ID.nl logo
10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk
© Reshift Digital
Huis

10 tips voor een sneller en beter wifi-netwerk

Iedereen heeft wel eens last van traag of haperend wifi. Zeker wanneer je thuis bent, is dat erg vervelend. Iedereen wil namelijk altijd en met elk apparaat kunnen genieten van streaming-diensten zoals YouTube, Netflix, Spotify en SoundCloud. Goed wifi is dan echt een vereiste. En zo krijg je het.

Tip 01: Wifi-techniek

Een van de beste dingen die je kunt doen om de wifi-prestaties te verbeteren is overstappen op de laatste wifi-standaard. Er zijn namelijk verschillende standaarden voor wifi en alleen de laatste is de snelste en heeft het beste bereik. De belangrijkste standaarden op dit moment zijn 802.11n en zijn opvolger 802.11ac. Ondersteunt jouw router geen 802.11ac of 802.11n, koop dan een nieuwe. Kies dan voor een 802.11ac-router met drie of liever nog vier datastromen. Hoe meer datastromen, hoe sneller het wifi.

Elke datastroom op een 802.11ac-router is op 5 GHz goed voor 433 MBps, wat een totale bandbreedte van 1750 Mbps oplevert bij vier datastromen. Controleer ook of de router Multi-user MIMO ondersteunt, een nieuwe techniek om diverse apparaten tegelijk te laten zenden en ontvangen op het wifi. Update ook de apparaten op het wifi. Hoe meer er 802.11ac ondersteunen, hoe sneller het wifi zal zijn.

©PXimport

Tip 01 Ondersteunt een router geen 802.11n of 802.11ac, koop dan een nieuwe.

Externe antennes

Het is niet eenvoudig de juiste router te kiezen. In veel winkels is het personeel maar matig geïnformeerd of verkopen ze vooral graag wat op voorraad is. Ga dus goed voorbereid op stap: lees voordat je gaat shoppen de laatste tests en noteer merk en model van de winnaars even op een papiertje of in de smartphone. Op de site van onze collega's www.computertotaal.nl staan veel tests van losse routers, maar ook vergelijkende tests. Goede en slechte routers zijn daar al voor je uitgezocht. En wat dan opvalt? Dat de winnaars toch vaak echte antennes hebben. De snelste draadloze routers zijn op dit moment de 802.11ac-routers met een maximale theoretische snelheid van 867 tot 1300 Mbit/s, en de modellen met externe antennes weten deze waarden het dichtst te benaderen.

Tip 02: Verplaats router

Veel routers staan dicht bij het punt waar de internetaansluiting is. Dat lijkt logisch, maar vaak gaat het helemaal niet om een goede plek. Veel routers staan bijvoorbeeld in de meterkast, waar het wemelt van buizen, elektrische leidingen en televisiekabels. Ook de dikke muren verstoren hier de kwaliteit en reikwijdte van het wifi-signaal. Veel winst is dan al te behalen door de router te verplaatsen naar een plek zonder leidingen en buizen en met meer vrije ruimte rondom. Ook hoger plaatsen is beter dan op de vloer. Door de router met een langere kabel met de modem te verbinden en wat rond te lopen kun je vaak al bepalen wat een goede plek is. En zijn router en modem geïntegreerd in één apparaat, overweeg dan het accesspoint in de router uit te schakelen en een apart accesspoint op een betere plek neer te zetten.

©PXimport

Tip 02 Door de vele ijzeren buizen, kabels en dikke muren is de meterkast meestal geen goede plek voor een accesspoint.

©PXimport

Tip 03 Kun je het accesspoint niet verplaatsen, kies dan voor een tweede router of een apart los accesspoint.

Tip 03: Accesspoint

Heb je nog een oude router staan, dan kun je er ook voor kiezen die in de meterkast te zetten, daarvan het accesspoint uit te schakelen en de nieuwe router als accesspoint op een betere plaats te zetten. Het verschil in snelheid voor het bekabelde netwerk in vergelijking met het draadloze netwerk tussen een oude en nieuwe router is vooral bij draadloos groot, bij bedraad veel minder. Tenminste zolang beide routers maar gigabit ondersteunen. Plaats je twee routers achter elkaar, dan kun je ofwel de tweede router in bridge-modus zetten of je moet achter die router en voor het wifi een tweede netwerk configureren met een eigen IP-adressering. Vergeet ook de beveiliging van het wifi niet. Heb je geen router, koop dan een los accesspoint. Die zijn gemakkelijker in het gebruik, doordat deze gewoon onderdeel wordt van het thuisnetwerk en er geen apart tweede IP-netwerk hoeft te worden geconfigureerd.

©PXimport

Tip 04 Bekijk de verdeling van de wifi-netwerken over de kanalen met een app op de smartphone.

Tip 04: Kanaal kiezen

Moderne routers ondersteunen twee wifi-netwerken, een in de 2,4GHz-band en een in de 5Ghz-band. Elke band is daarbij nog weer opgedeeld in een aantal kanalen. De 2,4GHz-band is onderverdeeld in de kanalen 1 tot en met 13, de 5,0GHz-band de kanalen 36, 40, 44 en 48. Elk wifi-netwerk gebruikt één zo'n kanaal. Wil je bereik en snelheid van het wifi verbeteren, kies dan een band die door zo min mogelijk andere netwerken in de buurt wordt gebruikt. Om het kanaalgebruik van de verschillende netwerken zichtbaar te maken, kun je het programma InSSIDer gebruiken. Dit was een gratis programma, maar is het helaas niet meer. Je kunt een licentie kopen via www.inssider.com, maar elders online zijn oude versies te vinden die nog wel gratis zijn.

Zoek bijvoorbeeld op InSSIDer Home 3.1.2.1. Start InSSIDer, kies de 2,4GHz- of 5GHz-band en bekijk dan welk kanaal de meeste vrije ruimte heeft. Geen pc, gebruik dan een app als Meraki Wifi Stumbler of WiEye Wifi scanner (beide alleen voor Android). Log dan in op de router en kies bij elk wifi-netwerk in plaats van Auto het juiste kanaal.

©PXimport

Tip 04 Gebruik het kanaal waar de minste andere netwerken actief zijn.

Nieuwe firmware

Voor de meeste routers brengen de fabrikanten nog nieuwe firmwares uit. De nieuwe software kan weliswaar de hardware niet aanpassen; hij kan er wel voor zorgen dat die beter wordt gebruikt en dus voor betere prestaties zorgen. Log in op de router en kijk bij Administration of Beheer welke firmwareversie op de router is geïnstalleerd. Kijk dan op de website van de routerfabrikant of er voor dat merk en model een nieuwere firmware is of laat de router zelf zoeken naar een nieuwere firmware. Veel routers kunnen dat, bijvoorbeeld via Advanced settings / Administration / Firmware upgrade, of laten al bij het inloggen zien dat er een nieuwere firmware is.

©PXimport

Er is nieuwe firmware gesignaleerd

Tip 05: Activeer QoS

Quality of Service (QoS) is een techniek om belangrijke programma's meer bandbreedte te geven op het netwerk dan minder belangrijke. Zo kun je met QoS voorrang geven aan het streamen van een film boven het downloaden van updates. De echte snelheid van een netwerk verandert er niet door, maar wel de manier waarop gebruikers het ervaren. Log in op de router. Kijk in de webinterface voor de optie OoS of Adaptive QoS. De laatste is de slimmere versie, waarbij de router dezelfde soort programma's in een groep plaatst. Bij traditionele QoS moet je voor elk programma zelf aangeven welke prioriteit het heeft. Soms wil de router nog weten wat de maximale upload- en downloadsnelheden zijn; bepaal die via www.speedtest.net. Schakel daarna QoS in en selecteer de voor jou belangrijke toepassingen. Geef de belangrijkste de hoogste prioriteit op het netwerk.

©PXimport

Tip 05 QoS vergroot niet de echte snelheid van het wifi, maar geeft belangrijke programma's voorrang op de minder belangrijke.

Tip 06: Minder gebruikers

Wifi is erg gemakkelijk in het gebruik, maar er zitten ook nadelen aan. Zo is een draadloos netwerk een gedeeld netwerk, wat betekent dat alle apparaten samen de bandbreedte delen. Minder apparaten betekent dus dat de overgebleven apparaten sneller zullen zijn. Je kunt het draadloos netwerk sneller maken door de apparaten die een echte LAN-poort hebben, door middel van een netwerkkabel met het netwerk te verbinden. Nadat je deze apparaten met een kabel hebt verbonden, moet je niet vergeten op elk apparaat het wifi uit te schakelen. Sommige apparaten blijven namelijk toch het draadloos gebruiken ook als ze een andere mogelijkheid tot netwerkverbinding hebben. Is er geen mogelijkheid het wifi uit te schakelen, log dan in op de router. Ga naar MAC Filtering of Beveiliging / Toegangscontrole.

Schakel de Toegangscontrole of MACFiltering in en voeg het MAC-adres toe van het apparaat dat nu via de netwerkkabel is verbonden. Kies er dan voor de apparaten op de lijst uit te sluiten van het wifi. Gebruik je de toegangscontrole al om alleen de bekende apparaten tot het wifi-netwerk toe te laten, verwijder dan juist het MAC-adres van het apparaat uit de lijst.

©PXimport

Tip 06 Zet apparaten die met een netwerkkabel zijn aangesloten, in het MAC-filter van het wifi-netwerk.

Tip 07: Check het bereik

Heb je alle voorgaande tips opgevolgd, dan zou de wifi-ontvangst beter moeten zijn. Is dat echter niet het geval, dan kun je een paar dingen proberen. Heeft de router externe antennes, draai die dan eens. Zet ze verticaler of juist vlakker, meer of minder naar buiten. Elke wijziging van de antennes zorgt voor een andere spreiding van het signaal. Helpt ook dat niet, draai dan de ontvanger. Is dat een pc of notebook, kijk dan eens of de ontvangst aan de andere kant van het bureau of de keukentafel wel goed is. Je kunt ook een echte sitesurvey doen door gewoon met je smartphone of notebook rond te lopen en te kijken of de signaalsterkte verandert. Een handige app hiervoor is Cloudcheck. Installeer deze uit iTunes of Google Play en start de controle. Open het menu en kies Wi-Fi Sweetspots. Loop nu rond en zie hoe de sterkte van het signaal varieert. Gebruik dit om goede en slechte plekken te ontdekken en pas opnieuw eventueel de positionering van de antennes aan.

Wel of geen repeater?

Behalve wifi-accesspoints zijn er ook wifi-repeaters en range-extenders. Deze worden aangeprezen als de oplossing voor plekken met een zwak signaal of om het signaal verder te brengen. Beide beweringen kloppen, maar verwacht geen wonderen. De bandbreedte wordt door gebruik van een repeater namelijk kleiner! De repeater herhaalt alles wat wordt verzonden en ontvangen en verbruikt zo veel bandbreedte. Bovendien is het op bijna elk wifi-netwerk zo dat er maar één apparaat kan zenden; de andere moeten dan wachten. De uitzondering hierop is Multi-user MIMO, maar die techniek is heel nieuw en wordt door de meeste accesspoints en repeaters in elk geval nog niet ondersteund. Gebruik daarom alleen een repeater als het niet anders kan of wanneer het resultaat goed genoeg is.

Een tweede accesspoint met een apart wifi-netwerk op een ander kanaal dan het eerste wifi is een betere oplossing. Heb je een repeater, maar ben je niet tevreden met het resultaat, kijk dan of de repeater ook als accesspoint kan worden gebruikt. Die mogelijkheid wordt bijvoorbeeld geboden door moderne repeaters zoals de Netgear AC750. Kabel erin, aansluiten op de router en zenden maar!

©PXimport

Het resultaat van een wifi-repeater zal nooit zo goed zijn als dat van een apart accesspoint.

Tip 08: Betere antenne

Ieder apparaat in het wifi-netwerk zendt en ontvangt. De antenne is daarbij zeer belangrijk. De kwaliteit van een antenne wordt uitgedrukt in het aantal dBi. Deze waarde geeft aan hoe efficiënt de antenne bij het zenden elektriciteit omzet in radiogolven, en bij het ontvangen precies omgekeerd. Hoe hoger de dBi, hoe beter een antenne dit doet en hoe minder verlies aan kwaliteit. Meer dBi betekent dus dat een antenne verder zendt en ook van een verder afgelegen antenne nog een signaal ontvangt. De antennes in een standaard router zijn maximaal 5 dBi, vaak minder, terwijl er ook antennes zijn van 8dBi of 10 dBi en dat op een logaritmische schaal! Wil je dus beter zenden of ontvangen, dan is een andere antenne een goede optie om eens te verkennen. Belangrijk is wel dat de router de antenne ondersteunt; je kunt niet zomaar alles aan elkaar knopen of schroeven. Goed aankoopadvies is noodzakelijk.

Wat mag er wel en niet?

Of het wel of niet is toegestaan extra krachtige routers en antennes te gebruiken, is omgeven met veel ruis. Wij belden het Agentschap Telecom, dat hierover gaat, en kregen te horen dat de wetten zich vooral richten op het zendvermogen. Er geldt een strikt maximaal vermogen van 100 mWa op de 2,4GHz-band en 200 mWa op de 5GHz-band. Ga je dit te boven, dan ben je strafbaar.

Koop je een nieuw apparaat, let dan op de CE-markering. Deze moet zowel op de verpakking als het apparaat staan en geldt als bewijs dat het apparaat voldoet aan de eisen. Ga je verschillende onderdelen combineren, bijvoorbeeld een router en een antenne, dan moet je het uitgangsvermogen van de router optellen bij de dBi van de antenne. Samen mag het dan nog steeds niet boven het maximale vermogen uitkomen. Meer informatie vind je op www.agentschaptelecom.nl.

Tip 09: Betere ontvangst

De installatie van een externe antenne begint met het installeren van een driver. Plaats de meegeleverde cd of dvd in de pc en doorloop de installatiesoftware. Windows controleert tegenwoordig de herkomst van drivers en geeft bij minder bekende software dan een waarschuwing af. Als je zeker weet dat het om de driver voor de externe antenne gaat, klik dan op Dit stuurprogramma toch installeren. Zodra de driverinstallatie klaar is, herstart je de computer. Daarna schroef je de antenne op de behuizing en sluit je hem met een usb-kabel op de pc aan.

Even later zal Windows de eerder geïnstalleerde driver ook echt in gebruik nemen en daarmee is de installatie klaar. Met InSSIDer of een meegeleverde utility van de antennefabrikant kun je de lucht weer afzoeken naar de beschikbare netwerken. Dat zullen er heel veel meer zijn dan eerst. Het maken van een verbinding met het netwerk gaat nog net als anders; wel heeft de notebook nu een ander MAC-adres. Via Start / Uitvoeren / CMD en dan het commando ipconfig /all kun je het Fysieke adres uitlezen. Voeg dit eventueel toe aan het MAC-filter op de router.

©PXimport

Tip 09 In één keer van 11 (links) naar 36 (rechts) wifi-netwerken na de omschakeling van een standaard Intel naar de externe Alfa Networks AWUS036NHV-antenne.

Tip 10: Andere repeater

De R36-router van Alfa Network is vooral bij caravan- en camperliefhebbers populair vanwege het grote bereik en omdat deze kleine router, die helaas wel alleen de 2,4GHz-band ondersteunt, op veel verschillende manieren kan worden ingezet. Je kunt er bijvoorbeeld een 3G- of 4G-dongel op aansluiten en je mobiele internet delen. Of je kunt er via usb een externe antenne op aansluiten, die zelfs een zwak signaal aan de andere kant van de camping oppakt en gebruikt als upload voor je eigen wireless netwerk aan de binnenkant. Erg handig is dat de hele configuratie en beveiliging van je thuisnetwerk inclusief versleuteling en MAC-filtering met de router meeverhuizen.

Een beschikbaar netwerk vinden, inhaken en je bent weer online met al je apparaten. Je hoeft dus niet telkens al je apparaten aan te melden op het onbekende netwerk, alleen de router die ze meteen beschermt. Wel moet je iets meer tijd investeren in het leren gebruiken van deze router. De gebruiksvriendelijkheid van de firmware en de handleiding hebben absoluut niet de kwaliteit van de bekende merken. Opnieuw daarom het advies dit alleen bij de erkende handelaar te kopen en je goed te laten voorlichten, om een miskoop te voorkomen.

©PXimport

Tip 10 Selecteer een van de beschikbare wifi-netwerken om mee te verbinden.

▼ Volgende artikel
Een echte herfstklus: zo maak je je dakgoot schoon
© © 2019, JJ Gouin All Rights Reserved
Huis

Een echte herfstklus: zo maak je je dakgoot schoon

Met de herfst in aantocht dwarrelen de bladeren weer massaal naar beneden – en niet zelden belanden ze in je dakgoot. Samen met ander vuil kan dat de afvoer verstoppen, vooral bij nat weer. Om lekkages en andere problemen te voorkomen, is het verstandig je dakgoot regelmatig schoon te maken. Maar hoe pak je dat aan?

⏱️ Dit artikel in het kort:
  • Gereedschap: dit heb je nodig

  • De dakgoot schoonmaken: hoe vaak en wanneer?

  • Stappenplan dakgoot schoonmaken

  • Dakgoot schoonmaken? Zo doe je het veilig

  • Slimme tips voor een schone dakgoot

Lees ook: 🍂 Herfstklus: zo maak je je tuinmeubilair winterklaar

Gereedschap: wat heb je nodig?

Voor het doorspoelen van je dakgoten is een tuinslang onmisbaar. Monteer hier een dakgootreiniger op: een opzetstuk met borstel en harkje waarmee je vuil verwijdert en de goot grondig schoonmaakt. Met een telescoopsteel kun je zelfs vanaf de grond werken – handig en veilig. Toch is het slim om af en toe de ladder te nemen, zodat je goed kunt zien wat je doet en geen hoeken overslaat.

Lees ook: Zo werk je veilig in de hoogte met een ladder

Handschoenen zijn een must, of het nu tuinhandschoenen of huishoudhandschoenen zijn. Draag daarnaast oude kleding met lange mouwen, want het water dat uit de goot spat is meestal niet schoon.

Zink of kunststof

Dakgoten zijn meestal van zink of kunststof. Bij zinken dakgoten is het extra belangrijk om ze goed schoon te houden, omdat rottende bladeren de beschermende oxidelaag kunnen aantasten.

Een dakgoot heeft altijd een lichte helling, zodat het water naar de regenpijp kan stromen. Met een tuinslang kun je controleren of dit goed werkt. Blijft het water staan, dan moet je de dakgoot repareren. Dit is vooral van belang bij zinken dakgoten vanwege het risico op aantasting van de oxidelaag. Het repareren van een zinken dakgoot is relatief eenvoudig, bijvoorbeeld met rubber seal, reparatietape of vloeibare zink.

Hoe vaak en wanneer schoonmaken?

Eén keer per jaar je dakgoot reinigen is meestal genoeg. Woon je echter tussen veel bomen, dan kun je beter wat vaker aan de slag. Meer blad betekent immers meer kans op verstopping. De beste periode voor de grote schoonmaak is het late najaar: als het niet meer vriest en de meeste bladeren gevallen zijn. Net na een regenbui werkt het schoonmaken makkelijker, omdat het vuil dan losser ligt. Je kunt de goot ook zelf natmaken met de tuinslang.

©bildlove

Stappenplan voor een schone dakgoot

Voordat je begint: veiligheid eerst! Gebruik een stevige ladder die stabiel op een vlakke ondergrond staat. Draag kleding die vies mag worden (bijvoorbeeld een oud shirt met lange mouwen, een stevige broek en rubberen handschoenen) zodat je beschermd bent tegen vuil en scherpe randen.

1 - Verwijder grof vuil

Gebruik een plastic schep, gootschep of oude spatel om bladeren, takjes en ander afval uit de goot te halen. Leg een zeil op de grond of gebruik een emmer of vuilniszak om het netjes te houden. Heb je vooral droog blad in de goot liggen, dan kan een bladblazer met speciaal opzetstuk ook uitkomst bieden.

2 - Spoel alles goed door

Spoel de goot en regenpijp door met een tuinslang, van het ene uiteinde naar het andere. Zo controleer je meteen of het water goed doorstroomt. Blijft er vuil achter, gebruik dan een schuurspons of staalborstel om het te verwijderen.

3 - Controleer op verstoppingen en schade

Kijk tijdens het schoonmaken of er geen blokkades in de afvoerpijp zitten. Gebruik eventueel een ontstoppingsveer. Controleer ook de staat van de goot zelf: scheuren, losse verbindingen of roestige beugels kun je beter direct repareren of vervangen.

4 - Onderhoud op de lange termijn

Een jaarlijkse schoonmaakbeurt houdt je dakgoot in goede conditie. Zo voorkom je dat water blijft staan of in huis doordringt, wat schimmel of vochtproblemen kan veroorzaken.

5 - Maak je dakgoot winterklaar

Voordat de vorst invalt, is een extra controle aan te raden. Blokkades kunnen in de winter leiden tot ijsvorming en schade aan de goot.

❄️ IJsdammen

Een ijsdam ontstaat wanneer smeltwater van sneeuw of ijs op het dak niet goed kan wegstromen door een verstopte dakgoot. Het water bevriest vervolgens aan de randen van het dak, waardoor er een opeenhoping van ijs ontstaat. Dit kan leiden tot ernstige problemen, zoals lekkages, omdat het smeltwater zich onder de dakbedekking kan ophopen en in je huis kan sijpelen. IJsdammen kunnen ook extra gewicht op de dakgoten en het dak veroorzaken, wat schade kan aanrichten.

©Tomasz Zajda


Veilig werken op hoogte

Zorg altijd voor een stevige, stabiele ladder op een vlakke ondergrond. Draag schoenen met grip en overweeg een veiligheidsharnas bij hogere daken. Is de ladder nat, wacht dan tot deze droog is. Laat bij voorkeur iemand in de buurt blijven terwijl je werkt.


Slimme tips voor een blijvend schone goot

Bladvangers helpen, maar houden niet alles tegen. Klein vuil kan alsnog ophopen en zelfs mosgroei veroorzaken. Bevestig tijdens het schoonmaken je emmer of vuilniszak aan de ladder, zodat je beide handen vrij hebt. Laat je het vuil liever op de grond vallen, dan moet je later nog opruimen – extra werk dus.

Een hogedrukreiniger kan handig zijn, maar gebruik een lage stand om schade te voorkomen. Een gewone tuinslang met een goede sproeikop werkt vaak net zo goed.


▼ Volgende artikel
Bouw je eigen dashboard met Homepage: al je webapplicaties overzichtelijk op één plek
Huis

Bouw je eigen dashboard met Homepage: al je webapplicaties overzichtelijk op één plek

Heb je meer dan een handvol webapplicaties op een Linux-server draaien? Dan is een dashboard met links naar deze applicaties een uitkomst. Het project Homepage biedt precies dat, inclusief widgets die allerlei statistieken van je services weergeven. In dit artikel installeren we Homepage en laten we je zien hoe je het integreert met je bestaande services.

Dit gaan we doen

In deze masterclass richten we een persoonlijk dashboard in met Homepage. Je leert hoe je de tool installeert in Docker, services groepeert en uitbreidt met widgets voor statistieken zoals cpu- en geheugengebruik, uptime of weersinformatie. We laten zien hoe je containers automatisch herkent, monitoring toevoegt en ook bladwijzers of alternatieve dashboards gebruikt. Zo krijg je één centrale plek waar je al je webapplicaties en services snel terugvindt en beheert.

Lees ook: Windows gebruiken naast of binnen Linux? Zo krijg je het soepel aan de praat met Docker


⬇️ Code downloaden

In dit artikel staat voorbeelden met YAML-code. Omdat YAML erg gevoelig is voor foute spaties en inspringingen, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand homecode.txt, beschikbaar via deze link.


Homepage helpt je om diverse webapplicaties in één dashboard te organiseren. Dit is handig als je services in Docker-containers draait of eenvoudig toegang wilt tot de beheerpagina’s van apparaten zoals je modem, router en NAS.

Hoewel dit klinkt als een veredelde bookmark-manager, doet Homepage meer dan alleen links op een pagina verzamelen. Het project ondersteunt widgets voor meer dan honderd services en kan zo bijvoorbeeld het cpu- en geheugenverbruik van je hypervisor of het aantal ongelezen artikels in je RSS-lezer tonen. Je hoeft daardoor vaak zelfs niet op de links te klikken om even snel de status van je services te bekijken.

Docker Compose

We gaan ervan uit dat je een Linux-server hebt waarop je services met behulp van Docker Compose in Docker-containers draait. Homepage draai je dan gewoon in een Docker-container naast je bestaande services, al zijn er ook andere installatie-opties. In ons voorbeeld draaien we Docker op Debian 12. Maak om te beginnen een map waarin de container van Homepage zijn data en configuratie kan opslaan, met deze opdracht:

$ mkdir -p containers/homepage

Zet vervolgens in je bestand docker-compose.yml (het bestand waarin je al je containers definieert) een service voor Homepage:

services:

  homepage:

    image: ghcr.io/gethomepage/homepage:latest

    container_name: homepage

    ports:

      - 3000:3000

    volumes:

      - /home/koan/containers/homepage:/app/config

    environment:

      HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS: debian.home:3000

    restart: unless-stopped

Homepage kun je op diverse manieren installeren.

Homepage opstarten

Wijzig in het gedefinieerde volume de directory vóór de dubbele punt naar het volledige pad van de directory die je voor de container hebt aangemaakt. Stel de waarde van de omgevingsvariabele HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS gelijk aan het domein of het ip-adres van de host, gescheiden door een dubbele punt van het poortnummer. Als je met een reverse proxy werkt, zet je hier het domein waarop de applicatie via die proxy bereikbaar is.

Start de container met:

$ docker-compose up -d

Zodra het image gedownload is en de container draait, open je Homepage in je browser op de url die je in HOMEPAGE_ALLOWED_HOSTS hebt gedefinieerd. Je ziet dan een voorbeeldpagina met van boven naar onder een header, groepen met services en groepen met bladwijzers.

Het standaarddashboard van Homepage vlak na de installatie.

Informatiewidgets

In de header vind je enkele informatiewidgets. Hoewel deze niet de kern van de functionaliteit van Homepage uitmaken, bieden ze nuttige aanvullende informatie. Standaard zie je het cpu-verbruik, het beschikbare geheugen en de vrije schijfruimte van de host. Er is ook een tekstveld om te zoeken via DuckDuckGo. De definitie van deze twee widgets vind je in het bestand widgets.yaml in de directory van de Homepage-container.

In de online documentatie van de informatiewidgets lees je hoe je hun gedrag aanpast. Zo kunnen we de widget Resources ook de uptime van het systeem laten tonen (uptime: true) en met de optie expanded: true meer informatie over de cpu, het geheugen en de schijfruimte laten weergeven. De widget ziet er dan als volgt uit in widgets.yaml:

- resources:

    label: System

    expanded: true

    cpu: true

    memory: true

    uptime: true

    disk: /

Weersomstandigheden

Homepage biedt twee widgets om het weer in de header te tonen: één via Open-Meteo en één via OpenWeatherMap. De eerste vereist geen registratie, dus daarvoor hoef je alleen maar de gps-coördinaten van je locatie in te voeren. In widgets.yaml ziet dat er als volgt uit:

- openmeteo:

    label: Attenrode

    latitude: 50.8773405

    longitude: 4.9213237

    timezone: Europe/Brussels

    units: metric

    cache: 5

    format:

      maximumFractionDigits: 1

Met cache: 5 laten we de widget de weergegevens vijf minuten lang cachen om de servers van Open-Meteo te ontlasten. Verder biedt Homepage nog andere informatiewidgets aan, bijvoorbeeld voor beurskoersen of de datum en tijd.

In de header van Homepage plaats je allerlei informatiewidgets.

Services toevoegen

De kernfunctionaliteit van Homepage ligt uiteraard in het groeperen van services in één dashboard. De standaardconfiguratie voegt drie groepen toe met elk één service. De YAML-code hiervoor vind je in het bestand services.yaml. Vervang die door je eigen groepen. Je kunt bijvoorbeeld een groep Network aanmaken met links naar de beheerinterfaces van je modem/router en accesspoints:

- Network:

  - Proximus:

      href: http://192.168.1.1

      description: Modem

      icon: mdi-web

  - OpenWrt:

      href: http://gl-mt3000.home

      description: Accesspoint

      icon: openwrt

De eigenschap icon kan een absolute url zijn of een naam uit de lijst op de website Dashboard Icons. Begin de naam van een pictogram met mdi- voor een keuze uit Material Design Icons , met si- voor een keuze uit Simple, of met sh- voor een keuze uit Self-Hosted Dashboard Icons.

Ook groepen kunnen een pictogram krijgen. Dat definieer je dan in het bestand settings.yaml:

layout:

  Network:

    icon: mdi-lan-connect

  Infrastructure:

    icon: mdi-server-network

  Services:

    icon: mdi-apps

Services en groepen kun je pictogrammen geven, bijvoorbeeld van de website Self-Hosted Dashboard Icons.

Servicewidgets

Tot nu toe lijkt ons dashboard wat op een veredeld lijstje met bladwijzers. Maar Homepage ondersteunt ook servicewidgets voor meer dan honderd services. Controleer in de lijst of je services ondersteund zijn. Draai je bijvoorbeeld OPNsense op je router, dan krijg je met de volgende widget de processorbelasting, het gebruikte geheugen, en de upload- en downloadhoeveelheden van je WAN-interface te zien:

- OPNsense:

      href: https://opnsense.home

      description: Router

      icon: opnsense

      widget:

        type: opnsense

        url: https://opnsense.home

        username: KEY

        password: SECRET

Voor username en password vul je de API-sleutel en het ‘secret’ in die je in de webinterface van OPNsense aanmaakt via System / Access / Users. De documentatie van Homepage voor de OPNsense-widget legt dit gedetailleerd uit. Wil je slechts een deel van de statistieken zien, dan kan dat door de widget uit te breiden met een regel als:

fields: ["wanDownload", "wanUpload"]

Homepage ondersteunt widgets voor meer dan honderd services.

Meerdere widgets

Je kunt een service ook van meerdere widgets voorzien. Dat is bijvoorbeeld handig bij monitoringtools zoals Uptime Kuma. Voeg aan de OPNsense-service dan de OPNsense-widget toe voor servicespecifieke statistieken en de widget van Uptime Kuma voor beschikbaarheidsstatistieken. In plaats van één object widget bevat de service dan een object widgets met een lijst die beide widgets bevat:

  - OPNsense:

      href: https://opnsense.home

      description: Router

      icon: opnsense

      widgets:

        - type: opnsense

          url: https://opnsense.home

          username: KEY

          password: SECRET

        - type: uptimekuma

          url: https://uptime-kuma.rubus.home

          slug: router

          fields: ["uptime", "incident"]

De widget van Uptime Kuma gebruikt data van een statuspagina. Die moet je dus eerst in Uptime Kuma aanmaken, en de naam van de statuspagina vul je bij slug in de widget in. Als de statuspagina bijvoorbeeld toegankelijk is via https://uptime-kuma.rubus.home/status/router, dan is de slug router.

Homepage kan een statuspagina van Uptime Kuma in een service integreren.

Beschikbaarheid monitoren

Ook zonder speciale monitoringtools kun je met Homepage eenvoudig te zien krijgen of al je services momenteel online zijn. Dat kan met de eigenschap ping of siteMonitor in de service. Voeg bijvoorbeeld aan de service voor OPNsense ping: opnsense.home toe. Homepage stuurt dan regelmatig een ICMP-echopakket (ping) naar de host en toont de beschikbaarheid in de rechterbovenhoek van het kader van de service.

Met siteMonitor: https://opnsense.home daarentegen voert Homepage een HTTP HEAD-verzoek uit naar de url om te controleren of de webpagina beschikbaar is. Zo weet je niet alleen dat de host online is, maar ook dat de webserver tenminste draait en de pagina aanbiedt. Let op dat je hier de volledige url met https:// of http:// dient te gebruiken. De stijl van de getoonde status kun je overigens in settings.yaml aanpassen met bijvoorbeeld statusStyle: dot of statusStyle: basic.

Enkele services met pictogrammen, widgets en statusinformatie.

Docker-containers integreren

Als je services in Docker-containers draait, kan Homepage via de API van de Docker-engine statistieken over die containers opvragen en zelfs automatisch services herkennen. Configureer hiervoor een Docker-instance voor Homepage in docker.yaml. Als je Homepage met de Docker-socket laat verbinden, kan dat met de volgende configuratie:

local-docker:

  socket: /var/run/docker.sock

In je Docker Compose-bestand moet je deze socket als volume in de Homepage-container aankoppelen:

    volumes:

      - /home/koan/containers/homepage:/app/config

      - /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock

Docker Socket Proxy

Een veiliger alternatief om Homepage toegang tot Docker te geven, is via Docker Socket Proxy. Je laat die laatste dan rechtstreeks met de Docker-socket verbinden en de andere containers via een HTTP API beperkte bevoegdheden geven. Voeg daarvoor in je Docker Compose-bestand de volgende service voor Docker Socket Proxy toe:

  docker-socket-proxy:

    image: ghcr.io/tecnativa/docker-socket-proxy:0.3.0

    container_name: docker-socket-proxy

    volumes:

      - /var/run/docker.sock:/var/run/docker.sock:ro

    environment:

      CONTAINERS: 1

    restart: unless-stopped

Standaard geeft Docker Socket Proxy sterk ingeperkte API-toegang tot de Docker-engine, en sowieso alleen-lezen. Met de omgevingsvariabele CONTAINERS: 1 geven we toegang tot informatie over containers, precies wat Homepage nodig heeft.

Wijzig nu in het bestand docker.yaml de definitie van local-docker naar:

local-docker:

  host: docker-socket-proxy

  port: 2375

Omdat de container van Docker Socket Proxy zich in hetzelfde netwerk als Homepage bevindt, is die onder de naam docker-socket-proxy bereikbaar, wat we hier als host invullen.

Maak dan de containers opnieuw aan met de opdrachten:

docker-compose down

docker-compose up -d

Containers monitoren

Containers die in hetzelfde Docker Compose-bestand als Homepage zijn gedefinieerd, kun je nu door die laatste laten monitoren. Je moet dan bij de service in services.yaml de Docker-server en de naam van de container opgeven, bijvoorbeeld:

- Services:

  - FreshRSS:

      href: http://debian.home:8081

      description: Feed aggregator

      icon: freshrss

      server: local-docker

      container: freshrss

De waarde van server is hier de naam van de Docker-instance in docker.yaml, namelijk local-docker. De waarde van container is hier de naam van de container, gedefinieerd in container_name in het Docker Compose-bestand.

Na het herladen van de webpagina van Homepage krijgt de FreshRSS-service de status RUNNING in de rechterbovenhoek of EXITED wanneer de container gestopt is. Klik op de status voor gedetailleerdere statistieken zoals de processorbelasting, het geheugengebruik en netwerkverkeer.

Services automatisch detecteren

Elke keer dat je nu een service toevoegt, moet je de container aan je Docker Compose-bestand toevoegen en een definitie van de service aan het bestand services.yaml van Homepage. Maar Homepage ondersteunt ook het automatisch detecteren van services voor containers met behulp van labels. Met deze aanpak hoef je services.yaml niet meer bij te werken en hoef je slechts één bestand te veranderen. Voor FreshRSS kan dat bijvoorbeeld als volgt:

  freshrss:

    image: docker.io/freshrss/freshrss:1.26.1-alpine

    container_name: freshrss

    ports:

      - 8081:80

    volumes:

      - /home/koan/containers/freshrss/data:/var/www/FreshRSS/data

      - /home/koan/containers/freshrss/extensions:/var/www/FreshRSS/extensions

    environment:

      CRON_MIN: "1,31"

      TZ: Europe/Brussels

    restart: unless-stopped

    labels:

      - homepage.group=Services

      - homepage.name=FreshRSS

      - homepage.href=http://debian.home:8081

      - homepage.description=Feed aggregator

      - homepage.icon=freshrss

In de labels van deze container geef je dus aan dat je in de groep Services een service met de naam FreshRSS toevoegen, met de gegeven link, beschrijving en pictogram. De opties server en container uit de vorige paragraaf zijn met deze aanpak overbodig, omdat Homepage deze automatisch via de API van de geconfigureerde Docker-instance verkrijgt. Na opnieuw het uitvoeren de volgende twee commando’s ontdekt Homepage automatisch de service en voegt deze aan de juiste groep toe:

docker-compose down

docker-compose up -d

Widgets

Op dezelfde manier kun je widgets toevoegen via labels. In het voorbeeld uit de vorige stap voeg je dan de volgende labels toe:

      - homepage.widget.type=freshrss

      - homepage.widget.url=http://freshrss

      - homepage.widget.username=USER

      - homepage.widget.password=PASSWORD

Wil je meerdere widgets aan een container toevoegen, geef dan elk widget een index:

      - homepage.widgets[0].type=freshrss

      - homepage.widgets[0].url=http://freshrss

      - homepage.widgets[0].username=USER

      - homepage.widgets[0].password=PASSWORD

      - homepage.widgets[1].type=uptimekuma

      - homepage.widgets[1].url=https://uptime-kuma.rubus.home

      - homepage.widgets[1].slug=freshrss

Wanneer je nu de container van FreshRSS opnieuw aanmaakt en opstart, detecteert Homepage de widgets en toont ze bij de service.

Alternatieven voor Homepage

Hoewel Homepage een krachtige tool is, zijn er talrijke alternatieven om een dashboard voor al je services te maken, elk met hun eigen benadering. Houd je niet van YAML-configuraties, dan biedt Homarr een gebruiksvriendelijk alternatief om met slepen en neerzetten allerlei services toe te voegen.

Ook populair is Heimdall. Het is minder naar eigen smaak aan te passen dan Homepage of Homarr, maar daardoor eenvoudig om mee aan de slag te gaan.

Bevalt de aanpak met YAML-bestanden je wel, maar ligt Homepage je niet helemaal, kijk dan eens naar Dashy.

Bookmarks

Tot slot kan Homepage ook gewone bladwijzers aan je dashboard toevoegen. Je kunt ze net op dezelfde manier als services groeperen, maar het zijn slechts links zonder extra functionaliteiten zoals widgets en monitoring. Bladwijzers definieer je in het bestand bookmarks.yaml van Homepage, dat er standaard als volgt uitziet:

- Developer:

  - GitHub:

    - abbr: GH

      href: https://github.com

- Social:

  - Reddit:

    - abbr: RE

      href: https://reddit.com

- Entertainment:

  - YouTube:

    - abbr: YT

      href: https://youtube.com

Vervang deze groepen met bladwijzers door jouw eigen keuzes. Dit is bijvoorbeeld handig om alle links naar portaalsites of accounts bij belangrijke diensten op één pagina te verzamelen. Homepage toont dan per groep een lijst met bladwijzers met hun afkorting (de waarde van abbr), naam en het domein van de link.

Wil je in plaats van een afkorting een pictogram bij een bladwijzer tonen, gebruik dan icon in plaats van abbr en geef daar net zoals bij services de naam van een pictogram op. En vul description bij een bladwijzer in om een beschrijving in de plaats van het domein te zien. Ook de groepen van bladwijzers kun je een pictogram geven. Net zoals voor de groepen van services definieer je die pictogrammen in settings.yaml.

Een volledig dashboard van Homepage met header, services en bladwijzers.

En verder

Homepage biedt nog veel meer mogelijkheden dan we hier kunnen behandelen. Vooral in het bestand settings.yaml zijn er nog allerlei aanpassingen mogelijk. Zo kun je een achtergrondafbeelding instellen en daarop allerlei filters toepassen. Ook het thema en het kleurenpalet, die je beide via pictogrammen onderaan de pagina kunt aanpassen, zijn vast in te stellen.

Ook de lay-out van het dashboard is configureerbaar. Zo neemt standaard elke groep een kolom in, waarbij de services onder elkaar komen te staan. Maar met style: row bij een groep laat je de services in die groep naast elkaar in een rij weergeven. Ook het aantal kolommen, de stijl van de header en nog meer zijn in te stellen.

Homepage is tot in de kleinste details aan te passen.

Speciaal voor de jongste Linux-fans

(dit vinden ze zeker leuk!)