ID.nl logo
Mediaspeler aansluiten
© PXimport
Zekerheid & gemak

Mediaspeler aansluiten

Nadat u een mediaspeler hebt gekocht, wilt u hem natuurlijk zo goed mogelijk aansluiten. Wie een blik werpt op de achterkant van een mediaspeler en AV-receiver ziet een wirwar van aansluitingen. Wij vertellen u welke aansluitingen u nodig hebt, zodat u uw mediaspeler moeiteloos aansluit.

1. Ethernet

De snelste en meest betrouwbare methode om een mediaspeler op uw netwerk - en daarmee internet - aan te sluiten, is ethernet. De meeste mediaspelers zijn daarom voorzien van een ethernetaansluiting oftewel een netwerkpoort. De meest moderne spelers hebben zelfs een gigabitaansluiting, al worden dergelijke snelheden in de praktijk lang niet gehaald. Toch is een gigabitnetwerk verstandig, want dan is het netwerk zelf niet de bottleneck. Het nadeel van ethernet is dat er op de een of andere manier een netwerkkabel bij uw televisie moet komen. Sommige huizen hebben hiervoor de beschikking over loze leidingen, maar meestal zult u gaten moeten boren en andere manieren moeten verzinnen om de bekabeling netjes weg te werken. Op onze website leest u via http://ct.link.ctw.nl/netwerkkabels meer over het trekken van netwerkkabels door uw huis en hoe u zelf stekkers op een netwerkkabel monteert. Via Thuisnetwerk updaten en sneller maken leest u meer over het aanleggen van een thuisnetwerk.

©PXimport

Netwerkkabels zijn nog altijd de meest betrouwbare methode om uw mediaspeler op het netwerk aan te sluiten.

2. Draadloos

Duurdere mediaspelers zijn vrijwel altijd voorzien van wifi en voor veel spelers die standaard geen wifi aan boord hebben, is wifi middels een optionele usb-stick vrijwel altijd toe te voegen. Let er wel op dat u een wifi-dongel koopt die echt werkt op uw mediaspeler. Vaak verkoopt de fabrikant zelf een geschikte wifi-dongel voor de mediaspeler, die gegarandeerd werkt. De wifi-dongel sluit u aan op één van de vrije usb-poorten van uw mediaspeler, waarna u hem draadloos kunt gebruiken. In verband met de bandbreedte die noodzakelijk is voor HD-filmmateriaal adviseren wij gebruik te maken van een 802.11n-netwerk. Uiteraard moet uw mediaspeler dan ook voorzien zijn van 802.11n. Hoewel een 802.11g-netwerk op zich snel genoeg moet zijn voor het streamen van video, kan het zijn dat het streamen van HD-materiaal toch niet helemaal soepel gaat.

©PXimport

Een wifi-dongel sluit u aan op één van de vrije usb-poorten op de achterkant van de mediaspeler, waarna u de mediaspeler draadloos kunt gebruiken.

3. Powerline

Een alternatief voor het trekken van kabels is powerline, waarmee u de elektriciteitsbedrading in uw huis kunt gebruiken als netwerkbekabeling. Een basissetje bestaat uit twee powerline-adapters. De ene adapter sluit u aan op een stopcontact in de buurt van uw router en sluit u met een netwerkkabel aan op de router. De andere powerline-adapter sluit u aan bij uw mediaspeler en verbindt u met een netwerkkabel aan de mediaspeler. Er zijn ook powerline-adapters met een ingebouwde switch zodat u met één powerline-adapter meerdere apparaten aan uw netwerk en internet kunt koppelen, zoals een spelcomputer, televisie en mediaspeler. Er zijn verschillende standaarden op powerline-gebied. De 85Mbit/s-standaard is achterhaald en zouden we niet meer aanschaffen. U dient minimaal een setje van 200 Mbit te nemen, een standaard die ook bekend staat als HomePlug AV. Inmiddels zijn er nog snellere sets te koop, die snelheden beloven van 500 Mbit/s en zelfs 1 Gbit/s. In de praktijk halen setjes van 200 Mbit/s een snelheid van zo'n 9 MB/s en de snellere setjes een snelheid van 15 MB/s. Dat klinkt overigens indrukwekkender dan het wellicht is, want dit zijn de snelheden onder de meest optimale omstandigheden. Helaas is bij powerline de staat en opbouw van uw elektriciteitsnetwerk van grote invloed op de snelheid die te halen is. Is het stopcontact bij uw router bijvoorbeeld aangesloten op een andere groep dan het stopcontact bij uw mediaspeler, dan heeft dit meestal een flink lagere doorvoersnelheid tot gevolg. Domweg uitproberen is de enige manier om te zien of powerline voldoet in uw situatie.

©PXimport

Powerline-adapters zijn er ook met ingebouwde switch, handig als u meer apparatuur met een netwerkaansluiting bij de televisie hebt staan.

Dure HDMI-kabels?

HDMI is (zoals u verderop in dit artikel leest) de beste methode om uw mediaspeler op een televisie aan te sluiten. Omdat een HDMI-kabel een digitaal signaal gebruikt, is het signaal veel minder gevoelig voor storingen dan we van een analoog signaal gewend waren. Bij analoge kabels was het daarom gebruikelijk om niet de goedkoopste kabels te kopen, maar duurdere kabels met een betere afscherming en bijvoorbeeld vergulde connectoren. Onze ervaring bij HDMI is dat een kabel werkt of niet werkt. Niet werken vertaalt zich in dit geval in duidelijk zichtbare digitale beeldfouten als grote groene vlakken. Het is in onze ervaring echter niet zo dat er bij een werkende kabel een noemenswaardig kwaliteitsverschil zichtbaar is tussen een dure of goedkope kabel. Als u geen HDMI-kabel bij uw mediaspeler krijgt, koop dan zeker niet de duurste HDMI-kabel met vergulde aansluitingen (die soms wel zo'n 150 euro of meer kost), maar ga voor een relatief goedkope kabel die rond de tien euro kost.

4. Beeld aansluiten

Iedere mediaspeler ziet er natuurlijk net even anders uit, maar de aansluitingen om een mediaspeler op uw televisie en AV-receiver aan te sluiten zijn bijna altijd hetzelfde. Wij bespreken voor beeld de drie meest voorkomende aansluitmethoden op volgorde van kwaliteit. De aansluiting die we aanraden om uw mediaspeler aan te sluiten op een HD-televisie is HDMI (1). Dit is een digitale aansluiting die zowel beeld- als geluidsinformatie verzendt. Het grote voordeel van HDMI ten opzichte van de oudere analoge aansluitmethodes is de beeldkwaliteit en de ondersteuning voor HD-resoluties tot 1080p. Wanneer u overigens een echte blu-ray-speler wilt aansluiten, dan is HDMI eigenlijk de enige optie, omdat alleen HDMI de digitale HDCP-kopieerbeveiliging ondersteunt.

Is HDMI niet mogelijk, dan is de analoge componentenaansluiting (2) de aangewezen aansluitmethode. Deze aansluiting is uitgevoerd als drie RCA-aansluitingen die rood, blauw en groen zijn. Bij de componentenaansluiting wordt het beeldsignaal gespitst in drie signalen waardoor het beeldsignaal een stuk beter doorkomt dan via composiet (die we hierna bespreken). Belangrijk is dat de componentenaansluiting geschikt is voor HD-resoluties (tot 1080i) en hierdoor prima bruikbaar is in combinatie met een mediaspeler. Voor echte blu-ray-spelers is de aansluiting niet geschikt vanwege het ontbreken van ondersteuning voor de HDCP-kopieerbeveiliging. Geluid wordt niet doorgegeven door de componentenaansluiting, dus geluid zult u los moeten aansluiten (zie paragraaf 5).

De meest basale aansluitmethode is de composietaansluiting (3) die is uitgevoerd als een gele RCA-aansluiting. Deze aansluitmethode is eigenlijk alleen bedoeld voor heel oude televisies en kan geen HD-resoluties weergeven, maar is beperkt tot de SD-beeldformaten. Omdat alle beeldinformatie over slechts één aansluiting gaat, is de beeldkwaliteit op zijn hoogst redelijk te noemen en is deze aansluiting alleen geschikt voor als het echt niet anders kan. Sommige mediaspeler hebben daarnaast nog S-VHS, een aansluitmethode die marginaal beter is dan composiet.

©PXimport

De meest voorkomende aansluitingen op een mediaspeler.

5. Geluid aansluiten

Net als bij het beeld is ook bij geluid HDMI (1) de aansluitmethode die de beste kwaliteit biedt. HDMI kan surroundgeluid doorsturen en ondersteunt naast de 'normale' Dolby Digital- en DTS-surroundformaten ook de zogenaamde HD-varianten Dolby TrueHD en DTS-HD MA. Uiteraard kan HDMI ook een normaal stereogeluidssignaal versturen als u de ingebouwde luidsprekers van de televisie gebruikt om het geluid weer te geven.

Wilt u surround gebruiken, maar heeft uw AV-receiver geen HDMI, dan is S/PDIF de aangewezen aansluitmethode. S/PDIF is geschikt voor surroundgeluid, maar ondersteunt alleen de normale varianten van Dolby Digital en DTS. Heel erg is dat overigens niet, u moet een heel goede geluidset hebben om het verschil tussen de normale varianten en de HD-varianten te horen. S/PDIF is er in twee varianten: coaxiaal die is uitgevoerd als een (meestal oranje) RCA-aansluiting (4) en optisch (5). Het hangt mede van uw AV-receiver af welke aansluiting zult gebruiken, qua geluidskwaliteit maakt het eigenlijk niet heel veel uit. In de praktijk komt de optische variant vaker voor.

Als het echt niet anders kan, dan is er nog de vertrouwde analoge geluidsaansluiting die bestaat uit twee RCA-ingangen: een rode en een witte (6). Omdat het hier een stereosignaal betreft, is het geen echt surroundgeluid waarbij alle kanalen afzonderlijk worden aangestuurd. Wel is bij een surround AV-receiver Dolby Pro Logic of Dolby Pro Logic II mogelijk waarmee surroundgeluid uit een stereosignaal wordt verkregen. Dit is kwalitatief minder dan Dolby Digital of DTS en heeft dus niet de voorkeur. Bij een echt oudere AV-receiver is Dolby Pro Logic de enige optie voor surroundgeluid. Uiteraard gebruikt u de analoge geluidsaansluiting ook als u een stereoversterker hebt. De aansluiting vindt u ook terug op uw televisie en hebt u nodig als u het beeldsignaal via composiet of componenten hebt aangesloten en het geluid via de televisie wilt laten lopen.

6. Netwerk instellen

Nadat u de mediaspeler hebt aangesloten, dient u wellicht nog het netwerk in te stellen. Eigenlijk gaat dat bij het gebruik van een netwerkkabel vrijwel altijd automatisch en zult u de instellingen voor het netwerk alleen nodig hebben als u de mediaspeler draadloos wilt aansluiten. Iedere mediaspeler zit qua menustructuur anders in elkaar, maar we kunnen u wel een aantal algemene aanwijzingen geven. Op uw mediaspeler opent u het menu voor de instellingen en zoekt u naar een onderdeel met een naam als Network settings. Vaak vindt u hier aparte onderdelen voor Wireless en LAN. Wanneer u gebruik wilt maken van een draadloos netwerk, dan zult u de SSID van het netwerk en de beveiligingssleutel moeten invoeren, waarna de speler verbinding maakt met het netwerk. Hebt u verbindingsproblemen bij het gebruik van een ethernetpoort, dan kan het helpen om een vast ip-adres aan de speler toe te wijzen. Vaak kunt u in de netwerkinstellingen kiezen tussen het automatisch verkrijgen van een ip-adres of een handmatig ip-adres. U gebruikt een ip-adres in dezelfde reeks als u netwerk (bijvoorbeeld 192.168.1.x) dat niet in gebruik is door de DHCP-pool van uw router. Vaak is dit dus een hoog adres als 192.168.1.250. U leest meer over het instellen van een netwerk en DHCP via Thuisnetwerk updaten en sneller maken.

7. Firmware bijwerken

Als uw mediaspeler eenmaal is aangesloten op uw netwerk, dan is het verstandig om te controleren of er een firmware-update is. Zeker bij mediaspelers is het belangrijk om regelmatig te controleren op firmware, omdat er in de praktijk nog wel eens iets mis blijkt te gaan bij het afspelen van complexe filmbestanden. Ook is het mogelijk dat er ondersteuning voor een nieuwe codec wordt toegevoegd middels een firmware-update. In vrijwel alle mediaspelers vindt u in het menu met instellingen een optie om de firmware bij te werken. Wanneer u deze optie niet kunt vinden, dan is firmware vaak te downloaden op de ondersteuningspagina van de fabrikant en middels een usb-stick op de mediaspeler te installeren.

©PXimport

Nieuwe firmware is zowel via de speler zelf als via de ondersteuningswebsite van de fabrikant te downloaden.

Aansluitingen op receiver

Als u surroundluidsprekers in uw huiskamer hebt, dan zijn deze waarschijnlijk aangesloten op een AV-receiver. Uw mediaspeler sluit u dan aan op uw receiver om het surroundgeluid weer te geven. Qua aansluitingen zijn er geen verrassingen als u het stuk over de geluidsaansluitingen op een mediaspeler al hebt gelezen. Ook aan de kant van de receiver vinden we HDMI, S/PDIF of de analoge stereoaansluiting terug. Wanneer uw receiver is voorzien van HDMI-aansluitingen, dan sluit u de mediaspeler aan op een HDMI-ingang (1) van uw receiver en sluit u de HDMI-uitgang (2) van de receiver aan op uw televisie. Wanneer uw AV-reciever geen HDMI-aansluitingen heeft, dan sluit u de mediaspeler via HDMI aan op uw televisie en gebruikt u S/PDIF om de mediaspeler aan te sluiten op uw receiver. S/PDIF is er in twee uitvoeringen: optisch (3) en coaxiaal (4). U dient uiteraard de versie te gebruiken die zowel op uw mediaspeler als op uw receiver aanwezig is, vaak zal dit de optische variant zijn. Bij een oudere AV-receiver die enkel Dolby Pro Logic ondersteunt, gebruikt u de analoge stereoaansluiting (5). Deze aansluiting gebruikt u uiteraard ook bij een stereoversterker.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?
© ID.nl
Huis

Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?

Bij je zoektocht naar een vriezer zijn er verschillende zaken om op te letten. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waar je de vriezer wilt plaatsen – in de keuken of juist ergens anders, zoals de schuur of garage. Welk model past het beste? En wat zijn de technische verschillen tussen een inbouw- en een vrijstaand model?

Sta je op het punt een nieuwe vriezer te kopen? Dan kom je waarschijnlijk al snel voor een keuze te staan: ga je voor een inbouwvriezer of kies je toch liever voor een vrijstaand model? Op het eerste gezicht lijken ze misschien op elkaar, want ze doen in de basis hetzelfde: eten en drinken invriezen en koel bewaren. Toch zijn er flink wat verschillen tussen deze twee soorten, en het is handig om daar even goed naar te kijken voordat je beslist.

Locatie: keuken of ergens anders

Eén van de eerste dingen om over na te denken is waar je de vriezer wil plaatsen. Een inbouwvriezer is bedoeld om netjes weggewerkt te worden in een keukenkast. Je ziet ‘m dus bijna niet, omdat de deur van de vriezer schuilgaat achter een kastdeur. Dat ziet er strak uit, vooral als je keuken een rustige en moderne uitstraling heeft. Wel heb je dan dus een keuken nodig die daar op is voorbereid, met de juiste maten en ruimte om de vriezer in te bouwen.

Een vrijstaande vriezer kun je neerzetten waar je maar wilt, zolang er een stopcontact in de buurt is en het niet te warm of te koud wordt in de ruimte. Denk aan de bijkeuken, schuur of garage. Dit maakt een vrijstaande vriezer wat flexibeler in gebruik.

©ID.nl

De keuken is voor de meesten de meest logische plek voor een vriezer, maar hij kan ook ergens anders staan.

Is er op de plek waar de vrijstaande vriezer komt te staan genoeg ruimte? Dan kun je ook een ander model overwegen, zoals een liggende vriezer. Dat zijn vrieskisten die je van boven opent. Het voordeel van dergelijke vriezers is dat er vaak meer inpast, omdat de opslagruimte groter is en je meerdere lagen kunt vullen.

Installatie

Als je kiest voor een vrijstaande vriezer, is het installeren meestal een fluitje van een cent. Je zet ‘m neer, zorgt dat hij waterpas staat en steekt de stekker in het stopcontact. Bij een inbouwvriezer komt er wat meer bij kijken. Je moet namelijk zorgen dat alles goed past en dat het keukenfront netjes aan de vriezerdeur wordt bevestigd. Soms zijn er ook speciale scharnieren nodig. Wanneer je een keuken laat ontwerpen, kan er alvast rekening worden gehouden met een inbouwvriezer en kunnen de juiste deurelementen daar alvast op worden aangepast.

Hoe zit het met het stroomverbruik?

Vriezers staan dag en nacht aan, dus het stroomverbruik telt flink mee in je energierekening. Zowel inbouw- als vrijstaande modellen zijn tegenwoordig verkrijgbaar met een zuinige energieklasse, maar vrijstaande vriezers zijn over het algemeen net iets efficiënter. Dat komt doordat ze beter hun warmte kunnen afvoeren, omdat ze immers niet 'opgesloten' zitten. Als je de vriezer vaak gebruikt en er veel in bewaart, kan het op de lange termijn dus schelen in je energiekosten. Bij een inbouwvriezer moet je sowieso goed opletten dat er voldoende koele lucht in de inbouwnis komt en dat de warmte goed kan worden afgevoerd. De achterzijde van een nis waar een inbouwvriezer in wordt gezet is standaard altijd open, maar zorg ook voor voldoende ruimte tussen de muur en de inbouwvriezer, zodat de afgegeven warmte niet blijft hangen en goed kan worden afgevoerd.

Hoeveel ruimte heb je nodig?

Ook de grootte van de vriezer is iets om rekening mee te houden. Heb je een groot gezin of koop je graag boodschappen in het groot? Dan is een vrijstaande vriezer vaak praktischer, omdat die er in grotere maten zijn en dus meer ruimte bieden. Inbouwvriezers zijn vaak wat kleiner, omdat ze in een standaard keukenkast moeten passen. Voor wie weinig invriest of een kleinere keuken heeft, is dat meestal geen probleem.

©ID.nl

Geluidsproductie

Een vriezer maakt geluid, dat hoort erbij. Dat geluid is niet constant, maar meestal vooral hoorbaar als de compressor aanslaat. Toch kan het verschil maken waar hij staat en welk type je hebt of het geluid dat een vriezer produceert, storend is. Een inbouwvriezer hoor je doorgaans iets minder, omdat het geluid wordt gedempt door de keukenkast eromheen. Een vrijstaande vriezer kan net iets meer opvallen qua geluid, vooral als hij in de keuken staat en niet ergens apart. Benieuwd hoeveel geluid de vriezer naar keuze eigenlijk maakt? Van tevoren kun je op de site van het Europees productregister voor energie-etikettering zien wat de geluidsproductie van de gekozen vriezer in Decibel is.

Op het energielabel dat verplicht is voor alle vriezers en koelkasten, zie je direct wat de geluidsproductie is van het gekozen apparaat.

Schoonmaak en onderhoud

Kijken we naar de schoonmaak en het onderhoud van de vriezer, dan is er eigenlijk weinig verschil in hoe een inbouwvriezer of een gewone vriezer wordt schoongemaakt. Intern zijn beide kasten op dezelfde manier opgebouwd, maar aan de buitenzijde is dat toch anders. Een vrijstaande vriezer kun je bijvoorbeeld aan de achterzijde veel beter schoonmaken omdat je de vriezer makkelijker kunt verplaatsen. Bij een inbouwvriezer kan er na verloop van tijd wel veel meer stofophoping plaatsvinden en is het lastiger om de achterkant schoon te maken: daarvoor zul je toch echt de vriezer uit de nis moeten halen.

Extra functies

Tegenwoordig hebben veel vriezers allerlei handige functies. No Frost is daarbij een bekende, want hiermee hoef je een vriezer nooit meer te ontdooien. Ook handig is een een snelvriesfunctie voor als je net boodschappen hebt gedaan en je spullen snel moet invriezen. Die functies vind je zowel bij inbouw- als vrijstaande modellen. Het aanbod is bij vrijstaande vriezers vaak iets breder, simpelweg omdat er meer soorten van zijn.

©ID.nl

Kostenplaatje

Als je kijkt naar de prijs, zijn vrijstaande vriezers meestal wat goedkoper dan inbouwmodellen met vergelijkbare eigenschappen. Bij een inbouwvriezer betaal je namelijk ook voor het inbouwsysteem en het strakkere ontwerp. Bovendien moet je bij vervanging vaak een model kiezen dat precies in je keukenkast past. Dat maakt de keuze beperkter en soms ook duurder. Verder hangt het ook af van het deursysteem dat je kiest voor een inbouwvriezer. Bij een deur-op-deursysteem waar de deur van de keukenkast direct op de deur van de vriezer wordt gemonteerd, zijn ook andere scharnieren nodig die het extra gewicht van de keukendeur kunnen dragen. Bij een glijsysteem is dat niet het geval, omdat in dat geval de deur van de keukenkast een eigen scharniersysteem heeft.

Past het in je interieur?

Als je keuken er strak en opgeruimd uitziet, dan wil je misschien niet dat er een groot wit apparaat in het zicht staat. In dat geval is een inbouwvriezer een mooie oplossing. Die zit netjes achter een kastdeurtje en valt niet op. Een vrijstaande vriezer zie je wel altijd staan, maar dat hoeft geen probleem te zijn – zeker niet als hij in een bijkeuken of garage komt. Plus: tegenwoordig zijn de designs ook een stuk mooier dan pak 'm beet tien jaar geleden.

Staat je vriezer op een koude plek?

Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen. Als je van plan bent om je vriezer in een onverwarmde ruimte te zetten, zoals een schuur of garage, is het belangrijk om eerst na te gaan of het apparaat daar wel tegen kan. Vaak wordt gedacht dat een vriezer het juist beter doet als het buiten koud is, maar dat klopt niet altijd. Een vriezer moet voldoende warmte kunnen afvoeren, en bij te lage omgevingstemperaturen kan de thermostaat in de war raken, waardoor het apparaat minder goed of zelfs helemaal niet meer werkt. De meeste vriezers kunnen tot zo'n 10 graden Celsius als minimum temperatuur aan.

Sommige vriezers kunnen ook prima in een schuur of garage staan, maar alleen als de temperatuurspecificaties dit toelaten.

Om te bepalen of een vriezer geschikt is voor een koude ruimte, kijk je naar de klimaatklasse. Die vind je op het energielabel of in de productspecificaties. Klimaatklassen geven aan binnen welk temperatuurbereik een vriezer goed kan functioneren. De meest voorkomende klassen zijn SN, N, ST en T. Een vriezer met klimaatklasse SN (Subnormal) werkt bijvoorbeeld nog bij temperaturen vanaf 10 graden, terwijl sommige modellen die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in onverwarmde ruimtes al functioneren vanaf 5 graden of zelfs lager. Fabrikanten geven dit meestal duidelijk aan.

Op het Europees productregister voor energie-etikettering kun je van alle producten zien wat de klimaatklasse en de minimale en maximale temperatuur is waardoor het apparaat geschikt is.

Vrijstaande vriezers zijn soms speciaal ontworpen voor dit soort omstandigheden, met aanpassingen aan de techniek en isolatie. Er zijn bijvoorbeeld modellen met zogeheten Freezer Guard- of Frost Protect-technologie, die juist wel goed blijven werken in koude omgevingen. Die zijn ideaal als je de vriezer bijvoorbeeld op zolder of in een onverwarmde bijkeuken wilt zetten.

Inbouwvriezers daarentegen zijn vrijwel altijd bedoeld voor gebruik binnenshuis, op plekken waar de temperatuur redelijk constant is, zoals in de keuken. Ze zijn meestal niet getest of ontworpen voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen. Zet je zo’n vriezer toch in een koude ruimte, dan is de kans groot dat hij niet goed werkt of dat de levensduur wordt verkort.

©ID.nl

Een vriezer op zolder zetten kan een oplossing zijn bij ruimtegebrek in de keuken, maar vergeet ook niet dat hij ook helemaal naar boven moet worden gezet.

Tot slot is het goed om te bedenken dat ook vocht en vorst in onverwarmde ruimtes een rol kunnen spelen. Als de omgeving te vochtig is of als er bevriezingsgevaar ontstaat, kan dat schade veroorzaken aan de elektronica of het rubber van de deurafdichting. Het is dus altijd slim om niet alleen naar de temperatuur, maar ook naar de algemene omstandigheden van de ruimte te kijken voordat je besluit waar je de vriezer neerzet.

Verhuizing of herinrichting?

Als je nog niet zo lang op één plek woont of van plan bent te verhuizen, is het handig om te bedenken hoe flexibel je wilt zijn. Een vrijstaande vriezer kun je gemakkelijk meenemen of op een andere plek zetten. Een inbouwmodel zit vast in je keuken en is lastiger te verplaatsen of te vervangen. Dat maakt een vrijstaand model soms praktischer, en is een betere keuze als je je (keuken)inrichting regelmatig verandert.

Tot slot

Of je nu kiest voor een inbouw- of een vrijstaande vriezer, het belangrijkste is dat hij goed past bij jouw huishouden en wensen. Denk goed na over waar je hem wilt neerzetten, hoeveel ruimte je nodig hebt en hoe belangrijk je dingen als energieverbruik of uitstraling vindt. Door even de tijd te nemen en je goed te laten informeren, voorkom je dat je achteraf spijt krijgt van je aankoop. Zo weet je zeker dat je een vriezer kiest waar je jarenlang plezier van hebt.

▼ Volgende artikel
Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie

De vakanties zijn begonnen en als je op weg gaat naar het zuiden, sta je al gauw vast, bijvoorbeeld op de Autoroute du Soleil.De gratis app Google Map sbeschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube