ID.nl logo
8 tips voor het allersnelste internet
© Reshift Digital
Huis

8 tips voor het allersnelste internet

Steeds meer apparatuur gebruiken we draadloos. Je verwacht een hoop van het draadloze netwerk, maar om die verwachtingen waar te maken, moet je wel een paar zaken regelen en instellen. Wij vertellen je waar je op moet letten en hoe je het zo goed mogelijk instelt.

Draadloos internet is de grootste revolutie van de laatste jaren. Hadden we eerst alleen internet op één apparaat en konden we bij toerbeurt online gaan, nu is iedereen continu verbonden met het internet en met ook nog steeds meer apparaten. Daarbij gebruiken we steeds meer bandbreedte-intensieve toepassingen zoals videobellen via FaceTime en Skype, en kijken we live sportwedstrijden en films on-demand. Wifi is daarbij de meest populaire vorm van draadloos internet, want anders dan mobiel internet via 3G of 4G is wifi snel en kent het doorgaans geen datalimiet. In bijna elk huis vind je daarom inmiddels wel een draadloze router of een accesspoint en kun je via wifi online gaan. Vaak is wifi echter niet zo snel als je mag verwachten of heb je last van onderbrekingen in het signaal. Wat kun je doen om wifi thuis maximaal te laten presteren?

Tip 1: Geen wifi

Het wifi-netwerk sneller maken begint met het verwijderen van apparaten die ook via een netwerkkabel verbonden kunnen worden. Denk aan gameconsoles, de televisie, de mediaspeler en soms ook de pc of een laptop. Door deze apparaten over te zetten naar het bekabelde netwerk sla je twee vliegen in één klap. Elk van deze apparaten krijgt een snellere en stabielere verbinding, terwijl ook je draadloze netwerk sneller wordt. Dit heeft te maken met de architectuur van een draadloos netwerk dat werkt als een hub waarbij alle apparaten moeten wachten tot het hun beurt is om iets te zenden. De totale bandbreedte van het draadloze netwerk wordt door alle apparaten gedeeld. Controleer wel of de apparaten ook echt overschakelen. Het beste is in de configuratie van deze apparaten wifi echt uit te schakelen, alleen dan weet je zeker dat de verbinding via de netwerkkabel gaat en niet meer je wifi-netwerk belast.

©PXimport

Elk apparaat dat van draadloos naar bedraad gaat, ontlast het wifi-netwerk en vergroot snelheid en stabiliteit.

Tip 2: Welk kanaal gebruik het wifi?

Wifi gebruikt radiosignalen in de 2,4- en de 5GHz-band. Binnen elke band worden kanalen onderscheiden en elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Gebruiken meerdere netwerken hetzelfde kanaal of aangrenzende kanalen, dan storen zij elkaar. Ze vechten dan om de bandbreedte, het wifi wordt hier langzamer en instabieler van. Wil je juist snelheid en stabiliteit (en wie wil dat niet?), dan is het zaak voor jouw wifi-netwerk het kanaal te kiezen waar de minste andere netwerken ook gebruik van maken. En ook belangrijk: liefst ook nog geen netwerken in de aangrenzende kanalen. De kanalen in de 2,4GHz-band overlappen elkaar namelijk. Van de dertien kanalen in de 2,4GHz-band zijn alleen de kanalen 1, 6 en 11 zonder overlap, indien je je beperkt tot die kanalen. Op de 5GHz-band kun je in de vorm van de kanalen 36, 40, 44 en 48 enkel kanalen kiezen die niet overlappen. Log in op de router en kijk bij de netwerken welke kanalen worden gebruikt.

©PXimport

Bij de configuratie van het draadloze netwerk kun je het kanaal kiezen.

Tip 3: Kies het juiste kanaal

Sommige routers bieden de mogelijkheid om automatisch het kanaal te kiezen, maar de resultaten daarmee zijn wisselend. In veel situaties is het beter zelf het kanaal te kiezen. Zeker in de stad waar je soms wel tien, twintig draadloze netwerken van anderen ontvangt, is dat een hele opgave. Gelukkig zijn er handige apps en programma's die hierbij helpen. Op Android heb je Network Signal Info, Wifi Analyzer en NetAdmin, voor iOS zijn er Net Analyzer en Network Radar. Voor de Mac is er iStumbler, terwijl je voor Windows Acrylic WiFi Free kunt gebruiken. Deze apps maken de netwerken zichtbaar en laten zien waar de meeste ruimte beschikbaar is. Sommige apps geven ook advies welk kanaal je het beste kunt kiezen voor jouw wifi-netwerk. Weet je welk kanaal het beste is, log dan in op de router en kies het optimale kanaal.

©PXimport

Gebruik een app om alle netwerken die in de lucht zijn, in kaart te brengen.

Plaats van de router

De meterkast is in veel huishoudens de favoriete plaats om de router neer te zetten, gevolgd door de woonkamer. Beide plaatsen zijn niet ideaal. Zo worden in een meterkast de radiogolven al bijna direct gebroken door de vele muren en leidingen en is er invloed van de elektrische installatie. Veel beter is het om de router in de gang te plaatsen, liefst hoog en tegen de muur. De antennes van een router zenden in alle richtingen uit, maar het signaal haaks op de antenne is het sterkste. Beschikt een router over externe antennes, zet deze dan gelijk aan de muur. Je krijgt dan een ideale 'wolk' van wifi-stralen rondom de router. Wil je echt de ideale plek weten voor je router, maak dan een heatmap bijvoorbeeld met HeatMapper. Voor iOS- of Android-apparaten kun je gebruik maken van Telstra Wi-Fi Maximiser die je kunt downloaden in de app-stores.

©PXimport

Een heatmap combineert een plattegrond met de sterkte van het wifi-signaal en helpt te bepalen waar je de router moet ophangen.

Tip 4: Zet hotspots uit

Een variant op het kiezen van een leeg kanaal, is het opruimen van niet gebruikte netwerken. Mogelijk staat er nog ergens een router een apart netwerk uit te zenden dat eigenlijk niet meer wordt gebruikt of kan het aparte netwerk dat voor internet in de tuin zorgt, in de wintermaanden wel uit. Een wifi-netwerk dat ongemerkt ook in veel huizen aanwezig is, is het hotspot-netwerk van de internetprovider. KPN en Ziggo bieden een 'landelijk' wifi-netwerk aan dat hun abonnees vrij kunnen gebruiken. Ze hebben hiervoor op de routers die bij hun abonnees thuis staan, een eigen tweede netwerk geactiveerd. Gebruik je zelf wel eens dat hotspot-netwerk als je onderweg bent, dan moet je het ingeschakeld laten. Gebruik je het echter niet, dan kun je het hotspot-netwerk het beste uitzetten. Dat uitzetten gebeurt via de website van de internetprovider. Zoeken met Google op 'hotspot uitschakelen' en de naam van de provider levert al snel de juiste aanwijzingen op.

©PXimport

Gebruik je geen hotspots, schakel dan gerust de hotspot op je eigen router uit.

Tip 5: Oude apparaten

Een rem op de snelheid van wifi zijn oude apparaten die gebruik kamen van oudere wifi-standaarden als 802.11b/g. Hiervoor staat je router op een mixed-mode of gemengde modus ingesteld, maar dat betekent dat nieuwe apparaten met 802.11n continu met de handrem erop verbonden zijn. Log in op de router en controleer of wifi in mixed- of gemende-modus staat. Als dat zo is, schakel dan over naar alleen de nieuwste standaard. De oudere apparaten zullen dan de verbinding verliezen en de gebruikers zullen zich melden. Maar soms ook niet, want misschien ligt het apparaat dat ooit de reden was om ook de oude standaard te configureren al lang ongebruikt in een lade. Meldt zich wel iemand, kijk dan of je het apparaat makkelijk kunt vervangen door een nieuwere die ook de snellere standaard ondersteunt.

©PXimport

Schakel de gemende modus uit en kies voor de nieuwste en snelste standaard.

Yip 6: Nieuwe router

Er zijn meerdere wifi-standaarden die steeds sneller zijn geworden. Wanneer alle of de meeste apparaten in het netwerk een snellere standaard ondersteunen dan de router, is het tijd om de router te vervangen. Helaas zijn nieuwe routers niet goedkoop, prijzen van meer dan 200 euro voor een topmodel zijn geen uitzondering meer. Let bij de koop van een nieuwe router behalve op de ondersteunde standaard ook op het aantal antennes. Snelle routers hebben vaak externe antennes waarmee ze op meerdere banden tegelijk kunnen zenden en ontvangen. De nieuwste rage heet tri-band en daarvoor zijn zes antennes nodig. Eigenlijk is een tri-band-router drie accesspoints in één. Er is één 2,4GHz-accesspoint voor 802.11b/g/n en er zijn twee 5Ghz-accesspoints voor 802.11n/ac. Tri-band-routers zijn echter niet sneller, maar bieden vooral voordeel als je veel apparaten tegelijkertijd wilt gebruiken.

De ASUS RT-AC3200 is een voorbeeld van een tri-band-router met zes grote antennes.

Tip 7: Usb-adapter met externe antenne

Heb je een laptop die slecht presteert qua wifi, maar is je netwerk wel in orde? Een usb-adapter met externe antennes kan de wifi-prestaties verbeteren. De antennes in laptops zijn niet altijd even goed. Ze zitten verstopt in de behuizing, bijvoorbeeld gedraaid tussen de accu en het beeldscherm en dat is verre van ideaal voor goed ontvangen en zenden. Behalve dat je de algehele wifi-kwaliteit van een apparaat er flink mee verbetert, kun je met een usb-adapter ook een ouder apparaat upgraden naar een nieuwe wifi-standaard. Wil je dus die oude laptop toch niet kwijt, dankzij een usb-adapter kun je toch de mixed modus voor 802.11g uitschakelen. Populaire en goede externe antennes zijn de Alfa AWUS036NHV en AWUS036NHR. Beide kosten rond de vijftig euro. Er wordt een usb-kabel met de antennes meegeleverd zodat je deze niet op je bureau hoeft te plaatsen, maar rustig buiten beeld kunt zetten.

Een tweede router

Zeiden we eerder al dat de meterkast niet de ideale plaats is voor een router, soms kun je niet anders omdat de router bij de internetverbinding hoort en eigendom is van de internetprovider. Wat je in zo'n geval kunt doen, is zelf een tweede router achter de router van de provider plaatsen. Dat is overigens ook handig als de provider je al jaren geen modernere router heeft gegeven. Schakel op je oude router zoveel mogelijk draadloze functies uit om verstoringen te voorkomen.

Verbind de WAN-poort van de nieuwe router met een LAN-poort op de router van de provider en configureer daarna je thuisnetwerk zoals je gewend bent. Je gebruikt dan je nieuwe router als hoofdrouter in je netwerk, dus ook voor zaken als de DHCP-server etc. Dat is wellicht niet handig, omdat je dan ook netwerkkabels van bedrade apparaten op de nieuwe router moet aansluiten. Vermoedelijk koop je een nieuwe router vooral voor het wifi-gedeelte en wil je de nieuwe router enkel als wifi-accesspoint gebruiken. Sluit dan een LAN-poort van je oude router aan op een LAN-poort van de nieuwe router. In de basiscursus Tweede leven voor je router op pagina 48 lees je hier meer over. Via een lange netwerkkabel kun je de nieuwe router dan op een gunstige plek hangen.

©PXimport

Gebruik je een eigen router, schakel dan alle wifi op de router van de internetprovider uit.

Tip 8: Repeaters eruit

Een repeater of een range-extender vergroot het bereik van het draadloze netwerk. De repeater wordt daarvoor tegen de rand van het wifi-netwerk geplaatst en herhaalt daar het wifi-signaal dat het ontvangt. Zo kun je dekkingsproblemen en problemen met een zwak signaal oplossen. In een wifi-netwerk kan echter altijd maar één apparaat zenden, alle andere apparaten moeten op dat moment luisteren. Plaats je dus een repeater in je netwerk, dan wordt effectief de bandbreedte gehalveerd doordat alles twee keer wordt verzonden. Heb je een repeater in je wifi-netwerk, bekijk dan of die nog steeds nodig is. Misschien kan een netwerkkabel uitkomst bieden eventueel in combinatie met een tweede router met een apart wifi-netwerk.

©PXimport

Een repeater is handig, maar niet als je de beste prestaties van je netwerk verlangt.

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!