugzetten naar de fabrieksinstellingen (zie het kader ‘Fabrieksinstellingen’). De procedure werkt ook voor latere modellen. Sluit de smartphone aan en zet daarna usb-tethering aan. Vervolgens controleer je in de gebruikersinterface van de Fritz!Box onder Home Network / USB Devices of het usb-apparaat correct is herkend. Er is in dat geval ook de menuoptie Internet / Mobile Communications bij gekomen. Zet een vinkje bij de optie Internet connection via smartphone or mobile communications dongle by USB tethering enabled.

Als alternatief kun je er ook voor kiezen om deze mobiele verbinding alleen te gebruiken als de vaste verbinding wegvalt. In de praktijk zal vast internet (hopelijk) zo weinig uitvallen dat het wellicht niet de moeite loont om daar continu een smartphone aan op te offeren. Overigens kregen we usb-tethering met een recente Nokia 7 Plus niet op deze manier aan de praat, maar met een wat oudere Samsung Galaxy Note 4 werkte dit probleemloos.

©PXimport

Fabrieksinstellingen

Heeft de router nog instellingen van een eerder gebruik, dan is het verstandig deze terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. In ons geval loggen we daarvoor in op de Fritz!Box-router via wifi of gebruiken we een ethernetkabel. We bezoeken het adres http://fritz.box of het ip-adres http://169.254.1.1. Via dit ip-adres is de gebruikersinterface van de Fritz!Box als noodmaatregel vrijwel altijd beschikbaar, wat bij netwerk- en verbindingsproblemen erg praktisch is. We gaan naar System / Backup / Factory Settings en kiezen Restore Factory Settings om onze Fritz!Box-router naar fabrieksinstellingen terug te zetten. Hierna loggen we opnieuw in en doorlopen we de eerste configuratiestappen. Daarin kiezen we onder meer een taal en stellen we een wachtwoord in voor het afschermen van de gebruikersinterface. Via de gebruikersinterface kunnen we daarna de gewenste verbindingsinstellingen configureren.

05 Router via wifi

Behalve via usb kun je zoals gezegd soms ook wifi gebruiken voor de inkomende verbinding, afhankelijk van de router. En dat kan ook de wifi-hotspot van de smartphone zijn. Andere apparaten verbind je daarna rechtstreeks met je router, al dan niet via wifi, en ze profiteren in ieder geval van het betere bereik van je router, door de krachtigere antennes. Daarnaast geeft de router je natuurlijk ook meer beheermogelijkheden. Je kunt op de smartphone nog de keuze maken of de wifi-hotspot op 2,4 GHz of 5 GHz moet werken, ook afhankelijk van de mogelijkheden van de router. In de Fritz!Box kun je de verbinding daarna instellen via de gebruikersinterface onder Internet / Account Information. Kies onder het kopje Internet Service Provider voor Existing connection over wireless LAN. Hier vind je als het goed is de hotspot van je smartphone terug om verbinding mee te maken.

©PXimport

06 Reisrouter gebruiken

Heb je geen oude router of vind je deze te groot om mee te nemen, dan kun je met een kleine reisrouter zoals de TP-Link TL-WR802N (ongeveer 25 euro) ongeveer hetzelfde bereiken. De nieuwere TL-WR902AC geeft je overigens meer snelheid met dualband-wifi (802.11ac), maar heeft verder vergelijkbare mogelijkheden.

Voor de configuratie gebruiken we een laptop die we via wifi met de reisrouter verbinden. De SSID en het wachtwoord staan op de behuizing, net als de inloggegevens voor de gebruikersinterface. Die gebruikersinterface bereik je via het adres http://tplinkwifi.net. Voor de configuratie gaan we via het menu naar Quick Setup. Hier kies je eerst de werkstand. De router ondersteunt er meerdere. We selecteren Hotspot Router Mode. Hierbij kun je een persoonlijke wifi-hotspot maken op basis van een ander wifi-netwerk. Dat kan de wifi-hotspot van je smartphone zijn, maar ook de wifi-toegang van een hotelruimte of publieke locatie. Als verbindingstype kies je Dynamic IP. Hierna wordt gescand naar wifi-netwerken. Selecteer de wifi-hotspot van je smartphone en stel in het volgende scherm het wachtwoord in. Na een reboot maakt de reisrouter verbinding met de smartphone en kun je je apparaten met de reisrouter verbinden. De netwerkpoort werkt hierbij overigens als een lan-poort, zodat ook apparaten met (alleen) een vaste netwerkaansluiting de internetverbinding kunnen benutten!

©PXimport

Verbindingen achter een hotspot

Het komt weleens voor dat je op je vakantieadres bij het wifi-toegangspunt moet inloggen met een code of de gebruiksvoorwaarden moet accepteren om van wifi gebruik te kunnen maken. Deze toestemming wordt aan de achterkant in feite gekoppeld aan het (in principe unieke) MAC-adres van het bewuste apparaat. Door de reisrouter hetzelfde MAC-adres te geven, ook wel klonen genoemd, kun je het wifi-toegangspunt voor de gek houden. Die ziet dan immers hetzelfde MAC-adres als eerder en denkt dat er al is ingelogd of toestemming gegeven. Bij de TP-Link TL-WR802N kun je dit eenvoudig voor elkaar krijgen. Maak eerst verbinding met het wifi-toegangspunt met bijvoorbeeld een laptop of tablet en doorloop de inlogprocedures. Maak daarna met datzelfde (!) apparaat verbinding met de reisrouter (in dit voorbeeld gebruiken we de TP-Link TL-WR802N) en open de gebruikersinterface. Ga naar Network / MAC Clone, waar je met de optie Clone MAC Address het MAC-adres van het huidige apparaat kloont. Hiermee krijgt de reisrouter hetzelfde MAC-adres. Na een reboot is de reisrouter direct online. Deze methode kun je ook gebruiken als er maar een beperkt aantal apparaten gebruik mag maken van het toegangspunt. Je hoeft immers alleen de reisrouter te verbinden, andere apparaten laat je via de reisrouter werken.

©PXimport

07 Meer werkstanden benutten

De reisrouter van TP-Link is ook handig in andere situaties. Stel dat je alleen een vaste netwerkaansluiting hebt en geen wifi, dan gebruik je de reisrouter om een wifi-toegangspunt te maken. Dit heet Wireless Router Mode. En in de zogeheten Access Point Mode kun je een apparaat met alleen een fysieke netwerkpoort met wifi verbinden.

Door de Range Extender Mode te gebruiken, breid je met de reisrouter een wifi-verbinding uit. De netwerknaam (SSID) en het wachtwoord blijven hetzelfde. Heeft het wifi-toegangspunt niet genoeg bereik, dan kan dit net het verschil maken. Al moet je wel een goede verbinding hebben om mee te werken, de antenne van de reisrouter niet heel sterk.

©CIDimport

08 Verbruik monitoren

Als je de mobiele internetverbinding gaat delen, houd er dan rekening mee dat het verbruik flink omhoog kan schieten. Controleer vooraf de hoogte van je databundel en houd ook je verbruik in de gaten. Bij Android zie je via de instellingen. Open deze, ga naar Netwerk en Internet / Mobiel netwerk. Klik op Datagebruik van app om het dataverbruik te zien. Het verbruik van de hotspotfunctie staat apart vermeld. Het verbruik wordt standaard per kalendermaand gepresenteerd, maar je kunt een afwijkende cyclus instellen via het instellingenicoontje. Daar stel je ook een waarschuwingsdrempel in.

09 Handige extra apps

De prestaties die je haalt via je smartphone zijn voor een groot deel afhankelijk van je mobiele netwerkverbinding. Om hier wat meer zicht op te hebben, kun je een app als Rx Monitor gebruiken. Die laat zien bij welke zendmast je bent aangemeld en met welke signaalkwaliteit en snelheid. Je kunt in een grafiek het signaalniveau aflezen, wat kan helpen om de optimale plek voor je hotspot te vinden. Verder geeft de app inzicht in naburige zendmasten. Ook handig is de app Speedtest.net van Ookla, waarmee je vanaf je smartphone test hoe snel de internetverbinding is. Naast de download- en uploadsnelheid is de ping ook interessant.

▼ Volgende artikel
Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?
© ID.nl
Huis

Vrijstaande vaatwasser later inbouwen: wat zijn de mogelijkheden?

Bij een inbouwkeuken zijn de meeste apparaten netjes weggewerkt. Een vaatwasser bijvoorbeeld is dan al voor je ingebouwd en door middel van een opzetdeur onzichtbaar van buitenaf. Maar wat nou als je een vrijstaande vaatwasser hebt, kun je die dan alsnog inbouwen in je bestaande keuken? Dit zijn de mogelijkheden.

Wil je dat je vaatwasser netjes opgaat in de rest van je keuken? Dan kun je ‘m inbouwen. zodat het er wat strakker uitziet. Je leest hoe je de ruimte voorbereidt, de water- en afvoeraansluiting maakt en hoe je het apparaat goed op z’n plek zet.

©ID.nl

De voorbereiding: meten is weten

Voordat je überhaupt begint met boren, zagen of sjouwen, is het slim om te bedenken waar je de vaatwasser precies wilt hebben. De meest logische plek is onder het aanrecht, het liefst zo dicht mogelijk bij de waterleiding en afvoer. Meestal haal je een keukenkastje weg om ruimte te maken. Let er wel op dat de vaatwasser daar ook echt past. Meet dus goed de hoogte, breedte en diepte van de plek waar hij moet komen. Houd altijd een beetje speling, zodat je de machine kunt schuiven en stellen.

Standaardmaten

Een vaatwasser heeft standaard afmetingen. Zo is de hoogte tussen de 80 en 86,5 centimeter en zijn vaatwassers 45 of 60 centimeter breed. Controleer bij jouw keuken of jouw vaatwasser past in een van de ruimtes onder het aanrecht. Als een niet-standaard keuken hebt, bijvoorbeeld eentje van een wat oudere huurwoning die specifiek voor de woning is gemaakt, moet je extra controleren of een vaatwasser in jouw keuken past. Ook voor keukens van IKEA geldt vaak een afwijkend formaat.

Als er geen aparte kraan is in de buurt van de nieuwe plek voor de vaatwasser, dan moet je die nog aanleggen. Ook de afvoer moet geschikt zijn. Sommige sifons onder de gootsteen hebben al een aansluiting voor een vaatwasser, maar dat is niet altijd zo. In dat geval zul je de sifon moeten vervangen. Een sifon met een aparte aansluiting is te koop bij de meeste bouwmarkten. Tot slot is een geaard stopcontact nodig, liefst op dezelfde groep als de andere keukenapparaten.

De wateraansluiting maken

Als je al een kraan in de buurt hebt met een aansluiting voor een wasmachine of vaatwasser, dan ben je snel klaar. Je hoeft dan alleen maar de slang van de vaatwasser op de kraan te draaien. Zorg dat je dit stevig doet en gebruik eventueel teflontape op de schroefdraad om lekkage te voorkomen. Controleer of de aansluiting niet lekt door de kraan voorzichtig open te draaien.

©Mark Gamble

Een vaatwasser aansluiten kun je zelf, maar als je hier niet zo handig in bent, kun je het ook een loodgieter laten doen.

Heb je nog geen geschikte kraan, dan moet je die eerst laten installeren. Bij voorkeur laat je dat soort werkzaamheden uitvoeren door een loodgieter of installateur, maar als je zelf handig bent met water(leidingen) zou je het ook zelf kunnen doen.

Je sluit eerst de hoofdkraan af en laat je de leidingen leeglopen. Vervolgens snijd je een stuk uit de bestaande leiding, bijvoorbeeld met een pijpsnijder, en plaats je een T-stuk. Op dat T-stuk monteer je een extra leidingstuk naar een muurplaat, waar de nieuwe kraan op komt. Zorg dat je alles goed vastzet en gebruik teflontape om de schroefdraad waterdicht te maken. Als alles aangesloten is, kun je de hoofdkraan weer openen en controleer je of alles droog blijft.

Zelf aansluiten: mag dat eigenlijk?

Je mag een vaatwasser zelf installeren; hiervoor is het niet verplicht om een gecertificeerde installateur in te schakelen. Houd er echter rekening mee dat als je zelf de aansluiting verzorgt en er ontstaat schade, je mogelijk geen aanspraak kunt maken op garantie. Daarnaast kan de verzekeraar besluiten niet uit te keren als blijkt dat de installatie niet volgens de geldende voorschriften is uitgevoerd. Controleer daarom altijd goed de voorwaarden van zowel de leverancier als je verzekering voordat je zelf aan de slag gaat.

De afvoer aansluiten op de sifon

Een vaatwasser pompt vuil water weg, en dat moet netjes worden afgevoerd. De makkelijkste manier is via de sifon onder de gootsteen. Heeft jouw sifon nog geen aansluiting voor een vaatwasser, dan kun je die vervangen door een model dat er wél een heeft.

©by_r@mann

Op deze manier kun je de afvoer van je vaatwasser aansluiten op de sifon van de gootsteen.

De afvoerslang van de vaatwasser steek je vervolgens in de opening van de sifon. Die opening is vaak voorzien van een dopje dat je eerst moet verwijderen. De slang moet een stukje in de aansluiting worden geschoven, meestal zo’n tien tot vijftien centimeter. Daarna draai je er een slangklem omheen om te voorkomen dat de slang losschiet. Let goed op dat de slang niet knikt en nergens tegen scherpe randen aankomt. De afvoer moet namelijk vrij kunnen doorlopen, anders krijg je lekkage of een foutmelding van het apparaat.

Elektriciteit en veiligheid

De vaatwasser heeft stroom nodig, dus er moet een geaard stopcontact in de buurt zijn. Idealiter bevindt zich dat in hetzelfde keukendeel, zodat je de stekker zonder verlengsnoeren kunt aansluiten. Is er geen geschikt stopcontact, dan kun je overwegen om er een te laten aanleggen. Dat moet altijd door een erkend elektricien gebeuren, zeker in ruimtes met veel vocht zoals in keukens. Gebruik geen stekkerdozen of verlengsnoeren, want die zijn niet geschikt voor apparaten met een hoog vermogen. Zorg er ook voor dat de vaatwasser op een aparte groep zit als je al veel andere keukenapparaten hebt. Denk aan de oven, magnetron of koelkast. Die trekken allemaal veel stroom, en overbelasting kan gevaarlijk zijn.

©Tomasz - stock.adobe.com

Vaatwasser plaatsen

Nu de aansluitingen in orde zijn, kun je de vaatwasser op z’n plek schuiven. Doe dit voorzichtig, zeker als de aansluitingen aan de achterkant zitten. Laat voldoende ruimte over zodat je de slangen niet klemt of knikt tijdens het schuiven. Het is handig om iemand anders te laten meekijken naar de slangen terwijl je de machine op zijn plek zet.

Zodra de vaatwasser staat, stel je ‘m waterpas af. Aan de voorkant zitten meestal twee verstelbare pootjes die je kunt draaien. Sommige modellen hebben ook een verstelbare achterpoot, die je via de voorkant kunt bijstellen met een schroevendraaier. Een goede waterpas plaatsing is belangrijk: als de machine scheef staat, kan er water blijven staan of loopt het afwasprogramma niet goed.

©ID.nl

Met de stelpoten kun je de vaatwasser waterpas zetten.

Controleer ook of de voorkant van de vaatwasser mooi aansluit bij de rest van je keuken. Bij een vrijstaand model dat je inbouwt, kan het zijn dat de voorkant iets uitsteekt.

Heb je nog geen vaatwasser, maar wil je er eentje en wil je deze ook inbouwen? Kies dan meteen voor een inbouwvaatwasser. Op die manier kun je de vaatwasser meteen voorzien van een passend front, zodat je hem goed kunt wegwerken.

Ga je een nieuwe keuken kopen? Dan wordt er afhankelijk van je wensen al rekening gehouden met de plek voor een vaatwasser of andere inbouwapparatuur.

De test: werkt alles zoals het hoort?

Voordat je je eerste volle vaat draait, is het slim om eerst een proefprogramma te laten draaien. Zet de kraan volledig open, sluit de deur van de vaatwasser, en kies een kort programma, bijvoorbeeld spoelen of voorwas. Let goed op tijdens het draaien: hoor je vreemde geluiden? Zie je water weglekken? Dan zit er misschien iets niet goed aangesloten.

©Monkey Business Images

Draai een testprogramma om te zien of alles goed werkt en er geen lekkages zijn.

Na afloop van het programma controleer je alle aansluitingen nog een keer. Zijn de slangen droog? Is er geen water op de vloer? Werkt het apparaat zoals het hoort? Dan ben je klaar en kun je de vaatwasser voortaan zorgeloos gebruiken.

Afwerking met frontjes en panelen

Wil je je vaatwasser mooi laten aansluiten bij de rest van je keuken, dan denk je al snel aan een frontje of paneel. Maar bij een vrijstaand model is dat niet altijd mogelijk. Die zijn namelijk ontworpen om los te staan en hebben vaak geen stevige deurconstructie of bevestigingspunten voor een kastfront. Bovendien zit het bedieningspaneel aan de voorkant, dus als het al mogelijk is om een frontje te plaatsen, dan dek je daarmee het bedieningspaneel af en dat heeft natuurlijk geen zin.

Toch kun je een vrijstaande vaatwasser netjes inbouwen. Bij sommige modellen kun je de bovenplaat verwijderen, waardoor hij onder het aanrecht past. Door hem tussen twee kastjes te plaatsen en de zijkanten af te werken met panelen, oogt het al veel rustiger. Let er wel op dat er genoeg ruimte overblijft voor ventilatie.

Je kunt niet zomaar iedere vrijstaande vaatwasser inbouwen, vanwege het bedieningspaneel aan de voorzijde.

Bij modellen die wél geschikt zijn voor frontmontage kun je een frontpaneel met schroeven aan de deur bevestigen. Gebruik hiervoor de boormal of instructie uit de handleiding. Zorg ook dat de onderkant mooi aansluit bij de plint van je keuken, en werk de zijkanten af met passende panelen als dat nodig is. Ook zonder een echt kastfront kun je dus een vrijstaand model strak laten inbouwen. Met een beetje aandacht voor afwerking ziet het er al snel netjes en passend uit.

Tot slot

Een vrijstaande vaatwasser inbouwen is goed te doen, ook als je geen ervaren klusser bent. Het belangrijkste is dat je rustig de tijd neemt, alles goed opmeet, en stap voor stap werkt. Zorg voor veilige aansluitingen, plaats het apparaat waterpas en controleer of alles goed werkt. Met een paar uur werk heb je dan een strakke keuken en kun je jarenlang genieten van een mooi weggewerkte vaatwasser.

Vraag een offerte aan voor een elektricien :

▼ Volgende artikel
Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers
© Samsung
Huis

Gamescom: Samsung zet nieuwe Odyssey-monitors en brilvrije 3D in de schijnwerpers

Samsung heeft op het gamingevenement Gamescom 2025 in Keulen een aantal nieuwe producten wereldkundig gemaakt. Het bedrijf presenteerde onder meer twee nieuwe Odyssey G7-monitors en liet daarnaast de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van brilvrij 3D zien. Daarmee geeft Samsung een beeld van de richting waarin het zijn monitorlijn en gamingtechnologie verder ontwikkelt.

Nieuwe G7-monitoren: meer scherm, meer snelheid

De Odyssey G7-lijn krijgt uitbreiding met een 37-inch model met 4K-resolutie en een 40-inch ultrawide scherm met 5K2K-resolutie. Beide modellen zijn ontwikkeld voor next-gen gaming, met hoge verversingssnelheden, HDR10+ Gaming en ondersteuning voor FreeSync Premium Pro. Ze beschikken bovendien over slimme extra’s zoals Picture-in-Picture en CoreSync-verlichting die zich aanpast aan de actie op het scherm. Voor gamers betekent dit haarscherpe beelden, vloeiende actie en een scherm dat ook geschikt is voor multitasking en streaming.

Op de beursvloer laat Samsung bezoekers de nieuwe monitoren zelf ervaren met de game Genshin Impact, waarbij vooral het enorme 40-inch ultrawide model indruk maakt. De G7’s zijn inmiddels verkrijgbaar in Korea en de VS; Europa volgt in september.

©Samsung

Brilvrije 3D groeit door

Minstens zo opvallend is de aandacht voor de Odyssey 3D, Samsungs monitor die diepte-effecten kan tonen zonder dat daar een bril voor nodig is. Op Gamescom zijn onder andere de games Stellar Blade en Mongil: Star Dive in dit formaat te spelen. Het bijzondere van deze technologie is dat de 3D-weergave zich aanpast aan de game en zelfs instelbaar is voor de speler. Daardoor ontstaat een extra laag beleving die volgens Samsung de manier waarop we gamen ingrijpend kan veranderen.

De Odyssey 3D Hub, Samsungs eigen platform voor 3D-content, groeit intussen gestaag. Het aanbod telt nu ruim 25 titels en moet tegen het eind van het jaar boven de 50 games uitkomen, met grote namen als Lies of P: Overture en opnieuw Stellar Blade.

©Samsung

Oledmonitors voor topgames

Tot slot zet Samsung zijn oledmonitors stevig in de etalage. Bij de stand van World of Warcraft draaien tientallen pc's op de Odyssey OLED G6, een scherm dat razendsnel ververst (tot 500 Hz). Ook de game Crimson Desert van Pearl Abyss schittert op een combinatie van de G6 en de grotere Odyssey OLED G8 met 4K-resolutie en 240 Hz. Hiermee laat Samsung zien dat het voor zowel competitieve e-sporters als liefhebbers van grafisch uitgebreide werelden de ideale hardware in huis heeft.

Wat betekent dit voor gamers?

Met de introductie van de 40-inch 5K2K-monitor geeft Samsung gamers meer ruimte dan ooit. De beeldscherpte en verversingssnelheid maken dit scherm een serieuze optie voor wie helemaal in zijn game wil verdwijnen. Het idee van brilvrije 3D bewijst dat er naast hogere resoluties en snellere panelen nog steeds ruimte is voor nieuwe manieren van beleving. En wie puur op zoek is naar snelheid of contrast, vindt dat nu ook terug in de oledmodellen die op de beursvloer te zien zijn.