ID.nl logo
Fotoformaten
© PXimport
Zekerheid & gemak

Fotoformaten

Naast het populaire jpeg-formaat, zijn er nog veel andere beeldformaten waarin u foto's en afbeeldingen kunt opslaan. Wanneer slaat u bijvoorbeeld een bestand op als png, en wat doet u met een eps-bestand? In dit artikel bespreken we de zin- en onzin van alle gangbare fotoformaten en bijbehorende zaken als resolutie als compressie.

Op uw computer bevinden zich afbeeldingen in allerlei bestandsformaten. Een foto die u van een camera afhaalt is meestal opgeslagen als jpg, terwijl een afbeelding die u van internet download vaak het png-formaat heeft. We beginnen in dit artikel bij het maken van een foto, want hier beslist u al een hoop over de foto. We achterhalen de waar- en onwaarheden rondom resolutie, compressie en pixels. Vervolgens bespreken we standaard beeldformaten, programma-afhankelijke beeldformaten en beeldformaten van de toekomst.

Deel 1: Een foto maken

1. Instellen in de camera

Als we het over beeldformaten hebben, dan zijn er twee eigenschappen waarop we ze eenvoudig kunnen onderscheiden: met en zonder schadelijke compressie. Bijvoorbeeld het jpeg- en raw-fotoformaat.

Alle digitale camera's slaan foto's op in het jpeg-formaat. Bij het maken van een foto met een digitale camera, kunt u aangeven wat de kwaliteit van de opgeslagen foto's moet worden. Kiest u voor hoge kwaliteit dan wordt er weinig compressie toegepast, bij een lagere kwaliteit is er veel compressie. Naarmate er meer compressie wordt gebruikt, wordt de omvang (in MB's) kleiner, maar gaan er ook details uit de foto verloren.

Digitale spiegelreflexcamera's en de gevorderde klasse compactcamera's ondersteunen naast het jpeg- ook het raw-formaat. Dit formaat slaat de beelden onbewerkt en zonder beeldbewerking op, en gebruikt alleen een vorm van compressie waarbij geen details verloren gaan (zie stap 2). Niet alleen blijft de beeldkwaliteit hierdoor optimaal, ook laten raw-bestanden zich beter bewerken in fotobewerkingssoftware. Alle beeldinformatie, met de exacte kleurgradatie van iedere pixel, is namelijk nog intact. Daardoor is bijvoorbeeld een verkeerde belichting of witbalans van een foto achteraf nog makkelijk te corrigeren. Dit is bij een foto in het jpeg-formaat niet mogelijk.

2. Resolutie en compressie

Stel dat een foto bestaat uit 5000 x 4000 pixels, dan gaat het om een bestand met een resolutie van 20 megapixel. De meeste fotobestanden zijn van het RGB-type (rood-groen-blauw) waarbij 3 bytes aan kleurinformatie per pixel gebruikt wordt. De omvang van een dergelijk bestand komt dus uit op 60.000.000 bytes, oftewel 60 MB. Omdat 60 MB per foto een enorme aanslag pleegt op de opslagcapaciteit, worden foto's altijd gecomprimeerd zodat ze in omvang afnemen. Hoe meer compressie er wordt toegepast, hoe meer foto's er op een geheugenkaart passen.

Er bestaan twee soorten compressie: lossless en lossy. Alleen lossless-compressie heeft geen negatieve impact op de beeldkwaliteit. Met een slim algoritme wordt er onderscheid gemaakt tussen logische en onlogische data, waarbij de volgorde wordt herschikt. Stel dat een foto 10.000 volledig witte pixels bevat, dan neemt het beduidend minder ruimte in beslag om het gebied waar deze witte pixels zich bevinden te onthouden, dan om de locatie van iedere individuele pixel op te slaan. Dit is een non-destructieve compressievorm die ook wordt gebruikt bij zip-bestanden. Alle beeldinformatie blijft intact, dus de kwaliteit gaat niet achteruit. De omvang kan hiermee worden teruggebracht van 60 MB naar circa 20 MB.

De andere compressiemethode is lossy. Deze manier leidt wel tot kwaliteitsverlies, maar bij matig gebruik is dat amper merkbaar. In een foto worden bijvoorbeeld de 100% witte pixels en de pixels die erg dicht daar tegenaan zitten (en voor het oog niet te onderscheiden zijn), opslagen als één kleur. De lichte tonen die zeer dicht tegen wit aanzitten worden samengevoegd, evenals de donkere bij zwart. Een blauwe lucht die bijvoorbeeld uit 100.000 kleurgradaties bestaat, wordt teruggebracht naar 30.000 gradaties. Hetzelfde 20 megapixel-bestand uit ons voorbeeld wordt dan teruggebracht naar circa 5 MB (een factor 12 verschil met het niet-gecomprimeerde bestand van 60 MB). Het verschil is meestal nauwelijks waarneembaar, maar het is er wel. Lossy compressie is altijd destructief, oftewel de kwaliteit neemt af. De schade is afhankelijk van de mate van compressie. Een jpeg-foto van 5 MB is ook best terug te brengen naar 500 KB met behoud van de resolutie, maar er zal dan wel erg veel kleurinformatie verloren gaan. Dit is vooral terug te zien in egale delen, zoals luchten. Voor hoge kwaliteit, zoals afdrukken op posterformaat of in een glossy magazine, is compressie zeer onwenselijk.

©PXimport

Een voorbeeld van destructieve jpeg-compressie. De foto links is met een kwaliteitsnorm van 90% bewaard (4 MB) en de foto rechts met 10% (450 KB). Door compressie ontstaan zogenaamde artefacten met blokkerige pixels en een vlekkerig kleurverloop.

Megapixel

De huidige generatie consumentencamera bevat 12 tot 20 megapixel. Om te bepalen hoeveel u nodig hebt, is het belangrijk om te weten wat een 'megapixel' nu precies betekent. In principe wordt het aantal pixels vaak gezien als kwaliteitsnorm, waarbij geldt 'hoe meer hoe beter'. Deze stelling is echter flink achterhaald, omdat het kwaliteitsverschil tussen een 12 een 20 megapixel-camera vaak minimaal zichtbaar is (en ook sterk afhankelijk is van de sensor en de gebruikte lens). Het aantal megapixel zegt voornamelijk iets over de mogelijkheid om grote afbeeldingen af te drukken. Zo is een foto van 2 megapixel ruim voldoende om af te drukken op het standaard fotoformaat van 10 bij 15 centimeter. Voor een afdruk op A4-formaat hebt u doorgaans zo'n 4 megapixel nodig. Bent u van plan nog grotere afdrukken te maken, dan is het noodzakelijk om meer megapixel te hebben. Reclamemateriaal of publicatie in bladen vraagt een nog hogere afdrukkwaliteit. Dit wordt meestal uitgedrukt in dpi (dots per inch) of ppi (pixels per inch).

In de tabel hieronder krijgt u een overzicht van het aantal megapixel (MP) dat nodig is om een beeld af te drukken. We onderscheiden hier redelijke kwaliteit (150 dpi), goede kwaliteit (200 dpi) en superkwaliteit voor bijvoorbeeld glossy magazines of hoogwaardige posters (300 dpi). Dit is slechts een richtlijn, omdat de kwaliteit van een goede foto van meer factoren afhankelijk is dan alleen van megapixel. Bovendien: hoe groter een poster, hoe groter de afstand wordt waarop deze bekeken zal worden. Een grote poster hoeft dus niet perse op 300 dpi te worden afgedrukt. Ook verschilt de eis per afdruktype. Voor een canvas-afdruk is 150 dpi of minder al voldoende, waardoor een (scherpe!) 6 megapixel-foto ook geschikt kan zijn voor een afdruk van bijvoorbeeld één bij één meter.

©PXimport

Deel 2: Standaard beeldformaten

3. Jpeg (.jpg)

Jpeg is een standaardformaat dat door alle digitale camera's ondersteund wordt. De mate van (lossy) compressie is meestal in te stellen door middel van verschillende kwaliteitsgradaties (hoog, middel, laag), waarbij weinig tot veel compressie gebruikt wordt.

4. Jpeg 2000 (.jp2 en .jpx)

Het jpeg 2000-formaat stamt uit het jaar 2000 en moest de oorspronkelijke jpeg-standaard uit 1992 opvolgen. Jpeg 2000 biedt betere compressiemethoden (zowel lossy als lossless) met minder schade en een kleinere bestandsomvang. De nieuwe standaard is echter nooit echt aangeslagen en wordt niet standaard door camera's ondersteund.

5. Tiff (.tif)

Tiff is een ideaal formaat om hoogwaardige foto's mee te bewaren. In tegenstelling tot jpeg gaat er geen kwaliteit verloren, omdat er geen lossy compressie wordt gebruikt. Een tiff-bestand kan zowel zonder compressie als met lzw-compressie (lossless) worden opgeslagen. Gebruik het tiff-formaat bijvoorbeeld voor een raw-foto die u na beeldbewerking in de hoogst mogelijke kwaliteit wilt bewaren.

6. Gif

Dit bestandsformaat wordt vooral gebruikt voor websites, mede omdat het een transparante laag ondersteunt en geschikt is voor korte animaties. Het formaat is niet erg interessant voor foto's, vanwege het lage aantal kleuren (slechts 256). Het is min of meer opgevolgd door het ping-formaat.

7. Ping (.png)

Ping wordt vooral gebruik voor plaatjes op websites. Een ping-bestand kan (net als gif) een transparante laag bevatten. Het maakt gebruik van lossless compressie, waardoor het meer geschikt is voor kleine plaatjes dan voor foto's (omdat die vrij veel ruimte in beslag nemen en daardoor traag laden).

Deel 3: Programma afhankelijke beeldformaten

8. Eps (Encapsulated PostScript)

Een eps-bestand is een grafisch bestand dat vector-informatie bevat. Meestal is het gemaakt met speciale software zoals Photoshop Illustrator en bevat het een schaalbare afbeelding zoals een logo, tekst of een 3D-beeld. Een eps-bestand kan niet standaard door Windows geopend worden, maar vereist een specifiek programma zoals Photoshop. Na het openen verschijnt de vraag hoeveel dpi de afbeelding moet zijn. Afhankelijk daarvan wordt de resolutie bepaald. Omdat eps-bestanden schaalbaar zijn, zijn ze in principe oneindig te vergroten.

9. Mpo (Multi Picture Object)

Een mpo-bestand is een nieuw formaat dat bestaat sinds de opkomst van 3D. Camera's die ook 3D-foto's kunnen produceren, gebruiken hiervoor het mpo-formaat. Een mpo-bestand kunt u niet standaard in Windows openen, maar vereist specifieke software die meegeleverd wordt met de camera. Een mpo-bestand bevat twee of meerdere jpeg-foto's met verschillende standpunten, die samen een 3D beeld vormen. De meeste 3D-tv's kunnen het mpo-formaat (al dan niet via een camera) weergeven.

10. Psd (Photoshop Document)

Dit is het standaardformaat van Photoshop (Elements). Het psd-formaat slaat beeldinformatie lossless op, zonder kwaliteitsverlies dus. Een psd-bestand bevat ook veel beeldbewerkingsinformatie, zoals verschillende lagen. Voor het openen van dergelijke bestanden is aparte software als Photoshop nodig.

11. Psp (Paint Shop Pro)

Een psp-bestand is vergelijkbaar met een psd, maar dan afkomstig van Corel Paint Shop Pro.

12. Verschillende raw-formaten

Iedere camerafabrikant gebruikt zijn eigen raw-formaat, dat ook nog eens bij ieder nieuw cameramodel aangepast kan worden. Daardoor is een specifiek programma vereist om de bestanden te kunnen openen. Naast de software van de fabrikant zelf is dat bijvoorbeeld Photoshop, Lightroom of Aperture. Zo gebruikt Canon het cr2- en crw-formaat, Nikon nef, Fujifilm raf, Olympus orf, Panasonic rw2, Samsung srw en Sony arw.

©PXimport

Een foto die in het raw-formaat is gemaakt, moet in speciale software worden geopend.

13. Dng (Digital NeGative)

Een dng-bestand is een open raw-standaard, bedacht door Adobe. In tegenstelling tot de diverse eigen formaten die camerafabrikanten gebruiken is een dng-bestand universeel. Het kan in elk beeldbewerkingsprogramma geopend worden, en net als bij andere raw-formaten, blijft de kwaliteit optimaal dankzij lossless-compressie.

Formaat wijzigen

Als u een fotobestand wilt omzetten van het ene formaat naar het andere, kan dat met behulp van software. Gebruik bijvoorbeeld Adobe Photoshop (Elements) of Corel Paint Shop Pro. Er zijn ook gratis alternatieven zoals IrfanView. Dit programma bevat ook een batch-modus, waarbij een hele map met foto's met één klik kan worden omgezet. Het is niet alleen mogelijk om het formaat te wijzigen, maar ook de resolutie (bijvoorbeeld om foto's te verkleinen om ze vervolgens te e-mailen).

Deel 4: Toekomstige beeldformaten

De huidige bestandsstandaarden, met jpeg als standaard, zijn alles behalve ideaal. Er zijn betere alternatieven voor jpeg die meer compressie kunnen toepassen met minder kwaliteitsverlies. Microsoft heeft een nieuw formaat voor foto's ontwikkeld (jpeg XR) en Google voor web-afbeeldingen (WebP). Beide formaten zouden aanzienlijk minder ruimte in beslag nemen en betere kwaliteit bieden dan jpeg. Ook zijn er nieuwe webformaten in opkomst met transparante lagen en minimale (lossy) compressie, die een alternatief vormen voor gif en ping. Camerafabrikanten zijn echter huiverig om deze nieuwe standaarden te adopteren, omdat de ondersteuning van software nog beperkt is. En softwaremakers zijn op hun beurt weer afwachtend omdat de formaten toch nog niet in camera's ondersteund worden. Ook is er soms een licentie vereist om een bepaald fotoformaat te gebruiken, wat geld kost. Door al deze factoren is het lastig om een nieuwe standaard te ondersteunen en blijft het oeroude jpeg vooralsnog de standaard.

14. Jpeg XR

Microsoft kondigde in 2006 een alternatief voor jpeg aan: Windows Media Photo (wmp). Momenteel is dit type beter bekend als HD Photo of jpeg XR. Dit formaat zou bestanden tot vier keer kleiner kunnen maken dankzij betere compressiealgoritmen. Bij compressie zouden minder artefacten te zien zijn. Ook zou het formaat een grotere kleurruimte krijgen ten opzichte van jpeg (16 bit in plaats van 8 bit). Naast slimmere lossy compressie zou het formaat ook ondersteuning bieden voor lossless compressie.

15. WebP

Eind 2010 kondigde Google een nieuw beeldformaat aan, genaamd WebP (uitgesproken als weppie). In vergelijking met jpeg zou het afbeeldingen bijna 40 procent kleiner maken. Google zal dit formaat via haar Chrome-browser ondersteunen en brengt ook hulpmiddelen uit die afbeeldingen op webservers automatisch kunnen omzetten (en daarmee flink wat ruimte besparen). Zolang andere browsers dit formaat niet ondersteunen zal het geen succes worden.

Raw versus jpeg

De impact van compressie is groot. Zelfs wanneer er geen direct zichtbaar kwaliteitsverlies te zien is door compressie van kleurgradaties, heeft compressie ook indirect negatieve gevolgen. Een beeld met compressie laat zich beduidend minder goed bewerken dan een puur beeld. Een concreet voorbeeld daarvan is het raw-formaat versus jpeg. Raw is een formaat dat door spiegelreflexcamera's, systeemcamera's en de gevorderde klasse compactcamera's ondersteund wordt. Bij raw worden foto's opgeslagen met lossless-compressie in plaats van lossy. Een raw-foto bevat daardoor beduidend meer kleurgradaties (16 bit). Als gevolg daarvan is er meer marge voor correcties zoals het achteraf bijstellen van de belichting of witbalans. Een overbelichte (lees: te lichte) of onderbelichte (lees: te donkere) jpeg-foto kan nauwelijks hersteld worden omdat de beeldinformatie simpelweg niet meer bestaat: wit is wit, zwart is zwart. Een over- of onderbelichte raw-foto is vaak nog prima te herstellen. Zie het voorbeeld hieronder.

©PXimport

De originele foto is flink overbelicht door verkeerde instellingen. Deze foto kan rechtstreeks de prullenbak in, of toch niet? De opname is opgeslagen in zowel jpeg- als raw-formaat.

©PXimport

De jpeg-foto laat zich corrigeren, maar veel overbelichte delen zijn simpelweg wit en kunnen dus niet aangepast worden. De brug en het water zien er daardoor zeer onrealistisch uit.

©PXimport

De raw-foto bevat veel meer kleurnuances en laat zich daardoor volledig corrigeren. Het belichtingsfoutje van de fotograaf verdwijnt als sneeuw voor de zon en de foto is gered.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

▼ Volgende artikel
Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android
Huis

Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar ook Android heeft – net als Windows – een klembord. Daarmee kun je gemakkelijk tekst kopiëren van de ene app naar de andere. Maar hoe open je dat klembord eigenlijk? En waar vind je wat erop staat? Je leest het in dit artikel!

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit hoe kopiëren en plakken in Android precies werkt. Dat geldt voor zowel Android-smartphones en Android-tablets.

  • Zo werkt kopiëren, knippen en plakken
  • Knippen en plakken vanuit toetsenbord
  • Verbeteringen dankzij Android 13

Wil je meer weten over de veiligheid van Android? Lees dan het artikel Alles wat je moet weten over Android-beveiliging

Tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken: het is een van de basisfuncties van elk besturingssysteem. Ook Android ondersteunt dit natuurlijk. Je kunt iets kopiëren in de ene app en het vervolgens plakken in een andere. Maar het Android-klembord kan meer dan alleen dat. Alles wat je kopieert, wordt daar namelijk tijdelijk opgeslagen. Handig als je per ongeluk iets hebt weggehaald, iets wilt terugvinden of gewoon even wilt kijken wat je allemaal hebt gekopieerd.

Let wel: hoe je precies bij het klembord komt, hangt af van je toestel en de Android-versie die je gebruikt. Zo hebben merken als Samsung en LG hun eigen klembordfunctie ingebouwd. Andere toestellen vereisen meestal een specifieke toetsenbord-app om het klembord te kunnen openen. In dit artikel leggen we je uit hoe je dat doet met zo’n toetsenbord-app.

Klembord binnen toetsenbord-apps

Om toegang te krijgen tot het klembord, heb je een toetsenbord-app nodig die die functie ondersteunt. Populaire keuzes zijn Gboard van Google en SwiftKey van Microsoft. Beide bieden vergelijkbare klembordfuncties, dus je kunt zelf kiezen welke je het prettigst vindt. Download en installeer de app, en stel deze daarna in als je standaard toetsenbord.

©PXimport

Met een ander toetsenbord in Android heb je meer mogelijkheden.

Dat instellen doe je via het instellingenmenu van je Android-telefoon. Gebruik het zoekveld bovenin het scherm en typ 'toetsenbord'. Je krijgt dan een lijst met resultaten. Kies de optie waarmee je het standaard toetsenbord kunt wijzigen en tik daarop.

Kies vervolgens de toetsenbord-app die je net hebt geïnstalleerd, zoals Gboard of SwiftKey. Let op: de vormgeving van de instellingen kan per toestel verschillen. Gebruik je liever een andere toetsenbord-app met klembordfunctie? Geen probleem – zolang je maar de juiste app selecteert bij het instellen.

Tekst kopiëren en plakken

Het klembord werkt meestal alleen met tekst. Wil je iets kopiëren naar een andere app? Selecteer dan een stuk tekst en kopieer het. Open bijvoorbeeld WhatsApp, ga naar een chat en houd het tekstveld even ingedrukt om de tekst direct te plakken. Soms zie je ook een klembordsymbooltje verschijnen, net boven het toetsenbord en onder het tekstveld. Tik daarop om het volledige klembord te openen.

Zie je dat symbooltje niet meteen? Dan krijg je waarschijnlijk eerst de suggestie om alleen de laatst gekopieerde tekst te plakken. Tik in dat geval op het witte rondje met het pijltje naar rechts – zo krijg je alle opties te zien.

Onder het kopje Recent zie je een lijstje met wat je als laatste hebt gekopieerd. Tik op een item om het direct in het tekstveld te plakken. Let wel: deze lijst wordt na een tijdje automatisch geleegd. Gebruik je vaak dezelfde tekst? Dan kun je die vastpinnen, zodat hij bewaard blijft. Zowel Gboard als SwiftKey ondersteunen deze functie: houd het item ingedrukt en kies voor Vastpinnen.

Klembord sinds Android 13

Sinds Android 13 is het klembord flink verbeterd. De basis is nog steeds hetzelfde: je kopieert tekst of een afbeelding in de ene app en plakt die in een andere. Maar de manier waarop je het klembord gebruikt, is een stuk handiger en overzichtelijker geworden. Dat maakt het werken met meerdere fragmenten tegelijk een stuk efficiënter.

Een van de grootste vernieuwingen is dat je nu meerdere items kunt bewaren – zowel tekst als afbeeldingen. Alles wat je kopieert, verschijnt in een nieuw klembordpaneel. Je opent dat paneel via het meldingscentrum of door een tekstveld lang ingedrukt te houden. Daar kun je door je gekopieerde items bladeren, kiezen wat je wilt plakken, en dingen die je niet meer nodig hebt, direct verwijderen. Je kunt zelfs een tekstfragment nog aanpassen voordat je het plakt.

Het klembordpaneel dat in Android 13 zijn intrede heeft gemaakt.

Met de komst van Android 13 werden er ook meteen een aantal nieuwe privacyfuncties voor het klembord geïntroduceerd. In eerdere versies konden apps op de achtergrond soms ongemerkt meelezen wat je had gekopieerd – met alle risico’s van dien. Nu heb je als gebruiker veel meer controle. Zo is er een nieuwe toestemmingsvraag voor klembordtoegang én krijg je een melding als een app probeert mee te kijken. Een stuk veiliger dus.