ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Review Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger

De Raspberry Pi 4 kwam er veel sneller dan verwacht. Met usb 3.0, een volwaardige gigabit-ethernetaansluiting en meer intern geheugen voldoet hij ruimschoots aan ons verlanglijstje. Daarmee kan de kleine computer met recht een pc-vervanger genoemd worden, zoals je leest in deze Raspberry Pi 4 review.

Uitstekend
Plus- en minpunten
  • Twee 4K-video-uitgangen
  • Op alle gebieden sneller dan voorganger
  • Wat problemen met usb-c- en micro-hdmi-adapters
  • Wordt heet onder belasting
  • Nieuwe accessoires en adapters nodig


De Raspberry Pi Foundation heeft zijn computerbordje altijd al ook als desktop-systeem naar voren geschoven, en dat was tot op zekere hoogte mogelijk met de Raspbian-desktop of een van de alternatieve Linux-distributies. Maar als je meer dan wat surfen, een document bewerken en video’s bekijken wilde doen, liep je al snel tegen de grenzen aan van het bordje: te weinig geheugen, een zwakke gpu en te lage usb- en ethernetsnelheid.

De Raspberry Pi 4 wordt in de markt gezet als een echte pc-vervanger en dat is hij zeker. Voor veel toepassingen heb je gewoon geen zware, energieverslindende desktop-pc nodig. De ventilatorloze, energiezuinige Raspberry Pi is dan een goede oplossing.

Raspberry 4 - Wat is er nieuw?

De Broadcom BCM2711-systeemchip heeft een ARM Cortex-A72-processor met vier cores: de snelheid is 1,5 GHz en de procestechnologie 28 nm-procestechnologie (terwijl alle vorige modellen nog 40nm-procestechnologie gebruikten). Het bordje heeft nu maximaal 4 GB intern geheugen (er zijn modellen met 1, 2 en 4 GB). Twee van de usb2.0-poorten hebben plaatsgemaakt voor usb 3.0 en de ethernetaansluiting haalt nu eindelijk echt gigabitsnelheid.

Laat de kleine sprong in processorfrequentie (van 1,4 naar 1,5 GHz) je overigens niet misleiden: door het vernieuwde platform is de processor in heel wat benchmarks tot vier keer zo snel als die van de Pi 3B+.

De nieuwste telg uit de Raspberry Pi-familie kan nu twee 4K-schermen aansturen en de stokoude VideoCore IV-gpu die er al vanaf het eerste model van de Raspberry Pi inzat, is eindelijk ingeruild voor een VideoCore VI-gpu.

Tegenover zijn voorganger heeft de vierde generatie van het computerbordje bovendien snellere ethernet- en usb-poorten, waardoor je bestanden even snel als op een pc over het netwerk verstuurt of naar een externe schijf schrijft. En met maximaal 4 GB ram kun je eindelijk tabbladen naar hartenlust openen en grote documenten bewerken.

©PXimport

De slagroom op de taart zijn de twee video-uitgangen, waardoor je net zoals op een pc met twee schermen tegelijk kunt werken, zelfs in 4K.

Als test hebben we ons werk een dag lang op een Raspberry Pi 4B met 2 GB ram gedaan. Hoewel je niet moet verwachten dat je dezelfde prestatie als een moderne laptop of desktop haalt, was de ervaring niet onaangenaam. Kortom, voor veel mensen kan een Raspberry Pi 4 inderdaad een pc vervangen. Je slaat je bestanden dan het best niet op de micro-sd-kaart op: ook al is de snelheid verdubbeld ten opzichte van de Pi 3B+, een micro-sd-kaart is niet zo betrouwbaar als een ssd. Een externe schijf is dan ook aan te raden, tenzij je alles in de cloud doet.

Let op bij voeding en hdmi

Wie al wat accessoires voor de vorige modellen van de Raspberry Pi heeft, moet wel een beetje opletten. Anders kom je misschien voor wat minder leuke verrassingen te staan. Sowieso heb je een nieuwe behuizing nodig: de ethernetpoort is verplaatst, de hdmi-aansluiting is vervangen door twee micro-hdmi-aansluitingen en de micro-usb-aansluiting voor de voeding is een usb-c-aansluiting geworden.

Wie zijn Raspberry Pi 4 niet volledig belast, kan zijn oude voedingsadapter van de Raspberry Pi 3 blijven gebruiken, voorzien van een adapterstukje van micro-usb naar usb-c (het totale stroomverbruik van de usb-randapparatuur moet dan wel onder de 500 mA blijven). Anders is de voedingsadapter de grootste kostenpost die je bij de overstap naar de Raspberry Pi 4 moet maken. De officiële usb-c-voeding levert 3 A stroom (15,3 W) en heeft een nogal brede vierkanten behuizing die niet zomaar in een volle stekkerdoos past. Dat is de eerste praktische horde.

©PXimport

Het tweede probleem is dat de Raspberry Pi 4 om plaats te kunnen maken voor twee video-uitgangen gebruikmaakt van micro-hdmi. Nu denk je misschien: “oh, ik heb nog een adapter liggen voor mijn Raspberry Pi Zero”. Maar vergis je niet: de Raspberry Pi Zero maakt gebruik van mini-hdmi. Wil je je Raspberry Pi 4 op een scherm aansluiten, dan moet je dus of weer een adapter kopen (micro-hdmi naar hdmi), ofwel een kabel met aan de ene kant micro-hdmi en aan de andere kant hdmi.

Als je daadwerkelijk twee schermen op je Pi wilt aansluiten, maak dan niet de fout die wij initieel maakten: we kochten twee micro-hdmi-adapters, maar omdat de micro-hdmi-aansluitingen zo dicht bij elkaar staan en de adapters snel verbreden naar de hdmi-poort, passen er geen twee naast elkaar. Koop voor een opstelling met twee schermen dus echte kabels, geen losse adapterstukjes.

Wordt wel warm

Al in de eerste week na de release doken er verhalen op over Raspberry Pi’s die te veel opwarmden, waardoor de processor zijn snelheid terugschroefde om minder warmte te produceren. De processor kan bij doorsnee belasting wel 74 graden Celsius warm worden, gemiddeld maar liefst 10 graden meer dan zijn voorganger. Als je de Pi 4 in een behuizing steekt, heeft die voldoende ventilatie nodig om de warmte te kunnen afvoeren. Een heatsink of ventilator is dan ook geen luxe met dit nieuwe model van de Pi. Net als bij het vorige model begint vanaf 80 graden de processor te throttelen.

De Raspberry Pi Foundation kwam met een firmware-update die de warmteproblemen moet verminderen, maar zelfs met die update blijft het aan te raden om een heatsink of ventilator te gebruiken. Zonder behuizing is ook prima, maar stop je Pi 4 dan niet ergens weg in een kast onder je televisie waar er geen warmteafvoer mogelijk is, want dat zou weleens tot problemen kunnen leiden.

Zelfs als het bordje gewoon zonder behuizing op een bureau ligt, kun je duidelijk de warmte voelen als je met je hand er enkele centimeters over hangt, en de metalen connectoren voelen heet aan als je ze per ongeluk aanraakt. En toen we een spelletje SuperTuxKart speelden om de prestaties te testen, kregen we in de rechterbovenhoek van het scherm het rode icoontje van een thermometer te zien, het teken dat de processor zijn frequentie terugschakelt om oververhitting te voorkomen.

Linux-distributies voor de Raspberry Pi 4 Door de volledig vernieuwde hardware-architectuur heb je voor de Raspberry Pi 4 nieuwe versies van je Linux-distributies nodig. Raspbian, de officiële op Debian gebaseerde distributie voor de Raspberry Pi, heeft al zijn nieuwe versie Raspbian Buster uit. Dit is de beste keuze als je de Raspberry Pi 4 als desktop wilt gebruiken, maar ook voor veel servertoepassingen. Dan installeer je de Lite-versie zonder grafische interface. Daarnaast heeft ook Kali Linux, een distributie voor pentesters, zijn images bijgewerkt met ondersteuning voor de Raspberry Pi 4. Op het moment van schrijven hadden andere populaire distro’s zoals RetroPie nog geen update. En Windows 10 IoT core ondersteunt zelfs de Raspberry Pi 3B+ nog niet.

Compatibiliteitsproblemen

Met twee verschillende micro-hdmi-adapters/kabels en drie verschillende schermen hadden wij wisselend succes om beeld uit de Raspberry Pi 4 te krijgen: niet alle combinaties werkten out-of-the-box. En dat terwijl dezelfde schermen perfect door een Raspberry Pi 3B+ werden herkend. We raden daarom aan om de micro-hdmi-adapter of -kabel te kopen bij een webwinkel die in accessoires voor de Pi gespecialiseerd is.

Een ander compatibiliteitsprobleem is dat sommige usb-c-kabels de Pi 4 niet opladen. Het gaat om zogenoemde e-marked kabels, die onder andere door de Apple MacBook gebruikt worden. Door een ontwerpfout in de detectieschakeling van de usb-c-connector van de Pi 4 beschouwt een lader met een e-marked kabel de Pi als een audioadapter in plaats van een apparaat dat voeding nodig heeft. Er komt een revisie van de Pi 4 die dit euvel verhelpt, maar met de (goedkopere) smartphonekabels en natuurlijk de officiële voeding voor de Raspberry Pi 4 is er geen probleem.

©PXimport

Ondanks de kleine compatibiliteitsproblemen op hardwaregebied is de compatibiliteit met software en randapparatuur goed (zoals we gewend zijn). De nieuwste Raspbian Buster installeer je op alle versies van de Raspberry Pi, dus je hoeft niet na te denken over welk image je dient te installeren.

Ook veel software in Raspbian zou nog altijd op alle modellen moeten werken. Software die niet uit Raspbian-bronnen komt en die hardwarespecifieke onderdelen bevatten, zoals Python-bibliotheken die je met pip installeert, kan weleens problemen opleveren, tot de makers de ondersteuning ingebouwd hebben.

Ook de gpio-pinnen blijven identiek aan de vorige modellen, waardoor alle HAT’s en andere uitbreidingsbordjes nog altijd werken op de nieuwste telg van de Pi-familie. Enkele pinnen hebben wel extra mogelijkheden gekregen. Zo zijn er vier extra verbindingen voor I²C, SPI en UART bij gekomen. Wil je meerdere sensoren of andere elektronische componenten aansluiten met gebruik van deze protocollen, dan kan dat nu met de Raspberry Pi 4.

Conclusie

Toch zijn er veel toepassingen waarvoor de Pi 4 misschien niet de beste keuze is. Het hogere verbruik en de warmteontwikkeling zijn iets om in het oog te houden. Voor een domoticacontroller zijn de twee video-uitgangen overbodig en heb je wellicht de hogere snelheid niet nodig, dus dan volstaat een 3B+ of zelfs een 3A+. Gaat het je om zo weinig mogelijk verbruik, bijvoorbeeld voor toepassingen buiten met een zonnepaneeltje of batterij, dan is de Pi Zero W niet te verslaan. De lagere prestaties dien je dan op de koop toe te nemen. Sowieso blijven nagenoeg alle voorgaande Pi-varianten gewoon leverbaar.

Maar wil je een goedkope maar toch capabele pc-vervanger, kies dan zeker voor de Raspberry Pi 4. Processor, geheugen, de micro-sd-kaart, usb, ethernet, wifi, alles is gewoon sneller dan bij de voorganger. Ook als je je Pi als nas wilt inzetten, profiteer je van de snelheidsverbeteringen met het nieuwste model. Het is een knap staaltje engineering dat dit alles (voor de versie met 1 GB ram) nog altijd tegen dezelfde prijs van zeven jaar geleden verkocht wordt.

▼ Volgende artikel
Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken
Huis

Altijd lekker tikken: 9 high-endtoetsenborden vergeleken

Zelf een toetsenbord samenstellen is niet voor iedereen weggelegd, maar één ding is duidelijk: een goed toetsenbord maakt een groot verschil. In deze test bekijken we de beste kant-en-klare toetsenborden van dit moment. Of je nu op zoek bent naar het snelste toetsenbord voor gaming of een comfortabel model voor kantoorwerk: we helpen je bij het maken van de juiste keuze.

Onze laatste vergelijkende test van toetsenborden is inmiddels alweer meer dan vijf jaar oud. Toen draaide alles om het concept ‘mechanisch’, praktisch elke fabrikant maakte toen gebruik van de switches van het Duitse Cherry of een goedkopere Chinese afgeleide daarvan, de Kailh-switch.

Inmiddels is het aanbod versplinterd en zien we enkele van de elementen die custom borden populair maken doorsijpelen naar de kant-en-klare producten. Zo zien we veel meer lay-out-opties en een veel breder scala aan switchopties. Stillere varianten, zwaardere varianten voor een stevigere aanslag en lubed-varianten voor een soepelere aanslag. De opvallendste stap de afgelopen jaren is de introductie van een magnetisch, optische switch, waarbij de aanslag niet digitaal is (ingedrukt ja of nee), maar analoog. Zie ook het kader ‘Analoge switches?’ voor meer hierover.

Andere ontwikkelingen

Een positieve ontwikkeling is dat menig toetsenbord inmiddels voorzien is van zogeheten hot-swap switches. Mocht je per ongeluk een switch stukmaken (bijvoorbeeld door het morsen van drinken), dan kun je nu veelal enkele knoppen vervangen in plaats van meteen een nieuwe model te moeten kopen. Daarnaast hebben verbeteringen in accutechniek en draadloze protocollen ervoor gezorgd dat draadloze high-endtoetsenborden tegenwoordig een realistische optie zijn zonder constant het toetsenbord bij te hoeven laden.

Testselectie

Voor deze vergelijkende test hebben we tientallen toetsenborden overwogen. Hieruit hebben we een voorselectie gemaakt van toetsenborden die degelijk gebouwd zijn, aan de minimale eisen voor een serieuze gamer of kantoorwerker voldoen (denk aan n-key rollover, zodat je meerdere toetsen tegelijkertijd in kunt drukken, anti-ghosting en een lage latency) en die minimaal goed beoordeeld waren.

Endorfy Celeris 1800

Endorfy is een relatieve nieuwkomer in de markt, maar liet eerder met de Thock-toetsenborden al zien dat het bedrijf veel waar voor je geld kan bieden. Het nieuwste model, de Celeris 1800, doet dat wederom. Het bord kan wat gevoel en bouwkwaliteit betreft aardig concurreren met flink duurdere modellen in deze test. Als je hem probeert te buigen zie je wel wat verschil, maar op tafel bij normaal gebruik merk je daar niets meer van.

Het opvallendst is het relatief compacte ontwerp, terwijl er toch een numeriek toetsenbord op zit. Dat deel is vergeleken met de meeste andere toetsenborden wat naar links geschoven, wat ergonomisch fijn is voor mensen die niet alleen gamen, maar ook vooral veel in Excel werken. Sommige gebruikers, primair programmeurs, moeten er rekening mee houden dat de plaatsing van de Home-, End- en Page-toetsen mogelijk niet voor iedereen ideaal is. Ook liggen de toetsen relatief hoog, ook iets wat niet iedereen zal liggen.

De Celeris 1800 is gloednieuw en heeft een adviesprijs van 99 euro. Dat maakt hem al een van de goedkoopste toetsenborden in deze test. Prijzen zakken normaliter nog wat na de lancering. Grofweg 100 euro voor een fijn toetsenbord dat ook nog eens draadloos (dongel voor gaming, bluetooth voor laptopwerkers) kan functioneren en Mac-ondersteuning heeft, is een uitstekende deal.

©Endorfy

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 99,-

Website: www.endorfy.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Compact met numeriek veld


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Lay-out afwijkend

Corsair K65 Plus Wireless

Corsair kennen we vooral van grote mechanische toetsenborden met veel extra's, maar het is de compacte K65 Plus Wireless waar we de laatste tijd het meest gecharmeerd van waren. De constructie is enorm degelijk en het toetsenbord is voorzien van fijne, soepel voelende switches die niet te luid zijn. Dat zorgt vrijwel direct voor een heel fijne ervaring onder de vingers.

Of de compacte vormgeving fijn is, is uiteraard subjectief. Compact is fijner voor gamers en andere gebruikers die het numerieke toetsenbord niet nodig hebben, het bespaart ruimte op je bureau (of in je rugtas) en laat meer ruimte over voor je muis. Excel-gebruikers zullen dit toetsenbord natuurlijk direct diskwalificeren.

Toen het bord uitkwam voor 160 euro was onze voornaamste kritiek dat het eigenlijk iets te duur was vergeleken andere toetsenborden die voor 100 euro grofweg hetzelfde boden. Of juist net niet uitgebreid genoeg vergeleken met borden van 200 euro. Inmiddels is de prijs gezakt tot 137 euro en op dat punt kun je, mits de compacte vormgeving bij je past, eigenlijk niet om deze Corsair heen. Net wat chiquer dan nauwelijks goedkopere modellen, voorzien van draadloze functionaliteit en vooral het feit dat het een relatief laag bord is (voor een model met hoge switches) maakt dit een makkelijke aanrader en onze redactietip.

©Corsair

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 137,-

Website: www.corsair.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Zeer degelijk

  • Bedraad en draadloos

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Voor sommigen te compact

Razer Joro

Razer staat vooral bekend om hun grote modellen met alle toeters en bellen, maar biedt met de Joro ook wat anders. De Razer Joro is extreem compact en verreweg het lichtste bord in deze test. De doelgroep bestaat hier overduidelijk uit gamers die hun toetsenbord vooral veel meeslepen. Puur op basis van afmetingen en gewicht ligt deze Razer voor dat doeleind natuurlijk voor de hand. Ondanks het lage gewicht ligt de Joro toch stevig op tafel en zit de bouwkwaliteit van de constructie erg goed in elkaar. De aluminium behuizing voelt ook chic aan, de lage positie is toegankelijk voor velen en aangesloten via de kabel is het ook een snel competitief bord voor gamers.

Razer laat ook wel wat steekjes vallen, vooral voor hun gamende doelgroep. De afwezigheid van een dongel voor een snelle draadloze verbinding en het feit dat de switches nog wel wat speling vertonen, maakt enkele goedkopere alternatieven in deze test in onze optiek fijner. Voor de harde werkers onder ons vinden we de MX Keys ook wat beter voor minder geld.

Daarmee is de Joro in onze optiek niet de meest voor de hand liggende optie, zeker niet voor 130 euro. Als je echt op zoek bent naar het compactste en lichtste toetsenbord, dan is de Joro wel een prima optie.

©Razer

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 129,-

Website: www.razer.com


Pluspunten:

  • Licht en compact

  • Degelijke bouw

  • Uitstekende accuduur


Minpunten:

  • Geen dongel

  • Switches mogen scherper

  • Relatief duur

ASUS ROG Azoth X

ASUS en dan met name de ROG-producten staan niet bepaald bekend om hun bedaagde ontwerp. De fabrikant doet daar met hun Azoth X nog een flinke schep bovenop. Wat je er ook van vindt, uniek is het kleurrijke design met half doorzichtige keycaps (voor meer RGB-effect) zeker. Kwalitatief valt er heel weinig op dit bord aan te merken. Het is oerdegelijk en heeft een uitstekende aanslag; het is zelfs een van de fijnste borden in deze test. Het bord heeft ook handige eigenschappen. Draadloos krijg je bijvoorbeeld zowel een snelle als een bluetoothoptie. Daarnaast heeft het bord een goede accuduur, een mooie stevige polssteun plus nog wat minder cruciale extra’s, zoals een aanpasbaar oled-scherm in de bovenhoek. Kost wat, maar dan krijg je ook wat.

Ons voornaamste bezwaar gaat over de definitie van het woord ‘wat’. Want voor 200 euro hadden we het bij het bovenstaande gelaten. Een prijs van 250 euro zouden we wel erg pittig noemen, maar de adviesprijs van 329 euro is wel echt extreem. Daarvoor zouden we bijvoorbeeld toch wel analoge switches willen zien of een echt extreem luxe afwerking. Wellicht dat de prijs nog wat zakt, maar ondanks onze hoge inhoudelijke waardering is de exorbitante prijs vooralsnog het argument om het hoogste eremetaal achterwege te laten.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 329,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Oerdegelijk

  • Zeer fijne switches

  • Veel mogelijkheden

  • Unieke uitstraling


Minpunten:

  • Uitstraling

  • Extreem duur

SteelSeries Apex Pro TKL Gen 3

De SteelSeries Apex Pro TKL is ook geen goedkoop bord en is misschien nipt wat minder chic dan de ROG. In tegenstelling tot die concurrentie weet SteelSeries wel een gezonde balans te vinden tussen de kwaliteit van het product, het toevoegen van extra mogelijkheden en het alsnog een beetje temmen van de prijs.

De bouw is uitstekend en de analoge, volledig instelbare switches zijn zowel aangenaam onder de vingers als zeer stabiel met minimale speling. Het strakke ontwerp is ook iets toegankelijker, zeker als je naast gamen ook nog een beetje zakelijk voor de dag wilt komen. Daarnaast is het ook nog een relatief stil toetsenbord, wat fijn is voor de omgeving. Al hangt de stilte natuurlijk altijd af van hoe hard je zelf op de knoppen slaat.

Ook hier is een oled-schermpje van de partij en Steelseries heeft als voordeel dat als je de door ons geteste compacte TKL-versie niet aantrekkelijk vindt, dat er ook een volledige en een nog compactere variant van bestaat.

Nadelen zijn er ook. Zo vinden we het volumewiel net wat te klein in gebruik, is het bord relatief hoog en ontbreekt draadloze functionaliteit. Maar als je je bord toch niet meeneemt is de meerwaarde daarvan te klein om daar meer geld aan uit te geven. Als draadloos niet nodig is, dan is dit in onze optiek het beste bord van dit moment.

©SteelSeries

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Adviesprijs: € 211,-

Website:www.steelseries.com


Pluspunten:

  • Fijne switches

  • Analoge functionaliteit

  • Prijs-kwaliteitverhouding


Minpunten:

  • Relatief hoog

  • Niet draadloos

Analoge switches?

De meeste toetsenborden maken gebruik van mechanische switches, waarbij het mechanisme voor een bepaald typegevoel (en kwaliteit) zorgt. Een analoge switch is technisch gezien ook een mechanisch product, maar maakt gebruik van een magneet en een hall effect-sensor in plaats van een metalen contact en plastic mechanisme. Hierdoor kan de switch extreem nauwkeurig zien hoe ver een toets wordt ingedrukt, waarbij je dan zelf kunt instellen op welk moment de toetsaanslag daadwerkelijk plaatsvindt, of je een joystickachtige drukgevoelige controle kunt krijgen over een bepaalde actie in een game of applicatie. En, in theorie althans, zijn deze switches ook nagenoeg niet kapot te krijgen. Verschillende merken gebruiken verschillende namen voor dit concept, maar in de basis zijn ze grotendeels hetzelfde. Voor simpel typewerk maakt het niet heel veel verschil, maar voor de veeleisende toetsenbordgebruikers zijn analoge switches op dit moment dé hype.

©SteelSeries

Met een analoge switch zoals de OmniPoint van SteelSeries kun je verschillende acties met een toets uitvoeren zoals lopen en rennen in een spel.

ASUS ROG Falchion Ace HFX

Net als SteelSeries maakt ook ASUS op de ROG Falchion Ace HFX gebruik van magnetische analoge switches. Het bord heeft een nog wat compactere 65%-lay-out, waarbij je dus goed moet opletten of het ontbreken van de functietoetsen een bezwaar voor je is. Functioneel is hij grotendeels gelijkwaardig aan het toetsenbord van SteelSeries en de toevoeging van 8000 Hz polling geeft in theorie nog een klein voordeel in reactiesnelheid boven de SteelSeries.

Voor de originele prijs van 200 euro laat ASUS wel punten liggen. De bouw en de afwerking van de 100 euro kostende Endorfy is zelfs wat beter. Je merkt dat de Falchion iets meer doorveert dan andere borden wanneer je stevig tikt en dat is onacceptabel in het hogere segment. Het bord kost bij de meeste aanbieders 209 euro, maar was tijdens de testperiode ook verkrijgbaar voor 119 euro. Ook voor dat lagere bedrag weet de Corsair K65 Plus Wireless iets meer indruk te maken met zijn bouwkwaliteit en aanslag. Maar als je toch graag een analoge switch wilt waarbij je de aanslagdiepte kunt instellen, dan is dit als de lagere prijs structureel blijft één van de goedkopere opties die als bonus ook nog eens visueel leuk voor de dag komt.

©ASUS

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 209,-

Website: www.asus.com


Pluspunten:

  • Analoge switches

  • 8000Hz-modus

  • Aantrekkelijke uitstraling

  • Prijs


Minpunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Formaat niet voor iedereen

Logitech G Pro X TKL

Logitech is met afstand marktleider op gebied van toetsenborden en heeft dan ook een enorm aanbod aan borden. Het bedrijf heeft praktisch elke populair formaat in huis en er zijn ook nog eens een flink aantal kleurstellingen. Waar Logitech wat minder goed in is, is de naamgeving van de producten. Zo is er ook een G Pro X muis en headset, en zelfs de G Pro X TKL-toetsenborden bestaan in flink wat verschillende uitvoeringen. De reguliere variant wordt ook wel de Lightspeed genoemd, wat staat voor de toevoeging van een snelle draadloze werking. De Rapid-variant is juist voorzien van magnetische switches, maar is die weer volledig bedraad.

Logitech doet op zich weinig fout met deze producten. De bouw, de switches en de mogelijkheden met onder andere mediaknoppen zijn prima. Combineer dat met het feit dat ze veel zullen verkopen omdat ze het bekendste merk zijn, en de meeste kopers zullen tevreden zijn. De realiteit is wel dat er andere modellen zijn die (minimaal) hetzelfde bieden voor minder geld, of een overtreffende prestatie weten te bieden voor iets meer. Voor 160 euro zouden we toch iets meer dan ‘prima’ willen zien, wat extra’s zoals een polssteun of een betere accuduur.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐

Adviesprijs: € 159,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Prima bouwkwaliteit

  • Prima switchgevoel

  • Genoeg mogelijkheden


Minpunten:

  • Meerdere varianten

  • Matige accuduur

  • Relatief duur

be quiet! Dark Mount

De Dark Mount is het eerste toetsenbord van be quiet!, dat we vooral van de stille behuizingen kennen. Die focus wordt meteen duidelijk zodra je gaat tikken; het is namelijk het stilste toetsenbord in deze test. De focus op stilte gaat helaas wel wat ten koste van switchstabiliteit en tikgevoel.

Qua mogelijkheden zet het bord zich door een modulaire opbouw erg af van de rest. Naast een rechttoe rechtaan compact TKL-bord krijg je ook een afneembaar numeriek veld met macrotoetsen voorzien van een schermpje dat je ook nog eens zowel links als rechts kunt plaatsen. Ook krijg je een opzetmodule met schermpje en mediatoetsen en polssteunen. Zo transformeert de Dark Mount binnen een paar seconden naar een overcompleet XL-monsterbord.

Was de Dark Mount scherp geprijsd geweest, dan hadden we enkele kanttekeningen door de vingers kunnen zien. Maar als je de hoofdprijs vraagt, dan verwachten we dat alles top is. Dat is niet helemaal het geval. De polssteun is kwalitatief treurig, de switches voelen minder chic dan borden die de helft kosten en de software voor de macrotoetsen laat te wensen over. Voor hetzelfde geld kun je ook een prima toetsenbord en een los macrotoetsenbord als de Elgato Stream Deck kopen. Een aanbieding en een software-update kan wel genoeg zijn om van dit goede idee een serieuze concurrent te maken.

©be quiet

Oordeel: ⭐⭐⭐½

Prijs: € 259,-

Website: www.bequiet.com


Pluspunten:

  • Zeer stil

  • Degelijke bouw (bord)

  • Modulair

  • Macrotoetsen


Minpunten:

  • Relatief duur

  • Polssteun ondermaats

  • Software kan beter

Logitech MX Keys S

De Logitech MX Keys S is een beetje het buitenbeentje in deze vergelijking. In tegenstelling tot de ander toetsenborden is het namelijk géén bord waar fanatieke gamers blij van zullen worden. De keerzijde is dat het voor iedereen die een high-endbord zoekt voor alle andere doeleinden een model is waar je praktisch niet omheen kunt. Ook bestaat er naast de door ons geteste full size-versie een minivariant waarop het numerieke veld ontbreekt.

Dit bord is uitstekend gebouwd, voorzien van fijne switches en het heeft een low profile-ontwerp dat ook erg toegankelijk is voor iedereen die nog niet eerder een high-endbord gebruikt heeft. Als je nu een goedkoper toetsenbord hebt, dan voelt dit als een verademing en een ervaring waar je niet meer zonder wilt. Je kunt hem met meerdere apparaten verbinden, de accuduur is uitstekend en de software van Logitech is volwassen en biedt tal van extra mogelijkheden die voor kantoorwerkers relevant zijn.

Zolang gamen geen eis is, is dit een fijn bord zonder dat je echt de hoofdprijs betaalt. Houd alleen even de verschillende formaten in de gaten, en het feit dat er verpakkingen met en zonder polssteun worden verkocht.

©Logitech

Oordeel: ⭐⭐⭐⭐½

Prijs: € 99,-

Website: www.logitech.com


Pluspunten:

  • Bouwkwaliteit

  • Fijne low-profile switch

  • Prijs-prestatieverhouding


Minpunten:

  • Niet voor gamers

Conclusie

Echt slechte borden hebben we reeds uit onze selectie gefilterd, dus geen van de geteste toetsenborden is een miskoop. Het belangrijkst is om duidelijk in kaart te brengen welk formaat en indeling je nodig hebt en aan welke extra eigenschappen je waarde hecht. Het merk is normaliter bijzaak, maar er valt iets voor te zeggen om al je randapparatuur in één softwarepakket te beheren.

Toch zien we wel enkele uitblinkers. Zoek je louter een toetsenbord zonder fratsen voor kantoorwerk, dan is de Logitech MX Keys S onze eerste keus, met als bonus dat de lage toetsen voor praktisch iedereen fijn tikken. We geven Logitech daarom een redactietip. Wil je wel gamen, dan biedt Endorfy een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor minder dan 100 euro, al vinden we de Corsair K65 Plus Wireless zijn paar tientjes meer wel waard voor de iets betere bouw en de lagere constructie. Beide borden zetten veel druk op de concurrenten, waarbij je veel meer betaalt voor een bescheiden impact op de daadwerkelijke ervaring. Uiteindelijk krijgt ook Corsair een redactietip. In het hogere segment zien we wel degelijk waarde worden toegevoegd. Zo biedt de ASUS ROG Azoth X een van de beste ervaringen, maar vinden we de prijs van meer dan 300 euro niet helemaal in verhouding staan. De Steelseries Apex Pro TKL vinden we ook een uitblinker die wel een iets redelijkere balans weet te vinden in dat segment: degelijke bouw en aanslag, zeer compleet qua mogelijkheden en de instelbare analoge switches bieden ook echt iets nieuws en unieks. Als zo'n 200 euro voor een toetsenbord geen bezwaar is, zou dat onze eerste keuze zijn.

▼ Volgende artikel
Nieuwe Philips PerfectCare 8000: slimme stoomgenerator met AI-bewegingssensor
© Philips
Huis

Nieuwe Philips PerfectCare 8000: slimme stoomgenerator met AI-bewegingssensor

Philips introduceert met de PerfectCare 8000 een nieuwe stoomgenerator die het strijken grotendeels automatiseert. Dankzij een ingebouwde bewegingssensor die jouw strijkbewegingen detecteert en de stoomtoevoer daarop aanpast, hoef je minder na te denken over instellingen en gaat het strijken sneller en makkelijker.

De Philips PerfectCare 8000 (PSG8300/80) levert een continue stoomproductie van maximaal 210 g/min en een stoomstoot tot 850 g. Daarmee verdwijnen zelfs kreukels in dikke stoffen zoals katoen of linnen heel snel. De ingebouwde AI-bewegingssensor herkent hoe snel je strijkt en past daar automatisch de hoeveelheid stoom op aan. Deze sensor herkent ook de richting waarin je strijkt: wil je liever verticaal stomen, bijvoorbeeld bij gordijnen of een overhemd aan de hanger, dan hoef je daar zelf dus niet allerlei instellingen voor aan te passen.

©Philips

De bekende OptimalTEMP-technologie zorgt ervoor dat je de temperatuur niet meer zelf hoeft in te stellen. Welke stof je ook wilt strijken: schroeiplekken zijn verleden tijd. En: je kunt de PerfectCare 8000 dus gewoon veilig op de strijkplank laten staan.

OptimalTEMP-technologie

Met Philips' OptimalTEMP hoef je nooit meer handmatig de temperatuur aan te passen. De technologie herkent automatisch het type stof en voorkomt dat kleding verbrandt of aan het strijkijzer blijft kleven. Van zijde tot denim: je kun dus alle stoffen veilig strijken, zonder het risico op schroeiplekken. Omdat de temperatuur zich direct aanpast, kun je verschillende stoffen achter elkaar strijken zonder te wachten tot het apparaat is afgekoeld of opgewarmd. Dat maakt het strijken sneller en eenvoudiger.

Het apparaat heeft een waterreservoir van 1,4 liter, goed voor ongeveer een uur onafgebroken stomen. Dankzij het Easy De-Calc-systeem wordt kalkaanslag automatisch verzameld, wat de levensduur van het apparaat verlengt. De SteamGlide Elite-zoolplaat met nano-titaniumcoating glijdt soepel over stoffen en is krasbestendig.

©Philips

Philips heeft ook aan gebruiksgemak gedacht: de inklapbare draaghendel maakt het verplaatsen en opbergen eenvoudiger, terwijl de ECO-modus tot 50 procent minder energie verbruikt. De stoom doodt volgens Philips tot 99,9 procent van bacteriën, zonder gebruik van chemicaliën.

De Philips PerfectCare 8000 is verkrijgbaar bij verschillende (online) retailers voor een adviesprijs van 449,99 euro.

©Philips