ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Review Raspberry Pi 4 - Snel genoeg als pc-vervanger

De Raspberry Pi 4 kwam er veel sneller dan verwacht. Met usb 3.0, een volwaardige gigabit-ethernetaansluiting en meer intern geheugen voldoet hij ruimschoots aan ons verlanglijstje. Daarmee kan de kleine computer met recht een pc-vervanger genoemd worden, zoals je leest in deze Raspberry Pi 4 review.

Uitstekend
Conclusie

Plus- en minpunten
  • Twee 4K-video-uitgangen
  • Op alle gebieden sneller dan voorganger
  • Wat problemen met usb-c- en micro-hdmi-adapters
  • Wordt heet onder belasting
  • Nieuwe accessoires en adapters nodig


De Raspberry Pi Foundation heeft zijn computerbordje altijd al ook als desktop-systeem naar voren geschoven, en dat was tot op zekere hoogte mogelijk met de Raspbian-desktop of een van de alternatieve Linux-distributies. Maar als je meer dan wat surfen, een document bewerken en video’s bekijken wilde doen, liep je al snel tegen de grenzen aan van het bordje: te weinig geheugen, een zwakke gpu en te lage usb- en ethernetsnelheid.

De Raspberry Pi 4 wordt in de markt gezet als een echte pc-vervanger en dat is hij zeker. Voor veel toepassingen heb je gewoon geen zware, energieverslindende desktop-pc nodig. De ventilatorloze, energiezuinige Raspberry Pi is dan een goede oplossing.

Raspberry 4 - Wat is er nieuw?

De Broadcom BCM2711-systeemchip heeft een ARM Cortex-A72-processor met vier cores: de snelheid is 1,5 GHz en de procestechnologie 28 nm-procestechnologie (terwijl alle vorige modellen nog 40nm-procestechnologie gebruikten). Het bordje heeft nu maximaal 4 GB intern geheugen (er zijn modellen met 1, 2 en 4 GB). Twee van de usb2.0-poorten hebben plaatsgemaakt voor usb 3.0 en de ethernetaansluiting haalt nu eindelijk echt gigabitsnelheid.

Laat de kleine sprong in processorfrequentie (van 1,4 naar 1,5 GHz) je overigens niet misleiden: door het vernieuwde platform is de processor in heel wat benchmarks tot vier keer zo snel als die van de Pi 3B+.

De nieuwste telg uit de Raspberry Pi-familie kan nu twee 4K-schermen aansturen en de stokoude VideoCore IV-gpu die er al vanaf het eerste model van de Raspberry Pi inzat, is eindelijk ingeruild voor een VideoCore VI-gpu.

Tegenover zijn voorganger heeft de vierde generatie van het computerbordje bovendien snellere ethernet- en usb-poorten, waardoor je bestanden even snel als op een pc over het netwerk verstuurt of naar een externe schijf schrijft. En met maximaal 4 GB ram kun je eindelijk tabbladen naar hartenlust openen en grote documenten bewerken.

©PXimport

De slagroom op de taart zijn de twee video-uitgangen, waardoor je net zoals op een pc met twee schermen tegelijk kunt werken, zelfs in 4K.

Als test hebben we ons werk een dag lang op een Raspberry Pi 4B met 2 GB ram gedaan. Hoewel je niet moet verwachten dat je dezelfde prestatie als een moderne laptop of desktop haalt, was de ervaring niet onaangenaam. Kortom, voor veel mensen kan een Raspberry Pi 4 inderdaad een pc vervangen. Je slaat je bestanden dan het best niet op de micro-sd-kaart op: ook al is de snelheid verdubbeld ten opzichte van de Pi 3B+, een micro-sd-kaart is niet zo betrouwbaar als een ssd. Een externe schijf is dan ook aan te raden, tenzij je alles in de cloud doet.

Let op bij voeding en hdmi

Wie al wat accessoires voor de vorige modellen van de Raspberry Pi heeft, moet wel een beetje opletten. Anders kom je misschien voor wat minder leuke verrassingen te staan. Sowieso heb je een nieuwe behuizing nodig: de ethernetpoort is verplaatst, de hdmi-aansluiting is vervangen door twee micro-hdmi-aansluitingen en de micro-usb-aansluiting voor de voeding is een usb-c-aansluiting geworden.

Wie zijn Raspberry Pi 4 niet volledig belast, kan zijn oude voedingsadapter van de Raspberry Pi 3 blijven gebruiken, voorzien van een adapterstukje van micro-usb naar usb-c (het totale stroomverbruik van de usb-randapparatuur moet dan wel onder de 500 mA blijven). Anders is de voedingsadapter de grootste kostenpost die je bij de overstap naar de Raspberry Pi 4 moet maken. De officiële usb-c-voeding levert 3 A stroom (15,3 W) en heeft een nogal brede vierkanten behuizing die niet zomaar in een volle stekkerdoos past. Dat is de eerste praktische horde.

©PXimport

Het tweede probleem is dat de Raspberry Pi 4 om plaats te kunnen maken voor twee video-uitgangen gebruikmaakt van micro-hdmi. Nu denk je misschien: “oh, ik heb nog een adapter liggen voor mijn Raspberry Pi Zero”. Maar vergis je niet: de Raspberry Pi Zero maakt gebruik van mini-hdmi. Wil je je Raspberry Pi 4 op een scherm aansluiten, dan moet je dus of weer een adapter kopen (micro-hdmi naar hdmi), ofwel een kabel met aan de ene kant micro-hdmi en aan de andere kant hdmi.

Als je daadwerkelijk twee schermen op je Pi wilt aansluiten, maak dan niet de fout die wij initieel maakten: we kochten twee micro-hdmi-adapters, maar omdat de micro-hdmi-aansluitingen zo dicht bij elkaar staan en de adapters snel verbreden naar de hdmi-poort, passen er geen twee naast elkaar. Koop voor een opstelling met twee schermen dus echte kabels, geen losse adapterstukjes.

Wordt wel warm

Al in de eerste week na de release doken er verhalen op over Raspberry Pi’s die te veel opwarmden, waardoor de processor zijn snelheid terugschroefde om minder warmte te produceren. De processor kan bij doorsnee belasting wel 74 graden Celsius warm worden, gemiddeld maar liefst 10 graden meer dan zijn voorganger. Als je de Pi 4 in een behuizing steekt, heeft die voldoende ventilatie nodig om de warmte te kunnen afvoeren. Een heatsink of ventilator is dan ook geen luxe met dit nieuwe model van de Pi. Net als bij het vorige model begint vanaf 80 graden de processor te throttelen.

De Raspberry Pi Foundation kwam met een firmware-update die de warmteproblemen moet verminderen, maar zelfs met die update blijft het aan te raden om een heatsink of ventilator te gebruiken. Zonder behuizing is ook prima, maar stop je Pi 4 dan niet ergens weg in een kast onder je televisie waar er geen warmteafvoer mogelijk is, want dat zou weleens tot problemen kunnen leiden.

Zelfs als het bordje gewoon zonder behuizing op een bureau ligt, kun je duidelijk de warmte voelen als je met je hand er enkele centimeters over hangt, en de metalen connectoren voelen heet aan als je ze per ongeluk aanraakt. En toen we een spelletje SuperTuxKart speelden om de prestaties te testen, kregen we in de rechterbovenhoek van het scherm het rode icoontje van een thermometer te zien, het teken dat de processor zijn frequentie terugschakelt om oververhitting te voorkomen.

Linux-distributies voor de Raspberry Pi 4 Door de volledig vernieuwde hardware-architectuur heb je voor de Raspberry Pi 4 nieuwe versies van je Linux-distributies nodig. Raspbian, de officiële op Debian gebaseerde distributie voor de Raspberry Pi, heeft al zijn nieuwe versie Raspbian Buster uit. Dit is de beste keuze als je de Raspberry Pi 4 als desktop wilt gebruiken, maar ook voor veel servertoepassingen. Dan installeer je de Lite-versie zonder grafische interface. Daarnaast heeft ook Kali Linux, een distributie voor pentesters, zijn images bijgewerkt met ondersteuning voor de Raspberry Pi 4. Op het moment van schrijven hadden andere populaire distro’s zoals RetroPie nog geen update. En Windows 10 IoT core ondersteunt zelfs de Raspberry Pi 3B+ nog niet.

Compatibiliteitsproblemen

Met twee verschillende micro-hdmi-adapters/kabels en drie verschillende schermen hadden wij wisselend succes om beeld uit de Raspberry Pi 4 te krijgen: niet alle combinaties werkten out-of-the-box. En dat terwijl dezelfde schermen perfect door een Raspberry Pi 3B+ werden herkend. We raden daarom aan om de micro-hdmi-adapter of -kabel te kopen bij een webwinkel die in accessoires voor de Pi gespecialiseerd is.

Een ander compatibiliteitsprobleem is dat sommige usb-c-kabels de Pi 4 niet opladen. Het gaat om zogenoemde e-marked kabels, die onder andere door de Apple MacBook gebruikt worden. Door een ontwerpfout in de detectieschakeling van de usb-c-connector van de Pi 4 beschouwt een lader met een e-marked kabel de Pi als een audioadapter in plaats van een apparaat dat voeding nodig heeft. Er komt een revisie van de Pi 4 die dit euvel verhelpt, maar met de (goedkopere) smartphonekabels en natuurlijk de officiële voeding voor de Raspberry Pi 4 is er geen probleem.

©PXimport

Ondanks de kleine compatibiliteitsproblemen op hardwaregebied is de compatibiliteit met software en randapparatuur goed (zoals we gewend zijn). De nieuwste Raspbian Buster installeer je op alle versies van de Raspberry Pi, dus je hoeft niet na te denken over welk image je dient te installeren.

Ook veel software in Raspbian zou nog altijd op alle modellen moeten werken. Software die niet uit Raspbian-bronnen komt en die hardwarespecifieke onderdelen bevatten, zoals Python-bibliotheken die je met pip installeert, kan weleens problemen opleveren, tot de makers de ondersteuning ingebouwd hebben.

Ook de gpio-pinnen blijven identiek aan de vorige modellen, waardoor alle HAT’s en andere uitbreidingsbordjes nog altijd werken op de nieuwste telg van de Pi-familie. Enkele pinnen hebben wel extra mogelijkheden gekregen. Zo zijn er vier extra verbindingen voor I²C, SPI en UART bij gekomen. Wil je meerdere sensoren of andere elektronische componenten aansluiten met gebruik van deze protocollen, dan kan dat nu met de Raspberry Pi 4.

Conclusie

Toch zijn er veel toepassingen waarvoor de Pi 4 misschien niet de beste keuze is. Het hogere verbruik en de warmteontwikkeling zijn iets om in het oog te houden. Voor een domoticacontroller zijn de twee video-uitgangen overbodig en heb je wellicht de hogere snelheid niet nodig, dus dan volstaat een 3B+ of zelfs een 3A+. Gaat het je om zo weinig mogelijk verbruik, bijvoorbeeld voor toepassingen buiten met een zonnepaneeltje of batterij, dan is de Pi Zero W niet te verslaan. De lagere prestaties dien je dan op de koop toe te nemen. Sowieso blijven nagenoeg alle voorgaande Pi-varianten gewoon leverbaar.

Maar wil je een goedkope maar toch capabele pc-vervanger, kies dan zeker voor de Raspberry Pi 4. Processor, geheugen, de micro-sd-kaart, usb, ethernet, wifi, alles is gewoon sneller dan bij de voorganger. Ook als je je Pi als nas wilt inzetten, profiteer je van de snelheidsverbeteringen met het nieuwste model. Het is een knap staaltje engineering dat dit alles (voor de versie met 1 GB ram) nog altijd tegen dezelfde prijs van zeven jaar geleden verkocht wordt.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

▼ Volgende artikel
Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android
Huis

Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar ook Android heeft – net als Windows – een klembord. Daarmee kun je gemakkelijk tekst kopiëren van de ene app naar de andere. Maar hoe open je dat klembord eigenlijk? En waar vind je wat erop staat? Je leest het in dit artikel!

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit hoe kopiëren en plakken in Android precies werkt. Dat geldt voor zowel Android-smartphones en Android-tablets.

  • Zo werkt kopiëren, knippen en plakken
  • Knippen en plakken vanuit toetsenbord
  • Verbeteringen dankzij Android 13

Wil je meer weten over de veiligheid van Android? Lees dan het artikel Alles wat je moet weten over Android-beveiliging

Tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken: het is een van de basisfuncties van elk besturingssysteem. Ook Android ondersteunt dit natuurlijk. Je kunt iets kopiëren in de ene app en het vervolgens plakken in een andere. Maar het Android-klembord kan meer dan alleen dat. Alles wat je kopieert, wordt daar namelijk tijdelijk opgeslagen. Handig als je per ongeluk iets hebt weggehaald, iets wilt terugvinden of gewoon even wilt kijken wat je allemaal hebt gekopieerd.

Let wel: hoe je precies bij het klembord komt, hangt af van je toestel en de Android-versie die je gebruikt. Zo hebben merken als Samsung en LG hun eigen klembordfunctie ingebouwd. Andere toestellen vereisen meestal een specifieke toetsenbord-app om het klembord te kunnen openen. In dit artikel leggen we je uit hoe je dat doet met zo’n toetsenbord-app.

Klembord binnen toetsenbord-apps

Om toegang te krijgen tot het klembord, heb je een toetsenbord-app nodig die die functie ondersteunt. Populaire keuzes zijn Gboard van Google en SwiftKey van Microsoft. Beide bieden vergelijkbare klembordfuncties, dus je kunt zelf kiezen welke je het prettigst vindt. Download en installeer de app, en stel deze daarna in als je standaard toetsenbord.

©PXimport

Met een ander toetsenbord in Android heb je meer mogelijkheden.

Dat instellen doe je via het instellingenmenu van je Android-telefoon. Gebruik het zoekveld bovenin het scherm en typ 'toetsenbord'. Je krijgt dan een lijst met resultaten. Kies de optie waarmee je het standaard toetsenbord kunt wijzigen en tik daarop.

Kies vervolgens de toetsenbord-app die je net hebt geïnstalleerd, zoals Gboard of SwiftKey. Let op: de vormgeving van de instellingen kan per toestel verschillen. Gebruik je liever een andere toetsenbord-app met klembordfunctie? Geen probleem – zolang je maar de juiste app selecteert bij het instellen.

Tekst kopiëren en plakken

Het klembord werkt meestal alleen met tekst. Wil je iets kopiëren naar een andere app? Selecteer dan een stuk tekst en kopieer het. Open bijvoorbeeld WhatsApp, ga naar een chat en houd het tekstveld even ingedrukt om de tekst direct te plakken. Soms zie je ook een klembordsymbooltje verschijnen, net boven het toetsenbord en onder het tekstveld. Tik daarop om het volledige klembord te openen.

Zie je dat symbooltje niet meteen? Dan krijg je waarschijnlijk eerst de suggestie om alleen de laatst gekopieerde tekst te plakken. Tik in dat geval op het witte rondje met het pijltje naar rechts – zo krijg je alle opties te zien.

Onder het kopje Recent zie je een lijstje met wat je als laatste hebt gekopieerd. Tik op een item om het direct in het tekstveld te plakken. Let wel: deze lijst wordt na een tijdje automatisch geleegd. Gebruik je vaak dezelfde tekst? Dan kun je die vastpinnen, zodat hij bewaard blijft. Zowel Gboard als SwiftKey ondersteunen deze functie: houd het item ingedrukt en kies voor Vastpinnen.

Klembord sinds Android 13

Sinds Android 13 is het klembord flink verbeterd. De basis is nog steeds hetzelfde: je kopieert tekst of een afbeelding in de ene app en plakt die in een andere. Maar de manier waarop je het klembord gebruikt, is een stuk handiger en overzichtelijker geworden. Dat maakt het werken met meerdere fragmenten tegelijk een stuk efficiënter.

Een van de grootste vernieuwingen is dat je nu meerdere items kunt bewaren – zowel tekst als afbeeldingen. Alles wat je kopieert, verschijnt in een nieuw klembordpaneel. Je opent dat paneel via het meldingscentrum of door een tekstveld lang ingedrukt te houden. Daar kun je door je gekopieerde items bladeren, kiezen wat je wilt plakken, en dingen die je niet meer nodig hebt, direct verwijderen. Je kunt zelfs een tekstfragment nog aanpassen voordat je het plakt.

Het klembordpaneel dat in Android 13 zijn intrede heeft gemaakt.

Met de komst van Android 13 werden er ook meteen een aantal nieuwe privacyfuncties voor het klembord geïntroduceerd. In eerdere versies konden apps op de achtergrond soms ongemerkt meelezen wat je had gekopieerd – met alle risico’s van dien. Nu heb je als gebruiker veel meer controle. Zo is er een nieuwe toestemmingsvraag voor klembordtoegang én krijg je een melding als een app probeert mee te kijken. Een stuk veiliger dus.