ID.nl logo
Server beveiligen doe je optimaal met deze tips
© Reshift Digital
Huis

Server beveiligen doe je optimaal met deze tips

Serverbeveiliging is allerminst een statisch gegeven en daarom bepalen we in dit artikel een security-strategie. Het begrip server definiëren we vrij ruim: elk apparaat waarop services actief zijn en dus door clients benaderbaar. Je server beveiligen doe je als volgt.

De basis van je beveiliging wordt al tijdens de eerste serversetup gelegd (vooral als je het begrip ‘server’ toch in de nauwe zin interpreteert), maar ook na de installatie en configuratie moet je voortdurend je server(verkeer) monitoren en beveiligingsmaatregelen optimaliseren.

Elke degelijke beveiligingsstrategie omvat meerdere lagen. Niet alleen zijn er verschillende aspecten waarmee je rekening moet houden, de manier waarop je het ene onderdeel configureert of beveiligt kan bovendien een impact hebben op het andere: van het besturingssysteem via services en applicaties tot gebruikers- en netwerkbeheer.

Op deze pagina gaan we voorbij aan de voor de hand liggende veiligheidsaspecten en gaan we ervan uit dat je:

- Je fysieke servers afdoende afgeschermd hebt tegen ongeautoriseerde toegang;

- Dat je regelmatig zorgt voor updates van firmware, besturingssysteem, drivers en applicaties;

- Dat er – voor zover mogelijk – up-to-date antimalware-software draait;

- En dat je gebruikers bewust maakt van de risico’s.

We gaan er tevens van uit dat je in een robuuste serververbinding voorziet via ssh-verbindingen, bij voorkeur met sleutelverificatie.

Draai alleen wat je nodig hebt

Het liefst draaien er op je systeem alleen applicaties of pakketten die strikt nodig zijn voor de beoogde service(s), zoals php, MongoDB en ngix of .NET framework en IIS. Services (ofwel ‘serverrollen’ in de Microsoft-terminologie) en applicaties die overtollig zijn, verwijder je voor zover mogelijk, zodat automatisch ook de server-footprint en daarmee het aanvalsvlak verkleint.

In Linux doe je dat bij voorkeur via het pakketbeheersysteem van je distributies, zoals yum of dnf (in bijvoorbeeld CentOS, Fedora en Redhat) en apt (in bijvoorbeeld Debian en Ubuntu). In Windows kan dat onder meer vanuit het Configuratiescherm, hoewel er ook externe tools zijn die installaties automatisch kunnen monitoren om ze naderhand grondiger te kunnen verwijderen (zoals Iobit Uninstaller). 

©PXimport

Of je controleert zelf bestands- en registerwijzigingen tijdens een installatie, bijvoorbeeld met Process Monitor. Dat geeft je tegelijk een nuttige inkijk in de systeemaanpassingen die een nieuwe applicatie of service zoal doorvoert.

Wat Windows betreft ga je best ook na welke achtergrondservices zoal actief zijn: druk op Windows-toets+R en voer services.msc uit. Let hierbij goed op de afhankelijkheden (je vindt die via de eigenschappen van een service) en schakel nooit zomaar wat services uit.

Server hardening

Het uitschakelen van overtollige componenten en toegangsmachtigingen vormen een belangrijk onderdeel van wat ‘server hardening’ genoemd wordt. Dat is automatisch makkelijker voor elkaar te krijgen wanneer je het aantal serverrollen per server zoveel mogelijk beperkt. Een webserver bijvoorbeeld hoort eigenlijk niet thuis op een machine waarop je ook een databaseserver draait, vooral omdat beide servers verschillende beveiligingsniveaus vereisen. Dat hebben inmiddels al veel internetbedrijven ontdekt waarvan de gebruikersdatabase werd gehackt, zoals de webshop Allekabels.nl medio april 2021. 

Test via www.haveibeenpwned.com vooral of jouw eigen e-mailadres weleens buit gemaakt is bij zo’n hack. Een webserver hoort namelijk per definitie zichtbaar te zijn op internet, terwijl een database normaliter alleen bereikbaar hoeft te zijn voor een webserver of een andere applicatieserver. Eén primaire functie per server is trouwens al lang een officiële vereiste volgens PCI-DSS 2.2.1, een richtlijn in de creditcardindustrie.

Met een fysiek systeem voor elke service lijkt systeemsegmentering een dure grap te worden, maar je kunt ook elke server in een eigen virtuele machine onderbrengen. Dat kan via onder meer via hosted systeemvirtualisatie, waarbij de virtuele machine als een virtueel gastsysteem binnen het host-besturingssysteem draait (bijvoorbeeld met het gratis VirtualBox). 

Maar een baremetal-hypervisor, rechtstreeks op de kale pc geïnstalleerd, tussen de hardware en het besturingssysteem, is robuuster en krachtiger. Gratis is bijvoorbeeld VMware vSphere Hypervisor (ESXI-architectuur). Beschik je over Windows 10 Pro of hoger, dan kun je Hyper-V activeren, bijvoorbeeld door Windows PowerShell als administrator op te starten en het volgende commando uit te voeren:

Enable-WindowsOptionalFeature -Online -FeatureName Microsoft-Hyper-V -All

Na een herstart start je de applicatie Hyper-V beheer op.

©PXimport

Firewall-instellingen

Voor zover mogelijk heb je op je host uiteraard ook een firewall draaien. Het liefst configureer je die volgens het principe van ‘least privilege’ en sta je uitsluitend noodzakelijke verbindingen toe. Gebruik liever niet een firewallregel als deze (die elke bron toegang geeft tot je MySQL-database):

permit tcp any db-server 3306

Maar gebruik bij voorkeur onderstaande regel, zodat alleen een specifiek ip-adres toegang krijgt:

permit tcp <ip-adres> db-server 3306

Draait je server op Windows en gebruik je de ingebouwde firewall (die op zich prima is), weet dan dat je die zowel vanaf de Opdrachtprompt (netsh advfirewall firewall) als vanuit een grafische interface kunt aansturen (druk op Windows-toets+R en voer wf.msc uit). Of je gebruikt een externe en gratis beheertool in als Malwarebytes Windows Firewall Control.

Zo’n applicatiefirewall op de host zelf is absoluut raadzaam, maar nog veiliger is wanneer je een aanvullende perimeterfirewall gebruikt die aan de rand van je (thuis)netwerk werkt.

Je eigen router heeft vast enkele basale firewallfuncties ingebouwd, maar eventueel kun je alternatieve routerfirmware zoals OpenWrt of DD-WRT overwegen, die over meer flexibele firewallfuncties beschikken. Of je installeert je eigen security-appliance met een gratis tool als OPNsense (Community Edition) of Sophos XG Firewall Home Edition.

Vind je deze configuraties te complex, dan kun je ook de aanschaf van een hardware-appliance overwegen. Die zijn vaak stevig geprijsd (met abonnementen), maar er zijn ook betaalbare alternatieven zoals de Turris Shield. Deze registreert netwerkaanvallen en vult de bijbehorende ip-adressen continu aan in een blacklist (circa 99 euro).

©PXimport

Poortbeheer

Op Linux kun je je firewall (iptables) nog op een andere manier aanvullen: met behulp van de kernel-security-module SELinux (Security-Enhanced Linux). Deze firewall is standaard op CentOS- en Fedora-aanwezig, maar je kunt hem ook zelf installeren met het commando:

apt-get install selinux

Deze module beheert poorttoegang van applicaties, wat inhoudt dat wanneer je bijvoorbeeld de ssh-poort wijzigt, je die poort ook in SELinux voor je ssh-service moet openstellen. Je controleert de status met het commando sestatus. Indien actief, lees je achter de aanduiding SELinux status de tekst enabled af. Inschakelen doe je tijdelijk met:

setenforce enforcing

Of je gebruikt het onderstaande commando, in welk geval je wel waarschuwingen krijgt, maar geen blokkeringen:

setenforce permissive

Om SELinux permanent in te schakelen, geef je het commando:

sudo sed -i 's/SELINUX=.*/SELINUX=enforcing/' /etc/selinux/config

Via deze site kun je beleidsconfiguraties voor SELinux downloaden, voor diverse Linux-distributies.

Je doet er hoe dan ook goed aan de toegang tot poorten, vooral van buitenaf, geregeld te controleren. Een snelle poortcontrole voor één poort voer je uit via www.grc.com/x/portprobe=<poortnummer> of je laat in één keer alle poorten tussen 0 en 1055 scannen via ShieldsUP! 

Surf hiervoor naar de site van ShieldsUP, druk op Proceed en op All Service Ports. Een groen blokje betekent een stealth-poort, blauw is gesloten en rood is open. Stealth is nog iets veiliger dan gesloten, omdat die poort dan helemaal niet op binnenkomende datapakketten reageert. Let onder meer op poorten 22 (ssh) en telnet (23), aangezien hackers die graag in het vizier nemen.

©PXimport

In de afbeelding hierboven zie je dat poort 81 tijdens onze tests openstond. Dat kwam doordat we in onze router een portforwarding-regel hadden gedefinieerd die alle verkeer voor poort 81 naar een ip-camera doorstuurde. Nu is portforwarding nooit de veiligste oplossing, maar al helemaal niet als je er geen ip-filtering op toepast, zodat alleen bekende ip-adressen toegang krijgen. Een veel robuustere oplossing is via VPN (zoals OpenVPN), maar dit valt buiten de context van dit artikel.

Een snelle poortscan van buitenaf met een tool als ShieldsUP! is zeker zinvol, maar er zijn nog grondigere manieren om te testen hoe solide het poortbeheer van je router is. Dat kan bijvoorbeeld door (tijdelijk) de wan-poort van een tweede router aan een lan-poort van je buitenste router te koppelen. Vervolgens koppel je een pc aan die buitenste router en scan je de wan-zijde van de binnenste router met behulp van een securityscanner als het multiplatform Nmap, eventueel via de grafische interface Zenmap

Hiermee kun je grondig alle 65536 tcp- en udp-poorten testen. Overigens kun je ook de lan-kant van de router testen (die heeft wellicht een poort open staan voor lokaal beheer). Een volledige scan uitvoeren van een compleet subnet kan bijvoorbeeld met het commando:

nmap -sS -sU -T4 -A -v 192.168.0.0.24

©PXimport

Kwetsbaarheidsscanners

Hoewel Nmap ook als kwetsbaarheidsscanner kan fungeren dankzij de ingebouwde NSE (Nmap Scripting Engine) zijn er nog diverse andere securityscanners en je doet er goed aan ook zulke scans af en toe uit te voeren.

De Linux-distributie speciaal om penetratietests mee uit te voeren, Kali Linux, bevat de rubriek Vulnerability Analysis met onder meer de scanner Nikto, die je met een eenvoudig commando kunt uitvoeren:

nikto -h <ip-adres_of_hostnaam>

En als je toch een ‘pentester’ als Kali hebt geïnstalleerd, laat zeker niet na ook andere tools uit deze distributie op je servers los te laten.

Een andere scanner voor Linux is OpenVAS (Opensource Vulnerability Assessment System). De eerste setup voer je uit met de opdracht openvas-setup, waarna duizenden NVT’s (Network Vulnerability Test) worden opgehaald.

Nog een andere degelijke kwetsbaarheidsscanner is Nessus, de Essentials-versie is na registratie gratis voor het scannen van maximaal 16 ip-adressen. De tool, die ook de WinPcap-driver installeert, werkt aan de hand van duizenden plug-ins die elk naar een ander potentieel veiligheidslek speuren.

Via de webinterface (standaard op https://localhost:8834) roep je Nessus op en na een succesvolle registratie worden de plug-ins gedownload, een proces dat best lang kan duren. De bediening is bedrieglijk eenvoudig. Je geeft het gewenste scanbereik aan evenals de gewenste plug-ins (een selectie die je trouwens in een scanprofiel kunt bewaren. De kunst is de plug-ins doordacht te selecteren, aangezien een scan erg intensief kan zijn, vooral omdat Nessus een potentiële kwetsbaarheid daadwerkelijk tracht te exploiteren. Na afloop krijg je een uitgebreid scanrapport.

©PXimport

Router-instellingen

De router is al enkele keren ter sprake gekomen, wat niet vreemd is waar het de gateway van en naar je netwerk en servers is. Er noemen als eerste toch wat voor de hand liggende beveiligingsmaatregelen:

- controleer regelmatig op firmware-updates;

- gebruik een eigen en stevig wachtwoord;

- stel wifi in met WPA2 (of WPA3) en AES;

- schakel remote beheer, WPS en bij voorkeur ook uPnP uit (zeker aan de wan-zijde).

Zoals eerder vermeld vermijd je ook het gebruik van portforwarding, tenzij eventueel in combinatie met een strikte ip-filtering. Verder stel je de router zo in dat die niet op wan-pings reageert. De betere routers bieden tevens bescherming tegen diverse aanvallen, zoals DoS- en SYN Flood-aanvallen.

Het is wellicht ook beter om niet de standaard dns-servers van je internetprovider te gebruiken, maar servers die iets meer veiligheid bieden, zoals ondersteuning van DNSSEC en door het blokkeren van hostnamen op een actuele backlist. Degelijke alternatieven zijn Quad 9 (9.9.9.9 en 149.112.112.112) en Cloudflare (1.1.1.1 en 1.0.0.1). Via www.routersecurity.org/testdns.php vind je (online) tools om na te gaan welke dns-servers daadwerkelijk gebruikt worden.

Gebruik je de standaardrouter van je internetprovider, overweeg die te vervangen door een andere router of je plaatst er een tweede router achter. Zoals eerder vermeld, is het wellicht ook mogelijk de standaard routerfirmware door alternatieven als OpenWrt of DD-WRT te vervangen, aangezien die meer (beveiligings)functies bevatten. Sommige fabrikanten (zoals Linksys) voorzien sommige routers zelfs standaard van zulke firmware.

Netwerkisolatie

We raden je tevens aan je (thuis)netwerk te segmenteren, en wel zo dat het subnet met je servers of IoT-apparaten niet zomaar toegang krijgt tot het andere subnet waaraan je andere netwerkapparaten zijn gekoppeld (zoals pc’s en mobiele apparaten). Er bestaan verschillende mogelijkheden voor netwerkisolatie, maar die zijn niet allemaal even veilig. We gaan er hier niet van uit dat je netwerkapparatuur VLAN’s ondersteunt en dus kijken we naar alternatieven.

De eenvoudigste manier is door een gastnetwerk te creëren, een functie die je bij de meeste (thuis)routers aantreft. Schakel bij voorkeur de volgende opties uit:

- Allow guests to acces my local network;

- Allow guests to see each other;

- Access Intranet;

- Enable routing between zones.

En schakel de volgende opties juist in:

- Wireless client isolation;

- Internet Access only.

©PXimport

Een betere oplossing, die wel wat lastiger te configureren is, is het inzetten van een tweede of zelfs een derde router (vaak los je hiermee ook het probleem van een ondermaatse wifi-verbinding op als de router in de meterkast staat).

In een scenario met één extra router verbind je de secundaire, binnenste router via de wan-poort met een lan-poort op je primaire router. Stel het wan-verbindingstype van je secundaire router in op automatische configuratie via DHCP, zodat het wan-ip-adres door de DHCP-server van de primaire router wordt toegekend. Wat de lan-instellingen op je secundaire router betreft, gebruik je een ander ip-segment dan dat van je primaire router. Ook op deze router activeer je de DHCP-server.

Pc’s en mobiele apparaten koppel je aan je secundaire router, terwijl je servers en IoT-apparaten met je primaire router verbindt.

Drie routers

Je zult merken dat de apparaten van je buitenste subnet de toestellen van het binnenste niet zomaar kunnen benaderen, maar het omgekeerde kan nog steeds. Geef je de voorkeur aan twee volledig gescheiden subnetten, dan heb je nog een derde router nodig. Hierbij vertak je de primaire router via de lan-poorten rechtstreeks naar de andere twee routers, een zogenoemde Y-opstelling. Daar kijken we tenslotte nog even naar.

Voor het eerste binnenste subnet ga je op dezelfde manier te werk als bij de tweevoudige routeropzet, zodat het wan-ip-adres van de tweede router door de DHCP-service van de eerste router wordt toebedeeld. Ook de derde router configureer je zo, waarbij je er wel voor zorgt dat het lan-ip-adres weer in een ander subnet terechtkomt. Je servers en IoT-apparaten breng je in één van beide subnetten onder (die kun je wellicht van vaste ip-adressen voorzien zodat je hier de DHCP-service kunt uitschakelen).

Wil je servers absoluut via portforwarding van buitenaf bereikbaar maken, dan zul je merken dat dit met deze constructie niet zonder meer gaat. In dat geval moet je een dubbele portfowarding instellen: eerst op je primaire router naar het wan-ip-adres van je andere router en vervolgens op deze router naar je eigenlijke server.

Om dat te vermijden kun je eventueel de DMZ-functie in je primaire router inschakelen, waar je vervolgens alleen het wan-ip-adres van de andere router invult. In dit geval moet je alleen nog portforwarding-regels instellen op deze laatste router. Deze opzet is wel iets minder veilig en kunnen we dus niet van harte aanbevelen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: vijf 5.1-surroundsets voor minder dan 300 euro

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Met de feestdagen voor de deur kijken we dit keer naar 5.1-surroundsets voor de woonkamer. Want wat is er nou leuker om je favoriete film of serie te kijken met supergoed geluid? Of bij het gamen? Voor minder dan 300 euro welteverstaan.

Een 5.1 speakerset is een geluidssysteem dat is opgebouwd uit zes verschillende luidsprekers. Het cijfer 5 staat voor de satellietluidsprekers: een middenkanaal voor spraak, twee speakers voorin (links en rechts) en twee speakers die je achter je plaatst. De .1 verwijst naar de subwoofer, die specifiek de lage bastonen voor zijn rekening neemt. Doordat deze luidsprekers rondom de luisterpositie worden geplaatst, komt het geluid vanuit verschillende richtingen op je af. Dit creëert een ruimtelijk effect waardoor je bij het kijken van films en series of het spelen van games wordt omringd door geluid.

Logitech Z906

Deze set is ontworpen om meerdere audiobronnen tegelijkertijd te kunnen verwerken. Je sluit tot zes apparaten aan, zoals een televisie, gameconsole of computer, via de beschikbare digitale optische, digitale coaxiale of analoge ingangen. De set beschikt over een bedieningsconsole die je stapelt bij je apparatuur en een draadloze afstandsbediening voor bediening vanaf de bank. Het systeem levert een continu vermogen van 500 watt en is THX-gecertificeerd, wat betekent dat het voldoet aan specifieke prestatie-eisen voor bioscoopgeluid. De decodering ondersteunt Dolby Digital en DTS-soundtracks. Naast de subwoofer krijg je vier satellietluidsprekers en een middenkanaal die je flexibel kunt plaatsen.

RMS of uitgangsvermogen?

Bij het vergelijken van specificaties kom je vaak de termen RMS en totaal uitgangsvermogen tegen, en het is slim om vooral op die eerste te letten. RMS staat voor het continue vermogen en geeft eerlijk weer wat de speakers constant kunnen leveren zonder dat het geluid vervormt. Je kunt het zien als de basissnelheid die een hardloper een uur lang volhoudt, terwijl het totaal uitgangsvermogen of piekvermogen slechts een korte sprint van enkele seconden is. Fabrikanten zetten dat hogere piekvermogen vaak groot op de doos als marketingmiddel, maar als je wilt weten hoe krachtig de set echt is tijdens een hele film, concert, serie of game, geeft de RMS-waarde je het meest betrouwbare beeld.

Sony HT-S40R

Bij dit systeem worden de achterste luidsprekers aangestuurd door een draadloze versterker, waardoor er geen kabels van de soundbar voorin de kamer naar achteren hoeven te lopen. De soundbar zelf beschikt over drie kanalen en werkt samen met de subwoofer en de twee achterspeakers voor de 5.1-weergave. Het totale uitgangsvermogen bedraagt 600 watt. Voor de connectiviteit maak je gebruik van HDMI ARC, een optische ingang of een analoge aansluiting. Daarnaast is er Bluetooth 5.0 aanwezig voor het streamen van audio vanaf mobiele apparaten. De soundbar kan aan de muur worden bevestigd of voor de televisie worden geplaatst.

Trust GXT 658 Tytan

Dit geluidssysteem is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor games en in combinatie met een pc of gameconsole, waarbij de houten subwoofer het middelpunt vormt. De basweergave is gesynchroniseerd met geïntegreerde LED-verlichting die reageert op het ritme van het geluid. Het systeem schakelt automatisch naar een stand-by modus wanneer het niet in gebruik is. De set wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee je onder andere de bas en het volume regelt. De kabels voor de achterste luidsprekers hebben een lengte van 8 meter, wat plaatsing in grotere ruimtes mogelijk maakt zonder verlengsnoeren. Het piekvermogen ligt op 180 watt.

Hisense AX5100G

Dit audiosysteem ondersteunt Dolby Atmos-technologie voor een ruimtelijke geluidsweergave. De set bestaat uit een soundbar, een losse subwoofer en twee achterluidsprekers. Met een totaal vermogen van 340 watt worden de verschillende frequenties verdeeld over de speakers. Je hebt de beschikking over diverse equalizer-modi, waaronder instellingen voor nieuws, film en games. Aansluiten op de televisie gaat via HDMI eARC, maar er zijn ook opties voor USB en een optische kabel. De achterspeakers plaats je achter de luisterpositie om het surround-effect van de 5.1-opstelling te completeren.

Sony HT-S20R

Je installeert dit systeem met een soundbar, subwoofer en twee bedrade achterspeakers. De soundbar verzorgt de linker-, rechter- en middenkanalen, terwijl de externe subwoofer de lage tonen voor zijn rekening neemt. Het systeem heeft een totaal vermogen van 400 watt en ondersteunt Dolby Digital. Via de USB-poort speel je audiobestanden direct af van een geheugenstick. Voor de verbinding met de televisie gebruik je HDMI ARC, maar als je televisie dit niet ondersteunt, zijn er optische en analoge ingangen beschikbaar. De set beschikt over diverse geluidsmodi die je met een knop op de afstandsbediening selecteert.

▼ Volgende artikel
AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers
© AGON by AOC | KateStudio/Shutterstock
Huis

AOC lanceert betaalbare 420Hz-gamingmonitor voor competitieve spelers

AOC brengt met de Gaming 25G4KUR een monitor op de markt die volledig is afgestemd op competitieve gamers. Het 24,5-inch scherm haalt een verversingssnelheid tot 420 Hz en biedt snelle reactietijden, Adaptive-Sync en ergonomische instelmogelijkheden.

Supersnel beeld voor competitieve spelers

De AOC Gaming 25G4KUR (adviesprijs 259 euro) is bedoeld voor wie elke milliseconde telt. Dankzij een overklokte verversingssnelheid van 420 Hz (400 Hz standaard) en een responstijd tot 0,3 milliseconde reageert het scherm vrijwel direct op elke actie. Dat maakt hem geschikt voor snelle shooters, esports-toernooien en spelers die vloeiende bewegingen en minimale vertraging willen.

Het 24,5-inch formaat is populair onder professionele esports-spelers, omdat het speelveld overzichtelijk blijft zonder dat de ogen veel hoeven te bewegen. De Full HD-resolutie zorgt ervoor dat hoge framerates haalbaar zijn, zelfs met een middenklasse grafische kaart.

©AGON by AOC

Heldere kleuren en vloeiende beelden

De 25G4KUR gebruikt een Fast IPS-paneel met brede kijkhoeken en een kleurdekking van 121 procent sRGB. Het scherm is compatibel met NVIDIA G-SYNC. Adaptive-Sync, zorgt ervoor dat beelden vloeiend blijven zonder haperingen of tearing. DisplayHDR 400 biedt bovendien een iets hoger contrast en betere helderheid dan standaard SDR-monitoren.

Ontworpen voor urenlang gamen

AOC rust de monitor uit met functies die lange gamesessies comfortabeler moeten maken. De flicker-free achtergrondverlichting en blauwlichtreductie verminderen vermoeide ogen, terwijl de ergonomische standaard in hoogte verstelbaar is en kantel-, draai- en rotatiefuncties heeft. Via AOC's G-Menu-software kunnen spelers profielen aanmaken, instellingen aanpassen en de Low Input Lag-modus activeren.

MiniLED-monitor in januari

In januari 2026 brengt AOC nog een nieuw model uit: de Gaming U27G4XM. Deze 27-inch 4K-monitor gebruikt MiniLED-technologie met 1152 local dimming-zones en heeft een DisplayHDR 1000-certificering. Dankzij de hoge helderheid (1200 nits) en het diepe contrast biedt hij beeldkwaliteit die dicht in de buurt komt van OLED, maar zonder risico op inbranden. De U27G4XM krijgt een adviesprijs van 449 euro.