ID.nl logo
Bedraad thuisnetwerk aanleggen: zo doe je het
© Reshift Digital
Huis

Bedraad thuisnetwerk aanleggen: zo doe je het

Een bedraad thuisnetwerk aanleggen biedt een uitkomst als je normaliter kampt met internetproblemen tijdens het internetten, het streamen van films en het spelen van online games. Met bekabeld internet komt jouw internet direct van de bron en blijft de verbinding stabiel. Dat brengt een einde aan het oneindige gebuffer van je favoriete Netflix-serie en reduceert de lag in online games. In dit artikel leggen we je haarfijn uit hoe jij jouw eigen bedrade thuisnetwerk aanlegt.

Stap 1: Inventarisatie

Om te beginnen, is het essentieel om een goed beeld te krijgen van welke apparaten je met een internet kabel wilt verbinden. Dit zijn meestal de apparaten waarbij een goede internetsnelheid van essentieel belang is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan je televisie, computer, spelcomputer en digitale ontvanger.

Bepaal ook alvast vanaf welk punt je de datakabels gaat aanleggen. Meestal kiezen mensen voor de meterkast of een technische ruimte. 

Stap 2: Kabelkeuze

Bij een thuisnetwerk maken zijn er drie verschillende dingen belangrijk om in het achterhoofd te houden op het gebied van kabels: de keuze voor een afgeschermde of niet-afgeschermde kabel, het type Cat-kabel dat je kiest en de kabellengte die benodigd is voor de aanleg van het thuisnetwerk.

Je kiest voor een afgeschermde kabel als er sprake is van elektrische en magnetische velden rondom de kabel. Dat is bijvoorbeeld het geval als er een elektra- of een coaxkabel direct langs de datakabel komt te liggen. Zo niet, dan is een niet-afgeschermde kabel ook prima. Bij de keuze voor de kabels is het gebruikelijk om te kiezen voor een kabel met een stugge kern.

Vervolgens maak je de keuze voor een Cat-kabel. Het getal achter de ‘Cat’ geeft een indicatie van de prestaties van de kabel. De meeste mensen kiezen voor Cat6 of de snellere Cat6A-kabel. Daarna stem je de overige componenten, zoals patchpanelen, keystones en in- en opbouwdozen, af op het type kabel.

Heb je de keuze voor de kabel gemaakt en weet je hoeveel aansluitpunten je nodig hebt? Tel dan de kabellengte van alle kabels bij elkaar op. Zo beslis je de lengte van de Cat-kabel. 

Stap 3: Kabels aanleggen

Dan is het tijd om daadwerkelijk de kabels voor jouw thuisnetwerk aan te leggen. Je begint vanaf het punt dat je bij stap 1 hebt gekozen. Dat is waarschijnlijk jouw meterkast of technische ruimte.

Start door de kabels aan te leggen vanuit dit punt naar de ruimtes die bekabeld moeten worden voor het thuisnetwerk. Leg je de kabels aan in loze leidingen? Maak dan gebruik van een trekveer. Zo trek je de kabels gemakkelijk door de loze leidingen. Indien deze niet aanwezig zijn, moet er een andere route gezocht worden. Hiervoor is vaak wat creativiteit (en wat gereedschap, zoals een boor) vereist. In de vertrekken waar de kabels naartoe getrokken worden, is het raadzaam om te kiezen voor wandcontactdozen.

Over het algemeen wordt aangeraden om van boven naar beneden te werken. Zo ontstaan er geen problemen om de kabel van beneden naar boven te krijgen, maar doet de zwaartekracht zijn werk. Werk de kabels voor jouw thuisnetwerk goed weg, en voila: de kabels liggen.

Stap 4: Afmontage

Ervan uitgaand dat je gebruikmaakt van kabels met een stugge kern bij het maken van een eigen netwerk, heb je op het gebied van de afmontage van de kabels meerdere opties. In de meterkast kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor afmontage aan de hand van opbouwdozen of een opbouw patchpaneel. Hier heb je zelf de vrije hand in.

In het geval van opbouw patchpanelen is het belangrijk om eerst na te gaan of je over het juiste gereedschap beschikt voor de afmontage. Dit is afhankelijk van het type patchpaneel. Bij een FTP-patchpaneel werkt een LSA punch down tool uitstekend, terwijl de IDC dogger tool benodigd is voor een UTP-patchpaneel.

Stap 5: Controle

De laatste stap bij het aanleggen van een bedraad thuisnetwerk is de controle. Als alle aansluitpunten eenmaal zijn afgemonteerd, is het wenselijk om deze te testen. Dit kun je doen met behulp van een kabeltester. Werkt alles perfect? Dan kunnen de fonkelnieuwe datapunten gekoppeld worden met het modem of de switch. Vergeet ook niet om de juiste patchkabels te kiezen, mocht het datanetwerk zijn afgemonteerd met opbouwdozen en/of patchpanelen.

Blijkt dat het modem van jouw internetprovider niet over voldoende internetpoorten beschikt om alle apparaten van een internetsignaal te voorzien? Breid dan het aantal internetpoorten uit met een additionele internet switch. 

©PXimport

Als het goed is, is jouw thuisnetwerk nu aangelegd. Geniet van je snellere internet! 

#brandedcontent - Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met DSIT

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.