ID.nl logo
Huis

Slecht internet op je Mac? Dit moet je doen

Werkt de wifi van je Mac niet? Heb je wifi-problemen in Yosemite? Wil je wifi geen verbinding maken? Hier leggen we uit hoe je al je wifi-problemen kunt oplossen.

De meeste mensen vinden het vanzelfsprekend dat ze een constante draadloze internetverbinding hebben, we zijn er zo aan gewend geraakt dat het er gewoon is wanneer we het nodig hebben. Tenzij je bijzonder veel pech hebt en geplaagd wordt door breedbandproblemen of in een afgelegen gebied woont, is snelle internettoegang zodat je audio en HD-video kunt streamen de norm. Lees ook: 3 grote gevaren van een onbeveiligd wifi-netwerk.

Het gaat zo zelden mis dat we er niet aan gewend zijn om dergelijke problemen op te lossen, en wanneer er iets fout gaat weten we dan ook vaak niet waar we moeten beginnen.

©PXimport

Er zijn gewoonlijk twee mogelijkheden; er is een probleem met je router of het netwerk van je breedbandaanbieder, of er is een probleem met je eigen wifi-netwerk. Je kunt de eerste mogelijkheid testen door het advies van je breedbandaanbieder te volgen. Hier gaan het hebben over het repareren van je lokale wifi-netwerk door middel van een weinig bekende tool die in OS X verstopt zit.

Wireless Diagnostics

Alt-klik op het Wifi-menu in de menubalk van de Finder op je Mac. Je krijgt een lijst met opties te zien. De eerste optie is Open Wireless Diagnostics.

©PXimport

Het eerste wat opvalt is een dialoogvenster waarin wordt uitgelegd dat Wireless Diagnostics naast het opsporen van problemen met je wifi-netwerk ook je netwerk kan controleren op 'periodieke connectiviteitsproblemen'. Je kunt bovendien een rapport op je Desktop plaatsen. Dit rapport wordt ook naar Apple verzonden met een aantal van je persoonlijke gegevens. Als je onderaan het venster op Continue klikt geef je toestemming om dat rapport en je persoonlijke gegevens naar Apple te sturen. Negeer het vooralsnog maar even.

Ga in plaats daarvan, als je Yosemite draait, naar de menubalk, klik op het Window-menu en selecteer Performance. Je kunt ook op Command-5 drukken. In Mavericks en Mountain Lion moet je Utilities in het Window-menu kiezen en het tabblad Performance aanklikken (het kan zijn dat je eerst Monitor Performance in het hoofddialoogvenster moet aanklikken).

De grafieken bijhouden

In het venster dat geopend wordt als je op Performance klikt, zie je één of meer grafieken staan, afhankelijk van welke versie van OS X je draait. In Yosemite zijn er drie: één met de overdrachtssnelheid, één met de signaalkwaliteit en één met de signaal- en ruisniveaus. Laat het venster een paar uur open staan en volg wat er gebeurt.

©PXimport

De bovenste grafiek geeft de overdrachtssnelheid van je wifi-netwerk aan in Mbps. Het niveau van de grafiek zal bepaald worden door je draadloze router en andere apparatuur die je erop hebt aangesloten. Het belangrijkste, als het gaat om het opsporen van problemen, is dat de snelheid redelijk consequent is. De eerste indicatie van een probleem met je netwerk is plotselinge dalingen in de overdrachtssnelheid, of een totale stilstand.

De onderste grafiek, met het label Signal, toont zowel de signaalsterkte als de opgemeten ruis. Beide worden weergegeven als dBM, ofwel decibel-milliwatts, een veelgebruikte eenheid voor de absolute sterkte van radiosignalen. Een betrouwbaar signaal moet een signaalsterkte tussen de -60 en -10dBm hebben en een ruisniveau onder de -75dBm. Hoe dichter de twee lijnen bij elkaar staan in de grafiek, hoe onbetrouwbaarder het signaal waarschijnlijk zal zijn.

De middelste grafiek, met het label Quality, toont de signaal-ruisverhouding op een tijdlijn. Idealiter zou het een redelijk rechte lijn moeten zijn met wat kleine pieken. Als je veel dalingen in de lijn opmerkt is de kans groot dat er iets met je wifi-signaal interfereert.

Oorzaken en oplossingen

Als je plotselinge toenames in ruis opmerkt, moet je eerst proberen te ontdekken wanneer en waarom deze toenames voorkomen. Gebeurt het bijvoorbeeld wanneer er een draadloze handset in gebruik is, of wanneer de magnetron aanstaat?

Als je merkt dat een bepaald apparaat met signalen op je wifi-netwerk interfereert, heb je een aantal opties. De eenvoudigste optie is om de router uit de buurt van het apparaat dat voor problemen zorgt te plaatsen, als dat lukt. Test verschillende locaties, waarbij je zowel de verticale als horizontale positie van de router varieert. Als de router externe antennes heeft, kun je soms de ruis verminderen door alleen de positie van de antennes te veranderen.

2.4 of 5GHz

Als dat niet haalbaar is, of als het niet helpt, en je router en Mac- en iOS-apparaten ondersteunen 5GHz, dan kun je ze forceren om het 5GHz-netwerk te gebruiken. 5GHz heeft een kleiner bereik dan 2.4GHz, maar er is minder sprake van interferentie omdat andere huishoudelijke apparaten geen gebruik maken van die frequentie. Je zult eerst op je router de 2.4GHz- en 5GHz-netwerken van elkaar moeten scheiden (kijk in de handleiding om te zien hoe dat moet). Zorg dat je ze verschillende namen geeft. Als je een AirPort Extreme of Time Capsule hebt, bevindt de optie zich op het tabblad Wireless van AirPort Utility. Klik op de knop Wireless Options onderaan het venster en klik op vakje naast 5GHz network name en geef het netwerk een andere naam.

Als je eenmaal de 2.4GHz- en 5GH- netwerken opgesplitst hebt, moet je je Mac- en iOS-apparaten vertellen dat ze met het 5GHz-netwerk verbinding moeten maken in plaats van het 2.4GHz-netwerk. In OS X ga je naar het Network Preferences-paneel in System Preferences en klik je op Wifi. Klik vervolgens op de knop Advanced en versleep het 5GHz-netwerk helemaal naar boven in de lijst. Op een iOS-apparaat druk je op Settings > Wifi, druk je op de i naast het 2.4GHz-netwerk en schakel je Auto-Join uit.

Je hebt nu je Mac- en iOS-apparaten laten weten dat ze het 5GHz-netwerk moeten gebruiken, waardoor er meer ruimte overblijft op de 2.4GHz-frequentie voor de apparaten die het nodig hebben.

Overweeg, als je je router niet kunt verplaatsen omdat hij vanwege je breedband- of kabelaansluiting een vaste plaats moet hebben, om een apart draadloos access point te kopen (stel het apparaat in op de Bridge modus als het een ingebouwde router heeft). Schakel het draadloze access point uit op je router en gebruik de powerline-adapters om de router en het aparte access point aan te sluiten. Dit zal je meer vrijheid bieden om het draadloze basisstation op een geschikte plek te zetten voor een maximaal bereik en minimale ruis.

©PXimport

Routerkanalen

Tot slot even iets over kanalen. Routers zijn goed in het automatisch selecteren van kanalen op basis van wat er in de buurt actief is. Maar als je de Scan-tool in het Windows-menu in Wireless Diagnostics opent en ziet dat je router op hetzelfde kanaal actief is als een andere router in de buurt, kun je dit handmatig veranderen. Kijk opnieuw in de handleiding van je router om te zien hoe dat moet. Verplaats hem echter niet zomaar naar het eerstvolgende beschikbare kanaal. De frequenties van kanalen overlappen, wat betekent dat narrowband vijf kanalen tegelijk gebruikt en wideband routers zeven. Dus als je handmatig kanalen gaat veranderen, zorg dan dat je minstens vijf of zeven kanalen van het huidige kanaal van je router verwijderd gaat zitten.

Houd terwijl je veranderingen aanbrengt de grafieken in Wireless Diagnostics in de gaten zodat je kunt zien welke aanpassingen de signaalkwaliteit significant doen veranderen.

▼ Volgende artikel
Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris
© BGStock72 - stock.adobe.com
Huis

Weg met die zweetlucht! Zo krijg je je sportkleding écht fris

Na een stevige sportsessie voel je je voldaan. Je bent trots op jezelf dat je het 'weer geflikt' hebt. Maar je sportkleding? Die ruikt allesbehalve fris. Wassen helpt natuurlijk, maar wat doe je als die geur hardnekkig blijft hangen?

De tips in dit artikel in het kort:

  • Was sportkleding het liefst meteen, maar laat het eerst weken in natuurazijn en water
  • Zet de wasmachine op een sportprogramma of op maximaal 30 graden
  • Gebruik vloeibaar wasmiddel (niet te veel)

Lees ook: Schoenen wassen in de wasmachine, zo doe je dat

Sterke zweetlucht? Natuurazijn!

Om ervoor te zorgen dat de sterke zweetlucht niet in de kleding blijft, gooi je de kleding 15 tot 20 minuten voor het wassen in een bak met koud water en een flinke scheut natuurazijn. De azijn haalt de penetrante geur eruit en verwijdert al wat vuil, maar tast het textiel niet aan. Dit helpt ook bij sportkleding met een oude zweetgeur. Daarna was je de kleding met de wasmachine of met de hand.

Heb je een flinke training gehad en echt geen tijd om je sportkleding voor de volgende wedstrijd te wassen? Je frist je sportkleding tijdelijk op door een plantenspuit te vullen met water en azijn, verhouding: 50/50. Spray het mengsel op het kledingstuk en de zweetgeur is weg. Was de kleding na de wedstrijd wel gelijk.

🧊 Extreem sterke geuren krijg je ook uit je sportkleding door de kleding in een plastic zak te stoppen, deze dicht te knopen en de zak in de vriezer te stoppen. De kou doodt de bacteriën die de zweetgeur veroorzaken. Na 24 uur haal je de zak met kleding er weer uit.

Was je sportkleding niet te heet!

Waarschijnlijk denk je: hup, wasmachine aan op 60 graden. Maar doe dit liever niet. Sportkleding is meestal gemaakt van speciaal materiaal dat sneller droogt, een ademende eigenschap heeft en vocht afdrijft. Deze stof is vaak delicater dan bij gewone kleding. Daarom is het belangrijk dat je de kleding voorzichtig wast, op maximaal 30 graden. Zet de wasmachine op een sportprogramma of een programma voor synthetische kleding. Een heter programma kan ervoor zorgen dat de sportkleding krimpt en het elastiek aangetast raakt. Check altijd voor het wassen het waslabel voor de specifieke wasinstructies van de kleding.

Keer de kledingstukken binnenstebuiten voordat je ze in de wastrommel gooit. Hiermee bescherm je de opdrukken en kleuren aan de buitenkant van je kleding. Bovendien zitten de bacteriën en dode huidcellen toch aan de binnenkant van je kleding. Prop de wasmachine niet te vol, want dan wordt je sportkleding niet goed gespoeld.

©Oriol Roca

💡 Geen zin om je sportkleding meteen in de was te gooien? Trek de kleding wel meteen uit en laat het even uithangen. Als je het op een hoopje op de grond gooit, verspreiden de bacteriën alleen maar meer. En hoe langer je wacht, hoe erger de geuren worden.

Wel: vloeibaar wasmiddel. Niet: wasverzachter

Voordat je uit gewoonte een flinke scheut wasmiddel in de machine giet omdat je sportkleding zo vies ruikt: even wachten. Te veel wasmiddel zorgt er juist voor dat er zeepresten in de stof achterblijven. En dit zorgt ervoor dat de kleding je dode huidcellen nog beter blijft vasthouden. Het gevolg: nare geurtjes waar niemand blij van wordt. Gebruik het liefst vloeibaar wasmiddel, want de resten van waspoeder blijven vaak achter in kleding. Je mag wel een beetje baking soda in de wasmachine doen, dit neutraliseert de zweetlucht.

Veel mensen gooien het liefst ook nog wat wasverzachter met een geurtje bij de was, maar voor sportkleding is dit niet aan te raden. Wasverzachter legt namelijk een laagje over de vezels en verstopt hierdoor de vezels, waardoor de kleding niet meer goed schoon wordt. Hierdoor ruikt je kleding na een sportsessie juist erger naar zweet. En wasverzachter kan de stof en de elasticiteit ervan aantasten, waardoor de kleding gaat lubberen.

©anetlanda

⚠️ Droog je sportkleding liever niet in de droger. Veel sportkleding krimpt door de hitte. Het is veel beter voor de kleding om het buiten aan de lijn te laten drogen of in een ruimte met goede ventilatie.

Toe aan nieuwe sportkleding?

Van sport-bh tot fitnessbroek

▼ Volgende artikel
Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home
© Koen Barten | Philips
Zekerheid & gemak

Slim wonen zonder pottenkijkers: 5 tips voor privacy in je smart home

Vanuit je luie stoel de lampen aanzetten of de temperatuur in huis regelen: smart devices zijn er om het leven nét wat makkelijker te maken. Helaas vormen zulke IoT-apparaten ook een risico voor je privacy. Wil je niet alleen slim, maar ook veilig wonen? Met deze tips voorkom je pottenkijkers in je smart home.

In dit artikel lees je: 💡Wat IoT-apparaten oftewel slimme apparaten precies zijn 💡Hoe slimme apparaten aan hun data komen 💡Waarom slimme apparaten een gevaar kunnen vormen voor je privacy 💡Hoe je je slimme apparaten zo instelt dat de kans op een hack minimaal wordt

Lees ook: Slimme stekkers – welke modellen zijn echt zuinig?

IoT (Internet of Things) omvat alle huishoudelijke apparaten die met het internet verbonden zijn, zoals slimme lampen, speakers en thermostaten. Zelfs gordijnen, deursloten en koelkasten kunnen tegenwoordig slim worden gemaakt door ze aan een netwerk te koppelen. Om jou als gebruiker zo goed mogelijk te kunnen bedienen, verzamelen IoT-apparaten de hele dag door data die je gedrag en gewoonten in kaart brengen. Ben je tussen negen en drie niet thuis? Dan weet je slimme thermostaat dat de verwarming omlaag moet, zal het beveiligingssysteem in die uren extra alert zijn op bewegingen rondom je huis en gaat je robotstofzuiger aan de slag om je vloer spic en span te maken. 

Ook jij hebt wat te verbergen

Slimme apparaten komen op allerlei manieren aan hun data, bijvoorbeeld via spraakopdrachten ('Hé Alexa, speel jazzmuziek af'), commando's die je in een app geeft en zelfs via sensoren die beweging, licht en temperatuur detecteren. Al die gegevens worden ergens opgeslagen, en het probleem is dat de meesten van ons geen idee hebben wat er met die data gebeurt. Vaak vinden we dat ook helemaal niet zo interessant: we denken immers al snel dat criminelen niets met onze data kunnen. Maar als je denkt dat je niets te verbergen hebt, heb je het mis. Cybercriminelen die toegang krijgen tot je smart home kunnen veel meer dan alleen je lampen bedienen. Ze kunnen je bankgegevens stelen (bijvoorbeeld via een gehackt apparaat dat toegang geeft tot je thuisnetwerk), het alarmsysteem van je woning uitschakelen en persoonlijke gesprekken afluisteren via je slimme speaker – om maar een paar voorbeelden te noemen. Hoe meer slimme apparaten je in huis hebt, hoe groter de kans dat er ergens een datalek ontstaat. Dat wil je natuurlijk voorkomen.

©StockPhotoPro

Er zijn allerlei manieren om je smart home te beschermen tegen pottenkijkers. Als je niet zo technisch aangelegd bent, kunnen zulke tactieken je al snel overweldigen. Daarom houden we het bij een aantal algemene tips die voor iedereen makkelijk uit te voeren zijn en die toch een groot verschil kunnen maken in de beveiliging van je smart home.

Tip 1: Kies voor een betrouwbare fabrikant

Het merk van je slimme apparaten kan veel zeggen over hoe goed deze apparaten van zichzelf beveiligd zijn. Gerenommeerde merken zoals Philips, Homey en Amazon hebben immers een reputatie hoog te houden als het om veiligheid gaat. Bovendien moeten producten van A-merken in Europa aan strenge eisen voldoen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een merkloos model van een Chinese fabrikant. Laat je dus niet verleiden door aantrekkelijke deals terwijl je aan het browsen bent: als ze te mooi lijken om waar te zijn, zijn ze dat waarschijnlijk ook. Als je twijfelt of een merk betrouwbaar is, doe dan eerst uitgebreid onderzoek. Lees onafhankelijke reviews, onderwerp de webshop van het betreffende merk aan een kritische blik en controleer of het merk voldoet aan Europese keurmerken. 

Tip 2: Kies sterke wachtwoorden

Slimme apparaten worden doorgaans geleverd met een standaard wachtwoord waarmee je op de bijbehorende app kunt inloggen. Veilig zijn deze wachtwoorden niet. Sterker nog: een standaard wachtwoord aanhouden is haast net zo onveilig als helemaal geen wachtwoord op je smart device hebben. Het is dus belangrijk dat je het wachtwoord al tijdens de installatie van het product verandert in een unieke en sterke variant. Een sterk wachtwoord bestaat uit letters, cijfers én speciale tekens. Verwerk nooit je naam, geboortedatum of adres in het wachtwoord. Geef ook elk slim apparaat een uniek wachtwoord, zodat je andere apparaten bij een hack veilig zijn. En schakel tweestapsverificatie in als dat kan: hiermee voeg je een extra beveiligingslaag toe, zodat anderen niet zomaar kunnen inloggen als ze je wachtwoord weten. 

Tip 3: Maak gastnetwerken aan 

Je wifi-netwerk is voor criminelen een ware goudmijn. Krijgen criminelen toegang tot je wifi, dan kunnen ze niet alleen alles zien wat jij op het internet doet, maar ze kunnen ook slimme apparaten overnemen die op dat netwerk zijn aangesloten. Het is daarom verstandig om gastnetwerken aan te maken voor je slimme apparaten. Hiermee isoleer je het netwerk van deze apparaten van het hoofdnetwerk, wat de kans op een datalek flink verkleint. Ook verklein je op deze manier het risico dat hackers via een zwak beveiligd slim apparaat toegang krijgen tot bijvoorbeeld je laptop, e-mail of bankzaken op het hoofdnetwerk. 

Ook slim is het uitschakelen van de functie Universal Plug and Play (UPnP) op al je slimme apparaten. Deze functie helpt om via wifi automatisch met andere smart devices te verbinden, maar vergroot ook het risico dat je apparaten van buitenaf toegankelijk worden. 

©TStudious - stock.adobe.com

Tip 4: Houd je apparatuur up-to-date

Wacht je altijd weken of zelfs maanden voordat je een nieuwe software-update op je apparaten uitvoert? Foute boel! Updates hebben niet alleen als doel de functionaliteiten van je slimme apparaten te verbeteren, maar zijn er ook om beveiligingslekken te dichten die in eerdere versies zijn opgemerkt. Download je deze updates niet, dan laat je in feite de digitale achterdeur openstaan voor criminelen. Maak er daarom een gewoonte van om iedere week te checken of er nieuwe updates beschikbaar zijn en download deze dan direct. Het is slechts een kleine moeite die een groot effect kan hebben op je privacy.

Tip 5: Controleer de privacy-instellingen

Slimme apparaten komen doorgaans met standaardinstellingen die toestemming geven om bepaalde gegevens te verzamelen of op te slaan. Dat is vaak gunstig voor de fabrikant, maar als je geen pottenkijkers in huis wilt, is het zaak dat er zo min mogelijk gegevens van jou in de cloud terechtkomen. Gelukkig kun je de privacy-instellingen van je slimme apparaten meestal wijzigen. Zo kun je op veel slimme apparaten instellen dat de opnamegeschiedenis direct verwijderd wordt. Sommige apparaten sturen automatisch gegevens naar de fabrikant voor verbeteringsdoeleinden; ook dit kun je vaak uitschakelen. Zet ook altijd functies uit die je niet gebruikt. Gebruik je de spraakbediening op je slimme speaker niet? Schakel de microfoon dan helemaal uit. Zo verklein je in elk geval de kans dat je wordt afgeluisterd.

Je huis slimmer maken?

Slimme stekkers!