ID.nl logo
Breid je netwerk uit met een router als accesspoint
© PXimport
Huis

Breid je netwerk uit met een router als accesspoint

Heeft je wifi-netwerk niet genoeg dekking voor je hele huis, dan kun je je netwerk uitbreiden met een extra wifi-router. Wij leggen je stapsgewijs uit hoe je dit eenvoudig doet. Als voorbeeld gebruiken we de Nighthawk AC1900 smart wi-fi router van Netgear. Het kan ook met elke andere router.

1. Router Internetprovider

Pak je laptop erbij en start deze op. Open je webbrowser en vul het IP-adres van je modem in op de url-balk. Om te controleren wat het IP-adres van je router is, kijk je in het netwerkcentrum naar de status van je netwerkverbinding. Je komt hier door eerst op je Windows-icoon linksonder op het scherm te drukken. Vervolgens ga je naar Computer, Netwerk en klikt op Netwerkcentrum openen. Beweeg je muis naar Draadloze netwerkverbinding, klik hierop en ga vervolgens naar Details. Het pop-up-scherm geeft veel informatie over de connectie, waaronder het IP-adres van je router die je vindt achter IPv4-standaardgateway.

©PXimport

Bij details krijg je gegevens van je verbinding.

2. Adressen toewijzen

Log in op je router via het gevonden IP-adres. De inlognaam en het wachtwoord vind je in de handleiding. Ga in de webinterface op zoek naar de DHCP-instellingen. Dit zijn de adressen die je router gebruikt om automatisch IP-adressen uit te delen aan netwerkapparatuur. We willen aan de router waarmee we het netwerk uitbreiden een vast IP-adres toekennen. Loopt de DHCP-server bijvoorbeeld van 192.168.1.2 tot 192.168.1.100, dan kun je voor je nieuwe router een hoger nummer gebruiken, bijvoorbeeld 192.168.1.150. Schrijf dit adres even op een papiertje, je hebt het later nog nodig. Als alle IP-adressen gereserveerd zijn, probeer dit dan te beperken zodat er IP-adressen zijn die niet door de DHCP-server beheerd worden. Het hoogst beschikbare adres is 192.168.1.254 en deze moet je lager instellen om toegang te blijven houden tot je nieuwe router.

©PXimport

Op een vergelijkbare pagina als deze kun over het algemeen je instellingen aanpassen.

Help: Kan niets aanpassen

Helaas kan het voorkomen dat je de DHCP-instellingen niet kunt aanpassen. Zo is KPN een goed voorbeeld van een provider die zijn modems dichttimmert, waardoor je bepaalde aanpassingen niet kunt maken. Lees dan verder en kijk voor je begint aan stap 5 in het kadertje eronder.

3. Configureren

Het is de tijd om je eigen router, in ons geval een Netgear-router, te configureren. Haal deze samen met de stroomkabel en ethernetkabel uit de doos. In het geval van de Nighthawk zijn er drie antennes aanwezig. Bevestig deze aan de router. Sluit de stroomkabel aan en verbind je laptop met de router via een van de vier netwerkpoorten. Je kunt ook verbinding maken met het draadloze netwerk dat de router biedt. Druk hiervoor het Windows-icoon linksonder op het scherm en ga naar computer. Klik linksonder vervolgens op netwerk en open het netwerkcentrum. Kies de optie Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Druk op verbinding met het internet maken en kies vervolgens Draadloos. Alle draadloze netwerken waarvan jouw computer het signaal oppikt, staan weergegeven. Schuif je muis vervolgens naar de naam die overeenkomt met de naam op je router en selecteer deze optie. Klik op Verbinding maken en vul het wachtwoord in. Raadpleeg hiervoor de handleiding.

©PXimport

Het netwerkcentrum is dé plek voor netwerkinstellingen.

4. Router instellen

Controleer nu of de instellingen van de router juist zijn. Vul het IP-adres ervan in op de url-balk, dit IP-adres kun je achterhalen op dezelfde wijze als in stap 1. Log in met de gegevens die je onder op de Netgear-router kunt vinden. Ga naar Basis, vervolgens Draadloos en je komt terecht op de pagina Draadloze installatie. Je kunt hier de netwerknamen (SSID) van de 2.4 GHz en 5 GHz verbindingen aanpassen, evenals de wachtwoorden. Doe dit vooral, want zo kun je zelf zorgen voor een goed beveiligd netwerk. Druk als je klaar bent op Toepassen. Je moet nu eerst opnieuw inloggen op het zojuist aangepaste netwerk om weer toegang tot het internet te krijgen.

5. DHCP uitschakelen

Klik nu op Geavanceerd. Ga naar Installeren en druk op LAN instellingen. Vul bij LAN-TCP/IP instellen achter IP-adres je in stap 2 gekozen IP-adres in. De router start zichzelf opnieuw op en jij moet hierna opnieuw inloggen. Doe dit en keer terug naar dezelfde pagina. In het scherm staat DHCP aangevinkt, vink deze af. Sla de instellingen op en ga van de routerpagina af. Sluit nu de ethernetkabel die loopt vanaf het modem aan op een van de vier beschikbare poorten, niet de WAN-poort die geel gekleurd is. Je router is nu goed ingesteld en werkt als versterker voor het modem.

©PXimport

Schakel als laatste de DHCP uit.

Bereikbaar zonder vast IP-adres

Mocht je in de modem/router van je internetprovider geen IP-adres kunnen vrijmaken, voer dan stap 5 uit, maar sla 'Vul bij LAN-TCP/IP instellen achter IP-adres je in stap 2 gekozen IP-adres in' over. Volg stap 1 opnieuw, totdat het eerste pop-up venster zich opent. Kies linksonder in het schermpje eigenschappen. Zet je cursor in het nieuwe venster op Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4). Let op dat je niet het vinkje afvinkt. Klik op Eigenschappen.. Vink het volgende IP-adres gebruiken: aan. Vul het IP-adres van de zojuist geïnstalleerde router in, bij subnetmasker hetzelfde als die van je modem (dit is meestal 255.255.255.0) en bij standaardgateway vul je het IP-adres van de Nighthawk in. Dit is hetzelfde adres waarmee je op de pagina van de router bent gekomen. Klik OK en vul in je webbrowser het IP-adres in. Je kunt nu eventuele aanpassingen doorvoeren op de router.

©PXimport

Je kunt je nieuwe router ook als hij neit i nde goede IP-range zit altijd bereiken door een handmatig IP-adres in te geven.

6. De juiste locatie

Om optimaal gebruik te maken van je nieuwe router is het verstandig goed te kijken naar waar verbindingen vanaf het modem, of een eventuele andere wi-fi router te zwak zijn. De nieuwe router biedt wellicht een krachtig netwerk aan en hoeft daardoor niet per se op de plaats te staan waar je internet wilt hebben. Je kunt het apparaat bijvoorbeeld ook in de computerkamer aansluiten, als je een etage hoger een snelle draadloze verbinding wilt hebben. Gebruik je de router om snel video's te streamen, zorg dan dat deze is aangesloten vlakbij de juiste pc of televisie. Alleen van dichtbij heeft het snellere 5GHz-netwerk zin, bij langere afstanden heb je meer aan de 2,4GHz-band.

7. Aansluiten en internetten

Haal nu de rest uit de doos. Sluit de ethernetkabel aan op een netwerkpoort van de router/modem van je internetprovider en sluit de kabel aan op één van de netwerkpoorten aan van de nieuwe router. Maak hierbij geen gebruik van de (doorgaans gele) WAN-aansluiting van je nieuwe router. Het is overigens geen probleem als er nog ergens een switch zit tussen je router/modem en de nieuwe router.

©PXimport

Aan de achterkant worden de antennes bevestigd.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.

▼ Volgende artikel
Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer
© Schizarty
Energie

Zo kies je de beste mobiele airco voor je slaapkamer of werkkamer

Als het buiten snikheet is, wil je dat het binnen juist lekker koel blijft. Een mobiele airco helpt daarbij, zeker in kleinere ruimtes zoals een slaap- of werkkamer. Maar hoe kies je het juiste model? 

In dit artikel lees je:
  • Waarom niet elke mobiele airco even handig is voor kleine ruimtes
  • Wat de voordelen zijn van een mobiele airco ten opzichte van een vaste airco in kleine ruimtes
  • Welke soorten mobiele airco's er zijn
  • Wat het juiste koelvermogen is voor een mobiele airco in een kleine ruimte
  • Hoe je een stille mobiele airco herkent
  • Hoe je een energiezuinige mobiele airco kiest

Bekijk ook ➡️ Waar voor je geld: 5 mobiele airco's voor op de slaapkamer

Let op: we hebben het in dit artikel uitsluitend over mobiele airco's en dus niet over vaste airco's. Vaste airco's bevestig je aan de muur, terwijl mobiele airco's verrijdbaar zijn.

Mobiele airco's zijn ideaal voor kleine ruimtes, omdat ze vaak compact zijn, over een lagere koelcapaciteit beschikken (wat in het geval van kleine ruimtes juist gunstig is – zo bespaar je energie en voorkom je dat het te koud wordt in een kleine ruimte ) en je ze makkelijk van de ene naar de andere ruimte verplaatst. Je kunt een mobiele airco bijvoorbeeld nachts in de slaapkamer zetten en overdag in je thuiskantoor; zo heb je altijd verkoeling bij de hand! Op die manier hoef je ook niet twee dure losse apparaten aan te schaffen voor beide ruimtes. Mobiele airco's hebben overigens wel een afvoer naar buiten nodig, dus het apparaat moet altijd bij een raam of deur geplaatst worden. 

Alle mobiele airco's zijn in principe in staat om een kleine ruimte te verkoelen – denk daarbij aan ruimtes tussen de 10 en 25 vierkante meter. Toch kun je beter niet zomaar de eerste de beste mobiele airco kopen: ze zijn vaak behoorlijk prijzig en het zou zonde zijn om veel geld uit te geven aan een model waarvan je de helft van de specificaties eigenlijk niet nodig hebt. Ook wil je van een mobiele airco niet te veel last hebben; je wilt immers ongestoord kunnen slapen of werken. Bij het kopen van een mobiele airco voor een kleine ruimte is het daarom goed om een aantal dingen te overwegen: het type mobiele airco, het koelvermogen, het geluidsniveau en het energieverbruik. 

Soorten mobiele airco's 

Er zijn grofweg twee soorten mobiele airco's: een monoblock en een splitsysteem. Het verschil zit vooral in de manier waarop ze de warme lucht afvoeren. Een splitsysteem bestaat uit een binnenunit en een buitenunit die met elkaar verbonden zijn; de warmte verdwijnt via de buitenunit. Bij een monoblock gebeurt alles in één kast, en voert het apparaat warme lucht af via een slang die je uit het raam of de balkondeur hangt.

Een monoblock is daardoor makkelijker te verplaatsen van de ene naar de andere ruimte. Ook de installatie is eenvoudiger: je hoeft geen buitenunit op te hangen of gaten in de muur te boren. Ze zijn meestal ook goedkoper. Wel maakt een monoblock airco meer geluid, omdat omdat het warmteafvoerproces door de luchtslang deels binnen plaatsvindt. Bij een splitsysteem staat het luidruchtigste deel buiten, waardoor het binnen stiller blijft.

©kucherav

Koelvermogen

Heb je eenmaal gekozen tussen een monoblock of splitsysteem, dan is het volgende punt van aandacht het koelvermogen. Het koelvermogen van een airco wordt aangegeven in BTU, oftewel British Thermal Unit. Voor kleinere ruimtes, denk aan een oppervlakte van zo'n 10 tot 25 vierkante meter, is een vermogen van 7.000 tot 9.000 BTU voldoende. Kijk hier goed naar, want een apparaat met een te hoog vermogen voor een kleine ruimte is zonde van de energie én het geld. Te weinig vermogen is uiteraard ook niet goed, want dit koelt niet voldoende. 

Geluidsniveau

Als je een mobiele airco in de slaap-, werk- of babykamer zet, wil je natuurlijk dat het apparaat niet te veel herrie maakt. Of liever nog: dat-ie compleet stil is. Het geluidsniveau van een mobiele airco is daarom een belangrijk punt om rekening mee te houden. De meeste mobiele airco's produceren maximaal 65 decibel aan geluid. 65 decibel is vergelijkbaar met een drukke winkelstraat of verkeer dat je op de achtergrond hoort. Wil je een echt stil apparaat, kies dan voor een model met een geluidsniveau onder de 55 decibel. Sommige airco's beschikken over een speciale nachtmodus die extra stil is. Monoblock airco's zijn zoals hierboven omschreven over het algemeen luider dan splitsystemen, maar er zijn ook genoeg monoblock modellen die wél over een laag geluidsniveau beschikken. Kwestie van even goed de specificaties bekijken en vergelijken.

©natatravel

Energieverbruik

Airco's staan erom bekend niet bepaald energiezuinig te zijn. Dat geldt zowel voor vaste airco's als voor mobiele airco's, en voor die laatste zelfs nog iets meer. Toch betekent dat niet automatisch dat je jaarlijks bakken met geld kwijt bent als je een mobiele airco in huis haalt. Als je een model kiest met een goed energielabel (A++ of hoger), hou je de energiekosten zo laag mogelijk. Maar een energielabel zegt niet altijd alles, dus vergelijk modellen ook op basis van het jaarverbruik. Voor mobiele airco's in kleine ruimtes wordt een jaarverbruik tussen de 200 tot 400 kWh beschouwd als redelijk zuinig.

Afvoerslang nodig

Voor je mobiele airco?