ID.nl logo
Review Pure Woodland: DAB-radio en bluetooth-speaker voor buiten
Huis

Review Pure Woodland: DAB-radio en bluetooth-speaker voor buiten

De Woodland is een FM/DAB-radio én bluetooth-speaker in één. Hij is robuust en waterbestendig, wat deze radio een interessante keuze maakt bij het kamperen of tuinieren.

In dit artikel lees je over het design van deze draagbare radio, hoe je hem bedient, waar het hartje voor is en wat de voordelen en nadelen zijn van deze draagbare radio.

Ook interessant voor jou: Ontvangstproblemen met je DAB+-radio? Zo los je het op!

Draagbare radio’s zijn heel wat minder populair dan vroeger. In de plaats wordt er veel vaker gekozen voor een bluetooth-speaker, de muziek komt dan van een streamingdienst zoals Spotify of Apple Music. Maar wat als je hunkert naar de tijd dat je zonder nadenken de radio inschakelde om wat muziek te horen? Of wat als je liever niet je telefoonaccu snel ziet leeglopen, bijvoorbeeld op reis als je niet overal kunt bijladen? Dan zit je in de doelgroep van de draagbare Woodland van Pure. Deze radio ontvangt DAB+ en FM, en is gemaakt voor buitengebruik. De ingebouwde accu gaat daarbij veertien uur mee.

Maar z’n compacter formaat en fraai design maakt deze radio even geschikt om in de keuken of hobbykamer te gebruiken. Ben je de radio-dj beu en wil je toch een playlist streamen? Dat kan, want de Woodland dubbelt als bluetooth-speaker.

Hip, groen en waterdicht

Het design van de Woodland is zeker niet oubollig; hij past in de trend van retrodesign-radio’s. Maar met zijn donkergroene behuizing en stoffen handvat heeft deze Pure een wat hippere uitstraling dan andere modellen. Met z’n afgeronde hoeken en randen zou het ook gewoon een bluetooth-speaker kunnen zijn.

Ook voor binnengebruik is de Woodland geschikt.

Die afgeronde vormen maken het toestel bovendien beter bestand tegen beschadigingen. Er is geen scherp kantje of hoekje dat ingedeukt kan worden bij een eventuele val. Vuil wordt de Woodland evenmin gauw. Het stofje dat rond het toestel ligt en dat onder meer de speakers beschermt, laat zich makkelijk schoonmaken. Onderaan zijn er vier kleine rubberen voetjes die de ondergrond ‘vastgrijpen’, waardoor de Woodland niet gauw van een licht hellend vlak zou afglijden.

Officieel draagt de Pure Woodland een IP67-label. Daarmee is het goed bestand tegen het indringen van stof en is het behoorlijk waterbestendig. Zelfs een heftige plensbui zou niet fataal mogen zijn. Kortom, dit toestel is echt wel geschikt voor buiten.

Makkelijke bediening 

Alle knoppen om de Woodland te bedienen bevinden zich bovenaan. Dat maakt de bediening heel makkelijk als het toestel op de grond staat of op een tafel. Sommige knoppen steken lichtjes uit, anderen zijn verzonken, terwijl de twee volumetoetsen iets lager liggen dan de rest. Slim, want na een tijdje kun je de radio op de tast kunnen bedienen. De knoppen zelf zijn helemaal geïntegreerd in de kunststofbehuizing, wat de waterdichtheid bevordert. Die bovenkant ziet er na veel aanraken wel gauw wat vuil uit.

Nu al zin in een outdoor-trip met een muziekje erbij?

Zet de Pure Woodland dan snel op je wish list!

Ook de bovenkant is volledig waterdicht.

Aan de bovenkant van de radio ontdek je ook een piepklein lcd-schermpje. Verwacht hier niet al te veel van, al is de leesbaarheid dankzij een hoog contrast prima. Er is geen plaats voor metadata van liedjes die via de DAB-radio of bluetooth worden aangeleverd. Je ziet wel op welk station er afgestemd is, hoeveel batterijlading er nog rest en het volumeniveau. Basale zaken dus, maar het is wel goed dat je ze even kunt checken.

Druk op het hartje

Muziek uit de Woodland krijgen is helemaal niet moeilijk. Druk op de functietoets met een radiosymbool om te wisselen tussen DAB+-radio, FM-ontvangst of bluetooth-modus. In de twee radiostanden gebruik je de mediatoetsen om van station te veranderen. Bij DAB+-radio worden de beschikbare zenders de eerste keer dat je het toestel gebruikt gedetecteerd, daarna spring je meteen van station naar station. In de FM-modus moet je door frequenties scannen tot er een signaal wordt gevonden. Het duurt even, maar ook dan zie je dankzij RDS de naam van de zender verschijnen. 

Achter het rooster aan de voorkant zit een grotere speaker.

Je bezighouden met het opsporen van je favoriete zender is echter niet nodig. Er zijn drie knoppen met hartjes-icoon waaraan je telkens een zender (één voor DAB+, één voor FM) kunt toewijzen. Aangezien de meeste mensen altijd terugkeren naar hun een of twee favoriete radiostations, is dit wel goed bedacht.  In bluetooth-modus doen de hartjes-knoppen trouwens niets. 

Prima ontvangst

De radio-ontvanger in de Woodland is heel goed. Tijdens het testen was het zelfs niet nodig om de antenne achteraan uit te schuiven om alle zenders te ontvangen. Ook niet als we binnen rondliepen en luisterden via DAB+, een technologie die vergeleken met FM sneller hapert. Die antenne kan natuurlijk wel nodig zijn als je ergens bent waar ontvangst minder goed is. 

Gebruik je hem als bluetooth-speaker? Dan kun je rekenen op een redelijk bereik. Het is zeker niet zo dat je smartphone dicht in de buurt moet blijven. Dat is wel handig bij buitenactiviteiten waarbij je misschien met je telefoon op zak rondloopt, bijvoorbeeld bij het opruimen van de tuin. 

Heldere stemmen

Geluid wordt geleverd door een 3inch-luidspreker aan de voorkant en een passieve woofer aan de achterzijde. Die woofer is wel een nuttige toevoeging, want daardoor komen er toch aardig wat bassen uit de Woodland. De Pure-radio klinkt daardoor voller dan je zou verwachten, zonder dat je echt kunt spreken over diepe of gedetailleerde bassen. Ook het hoge detail is beperkt aanwezig, met name als de voorkant niet helemaal recht op je gericht is. De nadruk ligt op middentonen. Dat geeft de Woodland een andere klank dan typische bluetooth-speakers die inzetten op vettere bassen.

Je kunt de Woodland perfect op het terras gebruiken.

Maar de keuze van Pure heeft zijn voordelen. Stemmen van radiopresentatoren en dj’s komen helder uit de Woodland. Een voetbalwedstrijd of het nieuws kun je hierdoor prima volgen. Daar ligt duidelijk de focus van dit product. Ook bij het streamen van een podcast toont dit toestel zijn beste kant. Bovendien kan de Pure-radio verrassend hard spelen, maar zelfs bij een hoog volume blijft die verstaanbaarheid prima. 

Als je de Pure-radio ziet als toestel dat muziek op de achtergrond zal leveren terwijl je de BBQ klaarmaakt of sleutelt aan je auto, dan zul je niet teleurgesteld zijn. Het apparaat verspreidt muziek bovendien breed, waardoor je het praatje van de radio-dj kunt volgen terwijl je rondloopt in je tuinhuis.

In de bluetooth-modus ondersteunt de Woodland enkel de SBC-basiscodec. Maar vermoedelijk zou ondersteuning voor AAC, aptX of een andere codec geen echte verbetering opleveren, daarvoor is de speaker zelf niet goed genoeg. Qua geluidskwaliteit merk je niet echt een grote verandering ten opzichte van luisteren via DAB+.

Conclusie 

De Pure Woodland is een aantrekkelijke buitenradio die je zonder probleem ook in de keuken kunt gebruiken. Voor een kleinere DAB-radio is hij iets hoger geprijsd, maar je krijgt er wel wat voor terug. Zo is de Woodland betrekkelijk krachtig, is de accuduur redelijk en is het toestel robuust gebouwd. Dankzij de IP67-behuizing is gebruik buiten ook geen probleem.  

Uitstekend
Conclusie

De Pure Woodland is een aantrekkelijke buitenradio die je zonder probleem ook in de keuken kunt gebruiken. Voor een kleinere DAB-radio is het iets hoger geprijsd, maar je krijgt er wel wat voor terug. Zo is de Woodland betrekkelijk krachtig, is de accuduur redelijk en is het toestel robuust gebouwd. Dankzij de IP67-behuizing is gebruik buiten ook geen probleem.  

Plus- en minpunten
  • Waterdicht
  • Mooi design
  • Preset-knoppen voor radiozenders
  • Goede ontvangst
  • Heldere stemmen
  • Hogere prijs
  • Geen vol en evenwichtig geluid
  • Geen betere bluetooth-codecs
▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.