ID.nl logo
Server beveiligen doe je optimaal met deze tips
© PXimport
Huis

Server beveiligen doe je optimaal met deze tips

Serverbeveiliging is allerminst een statisch gegeven en daarom bepalen we in dit artikel een security-strategie. Het begrip server definiëren we vrij ruim: elk apparaat waarop services actief zijn en dus door clients benaderbaar. Je server beveiligen doe je als volgt.

De basis van je beveiliging wordt al tijdens de eerste serversetup gelegd (vooral als je het begrip ‘server’ toch in de nauwe zin interpreteert), maar ook na de installatie en configuratie moet je voortdurend je server(verkeer) monitoren en beveiligingsmaatregelen optimaliseren.

Elke degelijke beveiligingsstrategie omvat meerdere lagen. Niet alleen zijn er verschillende aspecten waarmee je rekening moet houden, de manier waarop je het ene onderdeel configureert of beveiligt kan bovendien een impact hebben op het andere: van het besturingssysteem via services en applicaties tot gebruikers- en netwerkbeheer.

Op deze pagina gaan we voorbij aan de voor de hand liggende veiligheidsaspecten en gaan we ervan uit dat je:

- Je fysieke servers afdoende afgeschermd hebt tegen ongeautoriseerde toegang;

- Dat je regelmatig zorgt voor updates van firmware, besturingssysteem, drivers en applicaties;

- Dat er – voor zover mogelijk – up-to-date antimalware-software draait;

- En dat je gebruikers bewust maakt van de risico’s.

We gaan er tevens van uit dat je in een robuuste serververbinding voorziet via ssh-verbindingen, bij voorkeur met sleutelverificatie.

Draai alleen wat je nodig hebt

Het liefst draaien er op je systeem alleen applicaties of pakketten die strikt nodig zijn voor de beoogde service(s), zoals php, MongoDB en ngix of .NET framework en IIS. Services (ofwel ‘serverrollen’ in de Microsoft-terminologie) en applicaties die overtollig zijn, verwijder je voor zover mogelijk, zodat automatisch ook de server-footprint en daarmee het aanvalsvlak verkleint.

In Linux doe je dat bij voorkeur via het pakketbeheersysteem van je distributies, zoals yum of dnf (in bijvoorbeeld CentOS, Fedora en Redhat) en apt (in bijvoorbeeld Debian en Ubuntu). In Windows kan dat onder meer vanuit het Configuratiescherm, hoewel er ook externe tools zijn die installaties automatisch kunnen monitoren om ze naderhand grondiger te kunnen verwijderen (zoals Iobit Uninstaller). 

©PXimport

Of je controleert zelf bestands- en registerwijzigingen tijdens een installatie, bijvoorbeeld met Process Monitor. Dat geeft je tegelijk een nuttige inkijk in de systeemaanpassingen die een nieuwe applicatie of service zoal doorvoert.

Wat Windows betreft ga je best ook na welke achtergrondservices zoal actief zijn: druk op Windows-toets+R en voer services.msc uit. Let hierbij goed op de afhankelijkheden (je vindt die via de eigenschappen van een service) en schakel nooit zomaar wat services uit.

Server hardening

Het uitschakelen van overtollige componenten en toegangsmachtigingen vormen een belangrijk onderdeel van wat ‘server hardening’ genoemd wordt. Dat is automatisch makkelijker voor elkaar te krijgen wanneer je het aantal serverrollen per server zoveel mogelijk beperkt. Een webserver bijvoorbeeld hoort eigenlijk niet thuis op een machine waarop je ook een databaseserver draait, vooral omdat beide servers verschillende beveiligingsniveaus vereisen. Dat hebben inmiddels al veel internetbedrijven ontdekt waarvan de gebruikersdatabase werd gehackt, zoals de webshop Allekabels.nl medio april 2021. 

Test via www.haveibeenpwned.com vooral of jouw eigen e-mailadres weleens buit gemaakt is bij zo’n hack. Een webserver hoort namelijk per definitie zichtbaar te zijn op internet, terwijl een database normaliter alleen bereikbaar hoeft te zijn voor een webserver of een andere applicatieserver. Eén primaire functie per server is trouwens al lang een officiële vereiste volgens PCI-DSS 2.2.1, een richtlijn in de creditcardindustrie.

Met een fysiek systeem voor elke service lijkt systeemsegmentering een dure grap te worden, maar je kunt ook elke server in een eigen virtuele machine onderbrengen. Dat kan via onder meer via hosted systeemvirtualisatie, waarbij de virtuele machine als een virtueel gastsysteem binnen het host-besturingssysteem draait (bijvoorbeeld met het gratis VirtualBox). 

Maar een baremetal-hypervisor, rechtstreeks op de kale pc geïnstalleerd, tussen de hardware en het besturingssysteem, is robuuster en krachtiger. Gratis is bijvoorbeeld VMware vSphere Hypervisor (ESXI-architectuur). Beschik je over Windows 10 Pro of hoger, dan kun je Hyper-V activeren, bijvoorbeeld door Windows PowerShell als administrator op te starten en het volgende commando uit te voeren:

Enable-WindowsOptionalFeature -Online -FeatureName Microsoft-Hyper-V -All

Na een herstart start je de applicatie Hyper-V beheer op.

©PXimport

Firewall-instellingen

Voor zover mogelijk heb je op je host uiteraard ook een firewall draaien. Het liefst configureer je die volgens het principe van ‘least privilege’ en sta je uitsluitend noodzakelijke verbindingen toe. Gebruik liever niet een firewallregel als deze (die elke bron toegang geeft tot je MySQL-database):

permit tcp any db-server 3306

Maar gebruik bij voorkeur onderstaande regel, zodat alleen een specifiek ip-adres toegang krijgt:

permit tcp <ip-adres> db-server 3306

Draait je server op Windows en gebruik je de ingebouwde firewall (die op zich prima is), weet dan dat je die zowel vanaf de Opdrachtprompt (netsh advfirewall firewall) als vanuit een grafische interface kunt aansturen (druk op Windows-toets+R en voer wf.msc uit). Of je gebruikt een externe en gratis beheertool in als Malwarebytes Windows Firewall Control.

Zo’n applicatiefirewall op de host zelf is absoluut raadzaam, maar nog veiliger is wanneer je een aanvullende perimeterfirewall gebruikt die aan de rand van je (thuis)netwerk werkt.

Je eigen router heeft vast enkele basale firewallfuncties ingebouwd, maar eventueel kun je alternatieve routerfirmware zoals OpenWrt of DD-WRT overwegen, die over meer flexibele firewallfuncties beschikken. Of je installeert je eigen security-appliance met een gratis tool als OPNsense (Community Edition) of Sophos XG Firewall Home Edition.

Vind je deze configuraties te complex, dan kun je ook de aanschaf van een hardware-appliance overwegen. Die zijn vaak stevig geprijsd (met abonnementen), maar er zijn ook betaalbare alternatieven zoals de Turris Shield. Deze registreert netwerkaanvallen en vult de bijbehorende ip-adressen continu aan in een blacklist (circa 99 euro).

©PXimport

Poortbeheer

Op Linux kun je je firewall (iptables) nog op een andere manier aanvullen: met behulp van de kernel-security-module SELinux (Security-Enhanced Linux). Deze firewall is standaard op CentOS- en Fedora-aanwezig, maar je kunt hem ook zelf installeren met het commando:

apt-get install selinux

Deze module beheert poorttoegang van applicaties, wat inhoudt dat wanneer je bijvoorbeeld de ssh-poort wijzigt, je die poort ook in SELinux voor je ssh-service moet openstellen. Je controleert de status met het commando sestatus. Indien actief, lees je achter de aanduiding SELinux status de tekst enabled af. Inschakelen doe je tijdelijk met:

setenforce enforcing

Of je gebruikt het onderstaande commando, in welk geval je wel waarschuwingen krijgt, maar geen blokkeringen:

setenforce permissive

Om SELinux permanent in te schakelen, geef je het commando:

sudo sed -i 's/SELINUX=.*/SELINUX=enforcing/' /etc/selinux/config

Via deze site kun je beleidsconfiguraties voor SELinux downloaden, voor diverse Linux-distributies.

Je doet er hoe dan ook goed aan de toegang tot poorten, vooral van buitenaf, geregeld te controleren. Een snelle poortcontrole voor één poort voer je uit via www.grc.com/x/portprobe=<poortnummer> of je laat in één keer alle poorten tussen 0 en 1055 scannen via ShieldsUP! 

Surf hiervoor naar de site van ShieldsUP, druk op Proceed en op All Service Ports. Een groen blokje betekent een stealth-poort, blauw is gesloten en rood is open. Stealth is nog iets veiliger dan gesloten, omdat die poort dan helemaal niet op binnenkomende datapakketten reageert. Let onder meer op poorten 22 (ssh) en telnet (23), aangezien hackers die graag in het vizier nemen.

©PXimport

In de afbeelding hierboven zie je dat poort 81 tijdens onze tests openstond. Dat kwam doordat we in onze router een portforwarding-regel hadden gedefinieerd die alle verkeer voor poort 81 naar een ip-camera doorstuurde. Nu is portforwarding nooit de veiligste oplossing, maar al helemaal niet als je er geen ip-filtering op toepast, zodat alleen bekende ip-adressen toegang krijgen. Een veel robuustere oplossing is via VPN (zoals OpenVPN), maar dit valt buiten de context van dit artikel.

Een snelle poortscan van buitenaf met een tool als ShieldsUP! is zeker zinvol, maar er zijn nog grondigere manieren om te testen hoe solide het poortbeheer van je router is. Dat kan bijvoorbeeld door (tijdelijk) de wan-poort van een tweede router aan een lan-poort van je buitenste router te koppelen. Vervolgens koppel je een pc aan die buitenste router en scan je de wan-zijde van de binnenste router met behulp van een securityscanner als het multiplatform Nmap, eventueel via de grafische interface Zenmap

Hiermee kun je grondig alle 65536 tcp- en udp-poorten testen. Overigens kun je ook de lan-kant van de router testen (die heeft wellicht een poort open staan voor lokaal beheer). Een volledige scan uitvoeren van een compleet subnet kan bijvoorbeeld met het commando:

nmap -sS -sU -T4 -A -v 192.168.0.0.24

©PXimport

Kwetsbaarheidsscanners

Hoewel Nmap ook als kwetsbaarheidsscanner kan fungeren dankzij de ingebouwde NSE (Nmap Scripting Engine) zijn er nog diverse andere securityscanners en je doet er goed aan ook zulke scans af en toe uit te voeren.

De Linux-distributie speciaal om penetratietests mee uit te voeren, Kali Linux, bevat de rubriek Vulnerability Analysis met onder meer de scanner Nikto, die je met een eenvoudig commando kunt uitvoeren:

nikto -h <ip-adres_of_hostnaam>

En als je toch een ‘pentester’ als Kali hebt geïnstalleerd, laat zeker niet na ook andere tools uit deze distributie op je servers los te laten.

Een andere scanner voor Linux is OpenVAS (Opensource Vulnerability Assessment System). De eerste setup voer je uit met de opdracht openvas-setup, waarna duizenden NVT’s (Network Vulnerability Test) worden opgehaald.

Nog een andere degelijke kwetsbaarheidsscanner is Nessus, de Essentials-versie is na registratie gratis voor het scannen van maximaal 16 ip-adressen. De tool, die ook de WinPcap-driver installeert, werkt aan de hand van duizenden plug-ins die elk naar een ander potentieel veiligheidslek speuren.

Via de webinterface (standaard op https://localhost:8834) roep je Nessus op en na een succesvolle registratie worden de plug-ins gedownload, een proces dat best lang kan duren. De bediening is bedrieglijk eenvoudig. Je geeft het gewenste scanbereik aan evenals de gewenste plug-ins (een selectie die je trouwens in een scanprofiel kunt bewaren. De kunst is de plug-ins doordacht te selecteren, aangezien een scan erg intensief kan zijn, vooral omdat Nessus een potentiële kwetsbaarheid daadwerkelijk tracht te exploiteren. Na afloop krijg je een uitgebreid scanrapport.

©PXimport

Router-instellingen

De router is al enkele keren ter sprake gekomen, wat niet vreemd is waar het de gateway van en naar je netwerk en servers is. Er noemen als eerste toch wat voor de hand liggende beveiligingsmaatregelen:

- controleer regelmatig op firmware-updates;

- gebruik een eigen en stevig wachtwoord;

- stel wifi in met WPA2 (of WPA3) en AES;

- schakel remote beheer, WPS en bij voorkeur ook uPnP uit (zeker aan de wan-zijde).

Zoals eerder vermeld vermijd je ook het gebruik van portforwarding, tenzij eventueel in combinatie met een strikte ip-filtering. Verder stel je de router zo in dat die niet op wan-pings reageert. De betere routers bieden tevens bescherming tegen diverse aanvallen, zoals DoS- en SYN Flood-aanvallen.

Het is wellicht ook beter om niet de standaard dns-servers van je internetprovider te gebruiken, maar servers die iets meer veiligheid bieden, zoals ondersteuning van DNSSEC en door het blokkeren van hostnamen op een actuele backlist. Degelijke alternatieven zijn Quad 9 (9.9.9.9 en 149.112.112.112) en Cloudflare (1.1.1.1 en 1.0.0.1). Via www.routersecurity.org/testdns.php vind je (online) tools om na te gaan welke dns-servers daadwerkelijk gebruikt worden.

Gebruik je de standaardrouter van je internetprovider, overweeg die te vervangen door een andere router of je plaatst er een tweede router achter. Zoals eerder vermeld, is het wellicht ook mogelijk de standaard routerfirmware door alternatieven als OpenWrt of DD-WRT te vervangen, aangezien die meer (beveiligings)functies bevatten. Sommige fabrikanten (zoals Linksys) voorzien sommige routers zelfs standaard van zulke firmware.

Netwerkisolatie

We raden je tevens aan je (thuis)netwerk te segmenteren, en wel zo dat het subnet met je servers of IoT-apparaten niet zomaar toegang krijgt tot het andere subnet waaraan je andere netwerkapparaten zijn gekoppeld (zoals pc’s en mobiele apparaten). Er bestaan verschillende mogelijkheden voor netwerkisolatie, maar die zijn niet allemaal even veilig. We gaan er hier niet van uit dat je netwerkapparatuur VLAN’s ondersteunt en dus kijken we naar alternatieven.

De eenvoudigste manier is door een gastnetwerk te creëren, een functie die je bij de meeste (thuis)routers aantreft. Schakel bij voorkeur de volgende opties uit:

- Allow guests to acces my local network;

- Allow guests to see each other;

- Access Intranet;

- Enable routing between zones.

En schakel de volgende opties juist in:

- Wireless client isolation;

- Internet Access only.

©PXimport

Een betere oplossing, die wel wat lastiger te configureren is, is het inzetten van een tweede of zelfs een derde router (vaak los je hiermee ook het probleem van een ondermaatse wifi-verbinding op als de router in de meterkast staat).

In een scenario met één extra router verbind je de secundaire, binnenste router via de wan-poort met een lan-poort op je primaire router. Stel het wan-verbindingstype van je secundaire router in op automatische configuratie via DHCP, zodat het wan-ip-adres door de DHCP-server van de primaire router wordt toegekend. Wat de lan-instellingen op je secundaire router betreft, gebruik je een ander ip-segment dan dat van je primaire router. Ook op deze router activeer je de DHCP-server.

Pc’s en mobiele apparaten koppel je aan je secundaire router, terwijl je servers en IoT-apparaten met je primaire router verbindt.

Drie routers

Je zult merken dat de apparaten van je buitenste subnet de toestellen van het binnenste niet zomaar kunnen benaderen, maar het omgekeerde kan nog steeds. Geef je de voorkeur aan twee volledig gescheiden subnetten, dan heb je nog een derde router nodig. Hierbij vertak je de primaire router via de lan-poorten rechtstreeks naar de andere twee routers, een zogenoemde Y-opstelling. Daar kijken we tenslotte nog even naar.

Voor het eerste binnenste subnet ga je op dezelfde manier te werk als bij de tweevoudige routeropzet, zodat het wan-ip-adres van de tweede router door de DHCP-service van de eerste router wordt toebedeeld. Ook de derde router configureer je zo, waarbij je er wel voor zorgt dat het lan-ip-adres weer in een ander subnet terechtkomt. Je servers en IoT-apparaten breng je in één van beide subnetten onder (die kun je wellicht van vaste ip-adressen voorzien zodat je hier de DHCP-service kunt uitschakelen).

Wil je servers absoluut via portforwarding van buitenaf bereikbaar maken, dan zul je merken dat dit met deze constructie niet zonder meer gaat. In dat geval moet je een dubbele portfowarding instellen: eerst op je primaire router naar het wan-ip-adres van je andere router en vervolgens op deze router naar je eigenlijke server.

Om dat te vermijden kun je eventueel de DMZ-functie in je primaire router inschakelen, waar je vervolgens alleen het wan-ip-adres van de andere router invult. In dit geval moet je alleen nog portforwarding-regels instellen op deze laatste router. Deze opzet is wel iets minder veilig en kunnen we dus niet van harte aanbevelen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast
© Lightfield Studios - stock.adobe.com
Huis

Broodroosters anno nu: veel meer dan een paar sneetjes toast

Of je nu trek hebt in toast met avocado en een gepocheerd eitje of in een klassieke tosti met ham en kaas: met het moderne broodrooster kan het allemaal. Benieuwd wat broodroosters anno nu zo bijzonder maakt? We vertellen je er alles over.

In het kort: Moderne broodroosters zijn echte alleskunners: naast het roosteren van brood gebruik je ze ook voor het maken van tosti's, het opwarmen van croissants en het ontdooien van bevroren brood. En ze kunnen vaak nog veel meer dan dat. In dit artikel lees je wat moderne broodroosters allemaal kunnen en in welk opzicht ze verschillen van de meer traditionele modellen.

Lees ook: 🥪 Gezonde tosti's om de hele middag op door te gaan

'Ouderwetse' broodroosters doen precies wat ze moeten doen. Je doet er één of twee sneetjes brood in, wacht een paar minuten en plop: daar heb je je perfect gebruinde en knapperige toast. Deze modellen zijn dankzij hun eenvoudige werking nog altijd bij veel mensen in trek, maar er er is ook steeds meer vraag naar modellen die meer kunnen dan alleen brood roosteren. Van het maken van tosti's tot het roosteren van bagels en croissants: met de nieuwste modellen heb je je tosti-ijzer of oven haast niet meer nodig! Veel modellen zijn daarnaast voorzien van allerlei handige extra's, zoals een ontdooifunctie en speciale sleuven voor extra groot of klein brood. En dan hebben we het nog niet eens over de vele bruiningsstanden op moderne broodroosters.

Bruiningsstanden 

Traditionele broodroosters zitten vaak lekker simpel in elkaar, met een draaiknop die je keuze biedt uit drie tot hoogstens vijf standen. Maar het beperkte aantal opties op deze modellen heeft wel als nadeel dat je niet altijd evenveel controle hebt over hoe bruin je sneetjes brood worden. Moderne broodroosters beschikken vaak over veel meer bruiningsstanden, gemiddeld tussen de zes en negen. De lagere standen zijn ideaal voor het licht roosteren van dun of oud brood, terwijl de hogere standen perfect zijn om brood donkerbruin te krijgen of om zwaarder brood zoals volkoren of roggebrood te roosteren. Sommige modellen hebben zelfs slimme sensoren die de dikte van het brood detecteren en op basis daarvan de roostertijd aanpassen. Handig! 

Ontdooifunctie

Brood ontdooien kan best een gedoe zijn. Op het aanrecht duurt het lang, voor gelijkmatig ontdooien in de oven moet je maar net de juiste instellingen weten en in de magnetron wordt bevroren brood snel slap. In een broodrooster met ontdooifunctie wordt het een stuk eenvoudiger. Het enige wat je hoeft te doen, is de bevroren sneetjes brood in het rooster te plaatsen en de ontdooistand te selecteren. Het broodrooster past vervolgens automatisch de tijd en temperatuur aan, zodat je brood gelijkmatig ontdooit zonder dat het verbrandt. Deze functie werkt ook goed voor bevroren croissants of andere kleine broodjes.

©Goffkein - stock.adobe.com

Hoeveelheid sleuven

Voor grotere gezinnen is een broodrooster met maar twee sleuven niet altijd handig. Zeker als jullie gezellig samen aan tafel willen eten, is het niet ideaal om steeds op je beurt te moeten wachten. Gelukkig zijn broodroosters er tegenwoordig in allerlei soorten en maten, met bijvoorbeeld ruimte voor vier sneetjes brood of speciale sleuven voor extra lang brood (denk aan zuurdesem of stokbrood) of breed brood (zelf gesneden brood of croissants en bagels). Sommige modellen beschikken over sleuven met liftfunctie voor kleine sneetjes brood, zodat je je handen niet hoeft te branden. Er zijn ook modellen met een enkele brede sleuf waarin je meerdere sneetjes brood naast elkaar plaatst. 

Extra functies

Naast de ontdooistand hebben moderne broodroosters vaak nog veel meer handige functies. Zoals een opwarmstand die brood alleen opwarmt zonder het te roosteren: handig voor overgebleven croissants of andere afgebakken broodjes. Of een sneltoastfunctie, die brood snel en efficiënt roostert als je haast hebt. Een warmhoudrooster komt mooi van pas als je veel sneetjes brood achter elkaar wilt roosteren: deze houdt je brood tot wel vijftien minuten warm. 

Ook voor tosti's en bagels hebben moderne broodroosters vaak speciale standen. De tosti-stand zorgt ervoor dat het brood langzaam wordt verhit zodat ondertussen de kaas kan smelten. Eventuele meegeleverde tostiklemmen voorkomen dat het een knoeiboel wordt in je broodrooster. De bagelstand is speciaal ontworpen om bagels perfect te roosteren, met een zachte buitenkant en een krokante binnenkant. 

©morkovkapiy - stock.adobe.com

Design

Als je ook de uitstraling van je broodrooster belangrijk vindt, bieden moderne broodroosters je meer dan genoeg keus. Broodroosters anno nu zijn namelijk allang niet meer alleen maar basic zwart of zilver. Steeds meer fabrikanten bieden modellen in stijlvolle kleuren, zoals zachtroze, mintgroen of lichtblauw. Of wat dacht je van een opvallend retromodel in felrood? Gerenommeerde merken als Russell Hobbs, KitchenAid en Smeg verkopen verschillende kwalitatieve broodroosters in een origineel design. Misschien geef je niks om design en ga je liever voor functionaliteit. In dat geval is een broodrooster met transparante zijkanten misschien wat voor jou: hiermee hou je tijdens het roosteren precies bij hoe bruin je sneetjes kleuren.

▼ Volgende artikel
Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*
© encierro - stock.adobe.com
Huis

Zo bespaar je flink met groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin*

Groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin kunnen een flinke besparing opleveren. Zeker als je kiest voor soorten die in de winkel duur zijn, weinig verzorging vragen en jaar na jaar opnieuw groeien. Je hoeft er geen groene vingers voor te hebben en ook geen grote tuin. In dit artikel lees je welke planten slim zijn om te kweken, hoe je begint en waar je op moet letten om zoveel mogelijk uit je oogst te halen.

* Of van je eigen balkon natuurlijk

In dit artikel lees je: • Waarom zelf kweken geld bespaartWelke groenten je makkelijk zelf kweekt, ook in pottenWelke fruitplanten jarenlang opbrengst gevenOf je beter kruiden kunt kopen of zelf zaaienWelke kruiden goed groeien in pottenWanneer je het beste kunt zaaien of plantenHoe je je oogst beschermt tegen slakken, rupsen en vogelsWaarom avocado's kweken in Nederland nauwelijks zin heeftHoe je eenvoudig begint, ook zonder moestuin

Lees ook: Ingemaakt! 4 manieren om zelf thuis voedsel te conserveren

Waarom zelf kweken loont

In de supermarkt kunnen verse bessen, kruiden en biologische groenten behoorlijk aantikken. Een klein bosje rozemarijn kost al snel meer dan een euro, terwijl een rozemarijnplantje je jarenlang voorziet als je 'm goed behandelt. Ook courgettes, cherrytomaatjes en paprika's zijn flink aan de prijs, terwijl je ze zelf makkelijk kweekt, zelfs in een pot.

Daarnaast scheelt het in verpakkingsmateriaal, voorkom je verspilling en smaakt alles verser dan vers. Zelfs op een balkon of klein terras kun je met een paar bakken al behoorlijk wat opbrengen.

Groenten: veel opbrengst, dus dat bespaart geld!

Voor deze groenten heb je weinig ruimte of moeite nodig, terwijl ze wel een goede opbrengst geven.

1. Courgette

Courgette groeit snel, vraagt weinig aandacht en geeft veel vruchten. Eén plant kan je wekenlang oogst opleveren. Toegegeven, in de zomermaanden zijn ze best betaalbaar in de winkel. Maar juist door de grote opbrengst kun je er makkelijk ook iemand anders blij mee maken en je kunt ze inmaken voor de winter.

  • Zaaien: april binnen, mei buiten

  • Zon: veel zon

  • Grond: luchtige, voedzame grond

  • Let op: geef genoeg water, vooral bij warm weer

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

2. Cherrytomaten

Perfect voor op het balkon. In pot of in de volle grond.

  • Zaaien: maart binnen, uitplanten in mei

  • Zon: volle zon, uit de wind

  • Grond: goed doorlatend en rijk aan voeding

  • Let op: bind ze op en haal regelmatig dieven (zijscheuten) weg

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

3. Prei

Prei is populair en veelzijdig. Je kunt het hele jaar door zaaien, afhankelijk van de soort (zomer- of winterprei).

  • Zaaien: februari tot juni

  • Zon: zon of halfschaduw

  • Grond: losse, voedzame grond

  • Let op: plant jonge prei diep, dat zorgt voor lange witte stelen

  • Oogsten: juli t/m september; regelmatig plukken stimuleert nieuwe groei

4. Paprika

Paprika's doen het goed in een pot op een zonnig balkon of in een kas. Ze vragen iets meer aandacht, maar zijn het waard.

  • Zaaien: februari binnen

  • Zon: veel zon, liefst beschut

  • Grond: voedselrijke potgrond

  • Let op: paprika's houden van warmte – een kas of warm hoekje helpt enorm

  • Oogsten: augustus t/m oktober; zodra paprika's volledig gekleurd zijn oogsten

5. Rucola

Korte groeicyclus, dus je kunt meerdere keren per seizoen zaaien.

  • Zaaien: maart tot september

  • Zon: liefst halfschaduw, anders wordt het snel bitter

  • Grond: normale tuingrond, niet te droog

  • Let op: jonge rucola is het lekkerst – wacht niet te lang met oogsten

  • Oogsten: mei tot oktober; al 4-6 weken na zaaien

©Brent Hofacker

Fruit: planten voor jarenlange opbrengst

Met fruitstruiken of -bomen leg je de basis voor een structurele besparing. Na het eerste jaar begint de oogst, en die wordt vaak elk jaar groter.

1. Blauwe bes

Duur in de winkel, maar als struik jarenlang opbrengst.

  • Planten: november tot maart

  • Zon: volle zon

  • Grond: zure grond (meng turf door de aarde)

  • Let op: geef bij droogte water met regenwater (geen kalkrijk kraanwater)

  • Oogsten: juli t/m september; vruchten regelmatig plukken als ze volledig blauw zijn

2. Framboos

Geeft snel oogst, kan ook in grote pot op balkon.

  • Planten: najaar of vroeg voorjaar

  • Zon: liefst veel zon

  • Grond: goed doorlatend, voedzaam

  • Let op: snoei oude takken na de oogst voor meer vruchtvorming

  • Oogsten: juni t/m oktober; afhankelijk van ras, pluk zodra rijp

3. Aardbeien

Makkelijk, ook in hangpotten.

  • Planten: maart of augustus

  • Zon: volle zon

  • Grond: luchtige aarde, niet te nat

  • Let op: verjong elk jaar door nieuwe stekken te planten

  • Oogsten: juni t/m september; direct oogsten zodra ze volledig rood zijn

4. Vijg (in pot)

Zelfs op een balkon kun je een vijgenboom houden.

  • Planten: voorjaar

  • Zon: volle zon, beschut plekje

  • Grond: voedzame, goed doorlatende grond

  • Let op: bescherm bij strenge vorst

  • Oogsten: augustus t/m oktober; vijgen oogsten als ze zacht en volledig gekleurd zijn

©Valery Sheiko | draw05 - stock.adobe.com

Kruiden: kopen of zaaien?


Kopen: sneller en makkelijker

Bij kruiden als rozemarijn, tijm, munt en bieslook is een plantje van het tuincentrum of zelfs de supermarkt vaak de handigste optie.

  • Je hebt direct een oogstbare plant

  • Je ziet meteen of de plant gezond is

  • Je bespaart tijd, want kiemen duurt bij sommige soorten weken

  • Vooral houtige kruiden (rozemarijn, tijm) groeien langzaam uit zaad

Belangrijk is wel dat je supermarktplantjes niet als wegwerpkruid gebruikt. Verpot ze in voedzame aarde, geef ze licht, en knip regelmatig bij. Zo gaan ze makkelijk maanden (soms jaren) mee.

Zaaien: zinvol bij snelle groeiers

Kruiden als basilicum, koriander, dille en peterselie kun je prima zaaien, vooral als je ze in grotere hoeveelheden gebruikt.

  • Goedkoop: één zakje zaad geeft veel planten

  • Leuk om te doen in de lente

  • Je kunt steeds nieuwe rondes opkweken

Maar ook hier geldt: zaaien vraagt aandacht. Je hebt een warme, lichte plek nodig en moet zorgen dat de kiemplantjes niet uitdrogen of omvallen.

Kruiden: altijd vers binnen handbereik

Verse kruiden zijn duur, terwijl een plantje vaak jarenlang meegaat. Deze soorten zijn eenvoudig in onderhoud en groeien goed in potten.

1. Rozemarijn

  • Zon: volle zon

  • Grond: droge, arme grond

  • Let op: geef weinig water, winterhard tot -10 °C, snoei regelmatig takjes om groei compact te houden

  • Oogsten: het hele jaar

2. Tijm

  • Zon: veel zon

  • Grond: doorlatend, kalkrijk

  • Let op: snoei regelmatig voor compacte groei, regelmatig toppen

  • Oogsten: hele jaar door

3. Munt

  • Zon: halfschaduw of zon

  • Grond: vochtig, niet te droog

  • Let op: woekert, dus altijd in pot houden

  • Oogsten: maart t/m november; jonge blaadjes smaken het beste

4. Bieslook

  • Zon: halfschaduw tot zon

  • Grond: voedzaam, vochtig

  • Let op: bloeit in zomer, maar dan kun je nog steeds de stengels oogsten

  • Oogsten: maart t/m oktober; knip regelmatig voor verse aanwas

©stockcreations

Wanneer zaaien of planten?

GewasBinnen zaaienBuiten zaaienPlantenOogsten vanaf
Courgetteaprilmeimeijuli–sept
Cherrytomaatmaartmeimeijuli–sept
Preifebruari–maartapril–juni-juli–dec
Paprikafebruari–maartmeimeijuli–sept
Rucola-maart–sept-april–okt
Blauwe bes--nov–maartjuli–aug
Framboos--okt–mrtjuni–aug
Aardbei--maart/augjuni–juli
Vijg--voorjaaraug–okt
Rozemarijn-maart–julimaart–meihet hele jaar
Tijm-maart–julimaart–meihet hele jaar
Munt-maart–julimaart–meihet hele jaar
Bieslook-maart–julimaart–meihet hele jaar
Basilicummaart–meimei–juli-juni–sept
Koriandermaart–aprilapril–juni-mei–aug
Dillemaart–aprilapril–juni-mei–aug
Peterseliefebruari–aprilmaart–juli-mei–okt

Wat te doen tegen slakken, rupsen en vogels?

Zodra het groen gaat groeien, ontdekken ook dieren je tuin. Met deze tips houd je de schade beperkt:

Slakken:

  • Leg koperen munten rond potten of bedden

  • Zet schuilplaatsen zoals omgekeerde bloempotten om ze weg te vangen

  • Kies planten die slakken minder lekker vinden (zoals rozemarijn of tijm)

  • Zet een schoteltje met bier neer

Rupsen:

  • Controleer planten regelmatig op eitjes (onder bladeren)

  • Plant afrikaantjes of dille tussen je groenten – die trekken natuurlijke vijanden aan

  • Gebruik fijnmazig net als je veel last hebt

Vogels:

  • Span vogelnetten over bessenstruiken

  • Hang oude cd's of glimmend lint op om ze af te schrikken

  • Zet een nep-roofvogel in de buurt van je fruit

©APISIT Wilaijit

Kun je zelf avocado's kweken? Hoewel avocado's duur zijn in de winkel, is het niet realistisch om ze zelf te kweken met het idee dat je er ooit van zult oogsten. Je kunt de pit laten kiemen – bijvoorbeeld in een glas water of direct in potgrond – en daar groeit met wat geduld een mooie plant uit. Maar een echte avocado-oogst? Die blijft in Nederland vrijwel altijd uit. De boom heeft jaren nodig om vrucht te dragen, meestal tussen de zeven en tien jaar, en stelt hoge eisen aan temperatuur en licht. Buiten overleeft hij onze winters niet. Zelfs in een kas is het lastig om genoeg warmte en luchtvochtigheid te bieden. Daarbij komt dat veel soorten alleen vruchten dragen als er een tweede, genetisch afwijkende boom in de buurt staat voor kruisbestuiving. Leuk dus als groene kamerplant, maar niet als serieuze manier om geld te besparen op avocado's.

Begin klein, groei vanzelf

Je hoeft niet meteen een hele moestuin aan te leggen. Begin met drie bakken op je balkon of een paar vaste planten in een zonnig hoekje. Kies soorten die je vaak gebruikt en die je veel geld schelen in de winkel. Na een eerste jaar weet je wat werkt en kun je stap voor stap uitbreiden.

 

Moestuinzaden?

Heel veel keus