ID.nl logo
Eigen VPN-server maken met OpenVPN en Unraid
© Reshift Digital
Huis

Eigen VPN-server maken met OpenVPN en Unraid

Een thuisserver is meer dan een plek om bestanden te bewaren: je kunt hem ook gebruiken als je een eigen vpn-server draaien wilt. Dat dit allerlei voordelen heeft en hoe je het opzet met behulp van OpenVPN en Unraid, vertellen we hier.

Het is het beste wat je met een vpn kunt bereiken: niet alleen wordt je openbare wifi beveiligd, het loopt ook nog eens via jouw eigen server. Je weet dus zeker dat er niemand je data probeert te vergaren. En dan hoef je ook nog eens geen extra kosten te betalen. Zit je in het buitenland, dan kun je via de vpn ook naar alle regiogebonden streamingdiensten kijken, zoals NPO Start of de apps van je televisieprovider.

Voor fervente Unraid-gebruikers brengt de vpn nog een voordeel mee: je kunt hem gebruiken om bij je lokale Unraid-web-apps te kunnen, zonder dat je al te veel van je beveiliging hoeft te riskeren. Zodra je op je vpn-server inlogt, is het namelijk net alsof je thuis bent. En kun je dus ook gewoon de lokale ip-adressen van bijvoorbeeld je downloadsoftware of andere apps intikken om ze te bezoeken. Dat kan natuurlijk ook door de poorten hiervan open te stellen en ze rechtstreeks te bezoeken, maar het risico op een mogelijke cyberaanval via die opening is veel groter.

Voor onze vpn-server installeren we OpenVPN bovenop Unraid. Eerder schreven we hoe Unraid installeren op een thuisserver precies werkt. Doorloop dus eerst die stappen, voor je verder leest.

OpenVPN installeren op thuisserver

We gaan er nu vanuit dat je de vorige workshop hebt gevolgd om Unraid te installeren en het daaraan gekoppelde platform voor apps te downloaden. Druk op het tabblad bovenin Unraid op Apps en tik in het zoekveld OpenVPN Server. De installatie begint vrijwel direct zodra je erop klikt: wacht even tot alle teksten van het scherm zijn gerold en druk onderaan op Done zodra de knop verschijnt.

Onder het tabblad Settings is nu een nieuwe optie voor OpenVPN verschenen. Klik hier op en ga vervolgens naar Cert and Misc Settings. Sla de getoonde configuratie op en ga terug naar het hoofdscherm voor de OpenVPN-instellingen. Met de knop Install RSA Key Management Package kun je hier bijbehorende software downloaden en installeren. Ook dat gaat na een klik automatisch.

©PXimport

Vervolgens druk je op Generate the Server Certificates and Keys. Hiermee worden de codes gegenereerd waarmee je straks vanaf een telefoon op de vpn-server kunt inloggen. Onder Server config vind je de serverinstellingen, waar je het adres bij OpenVPN server IP moet aanpassen naar je externe ip-adres. Dit adres vind je door een site zoals whatsmyip.org te bezoeken, maar mogelijk verandert je externe adres van tijd tot tijd. Dat is op te lossen door de dns-software DuckDNS te installeren.

DuckDNS koppelt je immer veranderende ip-adres aan een domeinnaam, zodat je daar altijd naar kunt verwijzen in de instellingen en als je met de vpn probeert te verbinden. Ga naar duckdns.org en maak een account waarbij je ook een subdomeinnaam kiest. Schrijf dit subdomein en de token-code op die op de site worden getoond. Ga vervolgens terug naar Unraid, druk op Apps en zoek naar DuckDNS. Vlak voor het deze installeert, krijg je de optie om je token en subdomein in te vullen.

Na de installatie zal https://jouwsubdomein.duckdns.org altijd naar je ip-adres verwijzen. Vul dit adres in bij de instelling Dynamic DNS bij de serverconfiguratie van OpenVPN. Het veld met het ip-adres laat je zoals het is. Bij de optie Clients kun je nu een gebruikersaccount aanmaken om mee in te loggen op de server. Vul een gebruikersnaam in en druk op Add Client.

©PXimport

Laatste stappen

Nog één stap te gaan voor je alles kunt opstarten. Duik in de instellingen van je router en pas de poorten aan van je thuisserver. Zet de udp-poort 1194 open, zodat je buiten je netwerk met OpenVPN kunt verbinden. Hoe je dit doet, hangt af van je router. Kom je er niet uit? Op portforward.com staat een uitleg voor nagenoeg iedere populaire router. Ga na het openen van de poort terug naar het hoofdscherm van OpenVPN en druk op Start OpenVPN Server zodat alles gaat werken.

Onder de optie Download client’s file staan nu twee bestandjes gelinkt. Download degene die eindigt met .ovpn en stuur hem naar het apparaat dat met de vpn moet verbinden. Installeer hierop de OpenVPN Client, op iOS en Android staat die in de respectievelijke appwinkels. Vervolgens hoef je alleen nog maar dit bestandje in te laden in de app in kwestie en je wordt meteen op de vpn ingelogd.

Het bestandje dat je net hebt ingeladen is feitelijk je inloginformatie. Hierin staat niet alleen je gebruikersnaam, maar ook een complex wachtwoord dat OpenVPN net heeft gegenereerd. Wees hier dus voorzichtig mee, want kwaadwillenden kunnen deze gebruiken om op je netwerk binnen te komen. Zet hem op een veilige plek, zoals in je eigen cloudserver die tevens op je thuisserver draait. Dan kun je er altijd vrij makkelijk bij. Je eigen VPN is nu helemaal klaar voor gebruik!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.