ID.nl logo
10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk
© Reshift Digital
Huis

10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk

Iedereen heeft wel eens last van traag of haperend wifi. Zeker wanneer je thuis bent, is dat erg vervelend. Iedereen wil namelijk altijd en met elk apparaat kunnen genieten van streaming-diensten zoals YouTube, Netflix, Spotify en SoundCloud. Goed wifi is dan echt een vereiste. En zo krijg je het.

Tip 01: Wifi-techniek

Een van de beste dingen die je kunt doen om de wifi-prestaties te verbeteren is overstappen op de laatste wifi-standaard. Er zijn namelijk verschillende standaarden voor wifi en alleen de laatste is de snelste en heeft het beste bereik. De belangrijkste standaarden op dit moment zijn 802.11n en zijn opvolger 802.11ac. Ondersteunt jouw router geen 802.11ac of 802.11n, koop dan een nieuwe. Kies dan voor een 802.11ac-router met drie of liever nog vier datastromen. Hoe meer datastromen, hoe sneller het wifi.

Elke datastroom op een 802.11ac-router is op 5 GHz goed voor 433 MBps, wat een totale bandbreedte van 1750 Mbps oplevert bij vier datastromen. Controleer ook of de router Multi-user MIMO ondersteunt, een nieuwe techniek om diverse apparaten tegelijk te laten zenden en ontvangen op het wifi. Update ook de apparaten op het wifi. Hoe meer er 802.11ac ondersteunen, hoe sneller het wifi zal zijn.

©PXimport

Tip 01 Ondersteunt een router geen 802.11n of 802.11ac, koop dan een nieuwe.

Externe antennes

Het is niet eenvoudig de juiste router te kiezen. In veel winkels is het personeel maar matig geïnformeerd of verkopen ze vooral graag wat op voorraad is. Ga dus goed voorbereid op stap: lees voordat je gaat shoppen de laatste tests en noteer merk en model van de winnaars even op een papiertje of in de smartphone. Op de site van onze collega's www.computertotaal.nl staan veel tests van losse routers, maar ook vergelijkende tests. Goede en slechte routers zijn daar al voor je uitgezocht. En wat dan opvalt? Dat de winnaars toch vaak echte antennes hebben. De snelste draadloze routers zijn op dit moment de 802.11ac-routers met een maximale theoretische snelheid van 867 tot 1300 Mbit/s, en de modellen met externe antennes weten deze waarden het dichtst te benaderen.

Tip 02: Verplaats router

Veel routers staan dicht bij het punt waar de internetaansluiting is. Dat lijkt logisch, maar vaak gaat het helemaal niet om een goede plek. Veel routers staan bijvoorbeeld in de meterkast, waar het wemelt van buizen, elektrische leidingen en televisiekabels. Ook de dikke muren verstoren hier de kwaliteit en reikwijdte van het wifi-signaal. Veel winst is dan al te behalen door de router te verplaatsen naar een plek zonder leidingen en buizen en met meer vrije ruimte rondom. Ook hoger plaatsen is beter dan op de vloer. Door de router met een langere kabel met de modem te verbinden en wat rond te lopen kun je vaak al bepalen wat een goede plek is. En zijn router en modem geïntegreerd in één apparaat, overweeg dan het accesspoint in de router uit te schakelen en een apart accesspoint op een betere plek neer te zetten.

©PXimport

Tip 02 Door de vele ijzeren buizen, kabels en dikke muren is de meterkast meestal geen goede plek voor een accesspoint.

©PXimport

Tip 03 Kun je het accesspoint niet verplaatsen, kies dan voor een tweede router of een apart los accesspoint.

Tip 03: Accesspoint

Heb je nog een oude router staan, dan kun je er ook voor kiezen die in de meterkast te zetten, daarvan het accesspoint uit te schakelen en de nieuwe router als accesspoint op een betere plaats te zetten. Het verschil in snelheid voor het bekabelde netwerk in vergelijking met het draadloze netwerk tussen een oude en nieuwe router is vooral bij draadloos groot, bij bedraad veel minder. Tenminste zolang beide routers maar gigabit ondersteunen. Plaats je twee routers achter elkaar, dan kun je ofwel de tweede router in bridge-modus zetten of je moet achter die router en voor het wifi een tweede netwerk configureren met een eigen IP-adressering. Vergeet ook de beveiliging van het wifi niet. Heb je geen router, koop dan een los accesspoint. Die zijn gemakkelijker in het gebruik, doordat deze gewoon onderdeel wordt van het thuisnetwerk en er geen apart tweede IP-netwerk hoeft te worden geconfigureerd.

©PXimport

Tip 04 Bekijk de verdeling van de wifi-netwerken over de kanalen met een app op de smartphone.

Tip 04: Kanaal kiezen

Moderne routers ondersteunen twee wifi-netwerken, een in de 2,4GHz-band en een in de 5Ghz-band. Elke band is daarbij nog weer opgedeeld in een aantal kanalen. De 2,4GHz-band is onderverdeeld in de kanalen 1 tot en met 13, de 5,0GHz-band de kanalen 36, 40, 44 en 48. Elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Wil je bereik en snelheid van het wifi verbeteren, kies dan een band die door zo min mogelijk andere netwerken in de buurt wordt gebruikt. Om het kanaalgebruik van de verschillende netwerken zichtbaar te maken, kun je het programma InSSIDer gebruiken. Dit was een gratis programma, maar is het helaas niet meer. Je kunt een licentie kopen via www.inssider.com, maar elders online zijn oude versies te vinden die nog wel gratis zijn.

Zoek bijvoorbeeld op InSSIDer Home 3.1.2.1. Start InSSIDer, kies de 2,4GHz- of 5GHz-band en bekijk dan welk kanaal de meeste vrije ruimte heeft. Geen pc, gebruik dan een app als Meraki Wifi Stumbler of WiEye Wifi scanner (beide alleen voor Android). Log dan in op de router en kies bij elk wifi-netwerk in plaats van Auto het juiste kanaal.

©PXimport

Tip 04 Gebruik het kanaal waar de minste andere netwerken actief zijn.

Nieuwe firmware

Voor de meeste routers brengen de fabrikanten nog nieuwe firmwares uit. De nieuwe software kan weliswaar de hardware niet aanpassen; hij kan er wel voor zorgen dat die beter wordt gebruikt en dus voor betere prestaties zorgen. Log in op de router en kijk bij Administration of Beheer welke firmwareversie op de router is geïnstalleerd. Kijk dan op de website van de routerfabrikant of er voor dat merk en model een nieuwere firmware is of laat de router zelf zoeken naar een nieuwere firmware. Veel routers kunnen dat, bijvoorbeeld via Advanced settings / Administration / Firmware upgrade, of laten al bij het inloggen zien dat er een nieuwere firmware is.

©PXimport

Er is nieuwe firmware gesignaleerd

Tip 05: Activeer QoS

Quality of Service (QoS) is een techniek om belangrijke programma's meer bandbreedte te geven op het netwerk dan minder belangrijke. Zo kun je met QoS voorrang geven aan het streamen van een film boven het downloaden van updates. De echte snelheid van een netwerk verandert er niet door, maar wel de manier waarop gebruikers het ervaren. Log in op de router. Kijk in de webinterface voor de optie OoS of Adaptive QoS. De laatste is de slimmere versie, waarbij de router dezelfde soort programma's in een groep plaatst. Bij traditionele QoS moet je voor elk programma zelf aangeven welke prioriteit het heeft. Soms wil de router nog weten wat de maximale upload- en downloadsnelheden zijn; bepaal die via www.speedtest.net. Schakel daarna QoS in en selecteer de voor jou belangrijke toepassingen. Geef de belangrijkste de hoogste prioriteit op het netwerk.

©PXimport

Tip 05 QoS vergroot niet de echte snelheid van het wifi, maar geeft belangrijke programma's voorrang op de minder belangrijke.

Tip 06: Minder gebruikers

Wifi is erg gemakkelijk in het gebruik, maar er zitten ook nadelen aan. Zo is een draadloos netwerk een gedeeld netwerk, wat betekent dat alle apparaten samen de bandbreedte delen. Minder apparaten betekent dus dat de overgebleven apparaten sneller zullen zijn. Je kunt het draadloos netwerk sneller maken door de apparaten die een echte LAN-poort hebben, door middel van een netwerkkabel met het netwerk te verbinden. Nadat je deze apparaten met een kabel hebt verbonden, moet je niet vergeten op elk apparaat het wifi uit te schakelen. Sommige apparaten blijven namelijk toch het draadloos gebruiken ook als ze een andere mogelijkheid tot netwerkverbinding hebben. Is er geen mogelijkheid het wifi uit te schakelen, log dan in op de router. Ga naar MAC Filtering of Beveiliging / Toegangscontrole.

Schakel de Toegangscontrole of MACFiltering in en voeg het MAC-adres toe van het apparaat dat nu via de netwerkkabel is verbonden. Kies er dan voor de apparaten op de lijst uit te sluiten van het wifi. Gebruik je de toegangscontrole al om alleen de bekende apparaten tot het wifi-netwerk toe te laten, verwijder dan juist het MAC-adres van het apparaat uit de lijst.

©PXimport

Tip 06 Zet apparaten die met een netwerkkabel zijn aangesloten, in het MAC-filter van het wifi-netwerk.

Tip 07: Check het bereik

Heb je alle voorgaande tips opgevolgd, dan zou de wifi-ontvangst beter moeten zijn. Is dat echter niet het geval, dan kun je een paar dingen proberen. Heeft de router externe antennes, draai die dan eens. Zet ze verticaler of juist vlakker, meer of minder naar buiten. Elke wijziging van de antennes zorgt voor een andere spreiding van het signaal. Helpt ook dat niet, draai dan de ontvanger. Is dat een pc of notebook, kijk dan eens of de ontvangst aan de andere kant van het bureau of de keukentafel wel goed is. Je kunt ook een echte sitesurvey doen door gewoon met je smartphone of notebook rond te lopen en te kijken of de signaalsterkte verandert. Een handige app hiervoor is Cloudcheck. Installeer deze uit iTunes of Google Play en start de controle. Open het menu en kies Wi-Fi Sweetspots. Loop nu rond en zie hoe de sterkte van het signaal varieert. Gebruik dit om goede en slechte plekken te ontdekken en pas opnieuw eventueel de positionering van de antennes aan.

Wel of geen repeater?

Behalve wifi-accesspoints zijn er ook wifi-repeaters en range-extenders. Deze worden aangeprezen als de oplossing voor plekken met een zwak signaal of om het signaal verder te brengen. Beide beweringen kloppen, maar verwacht geen wonderen. De bandbreedte wordt door gebruik van een repeater namelijk kleiner! De repeater herhaalt alles wat wordt verzonden en ontvangen en verbruikt zo veel bandbreedte. Bovendien is het op bijna elk wifi-netwerk zo dat er maar één apparaat kan zenden; de andere moeten dan wachten. De uitzondering hierop is Multi-user MIMO, maar die techniek is heel nieuw en wordt door de meeste accesspoints en repeaters in elk geval nog niet ondersteund. Gebruik daarom alleen een repeater als het niet anders kan of wanneer het resultaat goed genoeg is.

Een tweede accesspoint met een apart wifi-netwerk op een ander kanaal dan het eerste wifi is een betere oplossing. Heb je een repeater, maar ben je niet tevreden met het resultaat, kijk dan of de repeater ook als accesspoint kan worden gebruikt. Die mogelijkheid wordt bijvoorbeeld geboden door moderne repeaters zoals de Netgear AC750. Kabel erin, aansluiten op de router en zenden maar!

©PXimport

Het resultaat van een wifi-repeater zal nooit zo goed zijn als dat van een apart accesspoint.

Tip 08: Betere antenne

Ieder apparaat in het wifi-netwerk zendt en ontvangt. De antenne is daarbij zeer belangrijk. De kwaliteit van een antenne wordt uitgedrukt in het aantal dBi. Deze waarde geeft aan hoe efficiënt de antenne bij het zenden elektriciteit omzet in radiogolven, en bij het ontvangen precies omgekeerd. Hoe hoger de dBi, hoe beter een antenne dit doet en hoe minder verlies aan kwaliteit. Meer dBi betekent dus dat een antenne verder zendt en ook van een verder afgelegen antenne nog een signaal ontvangt. De antennes in een standaard router zijn maximaal 5 dBi, vaak minder, terwijl er ook antennes zijn van 8dBi of 10 dBi en dat op een logaritmische schaal! Wil je dus beter zenden of ontvangen, dan is een andere antenne een goede optie om eens te verkennen. Belangrijk is wel dat de router de antenne ondersteunt; je kunt niet zomaar alles aan elkaar knopen of schroeven. Goed aankoopadvies is noodzakelijk.

Wat mag er wel en niet?

Of het wel of niet is toegestaan extra krachtige routers en antennes te gebruiken, is omgeven met veel ruis. Wij belden het Agentschap Telecom, dat hierover gaat, en kregen te horen dat de wetten zich vooral richten op het zendvermogen. Er geldt een strikt maximaal vermogen van 100 mWa op de 2,4GHz-band en 200 mWa op de 5GHz-band. Ga je dit te boven, dan ben je strafbaar.

Koop je een nieuw apparaat, let dan op de CE-markering. Deze moet zowel op de verpakking als het apparaat staan en geldt als bewijs dat het apparaat voldoet aan de eisen. Ga je verschillende onderdelen combineren, bijvoorbeeld een router en een antenne, dan moet je het uitgangsvermogen van de router optellen bij de dBi van de antenne. Samen mag het dan nog steeds niet boven het maximale vermogen uitkomen. Meer informatie vind je op www.agentschaptelecom.nl.

Tip 09: Betere ontvangst

De installatie van een externe antenne begint met het installeren van een driver. Plaats de meegeleverde cd of dvd in de pc en doorloop de installatiesoftware. Windows controleert tegenwoordig de herkomst van drivers en geeft bij minder bekende software dan een waarschuwing af. Als je zeker weet dat het om de driver voor de externe antenne gaat, klik dan op Dit stuurprogramma toch installeren. Zodra de driverinstallatie klaar is, herstart je de computer. Daarna schroef je de antenne op de behuizing en sluit je hem met een usb-kabel op de pc aan.

Even later zal Windows de eerder geïnstalleerde driver ook echt in gebruik nemen en daarmee is de installatie klaar. Met InSSIDer of een meegeleverde utility van de antennefabrikant kun je de lucht weer afzoeken naar de beschikbare netwerken. Dat zullen er heel veel meer zijn dan eerst. Het maken van een verbinding met het netwerk gaat nog net als anders; wel heeft de notebook nu een ander MAC-adres. Via Start / Uitvoeren / CMD en dan het commando ipconfig /all kun je het Fysieke adres uitlezen. Voeg dit eventueel toe aan het MAC-filter op de router.

©PXimport

Tip 09 In één keer van 11 (links) naar 36 (rechts) wifi-netwerken na de omschakeling van een standaard Intel naar de externe Alfa Networks AWUS036NHV-antenne.

Tip 10: Andere repeater

De R36-router van Alfa Network is vooral bij caravan- en camperliefhebbers populair vanwege het grote bereik en omdat deze kleine router, die helaas wel alleen de 2,4GHz-band ondersteunt, op veel verschillende manieren kan worden ingezet. Je kunt er bijvoorbeeld een 3G- of 4G-dongel op aansluiten en je mobiele internet delen. Of je kunt er via usb een externe antenne op aansluiten, die zelfs een zwak signaal aan de andere kant van de camping oppakt en gebruikt als upload voor je eigen wireless netwerk aan de binnenkant. Erg handig is dat de hele configuratie en beveiliging van je thuisnetwerk inclusief versleuteling en MAC-filtering met de router meeverhuizen.

Een beschikbaar netwerk vinden, inhaken en je bent weer online met al je apparaten. Je hoeft dus niet telkens al je apparaten aan te melden op het onbekende netwerk, alleen de router die ze meteen beschermt. Wel moet je iets meer tijd investeren in het leren gebruiken van deze router. De gebruiksvriendelijkheid van de firmware en de handleiding hebben absoluut niet de kwaliteit van de bekende merken. Opnieuw daarom het advies dit alleen bij de erkende handelaar te kopen en je goed te laten voorlichten, om een miskoop te voorkomen.

©PXimport

Tip 10 Selecteer een van de beschikbare wifi-netwerken om mee te verbinden.

▼ Volgende artikel
Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?
© sara_winter - stock.adobe.com
Huis

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat?

De geur van versgebakken oliebollen hoort bij december. Toch ziet niet iedereen het zitten om met een pan heet vet aan de slag te gaan. Oliebakken in de airfryer lijkt dan een aantrekkelijk alternatief: minder luchtjes en ook nog eens minder vet. Maar levert bakken in een airfryer dezelfde oliebol op, of moet je toch de frituurpan uit het vet halen?

In dit artikel

Je leest waarom je geen klassieke oliebollen kunt bakken in een airfryer en wat daar technisch misgaat. Ook leggen we uit wat je wel voor oudjaarsalternatief kunt maken met de airfryer én hoe je de airfryer slim gebruikt om gekochte oliebollen weer knapperig en warm te maken.

Lees ook: Ontdek de minder bekende functies van je airfryer

Oliebollen bakken in de airfryer, kan dat? Het korte antwoord is duidelijk: nee, een traditionele oliebol bak je niet in een airfryer. Klassiek oliebollenbeslag is vloeibaar en heeft direct contact met hete olie nodig om zijn vorm en structuur te krijgen. Een airfryer is in de basis een compacte heteluchtoven. Zonder een bad van hete olie kan het beslag niet snel genoeg stollen. Wie het toch probeert, ziet het deeg door het mandje zakken of uitlopen tot een platte, taaie schijf. Dat ligt niet aan het recept, maar aan de techniek.

Waarom hete olie onmisbaar is

Zodra je het beslag van de oliebol in de hete olie van de frituurpan schept, ontstaat er vrijwel direct een korstje om de buitenkant. Binnen in de bol ontstaat stoom, waardoor de bol uitzet en luchtig wordt. Die combinatie van afsluiten en opblazen zorgt voor de typische oliebolstructuur. In een airfryer ontbreekt die directe warmteoverdracht. Hete lucht is simpelweg minder krachtig dan hete olie. Zonder direct contact met heet vet kan het beslag niet snel genoeg stollen. Daardoor blijft een echte oliebol uit de airfryer onmogelijk.

©Gegenereerd door AI

Wat wel kan: kwarkbollen uit de airfryer

Wie toch iets zelf wil maken in de airfryer, moet het klassieke oliebollenbeslag loslaten. Met een steviger beslag, bijvoorbeeld op basis van kwark, kun je ballen vormen die hun vorm behouden. Deze bollen garen prima in de hete lucht en krijgen een mooie bruine buitenkant. De uitkomst lijkt qua vorm op een oliebol, maar de structuur is compacter en de smaak meer broodachtig. Denk aan iets tussen een zoet broodje en een scone. Lekker, lichter en prima als alternatief, maar: het is geen oliebol zoals je die van de kraam kent.

Kwarkbollen uit de airfryer

Meng 250 gram volle kwark met 1 ei en 50 gram suiker tot een glad mengsel. Voeg vervolgens 300 gram zelfrijzend bakmeel toe, samen met een snuf zout. Meng alles kort tot een samenhangend deeg. Het deeg moet stevig zijn en nauwelijks plakken. Is het te nat, voeg dan een beetje extra bakmeel toe. Wie wil, kan rozijnen, stukjes appel of wat citroenrasp door het deeg mengen.

Bestuif je handen licht met bloem en draai ballen ter grootte van een kleine mandarijn. Leg ze met wat ruimte ertussen in het mandje van de airfryer, eventueel op een stukje bakpapier. Bak de bollen in ongeveer 12 tot 15 minuten op 180 graden. Halverwege kun je ze voorzichtig keren zodat ze gelijkmatig bruin worden.

Laat de bollen kort afkoelen en bestuif ze eventueel met poedersuiker. Vers zijn ze het lekkerst, maar ook lauw blijven ze prima eetbaar.

Wat ook goed kan: oliebollen opwarmen in de airfryer

Waar de airfryer wel echt tot zijn recht komt, is bij het opwarmen van gekochte oliebollen. In de magnetron worden ze snel slap en taai. In de airfryer gebeurt het tegenovergestelde. Door de bollen een paar minuten op ongeveer 180 graden te verwarmen, wordt de korst weer knapperig en warmt de binnenkant gelijkmatig op. Je oliebollen smaken weer alsof je ze net gebakken (of gehaald) hebt!

Samenvatting

Wil je de échte oliebol, dan heb je twee opties: zelf bakken in een frituurpan of halen bij de kraam. Bakken in de airfryer kan niet, omdat vloeibaar beslag niet geschikt is voor hete lucht. Je kunt bijvoorbeeld wel kwarkbollen maken, maar dat is toch anders. De grootste winst zit in het opwarmen van kant-en-klare oliebollen: in de airfryer gaat dat snel, ze worden heerlijk knapperig en je hebt geen last van frituurlucht in huis.


Nog even niet aan denken...

...maar voor 1 januari, je goede voornemens

🎆 Vuurwerk op je Galaxy Smartphone? 👇

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11
© ID.nl
Huis

Zo krijg je oude randapparatuur weer werkend onder Windows 10 en 11

Het spreekwoord 'krakende wagens lopen het langst' gaat helaas vaak niet op in de computerwereld. Moderne systemen reageren soms allergisch op oudere hardware. Toch zijn er methoden en slimme trucs om zulke apparaten te laten werken onder Windows 10 of 11.

Dit gaan we doen

Je hebt nog een oudere printer, scanner of ander randapparaat in de kast liggen. Weggooien kan, maar het is duurzamer en goedkoper als je het toestel weer aan de praat krijgt op je moderne Windows-systeem. Zulke apparatuur wordt helaas niet altijd meteen herkend. Fabrikanten bieden namelijk vaak geen ondersteuning meer en Windows bevat lang niet alle stuurprogramma's (drivers) voor oudere apparaten.

Toch is er meer mogelijk dan je denkt. We laten stap voor stap zien wat je kunt doen als Windows het apparaat niet herkent, als de juiste driver ontbreekt of niet compatibel is, en als Windows de installatie weigert. We gaan ook kort in op alternatieve methoden, zoals compatibiliteitsmodi, universele drivers en virtualisatie. Sommige technieken zijn eenvoudig, andere vragen iets meer inspanning en technische kennis. Het loont in elk geval de moeite om het apparaat weer aan de praat te krijgen.

Apparaat niet herkend

Wanneer je een oud apparaat aansluit, kan het gebeuren dat Windows het niet herkent.. Daardoor verschijnt het niet in de lijst met apparaten. Je controleert dit door via een klik met rechts op de Windows-knop Apparaatbeheer te openen. Verschijnt hier iets als 'Onbekend apparaat' of zie je een geel driehoekje of vraagteken, dan heeft Windows het apparaat wel fysiek herkend, maar geen juiste driver gevonden. Je leest hier meer over bij de passage Driverprobleem. Mogelijke oorzaken zijn het ontbreken van een plug-and-playdriver of een verouderd aansluitingstype.

Je kunt dan verschillende dingen proberen. Controleer eerst de aansluiting en de stroomvoorziening. Zorg dat het apparaat juist is aangesloten en ingeschakeld. Bij usb-apparaten helpt het soms een andere poort te proberen. Oudere usb1.1-apparaten werken vaak beter via een usb2.0-poort of een usb-hub met eigen voeding dan via een usb3.0-poort. Heeft je pc nog een parallelle of seriële poort? Controleer dan in het systeem-BIOS of deze is ingeschakeld. Heeft je toestel zo'n poort niet, dan ben je meestal aangewezen op een adapter (zie de passage Aansluitingen).

Een apparaat dat niet wordt herkend, is niet te vinden in Apparaatbeheer.

Handmatige installatie

Je kunt het apparaat ook handmatig proberen te installeren. Misschien heb je nog een cd-rom met de installatiebestanden, zodat het zo lukt. Heeft je pc geen cd-station meer, dan sluit je een extern cd-station aan of kopieer je de bestanden op een andere pc met cd-station naar een usb-stick. Je kunt er ook een iso-bestand van maken en dit met een dubbelklik als virtuele schijf koppelen op je pc. Je kunt dit doen met bijvoorbeeld Burnaware Free. Ga naar www.burnaware.com en kies voor ISO-bestand aanmaken.

Heb je geen cd-rom? Start dan Apparaatbeheer, open het menu Actie en kies Oudere hardware toevoegen. Kies De hardware opsporen en automatisch installeren, geef het hardwaretype aan, zoals Beeldapparaten of Draagbare apparaten, en selecteer het juiste product en model. Heb je zelf een geschikte driver gevonden (bijvoorbeeld op de site van de producent), klik dan op Bladeren en verwijs naar het installatiebestand (inf).

Voor printers open je Instellingen in Windows en kies je Bluetooth en apparaten / Printers en scanners. Klik op Apparaat toevoegen en kies bij De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst voor Handmatig een nieuw apparaat toevoegen. In het dialoogvenster laat je Mijn printer is iets ouder. Help mij met zoeken geselecteerd. Werkt dat niet, probeer dan Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen, waarna je de juiste poort en het stuurprogramma kiest. Klik hier ook op Windows Update: zo is de kans groter dat Windows alsnog de juiste driver ophaalt. Je kunt ook een vergelijkbaar model uit de lijst proberen.

De wizard Hardware toevoegen laat je eerst uit een productcategorie kiezen.

Soorten aansluitingen

Gaat het om oudere apparaten, dan hebben die vaak een interface die je op moderne pc's niet meer vindt, zoals een parallelle of seriële aansluiting of firewire. Voor parallel gebruik je een usb-naar-parallel-adapter (meestal usb-A naar 36-pins Sub-D). De printer verschijnt dan als 'USB Printing Support' en werkt vaak met generieke drivers. Sommige oude drivers verwachten een echte LPT-poort met een logische naam als LPT1. Je kunt dan de gedeelde usb-printerpoort mappen naar LPT1 met het opdrachtprompt-commando

net use LPT1: "\\localhost\<printershare>" /persistent:yes

(met net use LPT1: /delete verwijder je deze koppeling). <printershare> is de gedeelde printernaam, zoals ingesteld via Instellingen in Windows: klik op de printernaam, kies Printereigenschappen en open het tabblad Delen. Zo kun je vaak nog printen vanuit oude DOS- of Windows-apps.

Voor een seriële poort (met een DB9 RS232-kabel) gebruik je eveneens een usb-adapter, liefst met FTDI-chip en aangesloten op een usb2.0-poort. Mogelijk moet je eerst de adapterdriver installeren voordat deze in Apparaatbeheer verschijnt (onder een naam als '[…] COMx'). Om het juiste poortnummer (zoals COM1) in te stellen, klik je met rechts op het apparaat, open je Poortinstellingen en klik je op Geavanceerd.

Koop altijd adapters van goede kwaliteit (en van een bekend merk), aangezien goedkopere exemplaren zich niet altijd aan de specificaties houden.

Voor firewire kun je de installatie van een PCIe-naar-firewire (IEEE 1394) adapterkaart overwegen. Met de Microsoft 1394 OHCI Legacy Driver activeer je deze vervolgens in Windows 10/11 en kun je bijvoorbeeld een oude DV-camera of audio-interface aansluiten. Klik hier voor een downloadlink met instructies.

De LPT-poort wordt semipermanent aan de gedeelde usb-printerpoort gekoppeld.

Driverprobleem

Wanneer Windows het apparaat herkent via een van bovenstaande stappen, blijft het afwachten of er een geschikte driver voor Windows 10/11 beschikbaar is. Je kunt eerst een generieke driver proberen, die vaak via de Windows-updatefunctie beschikbaar is. Klik in Apparaatbeheer met rechts op het apparaat, kies Stuurprogramma bijwerken en klik vervolgens op Automatisch zoeken naar stuurprogramma's / In Windows Update zoeken naar bijgewerkte stuurprogramma's.

Soms vind je geschikte drivers bij de optionele updates. Ga hiervoor naar Instellingen, kies Windows Update / Geavanceerde opties / Optionele updates en open Stuurprogramma-updates. Je kunt ook zoeken naar een basisdriver, add-onmodule of universele driver van de fabrikant, zoals de (Smart) Universal Printer Driver van HP.

Vind je geen driver op de site van de fabrikant, dan kun je er ook zelf naar googelen op basis van het hardware-ID. Start Apparaatbeheer, klik met rechts op het apparaat (eventueel bij Andere apparaten of Onbekend apparaat), kies Eigenschappen en open het tabblad Details. Stel Eigenschap in op Hardware-id's. Klik met rechts op een gevonden ID, kies Kopiëren en plak dit met Ctrl+V in een zoekmachine als Google. Mogelijk levert dit een geschikte driver op.

Heb je nog een driver voor Windows 7 of ouder, probeer dan de installatie in compatibiliteitsmodus. Klik met rechts op het installatieprogramma, kies Eigenschappen en ga naar het tabblad Compatibiliteit. Zet een vinkje bij Dit programma uitvoeren in compatibiliteitsmodus voor en kies de laatst ondersteunde versie, zoals Windows 7 of Windows XP (Service Pack 2). Door ook Dit programma als administrator uitvoeren te selecteren, vergroot je de kans dat Windows de oudere driver alsnog aanvaardt, zeker als het geen 'kernel-driver' met volledige systeemrechten betreft (zie ook de passage Driverblokkade). Dit is ons bijvoorbeeld al gelukt voor een Canon Pixma iP4200-printer.

Lees ook: De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten

Soms zitten driverupdates wat verstopt bij de optionele updates.

Alternatieve drivers

Je kunt ook op zoek gaan naar alternatieve, niet-officiële stuurprogramma's. Er zijn verschillende community's en fora die voor populaire oudere apparaten aangepaste drivers aanbieden of INF-bestanden hebben aangepast om ze onder nieuwere Windows-versies te laten werken.

Voor scanners is de alternatieve software van VueScan populair. Deze ondersteunt bijna achtduizend oude scanner-modellen en werkt vaak prima, al is de software niet gratis (vanaf circa 19 euro per jaar). Een proefversie is wel beschikbaar (je kunt eventueel een wegwerpadres gebruiken), zodat je kunt nagaan of je scanner werkt onder Windows 10/11.

Voor printers is het Gutenprint-driverpakket bekend, voorheen bekend als Gimp-print, al is dit alleen beschikbaar voor Linux en macOS. We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan, maar je kunt een al dan niet virtuele Linux-machine op je netwerk opzetten (ook op een Raspberry Pi) en hierop Gutenprint installeren. Vervolgens deel je de printer zodat je deze ook op je Windows-pc kunt gebruiken. Voor scanners bestaat een vergelijkbaar project: Scanner Access Now Easy, eveneens voor Linux.

De kans is groot dat je met VueScan je oude scanner nog prima aan de praat krijgt.

Driverblokkade

Het kan gebeuren dat er wel een driver beschikbaar is, maar dat Windows 10/11 de installatie blokkeert. Mogelijk is de driver technisch incompatibel, bijvoorbeeld een 32bit-driver op een 64bit-systeem (Windows 11 is altijd 64 bit), of een kerneldriver die noodzakelijke kernelfuncties mist doordat deze niet meer worden ondersteund door het geüpdatete besturingssysteem. In dit geval kun je nog de compatibiliteitsmodus proberen (zie de passage Driverprobleem), maar het resultaat blijft onzeker. Je maakt dan meer kans via een virtuele machine met een oudere Windows-versie, zoals Windows 10 voor 32bit-drivers.

Soms blokkeert Windows 10/11 de installatie omdat de (kernel)driver niet digitaal is ondertekend. Ben je zeker dat het om een betrouwbare driver gaat, dan kun je deze controle tijdelijk uitschakelen. Open Instellingen, kies Systeem / Systeemherstel en klik tweemaal op Nu opnieuw opstarten. Kies vervolgens Problemen oplossen / Geavanceerde opties / Opstartinstellingen en klik op Opnieuw opstarten. In het menu dat verschijnt, kies je optie 7: Afdwingen van stuurprogrammahandtekening uitschakelen. Windows start nu zonder handtekeningcontrole, zodat je de driver kunt installeren. Bij de volgende herstart is de controle weer actief, maar de driver blijft werken.

Ga je liever voor een iets doortastender aanpak? Voer dan de Opdrachtprompt uit als administrator, voer het commando bcdedit /set TESTSIGNING ON in en herstart je pc. Deze draait dan in testmodus, zie de indicatie rechtsonder. Installeer de driver en voer daarna meteen bcdedit /set TESTSIGNING OFF uit, gevolgd door een herstart om terug normaal te werken.

Deze Windows draait tijdelijk in een (minder veilige) testmodus.

Virtueel alternatief

Lukt het niet om je oude apparaat met een van de bovenstaande workarounds aan de praat te krijgen binnen Windows 10/11, dan zit er weinig anders op dan een ouder of ander besturingssysteem te gebruiken. Het handigst is om dit als virtuele machine (VM) bovenop je huidige Windows te draaien. Binnen deze VM installeer je dan de originele driver en software voor het apparaat.

Geschikte gratis tools zijn Oracle VirtualBox en VMware Workstation Pro (na registratie op https://support.broadcom.com). Via bijvoorbeeld https://archive.org kun je naar schijfkopiebestanden zoeken en downloaden. Wij vonden er onder meer diverse Windows XP-iso-bestanden en installeerden een exemplaar in VirtualBox.

Dit kan als volgt. Start VirtualBox, klik op Nieuw en vul de gegevens in, zoals Microsoft Windows XP (32-bit). Bij ISO-image verwijs je naar je download. Vink Overslaan zonder toezicht aan, klik op Afmaken en vervolgens op Starten. Volg de installatie-instructies. Je bezit of vindt wellicht een geldige licentie voor deze oude Windows.

Koppel het apparaat aan een fysieke poort op je pc en geef deze vervolgens door aan de VM, zodat de virtuele Windows het apparaat herkent. Dit kan vanuit het menu Apparaten in het venster met een opgestarte VM.

Bij printers kun je ook delen via het VM-netwerk, zodat je vanuit je gewone Windows via het netwerk kunt printen naar de VM. Selecteer de (uitgeschakelde) VM in VirtualBox, kies Instellingen, open Netwerk en vink Netwerkadapter inschakelen aan. Stel eventueel Gekoppeld aan in op Bridged Adapter zodat de VM een ip-adres krijgt binnen hetzelfde netwerk als je host-pc.

Een oude HP-printer werd succesvol op een virtuele Windows XP geïnstalleerd.

Extra tips

Soms brengen fabrikanten firmware-updates uit die de compatibiliteit met een nieuwer besturingssysteem verbeteren. Het kan dus lonen om de firmware van het apparaat te controleren en eventueel te updaten. Raadpleeg hiervoor de bijbehorende instructies. Het is ook mogelijk dat sommige apparaten, zoals printers, een legacy- of compatibiliteitsmodus hebben, waardoor ze wel ondersteund worden door Windows of een generieke driver. Raadpleeg ook hiervoor de handleiding.

Tot slot nog een tip die we met enige terughoudendheid geven. Vind je geen geschikte driver op de website van de fabrikant, probeer dan eventueel een gratis tool als IObit Driver Booster of Snappy Driver (Lite). Soms halen deze nog een oude driver uit de online Microsoft Update Catalog die werkt. Dit kan helaas ook zomaar fout gaan, dus maak vooraf zeker een herstelpunt. Let ook op dat je geen ongewenste extra's mee installeert.

Driver-installers: als het echt niet anders kan, en nadat je een herstelpunt hebt gemaakt.

 Nieuwe printer nodig? Kijk op Kieskeurig.nl/prijsdalers om voor de beste deal!

Inkt en cartridges

Voor je printer