ID.nl logo
Site maken zonder html-kennis met RocketCake
© Reshift Digital
Huis

Site maken zonder html-kennis met RocketCake

Site maken zonder html-kennis? Online editors om websites te bouwen winnen terrein, vaak vanwege onder meer de mooie sjablonen. Wil je liever niet beginnen vanaf zo’n kant-en-klaar ontwerp, dat vaak alsnog eindigt in een betaalde optie, dan heb je aan RocketCake een desktop-programma waarmee je van niets een mooie site bouwt.

Het Engelstalige programma bevat slechts vijftien templates (sjablonen) ter inspiratie. Het is het de bedoeling dat je met RocketCake een eigen site creëert die je later makkelijk kunt updaten. RocketCake is een zogeheten WYSIWYG-editor. Je hoeft dus geen html-codes te typen. Je stelt je eigen site samen door elementen op het werkvlak te plaatsen en de zaak daarna te uploaden. Elementen zijn tekstvakken, knoppen, afbeeldingen, menu’s, diashows, filmpjes, audiofragmenten en meer. Wat RocketCake bijzonder maakt, is dat het een editor is om zogeheten responsive websites te bouwen. Zo’n responsive website is mobielvriendelijk, want de opmaak past zich aan het scherm aan van het toestel waarmee iemand de site bezoekt.

Een responsive webpagina blijft er netjes uitzien, of je die op een grote monitor bekijkt of een klein smartphonescherm. Hiervoor zal de website een aantal onderdelen aanpassen, zoals de lettergrootte, de rangschikking van bepaalde elementen en de manier hoe het menu op het scherm staat.

Download RocketCake hier. Er is een versie voor Windows en een voor macOS. In deze workshop gebruiken we de gratis editie. Daarmee maak je makkelijk een vlot werkende responsive website. Er is ook een professionele editie van RocketCake, die 39 euro kost. Met de professionele versie mag je een onbeperkt aantal websites maken. Ook zit er css-ondersteuning bij, waarmee je snel opmaakstijlen aanpast op een hele site. Versie 3.1 van RocketCake werd verbeterd zodat je website beter scoort bij Google en andere zoekmachines. Verder bevat de gratis versie een paar functies die vroeger alleen in de betaalde editie zaten.

Werkomgeving en weergave

Bovenaan in de werkomgeving staat de balk met knoppen om een nieuwe pagina toe te voegen, om een preview te bekijken met Internet Explorer en om de website te publiceren op internet. Rechts vind je de Toolset met alle elementen die je op een webpagina kunt plaatsen. Bovenaan links zie je de structuur van alle pagina’s van je website.

Daaronder staan de Properties. Hier wijzig je de eigenschappen van ieder element dat je selecteert. Stel dat je een afbeelding wilt toevoegen aan een pagina, dan selecteer je in de Properties het afbeeldingsbestand en geef je aan of de afbeelding afgeronde of scherpe hoeken moet hebben enzovoort…

©PXimport

Helemaal onderaan bepaal je de weergavebreedte. Standaard is dat de Desktop-weergave. Via het kleine uitklapmenu linksonder kun je ook werken in de weergave van een aantal populaire mobiele apparaten, zoals de iPhone, iPad, Samsung Galaxy, LG… Vind je in dit menu niet de gewenste breedte, dan kun je ook Custom selecteren en via een schuifje de breedte aangeven die op het scherm moet verschijnen. Die breedte-instelling is belangrijk voor het bepalen van de breekpunten, die we verderop bespreken.

Kleuren en homepage

Laten we beginnen met de homepage. In dit voorbeeld maken we de website van een ambitieuze rockband. In plaats van te beginnen met een sjabloon kies je Empty page. Het gedeelte Properties zal zich aanpassen aan ieder element dat je selecteert. Klik bijvoorbeeld op de achtergrond van de eerste pagina, dan kun je bij BackgroundColor een achtergrondkleur selecteren. Standaard staat daar 000000, de html-code voor wit. Door op het vakje met de drie puntjes te klikken hal je de kleurenkiezer tevoorschijn. In de Properties geef je deze webpagina een titel. Die zal straks bovenaan in het browservenster verschijnen. De naam van de homepage laat je op index.html staan. Een browser zoekt altijd naar de index-pagina om als homepage te tonen.

Eronder bepaal je de kleuren van de vier soorten hyperlinks. LinkColor bepaalt de kleur van de links die nog niet zijn bezocht, LinkColorActive slaat op links die iemand op dit moment bezoekt, LinkColorHover is de kleur van een link waar de muisaanwijzer naar wijst en LinkColorVisited slaat op links die iemand al heeft bezocht.

©PXimport

Navigatiebalk en introbeeld

Om een navigatiebalk te plaatsen selecteer je in de Toolset het item Navigation Menu en klik je daarna op het werkvlak. In deze navigatiebalk typ je de menu-items waarvoor je webpagina’s wilt aanmaken. Houd de namen van die items kort. In ons voorbeeld zijn dat The band, Who, Where, When, Why en Media. Bovenaan staan de knoppen om de tekst van die navigatie-items op te maken. Als je op de navigatiebalk zelf klikt, dan pas je in de Properties de kleur en de vorm aan van de balk. Zo kun je BackGroundMode kiezen voor Color, Image, Gradient en Styled Button. In Gradient bepaal je de kleurtinten van de overgang en in Styled Button krijgt de menubalk een bol uiterlijk.

We willen ook een banner of introbeeld toevoegen. Daarvoor plaats je eerst het item Container. In de Properties bij ImageNameklik je op de drie puntjes om het plaatje dat je vooraf hebt klaargemaakt, te selecteren. Als het te groot is, vraagt RocketCake of het de afbeeldingsgrootte mag aanpassen. Dat mag. De titel ‘Mad Dog’ die je bovenaan dit artikel op de banner ziet, hebben we zelf aan het plaatje toegevoegd met een ander programma. In principe kun je ook tekst met het item Floating Text over een afbeelding plaatsen. Dit geeft helaas een onvoorspelbaar resultaat op mobiele apparaten.

Ben je tevreden, sla dan het werkbestand ergens op de harde schijf op als .rcd-bestand.

Kolommen

Onder de banner wil je de thuispagina van inhoud voorzien in één, twee of drie kolommen. Daarvoor kies je in Toolset het item Container with Columns. RocketCake vraagt hoeveel kolommen je wilt hebben. Ook wil de applicatie weten wat de minimale breedte is van een kolom. Wij kiezen hier voor twee kolommen en de standaardinstelling 150. Dat betekent dat op een breed scherm de kolommen netjes naast elkaar te zien zijn. Als een kolom op een klein scherm kleiner wordt dan 150 pixels dan zal die niet meer naast, maar onder de vorige kolom verschijnen.

In dit voorbeeld stellen we via de Properties de linkerkolom in op MinWidth 500. 500 is het breekpunt voor de linkerkolom. Als de schermbreedte te klein wordt, zal de bezoeker de inhoud van de rechterkolom onder de linkerkolom lezen. Bovendien hebben we de banner ingesteld op MaxWidth 1000.

©PXimport

Om de rechterkolom smaller te maken dan de linker, klik je eerst op de linkerkolom. De Size staat daar standaard op 50%, auto. Wijzig dat bijvoorbeeld in 70%, auto. Hierdoor floept de tweede kolom tijdelijk onder de eerste. Dit los je op als je op de tweede kolom klikt en bij Size 30%, auto invult. Hierdoor krijg je een 70/30-verhouding. Daarna vul je de kolommen met tekst, die je ook vormgeeft zoals met een tekstverwerker. In zo’n kolom kun je vanuit de Toolset ook Headings (kopjes) toevoegen. Dankzij Heading 1, 2, 3 blijven de kopjes goed uitzien.

Om een afbeelding toe te voegen plaats je de cursor in de tekst en klik je in de Toolset op Image. Daarna navigeer je naar de locatie waar de afbeelding wacht. Klik af en toe op de knop Preview om je werk in een browser te bekijken.

Als je op zo’n tekstkolom klikt, zie je in de Properties dat de Padding standaard is ingesteld op 10, 10, 10, 10. De Padding is de afstand van de tekst tot de kolomrand. Het eerste getal slaat op bovenaan, het tweede op onderaan, het derde op rechts en het vierde op links. Als je in een tekstvak wat meer padding aan de rechterkant wilt, moet je de derde waarde instellen op bijvoorbeeld 20.

Padding is dus de afstand aan de binnenkant van een vak, Margin is de afstand aan de buitenzijde. Als je wat meer ruimte wilt tussen de onderkant van de foto en de bovenkant van de tekst die daaronder staat, dan wijzig je de Margin van 0, 0, 0, 0 in bijvoorbeeld 0, 10, 0, 0.

Extra pagina’s

Nu de homepage klaar is, wil je natuurlijk meer pagina’s maken voor je project. Dat gaat met de knop Add Page. Het programma vraagt of je een volledige nieuwe pagina wilt aanmaken of een kopie van een reeds bestaande webpagina. In dit voorbeeld maken we gebruik van de stijl van onze homepage: de zwarte achtergrond, het lettertype, de lettergrootte, de breedte van container… Dus gaan we voor de tweede optie. Daarna halen we de banner weg en wijzigen we de inhoud van de tekstcontainer.

Wil je onderaan iedere pagina een footer, dan voeg je ook daar een Container of Container with Columns toe en typ je bijvoorbeeld de contactinformatie of de copyrightgegevens. Speciale tekens zoals het copyrightsymbool zijn niet direct met het toetsenbord in te voeren. In RocketCake kies je zulke speciale tekens via het menu Insert, Insert Text Symbol.

©PXimport

Koppelingen

Je wilt natuurlijk dat de knoppen in het navigatiemenu verwijzen naar de juiste pagina’s. Hiervoor selecteer je eerst de knop in het navigatiemenu en klik je dan op de knop met het kettinkje. Of je drukt op de rechtermuisknop en kiest Insert hyperlink. Hierdoor opent een keuzevenstertje waar je moet kiezen tussen linken naar een externe webpagina, een e-mailadres, een pagina van dit project of een bepaald bestand. Selecteer de optie Page in the project. Daarna zie je een lijst van aangemaakte webpagina’s waarin je de juiste selecteert.

Bij Target kies je ervoor om de webpagina te openen in een nieuw browservenster of in het geopende browservenster. Deze laatste optie is gangbaar. Als je de linkermuisknop ingedrukt houdt terwijl je een knop van het navigatiemenu aanwijst, voeg je submenu’s toe die je dan op dezelfde manier laat verwijzen naar bestaande webpagina’s.

Masterpages

RocketCake werkt ook met zogeheten masterpages. Als je een website met veel pagina’s maakt, zal deze techniek de opmaak aanzienlijk versnellen. Een masterpage is een opgemaakt model dat als sjabloon fungeert voor andere pagina’s. Zo’n masterpage is dus geen reguliere webpagina. Zo maak je er een: maak een nieuwe webpagina, plaats het keuzemenu, zorgt dat het menu werkt zoals het hoort en maak deze pagina op zonder echte tekstinhoud. Dan voeg je uit de Toolset een Content Placeholder toe. Zonder dit element werkt de masterpage niet. Geef deze speciale pagina een duidelijke naam, bijvoorbeeld masterpage.html. Vervolgens maak je een of enkele webpagina’s die je niet van lay-out voorziet.

©PXimport

Je typt tekst, voegt eventueel een afbeelding toe en slaat deze pagina op. Bij deze pagina’s met inhoud kijk je onderaan bij de Properties in het veld Master Page. Daar activeer je de optie UseMasterPage. Als je het vinkje hebt aangezet, verschijnt een nieuw vakje waarin je de naam van de bedoelde masterpage selecteert. Je kunt meerdere masterpages gebruiken. Op dit moment zie je nog niets, maar als je op de knop Preview klikt, zul je merken dat de inhoud van deze pagina netjes in de Content Placeholder van de geselecteerde masterpage wordt gepubliceerd.

Media invoegen

Met RocketCake voeg je YouTube-filmpjes toe door in de Toolset het item YouTube video te selecteren. Daarna vul je in de Properties het webadres in van het filmpje. Al even makkelijk is het toevoegen van een fotogalerij. Nadat je Image Gallery hebt gekozen uit de Toolset, selecteer je de verschillende foto’s in de vakjes ImageFile1, ImageFile2 enzovoort. Er zijn verschillende manier om de foto’s in de galerij te vergroten. Je kunt ze bijvoorbeeld in een nieuw venster openen, in een pop-upvenstertje, maar het mooiste vinden wij als grote afbeelding op een afzonderlijke laag.

Publiceren

Je bent klaar? Dan kun je de website publiceren op internet of op een lokale schijf. RocketCake is voorzien van een ftp-functie om alles netjes op de server te plaatsen in de map die je provider daarvoor ter beschikking stelt. Vul daarvoor het ftp-adres in, de gebruikersnaam en het wachtwoord. Gebruik eventueel de optie Save Password om het wachtwoord op te slaan. Wanneer je de website publiceert op je harde schijf, kun je de homepage bezoeken door het bestand index.html te openen met je internetprogramma.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek
© LIGHTFIELD STUDIOS - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 in hoogte verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek

Bij ID.nl zijn we gek op producten met een mooie prijs of die iets bijzonders te bieden hebben. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer een bijzondere categorie die nog niet eerder aan bod is geweest: verstelbare bureau's voor een ergonomische werkplek.

Veel mensen die thuiswerken heb niet altijd de mogelijkheid om een apart bureau te gebruiken en ziten bijvoorbeeld vaak aan de eet- of keukentafel. Toch kan het lonen om te investeren in een goed bureau, omdat daarmee - in combinatie met een goede stoel - je werkhouding een stuk beter wordt. Wij bekijken vijf handige bureaus 's die in hoogte verstelbaar zijn.

Casaria 160x75

Het tafelblad van dit bureau uit de Casaria‑lijn is in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm en beweegt met een snelheid van 2,25 cm per seconde. Je bedient de motor via een lcd‑scherm en kan twee voorkeursstanden opslaan, zodat je met één druk op de knop naar je favoriete werkhoogtes gaat. Er zit ook een herinneringsfunctie in die je eraan herinnert om weer te gaan staan of juist te zitten. Met het robuuste stalen frame en een draagvermogen van 80 kg is het bureau geschikt voor zware monitoren. Handige details zijn de kabelgeleider, beker‑ en koptelefoonhouder en in hoogte verstelbare poten. Het blad van 160 × 75 cm bestaat uit twee delen en is afgewerkt met melamine zodat het tegen een stootje kan. Dit bureau komt inclusief montagebenodigdheden en is verkrijgbaar in verschillende kleurvarianten.

Specificaties

Bladformaat: 160x75cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 80kg

Avalo 140x60

Avalo levert dit elektrisch verstelbaar bureau (de P58) met een compact blad van 140 × 60 cm. De hoogte is traploos verstelbaar van 73 tot 117 cm en kun je drie verschillende hoogtestanden opslaan. Dat is handig als je het bureau deelt met collega's of medethuiswerkers, of wanneer je snel wilt wisselen tussen zit‑ en stahouding. De bediening gebeurt via een bedieningspaneeltje aan de voorkant; met één druk op de knop gaat het blad naar de gewenste stand. Het frame is gemaakt van staal, het blad van P2‑melamine en de rand is afgewerkt met hittebestendig ABS. Verder wordt benadrukt dat het bureau plug‑and‑play is: je hoeft alleen de stekker in het stopcontact te steken en kunt meteen aan de slag. Door het smalle ontwerp past het bureau goed in kleinere kamers, maar biedt het toch voldoende ruimte voor een monitor, toetsenbord en documenthouder. Voor wie een elektrische zit‑sta‑oplossing zoekt met geheugenfunctie en solide materialen is dit model een optie.

Specificaties

Bladformaat: 140x60cm
Hoogte:73 t/m 117cm
Belastbaar tot: onbekend

Avalo 120x60

Dit is een kleinere variant van de hierboven besproken Avalo AP58. Dit model heeft een 20 cm minder breed blad, maar uiteraard ook elektrisch verstelbaar. Net als de grotere uitvoering varieert de hoogte van 73 tot 117 cm en kan het bureau drie standen onthouden. Voor het instellen gebruik je een eenvoudige bediening waarbij je een favoriete zit‑ en stahoogte opslaat en later oproept. Het frame bestaat uit staal en het blad uit melamine met een rand van warmtebestendig ABS. D tafel weegt 27 kg en is het daardoor stabiel zonder moeilijk te verplaatsen. Ook deze uitvoering is plug‑and‑play; je hoeft geen ingewikkelde montage uit te voeren. Door de compactere afmetingen is dit model ideaal voor kleinere werkplekken of voor wie extra apparatuur (zoals een printer) op een tweede tafel wil plaatsen. De strakke vormgeving past in verschillende interieurs en de elektrische motor zorgt ervoor dat je eenvoudig van houding wisselt.

Specificaties

Bladformaat: 120x60cm
Hoogte: 73 t/m 110 cm
Belastbaar tot: onbekend

VDD Gaming 118x58cm

Het frame van deze VDD is elektrisch in hoogte verstelbaar van 73 tot 118 cm. Hiermee wissel je gemakkelijk tussen zitten en staan en kun je de juiste houding aannemen voor langdurige sessies. Het witte werkblad van 118 × 58 cm biedt voldoende ruimte voor een monitor en toetsenbord en dankzij de krachtige motor is het maximaal belastbaar tot 60 kg. De tafel wordt geleverd met instructies en alle benodigde onderdelen, waardoor je de montage zelf kunt uitvoeren. Er worden geen extra functies zoals geheugenstanden vermeld, waardoor je elke gewenste hoogte handmatig instelt. Voor wie een elektrisch verstelbaar bureau zoekt dat weinig ruimte inneemt, is dit een praktische optie; vooral gamers zullen baat hebben bij het kunnen aanpassen van de werkhoogte tijdens een sessie.

Specificaties

Formaat: 118x58cm
Hoogte: 73 tot 118cm
Belastbaar tot: 60kg

Schaffenburg Linesto Plus 140x80

Het Schaffenburg Linesto Plus‑bureau is een rechthoekige tafel met een T‑poot. Het frame is zonder gereedschap te monterenen in hoogte verstelbaar met een drukknop tussen 65,5 en 85,5 cm. De maximale belasting bedraagt 70 kg. De hoogtebediening gebeurt via een knop aan het onderstel; er zijn geen geheugenstanden. De tafel is voorzien van een 25mm dik melamine blad, een metalen onderstel en stelvoeten om de tafel waterpas te zetten. Kabelbeheer is mogelijk via accessoires, en er zijn diverse blad‑ en framekleuren beschikbaar. Het Schaffenburg-bureau heeft verder een stalen frame met twee telescoperende buisdelen en een krasvaste coating. Als enige in dit overzicht is deze Linestor geen zit/sta-bureau, maar kan hij in zithoogte tot maximaal 85,5 cm worden gebracht.

Specificaties

Formaat: 140x80cm
Hoogte: 65 tot 85,5 cm
Belastbaar tot: 70kg

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.