ID.nl logo
8 tips voor het allersnelste internet
© PXimport
Huis

8 tips voor het allersnelste internet

Steeds meer apparatuur gebruiken we draadloos. Je verwacht een hoop van het draadloze netwerk, maar om die verwachtingen waar te maken, moet je wel een paar zaken regelen en instellen. Wij vertellen je waar je op moet letten en hoe je het zo goed mogelijk instelt.

Draadloos internet is de grootste revolutie van de laatste jaren. Hadden we eerst alleen internet op één apparaat en konden we bij toerbeurt online gaan, nu is iedereen continu verbonden met het internet en met ook nog steeds meer apparaten. Daarbij gebruiken we steeds meer bandbreedte-intensieve toepassingen zoals videobellen via FaceTime en Skype, en kijken we live sportwedstrijden en films on-demand. Wifi is daarbij de meest populaire vorm van draadloos internet, want anders dan mobiel internet via 3G of 4G is wifi snel en kent het doorgaans geen datalimiet. In bijna elk huis vind je daarom inmiddels wel een draadloze router of een accesspoint en kun je via wifi online gaan. Vaak is wifi echter niet zo snel als je mag verwachten of heb je last van onderbrekingen in het signaal. Wat kun je doen om wifi thuis maximaal te laten presteren?

Tip 1: Geen wifi

Het wifi-netwerk sneller maken begint met het verwijderen van apparaten die ook via een netwerkkabel verbonden kunnen worden. Denk aan gameconsoles, de televisie, de mediaspeler en soms ook de pc of een laptop. Door deze apparaten over te zetten naar het bekabelde netwerk sla je twee vliegen in één klap. Elk van deze apparaten krijgt een snellere en stabielere verbinding, terwijl ook je draadloze netwerk sneller wordt. Dit heeft te maken met de architectuur van een draadloos netwerk dat werkt als een hub waarbij alle apparaten moeten wachten tot het hun beurt is om iets te zenden. De totale bandbreedte van het draadloze netwerk wordt door alle apparaten gedeeld. Controleer wel of de apparaten ook echt overschakelen. Het beste is in de configuratie van deze apparaten wifi echt uit te schakelen, alleen dan weet je zeker dat de verbinding via de netwerkkabel gaat en niet meer je wifi-netwerk belast.

©PXimport

Elk apparaat dat van draadloos naar bedraad gaat, ontlast het wifi-netwerk en vergroot snelheid en stabiliteit.

Tip 2: Welk kanaal gebruik het wifi?

Wifi gebruikt radiosignalen in de 2,4- en de 5GHz-band. Binnen elke band worden kanalen onderscheiden en elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Gebruiken meerdere netwerken hetzelfde kanaal of aangrenzende kanalen, dan storen zij elkaar. Ze vechten dan om de bandbreedte, het wifi wordt hier langzamer en instabieler van. Wil je juist snelheid en stabiliteit (en wie wil dat niet?), dan is het zaak voor jouw wifi-netwerk het kanaal te kiezen waar de minste andere netwerken ook gebruik van maken. En ook belangrijk: liefst ook nog geen netwerken in de aangrenzende kanalen. De kanalen in de 2,4GHz-band overlappen elkaar namelijk. Van de dertien kanalen in de 2,4GHz-band zijn alleen de kanalen 1, 6 en 11 zonder overlap, indien je je beperkt tot die kanalen. Op de 5GHz-band kun je in de vorm van de kanalen 36, 40, 44 en 48 enkel kanalen kiezen die niet overlappen. Log in op de router en kijk bij de netwerken welke kanalen worden gebruikt.

©PXimport

Bij de configuratie van het draadloze netwerk kun je het kanaal kiezen.

Tip 3: Kies het juiste kanaal

Sommige routers bieden de mogelijkheid om automatisch het kanaal te kiezen, maar de resultaten daarmee zijn wisselend. In veel situaties is het beter zelf het kanaal te kiezen. Zeker in de stad waar je soms wel tien, twintig draadloze netwerken van anderen ontvangt, is dat een hele opgave. Gelukkig zijn er handige apps en programma's die hierbij helpen. Op Android heb je Network Signal Info, Wifi Analyzer en NetAdmin, voor iOS zijn er Net Analyzer en Network Radar. Voor de Mac is er iStumbler, terwijl je voor Windows Acrylic WiFi Free kunt gebruiken. Deze apps maken de netwerken zichtbaar en laten zien waar de meeste ruimte beschikbaar is. Sommige apps geven ook advies welk kanaal je het beste kunt kiezen voor jouw wifi-netwerk. Weet je welk kanaal het beste is, log dan in op de router en kies het optimale kanaal.

©PXimport

Gebruik een app om alle netwerken die in de lucht zijn, in kaart te brengen.

Plaats van de router

De meterkast is in veel huishoudens de favoriete plaats om de router neer te zetten, gevolgd door de woonkamer. Beide plaatsen zijn niet ideaal. Zo worden in een meterkast de radiogolven al bijna direct gebroken door de vele muren en leidingen en is er invloed van de elektrische installatie. Veel beter is het om de router in de gang te plaatsen, liefst hoog en tegen de muur. De antennes van een router zenden in alle richtingen uit, maar het signaal haaks op de antenne is het sterkste. Beschikt een router over externe antennes, zet deze dan gelijk aan de muur. Je krijgt dan een ideale 'wolk' van wifi-stralen rondom de router. Wil je echt de ideale plek weten voor je router, maak dan een heatmap bijvoorbeeld met HeatMapper. Voor iOS- of Android-apparaten kun je gebruik maken van Telstra Wi-Fi Maximiser die je kunt downloaden in de app-stores.

©PXimport

Een heatmap combineert een plattegrond met de sterkte van het wifi-signaal en helpt te bepalen waar je de router moet ophangen.

Tip 4: Zet hotspots uit

Een variant op het kiezen van een leeg kanaal, is het opruimen van niet gebruikte netwerken. Mogelijk staat er nog ergens een router een apart netwerk uit te zenden dat eigenlijk niet meer wordt gebruikt of kan het aparte netwerk dat voor internet in de tuin zorgt, in de wintermaanden wel uit. Een wifi-netwerk dat ongemerkt ook in veel huizen aanwezig is, is het hotspot-netwerk van de internetprovider. KPN en Ziggo bieden een 'landelijk' wifi-netwerk aan dat hun abonnees vrij kunnen gebruiken. Ze hebben hiervoor op de routers die bij hun abonnees thuis staan, een eigen tweede netwerk geactiveerd. Gebruik je zelf wel eens dat hotspot-netwerk als je onderweg bent, dan moet je het ingeschakeld laten. Gebruik je het echter niet, dan kun je het hotspot-netwerk het beste uitzetten. Dat uitzetten gebeurt via de website van de internetprovider. Zoeken met Google op 'hotspot uitschakelen' en de naam van de provider levert al snel de juiste aanwijzingen op.

©PXimport

Gebruik je geen hotspots, schakel dan gerust de hotspot op je eigen router uit.

Tip 5: Oude apparaten

Een rem op de snelheid van wifi zijn oude apparaten die gebruik kamen van oudere wifi-standaarden als 802.11b/g. Hiervoor staat je router op een mixed-mode of gemengde modus ingesteld, maar dat betekent dat nieuwe apparaten met 802.11n continu met de handrem erop verbonden zijn. Log in op de router en controleer of wifi in mixed- of gemende-modus staat. Als dat zo is, schakel dan over naar alleen de nieuwste standaard. De oudere apparaten zullen dan de verbinding verliezen en de gebruikers zullen zich melden. Maar soms ook niet, want misschien ligt het apparaat dat ooit de reden was om ook de oude standaard te configureren al lang ongebruikt in een lade. Meldt zich wel iemand, kijk dan of je het apparaat makkelijk kunt vervangen door een nieuwere die ook de snellere standaard ondersteunt.

©PXimport

Schakel de gemende modus uit en kies voor de nieuwste en snelste standaard.

Yip 6: Nieuwe router

Er zijn meerdere wifi-standaarden die steeds sneller zijn geworden. Wanneer alle of de meeste apparaten in het netwerk een snellere standaard ondersteunen dan de router, is het tijd om de router te vervangen. Helaas zijn nieuwe routers niet goedkoop, prijzen van meer dan 200 euro voor een topmodel zijn geen uitzondering meer. Let bij de koop van een nieuwe router behalve op de ondersteunde standaard ook op het aantal antennes. Snelle routers hebben vaak externe antennes waarmee ze op meerdere banden tegelijk kunnen zenden en ontvangen. De nieuwste rage heet tri-band en daarvoor zijn zes antennes nodig. Eigenlijk is een tri-band-router drie accesspoints in één. Er is één 2,4GHz-accesspoint voor 802.11b/g/n en er zijn twee 5Ghz-accesspoints voor 802.11n/ac. Tri-band-routers zijn echter niet sneller, maar bieden vooral voordeel als je veel apparaten tegelijkertijd wilt gebruiken.

De ASUS RT-AC3200 is een voorbeeld van een tri-band-router met zes grote antennes.

Tip 7: Usb-adapter met externe antenne

Heb je een laptop die slecht presteert qua wifi, maar is je netwerk wel in orde? Een usb-adapter met externe antennes kan de wifi-prestaties verbeteren. De antennes in laptops zijn niet altijd even goed. Ze zitten verstopt in de behuizing, bijvoorbeeld gedraaid tussen de accu en het beeldscherm en dat is verre van ideaal voor goed ontvangen en zenden. Behalve dat je de algehele wifi-kwaliteit van een apparaat er flink mee verbetert, kun je met een usb-adapter ook een ouder apparaat upgraden naar een nieuwe wifi-standaard. Wil je dus die oude laptop toch niet kwijt, dankzij een usb-adapter kun je toch de mixed modus voor 802.11g uitschakelen. Populaire en goede externe antennes zijn de Alfa AWUS036NHV en AWUS036NHR. Beide kosten rond de vijftig euro. Er wordt een usb-kabel met de antennes meegeleverd zodat je deze niet op je bureau hoeft te plaatsen, maar rustig buiten beeld kunt zetten.

Een tweede router

Zeiden we eerder al dat de meterkast niet de ideale plaats is voor een router, soms kun je niet anders omdat de router bij de internetverbinding hoort en eigendom is van de internetprovider. Wat je in zo'n geval kunt doen, is zelf een tweede router achter de router van de provider plaatsen. Dat is overigens ook handig als de provider je al jaren geen modernere router heeft gegeven. Schakel op je oude router zoveel mogelijk draadloze functies uit om verstoringen te voorkomen.

Verbind de WAN-poort van de nieuwe router met een LAN-poort op de router van de provider en configureer daarna je thuisnetwerk zoals je gewend bent. Je gebruikt dan je nieuwe router als hoofdrouter in je netwerk, dus ook voor zaken als de DHCP-server etc. Dat is wellicht niet handig, omdat je dan ook netwerkkabels van bedrade apparaten op de nieuwe router moet aansluiten. Vermoedelijk koop je een nieuwe router vooral voor het wifi-gedeelte en wil je de nieuwe router enkel als wifi-accesspoint gebruiken. Sluit dan een LAN-poort van je oude router aan op een LAN-poort van de nieuwe router. In de basiscursus Tweede leven voor je router op pagina 48 lees je hier meer over. Via een lange netwerkkabel kun je de nieuwe router dan op een gunstige plek hangen.

©PXimport

Gebruik je een eigen router, schakel dan alle wifi op de router van de internetprovider uit.

Tip 8: Repeaters eruit

Een repeater of een range-extender vergroot het bereik van het draadloze netwerk. De repeater wordt daarvoor tegen de rand van het wifi-netwerk geplaatst en herhaalt daar het wifi-signaal dat het ontvangt. Zo kun je dekkingsproblemen en problemen met een zwak signaal oplossen. In een wifi-netwerk kan echter altijd maar één apparaat zenden, alle andere apparaten moeten op dat moment luisteren. Plaats je dus een repeater in je netwerk, dan wordt effectief de bandbreedte gehalveerd doordat alles twee keer wordt verzonden. Heb je een repeater in je wifi-netwerk, bekijk dan of die nog steeds nodig is. Misschien kan een netwerkkabel uitkomst bieden eventueel in combinatie met een tweede router met een apart wifi-netwerk.

©PXimport

Een repeater is handig, maar niet als je de beste prestaties van je netwerk verlangt.

▼ Volgende artikel
Zo kies je de beste kruimeldief voor dierenharen
© suyu
Huis

Zo kies je de beste kruimeldief voor dierenharen

Op de bank, het bed, het aanrecht en soms zelfs op je bord. Wie huisdieren heeft, herkent het wel: huisdierharen liggen werkelijk óveral. De oplossing? Een kruimeldief! Maar pas op: niet elke kruimeldief werkt goed tegen dierenharen.

Een kruimeldief helpt goed bij het verwijderen van huisdierharen, maar de ene werkt beter dan de andere. Voor zachte stoffen en vloeren heb je een krachtige nodig, liefst met een speciaal opzetstuk voor dierenharen. Ook andere eigenschappen spelen mee. In dit artikel ontdek je welke kruimeldief het best werkt voor dierenharen.

Lees ook: Bij deze huishoudelijke klusjes komt een kruimeldief goed van pas

Je bent natuurlijk dol op je viervoeter, maar iets minder op al die rondzwervende haren in huis. Op de een of andere manier komen katten- en hondenharen altijd op de meest bijzondere plekken terecht, zelfs als je je huisdier hebt verboden om op die plekken te komen. Vervelend, en ook een beetje onhygiënisch. Met je huisdier regelmatig borstelen kom je al een heel eind, maar vaak is er grover geschut nodig om je huis (grotendeels) dierenhaarvrij te houden. Een kruimeldief is ideaal voor dit klusje: je pakt hem er zo bij, neemt hem makkelijk mee van kamer naar kamer en bergt 'm ook zo weer op. Scheelt een hoop gezeul met een zware stofzuiger!

Er is wel een 'maar': niet alle kruimeldieven zijn krachtig genoeg om huisdierharen te verwijderen. Dierenharen hechten zich namelijk makkelijk aan stoffen meubels en zachte vloeren, en dus is er flink wat kracht nodig om zulke haren los te krijgen. Met een 'standaard' kruimeldief lukt dat vaak niet. Gelukkig zijn er verschillende kruimeldieven speciaal voor dierenharen, maar andere modellen kunnen net zo effectief zijn. Wij sommen voor je op hoe je een goede kruimeldief voor het verwijderen van dierenharen herkent.

Hoge zuigkracht

Behalve dat dierenharen makkelijk blijven hangen in zachte stoffen, worden ze vaak nóg verder de stof ingeduwd wanneer jij of je huisdier erop gaat zitten of liggen. Met een kruimeldief met matige tot gemiddelde zuigkracht kun je dan zuigen wat je wilt, maar meestal gebeurt er dan niet zoveel. Soms druk je haren daarmee alleen maar verder plat. De belangrijkste eis voor een kruimeldief voor dierenharen is dan ook een hoge zuigkracht van minstens 100 AW (Airwatts) of 10.000 Pa (Pascalls). Ook een turbofunctie is mooi meegenomen: hiermee zet je de kruimeldief voor korte tijd op zijn hoogste stand en zuig je zelfs de meest hardnekkige haren makkelijk weg.

©Sergey Mironov/ Sergeymironov.co

Speciaal opzetstuk

Omdat dierenharen vaak zo diep in de stof zitten, werkt een standaard opzetstuk dat enkel met lucht zuigt meestal niet voldoende. Beter is een gemotoriseerde rolborstel die de haren krachtig naar binnen trekt, ongeveer net zoals een kledingroller dat doet. Zulke geautomatiseerde borstels worden soms ook wel aangeduid met 'dierenhaarborstel' of 'turboborstel'. Een ander handig accessoire voor dierenharen is de spleetzuigmond: een langwerpig opzetstuk dat door zijn smalle ontwerp extra krachtig en geconcentreerd zuigt. Hiermee verwijder je eenvoudig dierenharen van moeilijke plekken, zoals kieren, plinten en tussen bankkussens. 

Lange batterijduur 

Als je de smaak te pakken hebt en je hele huis in één keer dierenhaarvrij wilt maken, heb je aan tien minuten zuigen meestal niet genoeg. De meeste kruimeldieven kunnen op een volle batterij tussen de tien tot dertig minuten aaneengesloten zuigen, maar er zijn ook modellen die het wel drie kwartier uithouden. Bij de specificaties staat vaak vermeld hoe lang een kruimeldief na opladen meegaat. Bedenk goed wat in jouw situatie past, zodat je tijdens het zuigen niet steeds onderbroken wordt door een lege batterij.

©Katya Bennett

HEPA-filter

Wil je er zeker van zijn dat je kruimeldief geen enkel haartje mist? Kijk dan eens naar een kruimeldief met HEPA-filter. Dit type filter zuigt de kleinste vuil- en stofdeeltjes op, dus óók de fijnste haren. Ook voorkomt een HEPA-filter dat haren opnieuw de lucht in worden geblazen. Dat is hygiënisch voor jezelf, maar ook fijn als je gasten over de vloer krijgt die allergisch zijn voor huisdieren.

Laag geluidsniveau

Ieder baasje weet dat huisdieren flink kunnen schrikken van harde geluiden. Vaak zijn honden en katten al geen fan van de stofzuiger, dus ga er maar vanuit dat een kruimeldief ook niet op hun favorietenlijstje staat. Om je viervoeter geen onnodige stress te bezorgen, kies je daarom het beste voor een kruimeldief die niet te veel geluid maakt. Alles onder de 70 decibel wordt als relatief stil gezien. Wie weet voorkom je hiermee al heel wat rondzwervende dierenharen in huis, want ook voor huisdieren geldt: hoe minder stress, hoe minder haaruitval! 

▼ Volgende artikel
Receiver of stereoversterker? Dit zijn de verschillen
© NAD Electronics
Huis

Receiver of stereoversterker? Dit zijn de verschillen

Wil je losse speakers op een audiosysteem aansluiten? Kies dan tussen een receiver en stereoversterker. Welk apparaat je het best kunt kopen, hangt grotendeels af van het luistergedrag, het budget en de akoestische ruimte. Bovendien hebben beide audiosystemen zelf ook nog de nodige verschillen. Die doen we in dit artikel uit de doeken.

In dit artikel bespreken we:

  • Wat de voornaamste verschillen zijn tussen een receiver en stereoversterker
  • Of je het best een receiver of stereoversterker kunt kopen
  • Hoe het zit met de prijs-kwaliteitverhouding van een receiver en stereoversterker

Ook interessant: Wat is beter, stereo- of surroundgeluid?

Als je de achterzijden van een stereoversterker en receiver met elkaar vergelijkt, zie je de nodige verschillen. Zo heeft laatstgenoemd apparaat over het algemeen véél meer in- en uitgangen. Maar is dat per definitie ook beter? Dat is afhankelijk van verschillende factoren.

Twee of meer luidsprekers?

Het voornaamste verschil tussen beide audiosystemen is eigenlijk heel simpel. Een stereoversterker loodst het geluid naar twee kanalen (stereogeluid), terwijl een receiver doorgaans meer kanalen (surroundgeluid) ondersteunt. Denk in het laatste geval bijvoorbeeld aan een 5.1- of 7.2-kanaals opstelling. Aan jou de vraag of je geluid uit twee of (veel) meer speakers wilt horen. Voor de weergave van lage tonen hebben vrijwel alle receivers en bepaalde stereoversterkers een subwooferuitgang.

©Advance Paris

Op de Advance Paris A12 Classic-versterker kun je alleen een linker- en rechterspeaker aansluiten.

Focus op muziek óf film en gaming

Belangrijk is de vraag waarvoor je het audiosysteem hoofdzakelijk gaat gebruiken. Fanatieke muziekliefhebbers luisteren het liefst naar stereogeluid. Logisch, want veruit de meeste albums zijn voorzien van een stereomix. Dat kun je tijdens het luisteren van een liedje duidelijk horen. De linkerspeaker produceert bijvoorbeeld een gitaarsolo, terwijl de rechterluidspreker felle drums laat horen. Deze wisselwerking tussen twee kanalen ligt voor het luisteren van muziek prettig in het gehoor. Je hebt tenslotte ook maar twee oren.

Een stereoversterker telt meerdere analoge en digitale audiopoorten. Hierop sluit je verschillende audiobronnen aan, zoals een draaitafel, cd-speler en cassettedeck. Uitgebreide modellen hebben daarnaast een (draadloze) netwerkaansluiting en/of bluetooth-ontvanger. Nuttig voor het geval je afspeellijsten via Spotify, Apple Music, Tidal of een andere muziekdienst wilt streamen. Overigens bestaan er ook stereoversterkers met videopoorten. Sluit dan met behulp van HDMI bijvoorbeeld een tv-ontvanger of gameconsole aan. De versterker verwerkt het geluid en stuurt het videosignaal naar een aangesloten televisie.

Kijk je elke avond naar Netflix en/of speel je graag games? In dat geval is een receiver met minimaal vijf speakers en een subwoofer het overwegen waard. Deze luidsprekers werken naadloos samen met de televisie. Schiet een sluipschutter bijvoorbeeld vanaf het dak van een wolkenkrabber, dan hoor je achter of boven je het zoevende geluid van een kogel. Uiteraard is het dan wel een voorwaarde dat alle speakers correct zijn opgesteld. Elke receiver bevat meerdere audio- en videopoorten, zodat je onder meer een tv-ontvanger, blu-rayspeler, cd-speler en gameconsole kunt aansluiten. Met een receiver luister je desgewenst ook naar muziek via de twee voorste luidsprekers. Lees voor meer informatie het artikel Receiver kopen? Let op deze aandachtspunten.

Stereoversterker kopen?

Bekijk hier alle modellen op een rij!

Prijs-kwaliteitverhouding

Heb je een relatief bescheiden budget? Als je goed geluid belangrijk vindt, investeer je elke euro bij voorkeur in een audio-opstelling met twee kanalen. Binnen dezelfde prijsklasse presteert een stereoversterker in de regel beter dan een receiver. De aanwezige voeding hoeft de beschikbare energie tenslotte maar over maar twee kanalen te verdelen.

Bij een receiver zijn dat er veel meer. Om die reden is er dus minder vermogen per speaker beschikbaar. Het resultaat is een wat vlakker geluid met minder hoorbare details. Bij een stereo-opstelling is de drempel ook nog eens lager om in twee hoogstaande luidsprekers en goede audiokabels te investeren. Wil je een surround-opstelling met ongeveer dezelfde geluidskwaliteit, dan is dat trouwens ook mogelijk, alleen kleeft daar wel een veel hoger prijskaartje aan.

©NAD Electronics

Besteed voor het beste geluid je volledige budget aan een stereoversterker en twee luidsprekers.

Akoestische ruimte

Naast je persoonlijke voorkeuren en budget speelt ook de akoestische ruimte een belangrijke rol. Het is namelijk cruciaal dat de geluidsgolven voldoende 'bewegingsruimte' hebben. Daarom ligt het plaatsen van een uitgebreide surroundset in een kleine (woon)kamer niet voor de hand. Wanneer de geluidsgolven afkomstig van meerdere luidsprekers volop tegen de muren, de vloer, het plafond en overige harde objecten weerkaatsen, ontstaat er een rommelig geluid. Dat ligt onprettig in het gehoor. Kies in een bescheiden ruimte daarom liever voor een stereo-opstelling. Je kunt op bepaalde stereoversterkers eventueel een subwoofer aansluiten. Creëer op die manier evengoed een thuisbioscoop met nadreunende bastonen.

Kijk je in een behoorlijke ruimte naar films of speel je games? Je kunt overwegen om meerdere luidsprekers in de kamer te plaatsen. Een uitgebalanceerd surroundgeluid heeft dan wel degelijk meerwaarde. Zorg wel voor een goede positie van de speakers. Bovendien is het noodzakelijk om lange kabels aan te leggen. Meer informatie over het verbinden van luidsprekers lees je in het artikel Zo sluit je het best een receiver aan.

©Dali

Een effectieve surround-opstelling vereist een behoorlijke akoestische ruimte.

Conclusie

Houd bij de aanschaf van een geschikt audiosysteem rekening met je persoonlijke voorkeuren, budget en akoestische ruimte. De kunst is om hiertussen de juiste balans te vinden. Heb je eenmaal een keuze gemaakt, dan vind je volop receivers of stereoversterkers in uiteenlopende prijsklassen.