ID.nl logo
Zo bescherm je je externe schijf met een wachtwoord
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo bescherm je je externe schijf met een wachtwoord

Je telefoon en computer zijn beveiligd met een pincode, wachtwoord of biometrische authenticatie, maar hoe zit het met je externe opslagapparaten? Ook die dingen kunnen in handen raken van onbevoegden. Er zijn enkele manieren om zo’n externe schijf te beschermen met een wachtwoord.

Externe harde schijven en usb-sticks zijn bijzonder handig vanwege hun draagbaarheid. Je neemt grote bestanden heel gemakkelijk met je mee, zonder dat je met een laptop hoeft te zeulen. Om de veiligheid in het oog te houden, kun je natuurlijk hardware-gecodeerde opslagapparaten met vingerafdruklezers aanschaffen. Deze schijven bieden een veilige vorm van wachtwoordvrije biometrische codering die makkelijk in gebruik is en ook eenvoudig in te stellen is. Maar die zijn is duur. Wij bekijken vergrendelingssoftware die je geen cent kost. Voor alle duidelijkheid, we hebben het hier niet over tools waarmee je selectief één of meerdere mappen versleutelt. In dit artikel leggen we je uit hoe je de volledige gegevensdrager met een wachtwoord beveiligt. Hierdoor vermijd je dat je op een hectische dag per ongeluk gegevens opslaat buiten die paar beveiligde mappen waardoor ze open en bloot voor iedereen beschikbaar zijn die de schijf in handen krijgt. 

BitLocker inschakelen

BitLocker is de gemakkelijkste Windows-oplossing, want dan hoef je geen software van derden te gebruiken. Hier zit helaas wel een ‘maar’ aan verbonden, want deze tool is alleen beschikbaar in Windows 10 Pro, Enterprise en Education. Wie dus met Windows 10 Home werkt, moet een andere oplossing, bijvoorbeeld VeraCrypt – ook besproken in dit artikel – gebruiken.

Maak je gebruik van een andere versie dan Home, open dan Windows Verkenner en klik met de rechtermuisknop op de externe schijf of usb-stick en kies BitLocker inschakelen. Er verschijnt een mededeling dat BitLocker wordt geïnitialiseerd. Wacht even tot dat klaar is en zorg ervoor dat je de schijf niet ontkoppelt tijdens de BitLocker-codering.

Wachtwoord

Daarna zet je een vinkje bij de tekst Een wachtwoord gebruiken om het station te ontgrendelen. Voeg een sterk wachtwoord in en herhaal dit. Selecteer daarna Volgende om door te gaan. Het wachtwoord moet aan een aantal criteria voldoen, anders ontvang je een foutmelding. Het moet minimaal acht tekens bevatten, minstens één hoofdletter en één kleine letter en er moet ten minste één symbool, cijfer of spatie in staan.

©PXimport

Herstelsleutel

Windows maakt automatisch een herstelsleutel aan als je het wachtwoord bent vergeten. Je kunt die herstelsleutel op drie manieren vastleggen: je kunt hem opslaan in je Microsoft-account, in een tekstbestand ergens op de harde schijf of afdrukken. Kies een van de drie manieren en klik op Volgende. Nadat je het bericht hebt ontvangen dat de herstelsleutel is opgeslagen of afgedrukt, ga je verder.

©PXimport

Versleuteling starten

BitLocker vraagt welk deel van de externe gegevensdrager beveiligd moet worden. Als het gaat om een nieuwe schijf of usb-stick, dan hoef je alleen het gedeelte van het station te versleutelen dat je op dat moment gebruikt. Alle nieuwe gegevens zal BitLocker automatisch versleutelen wanneer je ze naar dit station wegschrijft. Dit is de snelste methode. Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens op de schijf een paar seconden tot minuten.

Schakel je BitLocker in op een station dat al wordt gebruikt, dan kun je het volledige station versleutelen, zodat alle gegevens beveiligd zijn. Dat geldt ook voor gegevens die je van dit station hebt verwijderd, maar die nog niet overschreven zijn. Deze methode verloopt langzamer en kan zelfs uren in beslag nemen.

Heb je je keuze gemaakt, klik dan op de knop Versleuteling starten.

©PXimport

Geavanceerde opstartopties

Verwijder de schijf niet, want dan onderbreek je de codering en hierdoor zou de schijf beschadigd kunnen raken. Je kunt het versleutelingsproces wel even pauzeren, maar de bestanden zijn pas volledig beschermd als je het bericht ziet dat de versleuteling is afgerond.

Wanneer je later de schijf of usb-stick verwijdert en opnieuw in de computer plugt, verschijnt er een pop-upvenster van BitLocker die naar het wachtwoord vraagt. In het pop-upvenster zie je ook nog twee andere opties: het opgeven van de herstelsleutel en de schijf automatisch laten ontgrendelen op de pc. De eerste optie gebruik je als je je wachtwoord vergeten bent, je voert dan de herstelsleutel van 48 tekens in om weer toegang tot je schijf te krijgen. Door de tweede optie aan te vinken zorg je ervoor dat de huidige pc de schijf altijd automatisch herkent en ontgrendelt. 

©PXimport

MacOS via Schijfhulpprogramma

Ook voor de Mac heb je geen externe software nodig om de toegang tot een externe harde schijf te beveiligen. De beveiliging moet je wel instellen voordat je de gegevens op het opslagmedium plaatst. Open de tool Schijfhulpprogramma dat op iedere Mac staat. Selecteer in de linkerkolom de schijf of de usb-stick die je wilt beveiligen en gebruik dan de knop Wis. Je gaat hiermee dit station formatteren en je kunt dan meteen het station een nieuwe naam geven. In hetzelfde venster moet je ook een Structuur en een Indeling selecteren. Bij Indeling ga je voor GUID-partitie-indeling. Als je dat hebt gedaan, kun je bij Structuur de optie Mac OS Uitgebreid (journaled) kiezen. Het systeem zal vragen om een wachtwoord dat je moet bevestigen en waarvoor je ook een aanwijzing moet opgeven als geheugensteuntje. Als je dat allemaal gedaan hebt, klik je op de knop Wis. MacOS zal de gegevensdrager nu formatteren en versleutelen. Dit kost tijd, dus heb geduld. Als de versleuteling is afgerond, zul je iedere keer het wachtwoord moeten invoeren als je de gegevensdrager aan een pc koppelt.

©PXimport

Volume aanmaken

Naast de eigen programma’s van Windows en Apple is er het externe programma VeraCrypt. Deze gratis coderingssoftware werkt vlot op Windows, macOS en Linux. Beschik je niet over BitLocker omdat je systeem op Windows Home draait, dan is dit een prima alternatief.

Na de installatie start je het programma op en sluit je de externe schijf aan op je computer. In het menu Instellingen kun je het programma bij Taal op Nederlands zetten. Wanneer je het programma uitvoert, verschijnt er een venster met een aantal stationsletters en enkele knoppen. Die heb je straks nodig om het versleutelde volume te koppelen. Negeer die lijst voorlopig en klik op de knop Volume aanmaken. Je komt vervolgens in de wizard terecht die je helpt een volume aan te maken. De eerste optie, Een versleutelde bestandscontainer aanmaken, creëert een virtueel versleuteld gedeelte op de schijf, de rest van de schijf kan niet-versleutelde gegevens bevatten. Wij willen juist dat de volledige schijf versleuteld wordt, dus kiezen we voor de tweede optie: Een niet-systeempartitie/schijf versleutelen.

©PXimport

Apparaat selecteren

In het volgende scherm van de wizard krijg je de keus tussen een Standaard VeraCrypt-volume of een Verborgen VeraCrypt-volume. De tweede optie gebruik je eigenlijk alleen als iets top secret moet blijven; het programma zal dan een tweede versleuteld volume binnen het eerste versleutelde volume creëren. In de meeste gevallen zal dat niet nodig zijn. Maak het dus niet te complex en selecteer Standaard VeraCrypt-volume en klik weer op Volgende. Daarna moet je de externe gegevensdrager selecteren met de knop Apparaat selecteren. In het volgende venster kun je een bepaalde partitie selecteren of de volledige schijf. Als er slechts één partitie op de schijf staat, is het mogelijk dat er een foutmelding verschijnt als je aangeeft dat de volledige schijf versleuteld moet worden. Dat los je op door die ene partitie te selecteren. Je komt dan terug in het vorige scherm waar het pad naar partitie op de juiste manier is ingevuld. Ga door, zodat je in het scherm Modus volume aanmaken komt. De eerste optie zorgt ervoor dat VeraCrypt alle gegevens zal verwijderen die op de harde schijf zijn opgeslagen, voordat het de schijf gaat versleutelen. De tweede optie houdt in dat VeraCrypt de gegevens die op de schijf staan, versleutelt zonder iets te verwijderen. De eerste optie is veel sneller, dus kies voor Versleuteld volume aanmaken en formatteren.

©PXimport

Bewegen bewegen

In het scherm Versleutelingsopties moet je het coderingsalgoritme en het hash-algoritme kiezen. Heb je geen idee wat dit betekent, laat dit dan gerust op de standaardwaarden staan en klik op Volgende. Daarna volgt er nog een scherm om de grootte van het volume te dubbelchecken. Daarna is het eindelijk tijd om het wachtwoord voor de schijf op te geven. VeraCrypt geeft duidelijk aan waaruit het wachtwoord moet bestaan. En tot slot is het de beurt aan het formatteren van de schijf. Hier moet je een tijdlang de muisaanwijzer willekeurig binnen het venster bewegen. Door onvoorspelbare bewegingen creëer je entropie. Dat is een random nummergenerator in de software die willekeurige getallen genereert op basis van jouw bewegingen. Een groene progressiebalk geeft aan wanneer het algoritme klaar is. Wacht tot het versleutelingsproces is afgelopen, en klik op Formatteren.

©PXimport

Koppelen

Wanneer de schijf is gecodeerd kun je uitsluitend toegang krijgen tot de inhoud door eerst de VeraCrypt-software te gebruiken. Het programma moet dus op iedere pc staan waarmee je iets op de schijf wilt kunnen opslaan. Het is belangrijk dat je weet dat je dit volume niet langer kunt benaderen via de oorspronkelijke stationsletter. Had het volume voor de encryptie de letter D, dan ontvang je na de encryptie de melding dat dat station onleesbaar is. Om het versleutelde volume beschikbaar te maken, moet je de schijf via VeraCrypt koppelen met de pc.

Open VeraCrypt en selecteer een andere stationsletter uit de lijst, bijvoorbeeld H. Vervolgens klik je op de knop Automatisch koppelen. Nadat je het volumewachtwoord hebt opgegeven, klik op je op OK. De koppeling duurt eventjes en VeraCrypt waarschuwt zelfs dat je niet moet denken dat de applicatie is vastgelopen. Ten slotte zie je dat het volume is gekoppeld aan de geselecteerde schijfletter. Je kunt het volume vervolgens openen vanuit VeraCrypt door erop te dubbelklikken. Of je kunt in Windows Verkenner de beveiligde schijf vinden met als schijfletter H.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.