ID.nl logo
Thuisserver bouwen: Benodigdheden en tips
© PXimport
Huis

Thuisserver bouwen: Benodigdheden en tips

Met een thuisserver ben je niet langer afhankelijk van (betaalde) clouddiensten voor het bewaren van al je bestanden. Je houdt ze lekker in eigen beheer en kunt ze eenvoudig op al je apparaten benaderen. Wat heb je allemaal nodig als je eenthuisserver bouwen gaat?

Eigenlijk is een thuisserver niks meer dan een compacte computer die bijvoorbeeld verstopt staat op zolder of in de meterkast. Energiezuinige hardware zorgt dat hij de hele dag kan blijven aanstaan, zodat je vanaf je thuisnetwerk ermee kunt verbinden. Vervolgens kun je er van alles mee doen: gebruik hem als back-uplocatie voor je vakantiefoto’s, of om geripte blu-rays op te bewaren en af te spelen met bijvoorbeeld een Chromecast of Apple TV.

Een thuisserver heeft veel verschillende mogelijkheden:

  • Als downloadmachine: Waarom zou je bestanden downloaden op je pc of laptop, terwijl het ook rechtstreeks op je server kan? Dit de ideale plek om grotere bestanden te downloaden, omdat hij altijd aanstaat. Gebruik bijvoorbeeld torrentprogramma’s zoals Deluge of via directe-downloadsoftware zoals JDownloader2.

  • Als mediaserver: Je kunt al je gemaakte foto’s en video’s opslaan, of geripte dvd’s en blu-rays verzamelen op je server. Met speciale hardware kun je zelfs je tv-signaal op de server binnentrekken en televisieprogramma’s opnemen.

  • Als vpn-server: Ben je buiten de deur, dan kun je met de vpn-software van je server verbinden. Dan is het net alsof je op je thuisnetwerk zit en het beschermt je ook nog eens tegen datadiefstal op openbare wifi.

  • Als cloudserver: Het programma ownCloud maakt een map op je nas toegankelijk en heeft bijbehorende app voor computers of smartphones. Hierdoor is je server in feite een alternatief voor diensten zoals Dropbox en iCloud.

Gewoon een nas kopen?

Het bouwen van een thuisserver begint met het samenstellen van de juiste hardware. Daarbij heb je meteen al twee basale keuzes: ga je voor iets dat vooraf al is gebouwd, of stel je met de hand iets samen? Wie voor het eerste gaat, is eigenlijk al klaar door een nas te kopen. Bedrijven zoals Synology en QNAP verkopen kant-en-klare servers, die met gemak aan het netwerk gekoppeld kunnen worden.

Hier gaan we een stapje verder door zelf iets te bouwen. Dat geeft je alle ruimte om hardware te kiezen die aansluit op je wensen. Een bescheiden server met een paar mapjes doet het al op een zuinige, goedkope processor, terwijl een krachtige mediaserver flinke componenten nodig heeft. Want daarop wil je bijvoorbeeld graag video’s transcoderen, zodat al je video-apps de bestanden goed kunnen openen.

Thuisserver-hardware kiezen

©PXimport

De keuzes bij hardware zijn talrijk, dus een basissetup aanraden is haast onmogelijk. Wel kunnen we een paar richtlijnen meegeven: investeer in een goede hoeveelheid intern geheugen, minstens 16 gigabyte is perfect voor een thuisserver. En bij een processor kan het geen kwaad om minstens een Intel Core i5 of zelfs Core i7 te halen. Die kunnen met behulp van hyperthreading meer taken tegelijk uitvoeren, wat ze perfect maakt voor multitasken op een drukbezette server.

De voeding moet zo efficiënt mogelijk zijn, dus kijk goed wat werkt in combinatie met de hardware die je in huis haalt. Hoe minder energie de pc verbruikt, hoe lager je stroomrekening iedere maand wordt. Let er bovendien bij de aanschaf van een moederbord op of de ingebouwde ethernetpoort gigabit ondersteunt. Bijna alle data-uitwisseling van deze machine gaat via de netwerkverbinding, dus een gigabit-verbinding is bijna onmisbaar.

Snelle usb-poorten kunnen ook geen kwaad, zodat je makkelijk informatie op externe schijven of usb-sticks kunt doorzetten. Uiteraard bepalen de harde schijven en ssd-opslag die je aansluit hoeveel je in je eigen cloud kunt bewaren.

Besturingssysteem voor servers

Vervolgens moet je een besturingssysteem kiezen dat het beste aansluit op je wensen. Dit zijn nagenoeg altijd zogeheten headless besturingssystemen. Na de installatie heb je niet langer een los beeldscherm en bijbehorende muis en toetsenbord nodig om je server te bedienen, maar log je via het netwerk in vanaf je gewone computer, smartphone of laptop.

Met behulp van het ssh-netwerkprotocol verbind je via een terminalprogramma met de computer, waardoor je rechtstreeks commando’s invoert om software te installeren en de juiste mappen te delen. Sommige programma’s hebben een webinterface zodat je ze vanuit de browser bedient, terwijl je gedeelde mappen te openen zijn vanuit de Windows Verkenner of de Finder op macOS.

De keuze qua besturingssystemen voor thuisservers is inmiddels talrijk. Veel serverbouwers installeren een variant van de opensource-software Linux, zoals Debian of Ubuntu. Deze zijn nagenoeg allemaal gratis te downloaden en hebben een brede software-ondersteuning. Heb je een geldige licentiecode, dan zou je zelfs Windows 10 kunnen installeren.

©PXimport

Maar er zijn ook besturingssystemen die speciaal voor dit soort zelfgebouwde servers zijn gemaakt. Ze zijn meteen al makkelijk toegankelijk vanaf een andere computer om ze te bedienen en ondersteunen precies de software die je graag op een nas wilt draaien. Bovendien zijn ze vederlicht: onnodige extra’s voor gewone pc’s zijn allemaal achterwege gelaten.

Op dit moment zijn vooral twee van deze besturingssystemen populair: FreeNAS (zie bovenstaande screenshot) en Unraid. Die eerste staat bekend om zijn simpele webinterface en de mogelijkheid om back-ups van al je opgeslagen bestanden te maken. Die kun je automatisch versturen naar een andere computer op het netwerk, zodat niks verloren gaat bij een crash.

Maar waar FreeNAS een wat simpeler ontwerp heeft, leent Unraid zich beter voor langzamere en oudere hardware. Het besturingssysteem is zodanig licht dat zelfs de oudste computers er prima gebruik van kunnen maken. Maar daar betaal je dan ook de prijs voor: Unraid kost minstens 59 dollar, terwijl FreeNAS gratis te downloaden is.

Leuk detail: beide besturingssystemen hoeven niet op een harde schijf geïnstalleerd te worden. Je bereidt simpelweg een usb-stick met de benodigde software voor, die daarna de definitieve opstartschijf is. Dat maakt de software buitengewoon flexibel.

Zit je aan Unraid of FreeNAS te klooien en wil de software niet meer starten? Dan kun je desnoods de usb-stick formatteren en opnieuw beginnen, zonder dat je één van de bijbehorende opslagschijven hoeft aan te raken. Het installeren en afstemmen hiervan vergt wat geduld en de nodige kennis.

Je weet nu wat je zowel hardwarematig als softwarematig nodig hebt om een eigen thuisserver te bouwen. In een ander artikel vertellen we je meer over de Unraid-installatie!

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.