ID.nl logo
10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk
© PXimport
Huis

10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk

Iedereen heeft wel eens last van traag of haperend wifi. Zeker wanneer je thuis bent, is dat erg vervelend. Iedereen wil namelijk altijd en met elk apparaat kunnen genieten van streaming-diensten zoals YouTube, Netflix, Spotify en SoundCloud. Goed wifi is dan echt een vereiste. En zo krijg je het.

Tip 01: Wifi-techniek

Een van de beste dingen die je kunt doen om de wifi-prestaties te verbeteren is overstappen op de laatste wifi-standaard. Er zijn namelijk verschillende standaarden voor wifi en alleen de laatste is de snelste en heeft het beste bereik. De belangrijkste standaarden op dit moment zijn 802.11n en zijn opvolger 802.11ac. Ondersteunt jouw router geen 802.11ac of 802.11n, koop dan een nieuwe. Kies dan voor een 802.11ac-router met drie of liever nog vier datastromen. Hoe meer datastromen, hoe sneller het wifi.

Elke datastroom op een 802.11ac-router is op 5 GHz goed voor 433 MBps, wat een totale bandbreedte van 1750 Mbps oplevert bij vier datastromen. Controleer ook of de router Multi-user MIMO ondersteunt, een nieuwe techniek om diverse apparaten tegelijk te laten zenden en ontvangen op het wifi. Update ook de apparaten op het wifi. Hoe meer er 802.11ac ondersteunen, hoe sneller het wifi zal zijn.

©PXimport

Tip 01 Ondersteunt een router geen 802.11n of 802.11ac, koop dan een nieuwe.

Externe antennes

Het is niet eenvoudig de juiste router te kiezen. In veel winkels is het personeel maar matig geïnformeerd of verkopen ze vooral graag wat op voorraad is. Ga dus goed voorbereid op stap: lees voordat je gaat shoppen de laatste tests en noteer merk en model van de winnaars even op een papiertje of in de smartphone. Op de site van onze collega's www.computertotaal.nl staan veel tests van losse routers, maar ook vergelijkende tests. Goede en slechte routers zijn daar al voor je uitgezocht. En wat dan opvalt? Dat de winnaars toch vaak echte antennes hebben. De snelste draadloze routers zijn op dit moment de 802.11ac-routers met een maximale theoretische snelheid van 867 tot 1300 Mbit/s, en de modellen met externe antennes weten deze waarden het dichtst te benaderen.

Tip 02: Verplaats router

Veel routers staan dicht bij het punt waar de internetaansluiting is. Dat lijkt logisch, maar vaak gaat het helemaal niet om een goede plek. Veel routers staan bijvoorbeeld in de meterkast, waar het wemelt van buizen, elektrische leidingen en televisiekabels. Ook de dikke muren verstoren hier de kwaliteit en reikwijdte van het wifi-signaal. Veel winst is dan al te behalen door de router te verplaatsen naar een plek zonder leidingen en buizen en met meer vrije ruimte rondom. Ook hoger plaatsen is beter dan op de vloer. Door de router met een langere kabel met de modem te verbinden en wat rond te lopen kun je vaak al bepalen wat een goede plek is. En zijn router en modem geïntegreerd in één apparaat, overweeg dan het accesspoint in de router uit te schakelen en een apart accesspoint op een betere plek neer te zetten.

©PXimport

Tip 02 Door de vele ijzeren buizen, kabels en dikke muren is de meterkast meestal geen goede plek voor een accesspoint.

©PXimport

Tip 03 Kun je het accesspoint niet verplaatsen, kies dan voor een tweede router of een apart los accesspoint.

Tip 03: Accesspoint

Heb je nog een oude router staan, dan kun je er ook voor kiezen die in de meterkast te zetten, daarvan het accesspoint uit te schakelen en de nieuwe router als accesspoint op een betere plaats te zetten. Het verschil in snelheid voor het bekabelde netwerk in vergelijking met het draadloze netwerk tussen een oude en nieuwe router is vooral bij draadloos groot, bij bedraad veel minder. Tenminste zolang beide routers maar gigabit ondersteunen. Plaats je twee routers achter elkaar, dan kun je ofwel de tweede router in bridge-modus zetten of je moet achter die router en voor het wifi een tweede netwerk configureren met een eigen IP-adressering. Vergeet ook de beveiliging van het wifi niet. Heb je geen router, koop dan een los accesspoint. Die zijn gemakkelijker in het gebruik, doordat deze gewoon onderdeel wordt van het thuisnetwerk en er geen apart tweede IP-netwerk hoeft te worden geconfigureerd.

©PXimport

Tip 04 Bekijk de verdeling van de wifi-netwerken over de kanalen met een app op de smartphone.

Tip 04: Kanaal kiezen

Moderne routers ondersteunen twee wifi-netwerken, een in de 2,4GHz-band en een in de 5Ghz-band. Elke band is daarbij nog weer opgedeeld in een aantal kanalen. De 2,4GHz-band is onderverdeeld in de kanalen 1 tot en met 13, de 5,0GHz-band de kanalen 36, 40, 44 en 48. Elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Wil je bereik en snelheid van het wifi verbeteren, kies dan een band die door zo min mogelijk andere netwerken in de buurt wordt gebruikt. Om het kanaalgebruik van de verschillende netwerken zichtbaar te maken, kun je het programma InSSIDer gebruiken. Dit was een gratis programma, maar is het helaas niet meer. Je kunt een licentie kopen via www.inssider.com, maar elders online zijn oude versies te vinden die nog wel gratis zijn.

Zoek bijvoorbeeld op InSSIDer Home 3.1.2.1. Start InSSIDer, kies de 2,4GHz- of 5GHz-band en bekijk dan welk kanaal de meeste vrije ruimte heeft. Geen pc, gebruik dan een app als Meraki Wifi Stumbler of WiEye Wifi scanner (beide alleen voor Android). Log dan in op de router en kies bij elk wifi-netwerk in plaats van Auto het juiste kanaal.

©PXimport

Tip 04 Gebruik het kanaal waar de minste andere netwerken actief zijn.

Nieuwe firmware

Voor de meeste routers brengen de fabrikanten nog nieuwe firmwares uit. De nieuwe software kan weliswaar de hardware niet aanpassen; hij kan er wel voor zorgen dat die beter wordt gebruikt en dus voor betere prestaties zorgen. Log in op de router en kijk bij Administration of Beheer welke firmwareversie op de router is geïnstalleerd. Kijk dan op de website van de routerfabrikant of er voor dat merk en model een nieuwere firmware is of laat de router zelf zoeken naar een nieuwere firmware. Veel routers kunnen dat, bijvoorbeeld via Advanced settings / Administration / Firmware upgrade, of laten al bij het inloggen zien dat er een nieuwere firmware is.

©PXimport

Er is nieuwe firmware gesignaleerd

Tip 05: Activeer QoS

Quality of Service (QoS) is een techniek om belangrijke programma's meer bandbreedte te geven op het netwerk dan minder belangrijke. Zo kun je met QoS voorrang geven aan het streamen van een film boven het downloaden van updates. De echte snelheid van een netwerk verandert er niet door, maar wel de manier waarop gebruikers het ervaren. Log in op de router. Kijk in de webinterface voor de optie OoS of Adaptive QoS. De laatste is de slimmere versie, waarbij de router dezelfde soort programma's in een groep plaatst. Bij traditionele QoS moet je voor elk programma zelf aangeven welke prioriteit het heeft. Soms wil de router nog weten wat de maximale upload- en downloadsnelheden zijn; bepaal die via www.speedtest.net. Schakel daarna QoS in en selecteer de voor jou belangrijke toepassingen. Geef de belangrijkste de hoogste prioriteit op het netwerk.

©PXimport

Tip 05 QoS vergroot niet de echte snelheid van het wifi, maar geeft belangrijke programma's voorrang op de minder belangrijke.

Tip 06: Minder gebruikers

Wifi is erg gemakkelijk in het gebruik, maar er zitten ook nadelen aan. Zo is een draadloos netwerk een gedeeld netwerk, wat betekent dat alle apparaten samen de bandbreedte delen. Minder apparaten betekent dus dat de overgebleven apparaten sneller zullen zijn. Je kunt het draadloos netwerk sneller maken door de apparaten die een echte LAN-poort hebben, door middel van een netwerkkabel met het netwerk te verbinden. Nadat je deze apparaten met een kabel hebt verbonden, moet je niet vergeten op elk apparaat het wifi uit te schakelen. Sommige apparaten blijven namelijk toch het draadloos gebruiken ook als ze een andere mogelijkheid tot netwerkverbinding hebben. Is er geen mogelijkheid het wifi uit te schakelen, log dan in op de router. Ga naar MAC Filtering of Beveiliging / Toegangscontrole.

Schakel de Toegangscontrole of MAC Filtering in en voeg het MAC-adres toe van het apparaat dat nu via de netwerkkabel is verbonden. Kies er dan voor de apparaten op de lijst uit te sluiten van het wifi. Gebruik je de toegangscontrole al om alleen de bekende apparaten tot het wifi-netwerk toe te laten, verwijder dan juist het MAC-adres van het apparaat uit de lijst.

©PXimport

Tip 06 Zet apparaten die met een netwerkkabel zijn aangesloten, in het MAC-filter van het wifi-netwerk.

Tip 07: Check het bereik

Heb je alle voorgaande tips opgevolgd, dan zou de wifi-ontvangst beter moeten zijn. Is dat echter niet het geval, dan kun je een paar dingen proberen. Heeft de router externe antennes, draai die dan eens. Zet ze verticaler of juist vlakker, meer of minder naar buiten. Elke wijziging van de antennes zorgt voor een andere spreiding van het signaal. Helpt ook dat niet, draai dan de ontvanger. Is dat een pc of notebook, kijk dan eens of de ontvangst aan de andere kant van het bureau of de keukentafel wel goed is. Je kunt ook een echte sitesurvey doen door gewoon met je smartphone of notebook rond te lopen en te kijken of de signaalsterkte verandert. Een handige app hiervoor is Cloudcheck. Installeer deze uit iTunes of Google Play en start de controle. Open het menu en kies Wi-Fi Sweetspots. Loop nu rond en zie hoe de sterkte van het signaal varieert. Gebruik dit om goede en slechte plekken te ontdekken en pas opnieuw eventueel de positionering van de antennes aan.

Wel of geen repeater?

Behalve wifi-accesspoints zijn er ook wifi-repeaters en range-extenders. Deze worden aangeprezen als de oplossing voor plekken met een zwak signaal of om het signaal verder te brengen. Beide beweringen kloppen, maar verwacht geen wonderen. De bandbreedte wordt door gebruik van een repeater namelijk kleiner! De repeater herhaalt alles wat wordt verzonden en ontvangen en verbruikt zo veel bandbreedte. Bovendien is het op bijna elk wifi-netwerk zo dat er maar één apparaat kan zenden; de andere moeten dan wachten. De uitzondering hierop is Multi-user MIMO, maar die techniek is heel nieuw en wordt door de meeste accesspoints en repeaters in elk geval nog niet ondersteund. Gebruik daarom alleen een repeater als het niet anders kan of wanneer het resultaat goed genoeg is.

Een tweede accesspoint met een apart wifi-netwerk op een ander kanaal dan het eerste wifi is een betere oplossing. Heb je een repeater, maar ben je niet tevreden met het resultaat, kijk dan of de repeater ook als accesspoint kan worden gebruikt. Die mogelijkheid wordt bijvoorbeeld geboden door moderne repeaters zoals de Netgear AC750. Kabel erin, aansluiten op de router en zenden maar!

©PXimport

Het resultaat van een wifi-repeater zal nooit zo goed zijn als dat van een apart accesspoint.

Tip 08: Betere antenne

Ieder apparaat in het wifi-netwerk zendt en ontvangt. De antenne is daarbij zeer belangrijk. De kwaliteit van een antenne wordt uitgedrukt in het aantal dBi. Deze waarde geeft aan hoe efficiënt de antenne bij het zenden elektriciteit omzet in radiogolven, en bij het ontvangen precies omgekeerd. Hoe hoger de dBi, hoe beter een antenne dit doet en hoe minder verlies aan kwaliteit. Meer dBi betekent dus dat een antenne verder zendt en ook van een verder afgelegen antenne nog een signaal ontvangt. De antennes in een standaard router zijn maximaal 5 dBi, vaak minder, terwijl er ook antennes zijn van 8dBi of 10 dBi en dat op een logaritmische schaal! Wil je dus beter zenden of ontvangen, dan is een andere antenne een goede optie om eens te verkennen. Belangrijk is wel dat de router de antenne ondersteunt; je kunt niet zomaar alles aan elkaar knopen of schroeven. Goed aankoopadvies is noodzakelijk.

Wat mag er wel en niet?

Of het wel of niet is toegestaan extra krachtige routers en antennes te gebruiken, is omgeven met veel ruis. Wij belden het Agentschap Telecom, dat hierover gaat, en kregen te horen dat de wetten zich vooral richten op het zendvermogen. Er geldt een strikt maximaal vermogen van 100 mWa op de 2,4GHz-band en 200 mWa op de 5GHz-band. Ga je dit te boven, dan ben je strafbaar.

Koop je een nieuw apparaat, let dan op de CE-markering. Deze moet zowel op de verpakking als het apparaat staan en geldt als bewijs dat het apparaat voldoet aan de eisen. Ga je verschillende onderdelen combineren, bijvoorbeeld een router en een antenne, dan moet je het uitgangsvermogen van de router optellen bij de dBi van de antenne. Samen mag het dan nog steeds niet boven het maximale vermogen uitkomen. Meer informatie vind je op www.agentschaptelecom.nl.

Tip 09: Betere ontvangst

De installatie van een externe antenne begint met het installeren van een driver. Plaats de meegeleverde cd of dvd in de pc en doorloop de installatiesoftware. Windows controleert tegenwoordig de herkomst van drivers en geeft bij minder bekende software dan een waarschuwing af. Als je zeker weet dat het om de driver voor de externe antenne gaat, klik dan op Dit stuurprogramma toch installeren. Zodra de driverinstallatie klaar is, herstart je de computer. Daarna schroef je de antenne op de behuizing en sluit je hem met een usb-kabel op de pc aan.

Even later zal Windows de eerder geïnstalleerde driver ook echt in gebruik nemen en daarmee is de installatie klaar. Met InSSIDer of een meegeleverde utility van de antennefabrikant kun je de lucht weer afzoeken naar de beschikbare netwerken. Dat zullen er heel veel meer zijn dan eerst. Het maken van een verbinding met het netwerk gaat nog net als anders; wel heeft de notebook nu een ander MAC-adres. Via Start / Uitvoeren / CMD en dan het commando ipconfig /all kun je het Fysieke adres uitlezen. Voeg dit eventueel toe aan het MAC-filter op de router.

©PXimport

Tip 09 In één keer van 11 (links) naar 36 (rechts) wifi-netwerken na de omschakeling van een standaard Intel naar de externe Alfa Networks AWUS036NHV-antenne.

Tip 10: Andere repeater

De R36-router van Alfa Network is vooral bij caravan- en camperliefhebbers populair vanwege het grote bereik en omdat deze kleine router, die helaas wel alleen de 2,4GHz-band ondersteunt, op veel verschillende manieren kan worden ingezet. Je kunt er bijvoorbeeld een 3G- of 4G-dongel op aansluiten en je mobiele internet delen. Of je kunt er via usb een externe antenne op aansluiten, die zelfs een zwak signaal aan de andere kant van de camping oppakt en gebruikt als upload voor je eigen wireless netwerk aan de binnenkant. Erg handig is dat de hele configuratie en beveiliging van je thuisnetwerk inclusief versleuteling en MAC-filtering met de router meeverhuizen.

Een beschikbaar netwerk vinden, inhaken en je bent weer online met al je apparaten. Je hoeft dus niet telkens al je apparaten aan te melden op het onbekende netwerk, alleen de router die ze meteen beschermt. Wel moet je iets meer tijd investeren in het leren gebruiken van deze router. De gebruiksvriendelijkheid van de firmware en de handleiding hebben absoluut niet de kwaliteit van de bekende merken. Opnieuw daarom het advies dit alleen bij de erkende handelaar te kopen en je goed te laten voorlichten, om een miskoop te voorkomen.

©PXimport

Tip 10 Selecteer een van de beschikbare wifi-netwerken om mee te verbinden.

▼ Volgende artikel
Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet
Huis

Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet

Gebruikers die deze week Facebook of Instagram openen, krijgen ineens een keuze voorgeschoteld: wil je betalen om geen advertenties meer te zien, of blijf je het gratis gebruiken mét advertenties? Die keuze is vanaf nu verplicht. Sinds november 2023 bood Meta al de mogelijkheid om een betaald abonnement zonder advertenties te nemen, maar tot nu toe was dat geheel vrijblijvend. Wat betekent die verplichte keuze precies? En kun je, als je niet wilt betalen, nog steeds zelf bepalen wat je te zien krijgt?

Waarom moet je nu ineens kiezen?

Meta voert deze verplichte keuze door vanwege aangescherpte Europese privacyregels. De wetgever stelt strengere eisen aan hoe bedrijven data mogen gebruiken voor advertentiedoeleinden. Een gratis dienst met gepersonaliseerde advertenties mag alleen als de gebruiker daar bewust toestemming voor geeft. Meta zet de gebruiker daarom voor het blok: betalen voor een advertentievrije ervaring, of toestemming geven voor het gebruik van je gegevens.

De betaalde abonnementsvorm: wat houdt het in?

Wie zich abonneert op de advertentievrije versie van Facebook en Instagram betaalt 7,99 euro per maand via de app, of 5,99 euro via een browser. Dit bedrag geldt voor één account in het zogeheten Accountcentrum. Wil je meerdere accounts advertentievrij gebruiken, dan betaal je daar extra voor. Meta belooft dat je gegevens in dat geval niet verwerkt worden voor advertentiedoeleinden. Je gebruikt de platformen dan volledig zonder gepersonaliseerde advertenties.

©Meta

Kritiek op het 'pay or consent'-model

Hoewel Meta stelt dat deze keuze in lijn is met de Europese privacyregels, heeft het 'pay or consent' (betaal of geef toestemming) model veel kritiek gekregen. Tegenstanders noemen het een vorm van privacy blackmail: je betaalt om je privacy te behouden, of je geeft die op in ruil voor gratis gebruik en gepersonaliseerde advertenties. Het is de vraag of een 'keuze' wel echt een keuze is als de alternatieven zo ongelijkwaardig zijn.

Niet betalen? Dit doet Meta dan met je gegevens

Kies je ervoor om Facebook en Instagram gratis te blijven gebruiken, dan geef je Meta toestemming om je gegevens te gebruiken voor advertenties. Het gaat dan om gepersonaliseerde advertenties, gebaseerd op je profiel, gedrag op het platform en je interacties met andere websites en apps. Je huidige ervaring blijft grotendeels hetzelfde, maar de verwerking van je gegevens valt voortaan onder strengere Europese regels.

Je kunt later ook kiezen voor advertenties met minder personalisatie. Deze optie gebruikt minder van je gegevens en is iets privacyvriendelijker, maar laat nog steeds advertenties zien. Meta gebruikt dan geen informatie meer over je gedrag op andere sites of eerdere interacties binnen hun platformen. In plaats daarvan worden alleen basisgegevens gebruikt, zoals je leeftijd, geslacht, locatie en activiteit op dat moment. Deze instelling kun je op elk moment inschakelen via het menu Advertentie-instellingen, onder het kopje dat gaat over personalisatie en gegevensgebruik.

Een bredere trend: betalen voor advertentievrije content

De beslissing van Meta om te kiezen voor een betaalde advertentievrije optie staat niet op zichzelf. Steeds meer bedrijven voegen advertenties toe aan diensten die voorheen gratis of advertentievrij waren, of bieden juist een betaalde versie zonder advertenties. Disney+ heeft bijvoorbeeld de optie Standaard met reclame, Videoland biedt meerdere abonnementen aan met reclames en Netflix heeft in een aantal landen ook een dergelijk abonnement (nog niet in Nederland overigens). Vanaf 26 augustus voegt ook Amazon advertenties toe aan Prime Video in Nederland. En het blijft niet bij videostreaming. Spotify biedt al jaren een gratis versie met advertenties naast zijn Premium-abonnement, net als YouTube. Ook op sociale media zie je dezelfde trend. X, voorheen Twitter, heeft een betaalde variant die minder advertenties belooft, al krijg je zelfs met X Premium nog wel wat advertenties te zijn.

©Videoland

Hoe houd je invloed op wat je te zien krijgt?

Ook als je kiest voor de gratis versie van Facebook of Instagram, kun je nog wel degelijk invloed uitoefenen op de advertenties die je te zien krijgt.

Advertentie-instellingen beheren

Ga naar de instellingen van je Facebook- of Instagram-account en zoek naar Advertentievoorkeuren of Advertentie-instellingen. Hier krijg je een overzicht van de interesses die Meta aan jouw profiel heeft gekoppeld. Je kunt deze interesses bewerken, verwijderen of toevoegen. Door dit te doen, geef je Meta een duidelijker beeld van wat je wel en niet relevant vindt. Je kunt ook instellen dat je geen advertenties meer wilt op basis van je activiteit op andere websites en apps.

Advertenties verbergen, rapporteren of de herkomst begrijpen

Bij elke advertentie verschijnt een menu met de optie Waarom zie ik deze advertentie?. Als je daarop klikt, zie je welke informatie Meta heeft gebruikt om jou die advertentie te tonen. Denk aan je interesses, je leeftijd, locatie of het feit dat je eerder een bepaalde pagina hebt bezocht. Vanuit dat scherm kun je direct instellingen aanpassen of interesses verwijderen die niet (meer) bij je passen. Als je een advertentie ziet die je niet interesseert of ongepast vindt, kun je deze ook verbergen of rapporteren. Klik op de drie puntjes bij de advertentie en kies voor Advertentie verbergen of Deze advertentie rapporteren.

Merken of onderwerpen blokkeren

Daarnaast kun je in je advertentie-instellingen specifieke merken of onderwerpen blokkeren die je liever niet voorbij ziet komen. Dit zorgt er niet voor dat advertenties verdwijnen, maar wel dat ze iets minder willekeurig aanvoelen en beter aansluiten op wat je zelf belangrijk of prettig vindt.

Alternatieven: gratis en advertentievrij?

Als de ontwikkelingen bij Facebook en Instagram je zorgen baren en je liever geen advertenties ziet én niet wilt betalen, zijn er maar weinig alternatieven. Volledig gratis, advertentievrije sociale media zijn zeldzaam. De meeste platformen draaien op advertentie-inkomsten of het gebruik van data. Er zijn wel opties die het anders aanpakken. Mastodon, onderdeel van het Fediverse, werkt bijvoorbeeld met open-sourceprincipes en wordt beheerd door community's. Hier zie je weinig tot geen advertenties, maar het bereik is kleiner en de ervaring anders. Ook kun je specifieke niche-platforms of forums opzoeken die zonder advertenties draaien dankzij donaties of vrijwilligers.

De keuze is aan jou

Betalen, de advertenties voor lief nemen of je account opzeggen: de keuze is aan jou. En dat is geen makkelijke keuze. Blijf je bij de gratis versies van Facebook en Instagram? Met de tips in dit artikel kun je in ieder geval nog een beetje grip op je eigen tijdlijn houden.

Lees ook: Je Facebook-account deactiveren of verwijderen


 

▼ Volgende artikel
Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op
© RossandHelen
Huis

Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op

Als je een inbouwoven of magnetron wilt plaatsen, begint alles met het opmeten van de nis, oftewel de uitsparing in je keukenkast waar het apparaat in moet komen. Die afmetingen moeten tot op de millimeter kloppen, anders past je nieuwe oven of magnetron niet. Hoe je dat aanpakt en waar je op moet letten, lees je hier. Geen stress: het is makkelijker dan het lijkt!

In dit artikel lees je:

✔ Wat nismaten zijn en waarom ze belangrijk zijn ✔ Hoe je de hoogte, breedte en diepte van de nis nauwkeurig opmeet ✔ Wat de standaard afmetingen zijn van ovens, magnetrons en combimagnetrons ✔ Welk type inbouwapparaat het best past bij jouw keuken en kookstijl

Wat zijn nismaten eigenlijk?

De nismaten van je keuken zijn de binnenafmetingen van de ruimte waarin je de oven of magnetron wilt inbouwen. Je meet dus niet het apparaat zelf, maar de kast waar hij in moet komen. De nismaten bestaan uit drie onderdelen: hoogte, breedte en diepte. De meeste inbouwapparaten zijn afgestemd op standaardmaten, maar er zijn ook uitzonderingen – vooral als je keuken iets ouder is of als je kiest voor een compact model.

Een oven past meestal in een nis van 60 centimeter breed. De hoogte varieert, afhankelijk van het soort apparaat. Zo zijn inbouwovens meestal 60 centimeter hoog, maar compacte modellen van 45 centimeter komen ook vaak voor. Magnetrons hebben doorgaans een hoogte van 38 of 45 centimeter. Combimagnetrons – de handige alleskunners – vallen meestal in de categorie van 45 centimeter hoog.

Zo meet je de nismaten op

De hoogte van de nis meet je van de bovenkant tot de onderkant van de uitsparing. Gebruik een rolmaat en trek die strak – zo krijg je een nauwkeurige meting. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen tussen een compacte oven of een standaardmodel.

De breedte van de nis meet je van de linker- naar de rechterkant. Ook hierbij geldt: strak meten voor een betrouwbaar resultaat. De meeste apparaten hebben een standaardbreedte van 60 centimeter, maar het is altijd slim om te controleren wat jouw keuken precies toelaat.

De diepte van de nis is de afstand van de voorkant van de kast tot de achterwand. Zet je rolmaat dus helemaal achterin de nis en trek hem naar voren toe. De meeste ovens en magnetrons passen met een diepte van zo’n 55 tot 60 centimeter, maar ook hier geldt: meten is weten.

Het opmeten gaat het makkelijkst als de nis leeg is – dus als er geen apparaat meer in zit. Zo weet je zeker dat je met de juiste afmetingen werkt.

©Surachetsh

Wat past het beste bij jou?

Heb je je nismaten eenmaal duidelijk in beeld, dan kun je gericht gaan zoeken. Kook en bak je graag en wil je graag taarten, ovenschotels of braadstukken maken? Dan is een volwaardige inbouwoven precies wat je nodig hebt. Gebruik je de oven vooral voor opwarmen, ontdooien of simpele gerechten, dan is een magnetron waarschijnlijk voldoende.

Wil je het beste van beide werelden in één apparaat? Dan is een combimagnetron een slimme keuze. Die heeft de functies van zowel een oven als een magnetron en bespaart je daarmee ruimte – handig, zeker in kleinere keukens.

Klaar om te kiezen?

Als je de afmetingen van je nis goed hebt gemeten én weet welk type apparaat het best bij jouw kookstijl past, kan het eigenlijk niet meer misgaan. Je bent klaar om een oven of magnetron uit te zoeken die niet alleen perfect in je keuken past, maar ook perfect bij jou.