ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Leren solderen: tips voor beginners en de experts

Iedereen die wel eens wat doet met elektronica, moet op een gegeven moment met de soldeerbout aan de slag. Maar als je dat nog nooit gedaan hebt, kun je snel foutjes maken. Leren solderen, zo doe je dat!

Het belangrijkste gereedschap is uiteraard de soldeerbout. De prijs ervan loopt uiteen van een tientje tot honderden euro’s, waarbij die laatste groep absoluut te duur is voor gebruik voor hobbyprojecten. Dat zijn soldeerstations die tot op de graad nauwkeurig zijn in te stellen en dat is voor dit handwerk zwaar overdreven. Met een soldeerstation van enkele tientjes is namelijk prima te werken. Je hebt al leuke modellen van rond de 25 euro.

Zo’n station bestaat uit een voeding, de temperatuurregeling en een houder voor de soldeerbout. Een losse soldeerbout is niet aan te raden, tenzij je het een goed idee vindt om een stuk metaal van tegen de 400 graden los op je bureau te hebben liggen. Plaats hem altijd in een houder, die biedt bovendien ruimte aan een vochtige spons, waaraan je de soldeerstift kunt schoonvegen.

Die soldeerstift is het gedeelte waarmee je daadwerkelijk soldeert en dat is dan ook bepalend voor de kwaliteit van de soldeerbout. De samenstelling en de daarmee samenhangende hardheid van het materiaal bepalen de warmteoverdracht van de stift. En hoe lang die meegaat, want corrosie ligt altijd op de loer in een vijandige omgeving van gesmolten tin en sterk wisselende temperaturen.

Ook de vorm is van belang: voor fijne elektronica heb je weinig aan de grove punt van een typische bouwmarkt-bout. Voor elektronica is er een brede selectie, variërend van beitel- of schroevendraaiermodel tot een kegelvormige punt in diverse lengtes. De keuze voor een stift hangt af van de specifieke toepassing, een vaste hand en persoonlijke voorkeur.

De perfecte soldeertemperatuur vinden

En tweede kwaliteitscriterium is het verwarmingselement en dan specifiek het vermogen ervan. Om te voorkomen dat het soldeer niet goed smelt of te vroeg stolt, mag de temperatuur van de stift niet te veel dalen tijdens het solderen. Door de veel lagere temperatuur van de te solderen onderdelen (kamertemperatuur) daalt de tempartuur van de stift scherp zodra je die tegen de onderdelen aan houdt en dat moet het verwarmingselement direct kunnen compenseren.

Gebruik om die reden dan ook een soldeerbout van minimaal 30 watt, zelfs voor fijne elektronica. Dat is dan ook meteen de reden om een temperatuurgeregelde soldeerbout te kiezen: boven de 400 graden gaan de meeste onderdelen snel kapot, dus een verwarmingselement moet uitgeschakeld worden bij het bereiken van een bepaalde temperatuur. In de praktijk werkt een temperatuur van net onder de 400 graden dan ook prima, ook voor loodvrije legeringen.

©PXimport

Fabrikant Weller heeft voor een deel van zijn bouten een speciaal soort stift, waarbij aan de achterkant een magneetje is aangebracht dat boven een specifieke temperatuur zijn magnetisme verliest. Dat magnetisme komt weer terug beneden die temperatuur en daarmee wordt een schakelaartje aan- en uitgezet. Een uiterst effectieve manier om zonder elektronica de temperatuur te regelen. Nadeel: voor een hogere- of lagere temperatuur moet je de stift vervangen door een ander type.

Soldeertin, lood en vloeimiddel

Tot iets meer dan tien jaar geleden gebruikte iedereen een legering van lood en tin om elektronica te solderen. Voor apparatuur die binnen de EU wordt verkocht, mag sinds 2006 geen loodhoudende soldeer meer gebruikt worden. Om gezondheidsredenen wordt aangeraden zelf ook te werken met loodvrije soldeer, die bestaat uit legeringen van tin en koper en/of zilver.

Het nadeel van de loodvrije alternatieven is een hoger smeltpunt en doffe verbindingen. Dat betekent solderen op iets (ongeveer 40 graden) hogere temperaturen, dus een iets hoger risico op beschadiging van gevoelige componenten. Belangrijker is dat je de kwaliteit van de verbinding moeilijker kunt bepalen, een doffe verbinding is bij lood-tin-soldeer een indicatie voor een slechte las. Wie met lood-tin wil solderen, kan dat nog wel gewoon kopen.

Welke legering je ook kiest, het type soldeer waarover het hier gaat is zogenoemde harskernsoldeer. Dat bestaat uit een holle draad van de tinlegering, waarbinnen een vloeimiddel (ook wel flux genoemd) is aangebracht. Dit vloeimiddel (hars) zorgt voor gelijkmatiger vloeien van het soldeer en gaat tegelijk oxidatie van de tinlegering tegen. Dat laatste gebeurt namelijk direct bij verwarming van het soldeer en maakt solderen zonder vloeimiddel onmogelijk: het laagje oxide verhindert hechting aan de printplaat en de componenten.

Harskernsoldeer is in diverse diktes verkrijgbaar als klos, in een cilindervormige houder, of in kleine hoeveelheden gewikkeld om een kartonnetje. De prijs voor soldeertin loopt uiteen van een paar tot tientallen euro’s (afhankelijk van de dikte en hoeveelheid meter). Maar om een voorbeeld te geven: de spoel waar wij in de jaren 90 mee begonnen zijn, is nog lang niet op.

Hoewel de meeste mensen weleens een soldeerbout hebben gebruikt, blijkt dat met name het fijnere werk vaak wordt onderschat. Afgaande op de kwaliteit van wat je zoal online voorbij ziet komen, kunnen wat simpele tips nooit kwaad. Het is namelijk niet ingewikkeld om deugdelijke soldeerverbindingen te maken, maar je moet er wel even echt voor gaan zitten.

Het begint bij de soldeerbout, specifiek de soldeerstift. Zorg dat deze goed rondom vertind is, door wat soldeer erop te laten smelten. Veeg de stift goed af aan een vochtig sponsje of andere soldeerpuntreiniger, zodat er geen druppels tin meer te zien zijn. Nu pas is de soldeerbout klaar voor gebruik.

Leg nu de printplaat omgekeerd op het werkblad van je bureau (zorg voor een ondergrond die vies mag worden, zoals een krant!) en druk de soldeerstift zowel tegen het koperen eilandje op de printplaat als tegen het pootje van de te solderen component. Met je andere hand houd je het uiteinde van het soldeer op korte afstand van de soldeerstift tegen het koper. Dat vergt misschien enige oefening, aangezien je de soldeerbout vasthebt in je schrijfhand.

©PXimport

Afhankelijk van de motoriek van je andere hand kan het positioneren van het soldeer best lastig zijn. De meeste instructies schrijven voor dat je met het soldeer niet de soldeerstift raakt, omdat een deel van het soldeer dan aan de stift blijft plakken en dus niet op je werkstuk belandt. Maar doe daar vooral niet al te krampachtig over! Het smelten gaat echt een stuk makkelijker door het soldeer wel degelijk heel kort tegen de punt van de stift te houden. Kijk uitsluitend naar het pootje en het koperen eilandje en zorg dat daar voldoende tin op terechtkomt.

Waar rook is...

Doordat het vloeimiddel gaat koken en deels verbrandt, vormt zich direct een rookwolkje boven je werkstuk. Laat je daardoor niet afleiden: dat hoort er nu eenmaal bij. Als je goed blijft kijken naar de punt van de bout, zie je dat pas na ongeveer een halve seconde het soldeer begint uit te vloeien en na ongeveer een paar seconden zijn uiteindelijke vorm heeft. Haal de stift zeker nooit binnen die tijd al weg, dat uitvloeien is essentieel voor een goede soldeerverbinding! Afhankelijk van het type component en de dikte van het pootje is tussen de één en vijf seconden over het algemeen een goede richtlijn voor het maken van een goede verbinding.

De hoeveelheid soldeer die je gebruikt, hangt af van de dikte van het pootje en de diameter van het doorvoergat in de printplaat. In de tijd die het uitvloeien duurt, kun je prima zien of er soldeer bij moet, dus begin rustig. Tin erbij is nu eenmaal een stuk eenvoudiger dan tin eraf (zie kader ‘Accessoires’). Veeg tussen het maken van twee verbindingen telkens de stift rondom af aan de vochtige spons. Zo blijft de stift goed vertind en schoon, zonder overtollige druppels en restanten verbrande hars.

Veelgemaakte fouten

Niet goed gevloeide soldeer is waarschijnlijk de meest gemaakte fout en de oorzaak van niet (goed) werkende schakelingen. Veel raadselachtige storingen zijn erdoor te verklaren, logisch als een pinnetje de ene keer wel en de andere keer geen contact maakt. De soldeerstift pas weghalen als het soldeer helemaal is uitgevloeid is de eenvoudige remedie.

Vloeit er niets meer, maar zit de tin niet op de gewenste plek, voeg dan voorzichtig wat meer soldeer toe. Doordat er dan ook vloeimiddel bij komt, zul je zien dat de boel weer gaat bewegen. Sommige prutsers schijnen soldeer op de stift te smeren en het daarna proberen over te brengen op de printplaat, zonder daar soldeer aan toe te voegen. Het behoeft geen toelichting dat dat geen goede verbindingen oplevert.

©PXimport

Een ander probleem kan ontstaan als je toch net te veel soldeer ineens toevoegt, of het uiteinde ervan net op de verkeerde plek komt. Er kan dan soldeer tussen twee printbaantjes terechtkomen, waardoor die baantjes onbedoeld elektrisch worden verbonden. Hoewel dat eenvoudig is te verhelpen met een desoldeerpomp is er een trucje waarmee je je de aanschaf daarvan kunt besparen. Voeg op de per ongeluk verbonden plek juist wat extra soldeer toe, zodat er een bolletje tin op de printplaat ligt.

Houd met de hand waar je net de soldeertin mee vasthield de pintplaat verticaal vast en duw de schone soldeerstift ertegenaan. Op het moment dat het soldeer helemaal vloeibaar is klop je de met printplaat eenmaal op tafel. Het soldeer vliegt eraf en met een beetje geluk is de verbinding weg, wat je uiteraard goed controleert. Wel zul je hierna de wél gewenste verbinding nogmaals moeten solderen.

Conclusie

Goed solderen is te leren, en met een paar aandachtspunten maak je na een paar keer oefenen betrouwbare verbindingen die jaren meegaan. Zolang het nog mag, zijn lood/tin-legeringen de betere keuze voor wie met solderen begint. Kijk naar de verbinding die je maakt en wees niet bang om het soldeer goed te laten uitvloeien. Laat je tot slot niet gek maken door al het moois dat er te koop is: voor minder dan vijf tientjes heb je een prima set om mee te kunnen beginnen. Wil je verder, dan kun je altijd nog iets kopen uit het hogere segment.

Soldeerbout kopen?

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

▼ Volgende artikel
Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig
© fizkes - stock.adobe.com
Huis

Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Een computer laat het vaak afweten op het slechtste moment. Of het nu gaat om een zwart scherm, geen internetverbinding of verdwenen bestanden: wie goed voorbereid is, bespaart tijd en ergernis. In dit artikel lees je welke hardware- en softwaretools je het best vooraf klaarzet, voor jezelf of om anderen te helpen – desnoods vanaf afstand.

Wat gaan we doen?

In dit artikel lossen we geen concrete problemen op, maar helpen je goed voor te bereiden op allerlei mogelijke computer­storingen. We leggen uit welke tools je het best altijd in je EHBO-kistje houdt, van hardwaretools tot handige softwareprogramma’s.

Tip 1 - Gerichte aanpak

Een computer en zeker een (thuis)netwerk vormen een complex geheel van componenten, waardoor het lastig kan zijn om snel de juiste oorzaak van een probleem te achterhalen en het op te lossen. Het kan aan hardware liggen (zoals een defecte adapter of slechte kabel), maar ook aan software (zoals een configuratiefout, malware of een incompatibel stuurprogramma). Het is dus verstandig om op zowat alles voorbereid te zijn. Dit vraagt niet alleen kennis en ervaring, maar ook een doordachte aanpak.

Begin met een gerichte observatie van fout­meldingen of gedrag, en voer dan systematisch tests uit. Start bij de eenvoudigste oorzaken, zoals herstarten of bekabeling. Sluit stapsgewijs andere mogelijke oorzaken uit. Noteer wat je test en welk resultaat je krijgt. Bij netwerkproblemen werk je het best van buiten naar binnen: controleer eerst randapparatuur en verbindingen, daarna besturingssysteeminstellingen, en tot slot software of hardware.

Daarvoor heb je natuurlijk ook het juiste ­materiaal nodig, en dat is nu net onze focus. We bekijken eerst welke hardwaretools nuttig zijn, zowel vrij eenvoudige gereedschappen als meer geavanceerde tools. Je kiest uiteraard zelf hoe ver je hierin wilt gaan. Daarna bespreken we handige softwaretools voor diagnose, herstel en reparatie, gebundeld op een multibootstick. Tot slot bekijken we nog enkele opties voor hulp op afstand.

©Angela - stock.adobe.com

Netwerkproblemen? Het kan ook zo simpel zijn als een kapotte netwerkkabel.

Tip 2 - Basisgereedschap

We starten met het basisgereedschap. Kleine dingen die je weleens over het hoofd kunt zien, maar die soms goed van pas komen! We denken bijvoorbeeld aan plakband of ducttape (bijvoorbeeld voor het (tijdelijke) herstel van een gescheurde kabel) en labeltape of markeerstickers om bepaalde (te verplaatsen) onderdelen duidelijk te identificeren. Enkele fijne permanente kleurmarkers kunnen hiervoor ook nuttig zijn. Zorg ook dat je een pincet of fijn tangetje bij de hand hebt, evenals een usb-lampje of een mini-zaklamp (eventueel gebruik je de led van je smartphone). Schroevendraaiers mogen uiteraard evenmin ontbreken: zowel kruiskopschroevendraaiers (Phillips PH0, PH1, PH2), als sleufschroevendraaiers, als torx-modellen (vooral T5 tot T10). Eventueel stop je er ook een paar drie- en zeskantige schroevendraaiers bij, evenals pentalobe-modellen (zoals voor Apple-laptops). Het is wel zo makkelijk als je schroevendraaiers magnetisch zijn om kleine schroefjes (in de systeemkast) niet te verliezen. Let wel op dat je hiermee geen elektronische onderdelen aanraakt. Een handige allround-oplossing is een precisie-schroevendraaierset met magnetische houder en verwisselbare bits.

Voor het schoonhouden van je apparatuur heb je ook altijd een spuitbus met perslucht in de buurt, evenals een luchtblazer (rubberen balgpompje), enkele watten- of schuimstaafjes en een paar micro­vezeldoekjes. Voor het reinigen van contactpunten, sockets, toetsenborden en behuizingen is een goed afsluitbare fles isopropyl-alcohol handig (liefst minimaal 99,9 procent). Zorg ook voor een anti­statische polsband of mat om elektrostatische schade te voorkomen. Denk verder ook aan een usb-stick, usb-hub (met eigen voeding) en een paar netwerk-patchkabels (bij voorkeur CAT 6). Bij elkaar kost dit hele setje basisgereedschap zo’n 160 euro.

©Nikolay - stock.adobe.com

Met een precisieset met verwisselbare bits kun je al je apparatuur openmaken.

Tip 3 - Extra gereedschap

Kant-en-klare netwerkkabels hebben onze voorkeur, maar soms is een zelfgemaakte kabel op maat handiger. Daarvoor heb je een krimptang nodig en wat handigheid om de connector goed te plaatsen. Op YouTube vind je genoeg instructievideo’s; na enige oefening lukt dat vlot. Zorg ook voor een RJ45-netwerktester. Er bestaan complete netwerksets met krimptang, stripper en tester.

Stop een paar lithium-knoopcellen (CR2032) in je kit, want het CMOS-geheugen van veel computers krijgt stroom van zo’n batterij en die dien je na enkele jaren te vervangen. Een batterijtester die ook geschikt is voor knoopcellen, is ook altijd handig (circa 10 euro). Voor het uitlezen van SD-kaarten gebruik je het liefst een externe SD-kaartlezer. Om problemen met draadloze muizen of toetsenborden te vermijden, zijn een usb-muis en -toetsenbord ­nuttig (samen vanaf zo’n 20 euro).

Ook enkele typische adapters zijn onmisbaar. Denk aan een usb-naar-wifi-adapter, usb-naar-ethernet-adapter (voor als de interne netwerkpoort niet werkt), usb-naar-SATA-adapter (om een interne schijf via usb op je eigen pc aan te sluiten), en een usb-c-multi-adapter. De geschatte totaalprijs van de spullen uit deze tip is zo’n 190 euro.

©kvladimirv - stock.adobe.com

Een netwerk­set, met onder meer een krimptang, netwerk­tester en kabelstripper.

Tip 4 - Voor de echte techneut

Ben je intussen de vaste computerreparateur geworden voor buren, kennissen en familie, dan is het misschien tijd om je reparatiekit verder te professionaliseren. Een psu-tester en een multimeter horen daar zeker bij. Met een psu-tester controleer je eenvoudig een pc-voeding (Power Supply Unit): sluit de ATX-stekker (van de desktop) en eventueel andere connectors (als cpu of PCIe) aan, waarna je per lijn de spanning uitleest (zoals 3,3V, 5V, 12V en andere). Een multimeter is veelzijdiger: je meet er spanning, stroom en weerstand mee (categorie 2 is geschikt tot 230V). Zo’n apparaat vergt wel enige ervaring, maar YouTube-video’s helpen je vast op weg.

Een (snelle) externe usb-ssd van bijvoorbeeld 2 TB komt ook van pas, bijvoorbeeld voor systeemback-ups. Bij schermproblemen is een klein reservescherm met voldoende resolutie (én HDMI en usb-c-aansluitingen) handig. Zorg eveneens voor een tubetje thermische pasta, voor als je cpu-koelers moet (ver)plaatsen of bij oververhittingsproblemen.

Eventueel kun je een diagnostische POST-kaart (Power-On Self Test) toevoegen, die je via PCIe (x1) op een (desktop)computer aansluit. Bij het opstarten voert het UEFI/BIOS een POST-routine uit, waarbij het systeem per stap een hex-code via de systeembus doorstuurt. Zo’n kaart vangt deze codes op en toont ze op een leddisplay. De betekenis lees je af in een POST-tabel (online of in de onderhoudshandleiding), zodat je gericht kunt testen. Eenvoudige modellen vind je al vanaf zo’n 10 euro. De geschatte totaalprijs van deze spullen is zo’n 280 euro.

©Mr.Norasit Kaewsai

Een multimeter is veelzijdig en hoeft niet zo duur te zijn.

Tip 5 - Programma's verzamelen

Je EHBO-kit is inmiddels goed gevuld met tools voor hardwareproblemen. Maar wat als de oorzaak bij software ligt? Zulke fouten los je doorgaans software­matig op, dus verzamel je het best vooraf alvast de meest geschikte programma’s voor diagnose en herstel. Deze tools kunnen sterk variëren, want ook de oorzaken van problemen verschillen. Denk aan corrupte drivers of systeembestanden, foutgelopen updates, conflicterende software, malware, ­verkeerde configuraties en beschadigde opstartitems. Je hebt dus tools nodig die malware kunnen opsporen en verwijderen, bootstructuren (tot op sectorniveau) kunnen controleren en herstellen, schijven kunnen herpartitioneren, data kunnen redden van nukkige systemen, wachtwoorden kunnen achterhalen of wissen en meer.

Daarnaast moet je de juiste manier vinden om de software te starten. Soms lukt dat via een koppeling van de interne schijf van het defecte systeem aan je eigen computer. In de praktijk werkt het meestal handiger als je de EHBO-software rechtstreeks op het probleemtoestel kunt draaien. Als een ­normale start niet lukt, zelfs niet in de veilige modus (Windows), biedt een bootstick uitkomst. Dit is een opstartbare usb-stick met een eigen besturingssysteem, zoals Windows of Linux. Idealiter kies je voor een multibootstick, met meerdere systemen of tools, zodat je vlot de meest geschikte diagnose- of herstelomgeving kunt selecteren. We behandelen in dit artikel twee uitstekende, gratis oplossingen.

Een ‘blue screen of death’: Windows in paniek, maar wat is de oorzaak? Overigens gaat Microsoft dit scherm na 40 jaar wijzigen: het wordt zwart met kortere teksten.

Tip 6 - YUMI-stick maken

YUMI (Your Universal Multiboot Installer) is een tool waarmee je zo’n multibootstick kunt maken. Deze tool is handig omdat je uit tal van besturingssystemen kunt kiezen, zonder die zelf te hoeven zoeken. Surf naar www.kwikr.nl/yumi, scrol tot bij YUMI exFAT Download en klik op Download YUMI. Dubbelklik op het gedownloade exe-bestand om de portable tool te starten. Klik op I Agree en plaats een (lege) usb-stick in je pc, bij voorkeur 3.x en met voldoende ruimte voor alle gewenste distributies. Klik indien nodig op Redetect Disks als het station niet zichtbaar is bij Step 1: You Chose. Selecteer de juiste stick en klik op Prepare this Device, zodat de stick correct geformatteerd wordt. Bevestig met Ja als je zeker weet dat de stick geen belangrijke gegevens bevat. Na afloop verschijnt een exFAT-partitie in Verkenner met de naam YUMI. Voor wie technisch geïnteresseerd is: via Schijfbeheer zie je ook een kleine FAT-partitie (VTOYEFI). Dit is de EFI-systeempartitie, maar daar hoef je je verder niet om te bekommeren.

Bij Step 2: Select a Distribution […] kies je vervolgens de gewenste distributie. Er zijn er meer dan 100, vooral Linux-distributies, maar ook systemen als back-uptools, partitiebeheerders, wachtwoordkrakers, geheugentesters, penetratietesters en allround-troubleshooters zoals Ultimate Boot cd, SystemRescue (Linux) en Hiren’s BootCD PE (Windows). Op enkele hiervan komen we straks nog even terug.

Met YUMI maak je eenvoudig een multibootstick.

Tip 7 - YUMI-distributies

Selecteer de eerste gewenste distributie. De verwijzing naar het bijbehorende schijfkopiebestand kleurt oranje als YUMI dit in de YUMI-map detecteert, althans wanneer je het daar zelf al had geplaatst. Kleurt dit rood, dan kun je via Browse naar de juiste downloadmap navigeren. Staat het bestand nog niet op je schijf, klik dan op Download link om het te downloaden. Of klik op Visit the […] site om het zelf binnen te halen van de site van de producent. Bij sommige distributies, zoals Ubuntu, verschijnt een extra optie (Step 4) waarmee je optioneel opslagruimte reserveert voor persistente wijzigingen. Zodra de juiste distributie is geladen bij Step 3, klik je op Create en bevestig je met Ja. De voortgang volg je in het logvenster. Na afloop klik je op Next en op Ja om extra distributies toe te voegen aan het YUMI-bootmenu, op dezelfde manier als daarnet. Dat kan ook later nog, zolang je YUMI opnieuw start zonder de stick opnieuw te formatteren.

Wil je een toegevoegde distributie verwijderen, plaats dan een vinkje bij View or Remove Installed Distros, selecteer het ongewenste systeem en klik op Remove.

Na de ‘installatie’ van een distributie kun je gerust een ­volgende op de stick kwijt.

Tip 8 - Ventoy

Lukt het om een of andere reden niet met YUMI of wil je liever een andere tool gebruiken, dan is Ventoy een prima alternatief. Download de recentste versie van het portable programma via www.kwikr.nl/ventoy. Pak het zip-bestand uit en start de tool. In het Language-menu kies je eventueel voor Dutch (Nederlands).

Plug een geschikte (lege) usb-stick in en dubbelklik op het bestand Ventoy2Disk.exe. Klik op de ronde pijlknop zodat Ventoy de stick correct herkent. Open nu eerst even het menu Opties. Bij Partitietabel staat standaard MBR geselecteerd. In de meeste gevallen is dat de beste optie, tenzij je zeker weet dat je de stick enkel op moderne UEFI-systemen gebruikt; in dat geval kun je GPT selecteren. Laat ook de optie voor Secure Boot aangevinkt, behalve als je weet dat je de stick enkel op oudere systemen zonder secure boot gebruikt of bereid bent secure boot tijdelijk uit te schakelen (zonder de UEFI-bootmodus te wijzigen). In dit menu vind je ook de optie Ventoy verwijderen: hiermee maak je de stick leeg en verwijder je de partities als je dit wenst.

Check eerst nog even enkele opties in Ventoy.

Tip 9 - Distributies plaatsen

Er rest nu nog maar één stap. Klik op Installeren (Bijwerken is bedoeld voor een update naar een recentere Ventoy-versie) en bevestig dit tweemaal met Ja. Alle data op de stick worden gewist en, net als bij YUMI, verschijnen er twee partities: een grote VENTOY-datapartitie en een kleine VTOYEFI-systeempartitie. Het hele proces duurt slechts enkele seconden.

Daarna mag je Ventoy sluiten: je stick is nu klaar om de eerste distributies te ontvangen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. Je hoeft enkel het schijfkopiebestand (meestal een iso-bestand) van een distributie naar de VENTOY-partitie te kopiëren, desgewenst in aparte mappen (zoals \allround, \antivirus, \backup, \dataherstel, \partitiebeheer enzovoort). Dit kan gewoon via Verkenner. Dit geldt trouwens ook voor een YUMI-stick, aangezien die onderliggend gebruikmaakt van Ventoy-technologie. In het tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’ vermelden we enkele uitstekende tools, inclusief hun downloadlocaties.

Distributies op Ventoy: niet moeilijker dan de iso-bestanden naar de VENTOY-partitie kopiëren.

Tip 10 - Bootstick opstarten

Het is nu de bedoeling dat je je multibootstick opstart op een (problematisch) systeem. Daarbij maakt het weinig uit of je een YUMI- of een Ventoy-stick gebruikt. Tijdens het opstarten druk je enkele keren op een sneltoets, zoals ESC, F8 of F12, om het opstartmenu te openen. Op oudere toestellen moet je mogelijk eerst het BIOS-setupmenu oproepen via een sneltoets en daar bij Boot order (priority) de usb-stick als eerste opstartmedium instellen.

Gaat het om een moderner UEFI-systeem, dan staat secure boot waarschijnlijk ingeschakeld, wat kan verhinderen dat je bootstick opstart. Voor een YUMI-stick moet je deze functie wellicht eerst tijdelijk uitschakelen om te kunnen opstarten. Een Ventoy-stick start meestal wél op als je eerder de optie Secure Boot had aangevinkt (zie tip 8). In dit geval moet je bij de allereerste opstart wel nog een korte procedure doorlopen, zoals beschreven op www.kwikr.nl/vensec. Je kunt eventueel ook hier eerst secure boot tijdelijk uitschakelen.

Het startmenu van je bootstick verschijnt nu. Laten we Ventoy als voorbeeld nemen. Je ziet hier alle toegevoegde distributies als menu-opties. Met F3 kun je ook overschakelen naar een mapweergave, waarbij je eerst een map opent (zoals \allround, \antivirus enzovoort) en daarna de gewenste distributie start. Zo start je vanaf één stick moeiteloos allerlei distributies en tools, en kun je meteen gericht troubleshooten.

Een geheugen­test vanaf de bootstick (Memtest86+ vanuit Avira Rescue systeem).

Onmisbare reddingstools

Dé ideale troubleshooting-toolkit bestaat misschien niet, maar met de volgende aanbevelingen kom je wel dicht in de buurt. Het handige is dat je ze met YUMI of Ventoy gewoon samen op één bootstick zet. Keuzestress is dus overbodig.

GParted Live: grafische partitiebeheerder om te schalen, formatteren of herstellen.

Puppy Linux (bijvoorbeeld Ubuntu-editie): lichte Linux-distributie voor toegang tot systemen met beperkte hardware, zoals oudere pc’s.

Norton Bootable Recovery Tool, Avira Rescue System of een soortgelijke oplossing: opstartbare antivirus voor het opschonen van zwaar geïnfecteerde systemen.

CloneZilla Live: tekstgebaseerde tool voor disk-imaging en klonen van schijven voor back-ups en migratie.

MemTest86+: platformonafhankelijke geheugentest om RAM-problemen op te sporen.

SystemRescue: Linux-gebaseerde omgeving met uiteenlopende tools voor systeemherstel, partitiebeheer, dataherstel en netwerkdiagnose.

Hiren’s BootCD PE: tal van populaire troubleshootingtools in een vertrouwde Windows-desktopomgeving op basis van Windows 10 PE.

Tip 11 - Extra tools

De kans is groot dat je met de applicaties uit de kadertekst ‘Onmisbare reddingstools’ al vrijwel alle nodige tools hebt. Toch kun je gaandeweg nog programma’s ontdekken die je graag aan je bootstick toevoegt. Dat werkt zowel op een YUMI- als op een Ventoy-stick heel eenvoudig.

Op www.portableapps.com/apps kun je alvast terecht voor meer dan 1100 apps, waaronder zo’n 160 uiteenlopende hulpprogramma’s. Download het .paf.exe-bestand van de gewenste tool en voer dit uit in een tijdelijke map op je eigen systeem. Kopieer daarna de uitgepakte bestanden naar een aparte submap op je bootstick, bijvoorbeeld in \tools\<naam\_app>.

Daarna open je binnen een opgestarte distributie (zoals de Windows Verkenner in Hiren’s BootCD PE: zie tekstkader ‘Onmisbare reddingstools’) gewoon deze map en start je de portable exe-app van daaruit. Zo stem je je bootstick volledig af op je eigen voorkeuren en behoeften (zie ook tekstkader ‘AIO-pakketten’).

Je kunt bijvoorbeeld vanuit de verkenner in Hiren’s BootCD PE alle gewenste portable apps opstarten.

AIO-pakketten

We vestigen graag de aandacht op twee all-in-onepakketten; beide waardevolle aanvullingen op de tools uit het kader ‘Onmisbare reddingstools’.

Het eerste is The PortableApps.com Platform: een grafisch menu waarmee je selectief honderden portable apps kunt installeren (lees: uitpakken) op je bootstick. Download het bijbehorende .paf.exe-bestand (www.portableapps.com/download) en start het op je systeem. Kies Nieuwe installatie / Portable en verwijs naar je ingeplugde bootstick. Bevestig met Installeren. Start daarna Start.exe op de stick: er verschijnt een menu. Klik op Apps / Meer apps / Op categorie. Scrol bijvoorbeeld tot bij Hulpprogramma’s en vink alle gewenste tools aan. Klik op Installeren om ze aan je stick toe te voegen. Binnen een actieve distributie op je stick start je Start.exe op en navigeer je door het PortableApps-menu.

Een heel ander AIO-platform is Medicat usb (www.medicatusb.com). Deze toolkit bevat verschillende besturingssystemen, waaronder Linux-partities en een WinPE-versie met tientallen handige portable apps. Op de site vind je ook een link naar een post op het forum GBAtemp waar je instructies vindt om de talrijke bestanden (circa 26 GB) op je bootstick te krijgen. Het hele proces duurt even, maar je hebt dan ook een uiterst krachtige toolkit voor diagnose en herstel.

Tip 12 - Quick Assist

Tot nu toe gingen we ervan uit dat je als troubleshooter fysiek aanwezig bent om het probleem op te lossen. Maar er zal vast weleens iemand vanaf afstand je hulp inroepen. We veronderstellen dan wel dat die persoon zijn systeem nog kan opstarten, eventueel in de veilige modus, en zo een tool voor afstandsbeheer kan openen.

Eerst stellen we kort een app voor die standaard met Windows wordt meegeleverd: Quick Assist. Begin aan de helperszijde door de app te starten, klik op Iemand helpen en meld je aan met je Microsoft-account. Noteer de beveiligingscode en geeft die door aan de hulpvrager, bijvoorbeeld via telefoon of bericht. Deze persoon start daarna ook Quick Assist en vult de beveiligingscode in bij Beveiligingscode van assistent. Na een klik op Verzenden verschijnt een bevestigingsvraag: hij plaatst een vinkje en klikt op Toestaan. Zijn bureaublad zou nu zichtbaar moeten zijn in een schaalbaar venster op jouw systeem.

Om het systeem over te nemen klik je bovenaan op Besturing aanvragen. Na een bevestiging van de hulpvrager via Toestaan krijg je toegang tot zijn pc. Boven in het venster vind je knoppen als Laserpointer, Aantekening en Chat (voor communicatie via een apart venster). Als er meerdere schermen zijn aangesloten, kun je via Scherm selecteren het gewenste scherm kiezen. Je kunt de overname stopzetten met Stop best. of Besturing annuleren, en met Verlaten sluit je de sessie volledig af.

Quick Assist: afstandsovername en chatgesprek in volle gang.

Tip 13 - AnyDesk

Quick Assist werkt uitsluitend op Windows, maar er bestaan ook tools als AnyDesk die meerdere platformen ondersteunen, waaronder Windows, macOS en mobiele systemen (www.anydesk.com; gratis voor persoonlijk gebruik). Hier gaan we uit van de Windows-versie.

Start de app op, zowel aan jouw kant als aan die van de hulpvrager. Vraag hem vervolgens via telefoon of bericht om de identificatiecode van zijn werkplek: dit is een 10-cijferige code bovenaan in het venster. Vul deze code in op je eigen app, bij Voer remote adres in. Druk op Enter en geef je firewall desgevraagd toestemming.

De hulpvrager klikt nu op de knop Accepteren met het schildicoon om een sessie met beheerrechten toe te staan. Even later verschijnt zijn bureaublad op jouw scherm en kun je zijn pc op afstand bedienen.

AnyDesk biedt meer opties dan Quick Assist. Zo is er een chatfunctie, een schermopnamefunctie, een whiteboard en een handige datatransferfunctie om snel bestanden tussen beide systemen te verplaatsen. Je kunt de schermweergave aanpassen en via de knop Acties bijvoorbeeld een screenshot maken of de toegangsrichting omkeren. Uiteraard kunnen ook hier beide partijen de verbinding op elk moment stopzetten.

AnyDesk: een gebruiksvriendelijke en flexibele tool voor afstandsbeheer.