ID.nl logo
Raspberry Pi 400 review - Pc verstopt in toetsenbord
© Reshift Digital
Huis

Raspberry Pi 400 review - Pc verstopt in toetsenbord

De Raspberry Pi 400 is een minicomputer verstopt in een toetsenbord, waardoor je niet langer een losse kast op je bureau hoeft neer te zetten. Daarmee is een nieuwe Raspberry Pi voor het eerst meer dan een simpele hobbycomputer. Hoe dat in de praktijk bevalt, lees je in deze Raspberry Pi 400 review.

De Britse Raspberry Pi Foundation is al jarenlang een lievelingetje van veel nerds. Het bedrijf produceert kleine alles-in-één-printplaatjes, die je alleen nog in een behuizing hoeft te stoppen om er een computer van te maken. Een computer van zo’n klein formaat, dat je hem overal in kunt stoppen voor allerlei hobbyprojecten.

Daarmee diende de Raspberry Pi Foundation jarenlang een zeer specifieke doelgroep. Want hoewel het apparaat ideaal bleek voor hobbyisten, waren zij ook de enigen die ermee uit de voeten konden. Niet iedereen voelt zich comfortabel met zo’n losse printplaat waar je zelf iets van moet maken. Daarnaast was het aan de koper om vanaf een andere computer een besturingssysteem op een micro-sd-kaart te zetten voordat hij überhaupt ingeschakeld kon worden.

De Raspberry Pi Foundation maakt het gebruik nu nog laagdrempeliger met zijn nieuwe Raspberry Pi 400. Een feitelijk doodsimpel product: dit is de Raspberry Pi 4, maar dan geïntegreerd in een toetsenbord. Een ontwerp waar computers in de tijd van de Commodore 64 vaak voor kozen, maar die in de afgelopen jaren eigenlijk nog maar amper voorbij kwam.

Hiermee verkoopt het bedrijf een volledig geassembleerde computer die je alleen nog maar op een tv of monitor hoeft aan te sluiten. De Pi 400 is een verrassend gebruiksvriendelijk product, dat zelfs met een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem op de micro-sd-kaart wordt geleverd. Na het aansluiten van de kabels start het apparaat automatisch op en krijg je in Raspberry Pi OS een paar korte vragen om de taal en je wifi-netwerk in te stellen. Daarna is hij te gebruiken zoals iedere andere gangbare computer.

De toetsen zelf

Het toetsenbord van de Pi 400 is ongeveer wat je zou verwachten. Aan de binnenkant zitten simpele membraanknoppen zoals je ook vindt in het gemiddelde goedkope toetsenbord. Bij knopindrukken is een subtiele klik te voelen met daarachter een klein, metalig tikgeluid. Het werkt allemaal prima en naar behoren, al zullen sommige toetsenbordstrijders hun mechanische knoppen wellicht missen.

De Raspberry Foundation heeft een klein beetje ruimte tussen iedere knop vrijgehouden, zodat je vingers comfortabel verspreid boven het raster kunnen hangen. Daarnaast is de Windows-knop vervangen met een Raspberry-toets, die bijvoorbeeld het startmenu in Raspberry Pi OS snel kan openen.

Rechtsboven van het toetsenbord zitten drie lampjes. De linker twee laten zien of Caps Lock en Num Lock zijn geactiveerd, terwijl de derde groen oplicht zodra de Pi opstart. Dit lampje knippert bij forse processortaken. Handig, maar in eerste instantie een beetje spannend: door het power-teken erboven lijkt het alsof de Pi op het punt staat om uit te vallen.

©PXimport

Aansluitingen en gpio-poorten

De achterkant van de Pi 400 zit bomvol aansluitingen. Van de drie usb-poorten werken er twee met usb 3.0, wat bij onze tests snel genoeg was om gigabytes aan data in een paar seconden over te zetten. De ethernetpoort heeft een snelheid van 1 Gbit/s en is daarmee even snel als de meeste volwaardige pc’s met een netwerkaansluiting. Het maakt de Pi 400 ook een goede kandidaat voor bijvoorbeeld een nas: sluit twee usb3.0-schijven en een ethernetkabel aan en klaar. Niet zo geavanceerd als bijvoorbeeld een Synology-nas, maar toch.

Achterop zitten ook twee micro-hdmi-aansluitingen. Eén kabel is door de Raspberry Foundation meegeleverd, wie twee monitoren wil aansluiten moet een extra kabel bijbestellen. Beide poorten ondersteunen een hogere 4K-resolutie, maar bij onze tests kwam dat niet helemaal goed uit de verf.

Hoewel één van de aansluitingen prima in 4K beelden liet zien, bleef de ander op 1080p hangen. Jammer, maar misschien is dat maar beter ook. Laptops met veel hogere specificaties hebben al moeite met twee 4K-schermen tegelijk, dus het is vermoedelijk ook te veel gevraagd van de Pi 400.

Het apparaat gebruikt usb-c als stroomtoevoer. Een grote vooruitgang ten opzichte van de Pi 3 en een stap richting een toekomst waarin we nog maar één type stroomsnoer nodig hebben. Al is het te adviseren de bijgeleverde adapter te gebruiken of een Pi-specifieke te kopen. Bij tests met smartphone-laders had de Pi 400 al snel een stroomtekort waardoor hij langzamer liep en bovenin beeld een waarschuwing toonde.

©PXimport

Misschien wel de interessantste aansluiting zijn de gpio-poorten. Achterop zitten veertig kleine pinnetjes, die gebruikt kunnen worden voor allerlei hobbyprojecten. Eerdere Pi’s hebben diezelfde aansluitingen, die bijvoorbeeld werden gebruikt om knoppen voor arcadekasten of speciale aan-uitschakelaars te verbinden. Het maakt van de Pi 400 wederom een goede optie voor allerlei bouwprojecten, ondanks zijn wat consumentvriendelijkere verpakking.

Hoewel die gpio-poorten veel mogelijkheden met zich meebrengen, ben je op dit moment nog op jezelf aangewezen voor interessante toepassingen. Voor eerdere Pi’s zijn inmiddels allerlei accessoires te koop die met de gpio-pinnen verbinden, maar deze zijn grotendeels afhankelijk van het handzame ontwerp van die computers. De Pi 400 heeft een heel andere vormfactor, waardoor veel van die vooraf gemaakte toevoegingen nog niet werken. Vermoedelijk verschijnen op termijn wel steeds meer extraatjes die met speciale kabels op de gpio-header aan te sluiten zijn.

©PXimport

Raspberry Pi 400 specificaties

De specificaties van de Raspberry Pi 400 zijn vergelijkbaar met de Pi 4 die eerder verscheen. De Broadcom-processor heeft een iets ander serienummer eindigend met C0T in plaats van B0T, maar dit lijken nog min of meer dezelfde vier processorkernen die we in het vorige model zagen. 

De kloksnelheid ligt met 1,8 GHz per kern wel wat hoger, maar dat is vermoedelijk te danken aan de ingebouwde heatsink. Over nagenoeg de gehele printplaat bevindt zich een gigantische metalen plaat, die helpt om warmte uit de chip te absorberen. Dit houdt de temperatuur tijdens berekeningen laag, waardoor hij in de software overgeklokt kan worden voor betere prestaties.

De Pi 400 is beperkt tot 4 GB intern geheugen. Voor een computer van dit formaat en met deze prijs ruim voldoende, maar het is jammer dat de Raspberry Foundation niet de optie biedt om een model met 8 GB geheugen te kopen voor een iets hoger bedrag. Dat doet het bedrijf immers wel bij de gewone Raspberry Pi 4 die uit nagenoeg dezelfde hardware bestaat.

Desalniettemin maakt deze hardware van de Pi 400 een beest van een computer(tje) in zijn prijsklasse. Toegegeven, dat is ook een wat bescheiden competitiepoule om je in te bevinden: er zijn weinig computerfabrikanten die zich richten op een markt van tegen de 100 euro. 

De dichtstbijzijnde concurrenten zijn de goedkoopste Chromebooks, die vaak alsnog twee keer zoveel kosten. En deze laptops hebben in veel gevallen minder werkgeheugen en dualcore-processoren in plaats van quadcore. En dan zijn die Chromebooks nog op Intel-chips gebaseerd, terwijl de Pi 400 een energiezuinigere ARM-processor bevat.

©PXimport

Het zijn specificaties die de Pi 400 een prima werkpaard maken. We schrijven deze review op een Pi 400 met naast de tekstverwerker een stuk of tien browsertabbladen open, zonder dat het apparaat begint te stotteren of andere problemen ondervindt. YouTube-video’s spelen zonder al te veel gedoe af en apps worden ook snel geladen. Uiteraard is de ervaring niet zo razendsnel en vloeiend als op een desktop-pc van 800 euro, maar dat mag je ook niet verwachten op een apparaat in deze prijsklasse. Feit blijft: we zijn blij verrast met hoe vloeiend de ervaring is op een computertje die je voor slechts 90 euro kunt aanschaffen.

En dan hebben we het alleen nog maar gehad over de ‘gewone’ computerervaring. De Pi 400 is door zijn open Linux-karakter een buitengewoon soepel apparaat, waar je door de gebruikte micro-sd-kaarten doodsimpel verschillende besturingssystemen op kunt installeren. Je zou in feite een kaartje per bewoner kunnen maken, waarbij ieder zijn of haar favoriete besturingssysteem en daarop gedownloade bestanden heeft staan. Wie klaar is met werken, zet dan de Pi 400 uit en bergt het kaartje weer op.

Kies je besturingssysteem

Het aanbod qua besturingssystemen is bovendien enorm. De Pi-community heeft inmiddels tientallen varianten van Linux aangepast voor de computer, waarvan velen ook al werken op de Pi 400. Je kunt zweren bij het vooraf geïnstalleerde Raspberry Pi OS, of bijvoorbeeld ApplePiOS installeren om een Mac-ervaring te simuleren. Ben je vooral van plan te gamen, dan heb je met Retropie een besturingssysteem dat speciaal hierop is afgestemd. Ideaal om al die oude Commodore 64-spellen op te emuleren.

Wie een ander besturingssysteem wil installeren, is wel genoodzaakt er een tweede computer bij te pakken. Dit kan namelijk alleen door de software op specifieke manieren op een micro-sd-kaart te installeren, wat niet zomaar vanaf de Pi 400 kan: de enige kaartlezer op het apparaat wordt immers gebruikt om het apparaat draaiende te houden. En daarbij komt meteen ook weer de wat hobbyachtige kant van de Raspberry Pi om de hoek kijken. Het maken van een correcte micro-sd-kaart en instellen van je besturingssysteem kan in sommige gevallen enig geduld en veel kennis vereisen, wat je niet zomaar aan iedereen kunt overlaten.

Laptop zonder scherm

©PXimport

Het toetsenbordontwerp maakt van de Pi 400 een handzame computer die je overal mee naar toe kunt nemen. Hij past in je tas en kan met behulp van twee kabels worden aangesloten zolang je een scherm tot je beschikking hebt. Omdat het apparaat gebruikmaakt van statisch geheugen in plaats van bijvoorbeeld een harde schijf, is de kans op schade bij een valpartij ook niet heel erg groot. Eigenlijk is het een moderne laptop, maar dan zonder het ingebouwde scherm.

Wel maakt het apparaat een beetje een rommel van je bureau. Omdat alle poorten achterop zitten, moeten namelijk ook alle kabels daar naartoe worden geleid. Dat zijn in elk geval de stroomtoevoer en een hdmi-kabel, maar ook de kabel van je muis en andere accessoires loopt naar de achterkant van je bureau. Het vergelijk is misschien niet helemaal eerlijk, maar dat oogt minder elegant dan bij veel laptops, die door de komst van thunderbolt alles kunnen doen met één usb-c-kabeltje.

Conclusie

Wat kabelrommel zijn echter details in de marge waar velen die deze review lezen hun hand ook niet voor omdraaien. De basis van de Pi 400 staat als een huis: het is een prima computer voor alledaagse bezigheden, die zowaar gebruiksvriendelijk is voor zelfs de wat minder technisch aangelegde gebruikers. Met een lage prijs waardoor nagenoeg iedereen kan overwegen om er eentje in huis te halen.

De Pi 400 is een computer die zich niet alleen meer op de fanatieke hobbyist richt. Dit apparaat is reuze interessant voor iedereen die naast een smartphone ook weer een simpele computer in huis wil hebben, maar niet meteen honderden euro’s wil investeren. Het is ook een buitengewoon goede optie voor bijvoorbeeld het onderwijs, dat op het moment leunt op Chromebooks en iPads. Die werden lang gezien als goedkope optie, maar zijn inmiddels premium-apparaten vergeleken met de scherp geprijsde Pi 400.

De krachtige hardware, lage prijs en het toegankelijke ontwerp geven de Pi 400 de middelen om de wereld te veroveren. Of dat ook gaat lukken, hangt helemaal af van de marketingafdeling achter het tot nu toe kleine, Britse bedrijfje dat hem produceert.

Fantastisch
Plus- en minpunten
  • Goede hardware voor zijn prijs
  • Een Pi zonder gehobby
  • Veel opties qua besturingssystemen
  • Ander OS installeren nog complex
  • Kabelwirwar op je bureau
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.