ID.nl logo
De opkomst van Tesla en het succes in Nederland
© PXimport
Zekerheid & gemak

De opkomst van Tesla en het succes in Nederland

Het gaat goed met Tesla. In het derde kwartaal van 2019 ontving het bedrijf een recordhoeveelheid bestellingen, waarbij vooral Tesla Model 3 populair is. In de eerste drie kwartalen van 2019 rolden er 260.000 Tesla’s van de lopende band. In zo’n korte tijd een ‘geland’ automerk worden, dat is een flinke prestatie. Dit is hoe Tesla zo is opgekomen in de wereld en hoe het in Nederland gaat.

Hoewel Tesla vooral in de laatste jaren enorm in populariteit is toegenomen, is het bedrijf al in 2003 gestart. Tesla is al vanaf het begin ingestoken op elektrisch rijden. Het idee was dat elektrische auto’s beter en sneller moeten rijden dan auto’s op fossiele brandstoffen. Ook moet het rijden plezieriger en leuker zijn. Alles met één doel: zorgen dat de toekomst emissievrij is of dat de wereld in ieder geval zo min mogelijk hoeft te leunen op schadelijke brandstoffen. Dat doet het niet alleen met auto’s, want het bedrijf maakt ook zonnepanelen voor op het dak van een huis en muren die energie-opwekkend zijn. Sowieso investeert Tesla veel in het ontwikkelen van de meest efficiënte batterijen.

Eigenlijk is het zaadje voor Tesla al veel eerder geplant. Twee engineers uit Silicon Valley, Martin Eberhard en Marc Tarpenning, raakten bevriend in de jaren ‘90. Zij worden vaak gezien als de oprichters van Tesla. De twee ontmoetten Musk al in 2001 toen ze hem hoorden spreken over zijn plannen om naar Mars te gaan op Stanford University. Musk had toen al groot succes gehad door zijn aandelen in PayPal en was voornamelijk met zijn SpaceX bezig. Mogelijk was hij daarom niet meteen vanaf het allereerste begin heel betrokken bij Tesla.

Van Roadster tot Model 3

Wij kennen het bedrijf vooral van de auto’s. De eerste auto van Tesla volgde in 2008: de cabrio-sportwagen Roadster. De bolide à 100.000 euro had een hobbelige start. Er werd beloofd dat de auto 394 kilometer zou halen, maar maar door een kalibratiefout bleek dit meer rond de 350 kilometer te liggen. Bovendien volgde er in 2009 een recall op de auto vanwege bepaalde bouten die niet goed zouden zijn vastgezet.

Het werd beter. In 2009 volgt de zeer luxe Model S, die eigenlijk pas echt toont waar Tesla voor staat. Het is een sedan die geheel elektrisch rijdt en verder kan dan andere elektrische auto’s op dat moment konden halen. Bovendien krijgt hij ‘over-the-air’ updates, wat betekent dat de software van de bolide altijd up-to-date is. Model S heeft talloze prijzen gewonnen en wordt gezien als een van de beste auto’s ooit gemaakt.

In 2015 kwam Tesla met Model X, wat meer een sportauto is en uiteindelijk verscheen in 2016 Model 3. Dat was een belangrijk keerpunt voor Tesla, omdat de Model 3 aanzienlijk beter betaalbaar was dan zijn voorgangers. Dat is uiteindelijk de Tesla die je het vaakst op de weg ziet.

©PXimport

In 2017 werd de Tesla Semi geïntroduceerd, een elektrische truck bedoeld voor vrachtwagenchauffeurs en transportbedrijven. Voor particulieren is er nog wel in 2019 een Tesla Cybertruck aangekondigd, maar deze mag mogelijk niet de weg op in Europa als het ontwerp blijft zoals het nu is. Wel zijn hiervoor al veel pre-orders geplaatst. Wereldwijd zijn het er een stuk of 150.000.

Kortom, uiteindelijk hebben de auto’s van Tesla zich in een jaar of 10 weten te vechten tot een autobedrijf dat in hetzelfde rijtje wordt genoemd als Volvo, Audi, Peugeot, Opel enzovoort. Niet dat het al bijna de grootste is, want in aantallen is Tesla nog relatief klein. BMW maakt jaarlijks 2,2 miljoen auto’s.

Er wordt vaak van Tesla gezegd dat er nooit goede elektrische auto’s zouden zijn zonder Tesla, of tenminste dat het autobedrijf ervoor heeft gezorgd dat elektrische auto’s zijn gegroeid op een manier dat de gevestigde orde van autobedrijven nooit was gelukt. Vooral Model 3 heeft ervoor gezorgd dat volledig elektrisch rijden in een Tesla betaalbaarder werd, want de auto’s hiervoor waren high-end bolides.

Er is wel eens twijfel over wie er bij de geboorte van Tesla was, maar we weten allemaal wie er in ieder geval was toen de eerste auto werd gepresenteerd: ceo Elon Musk. De uitgesproken en soms grillige man is in staat uitspraken te doen die enorm van invloed zijn op de hoogte van de aandelen van het bedrijf. Toch helpt zijn imago ook, want hij is herkenbaar en hij weet mensen te enthousiasmeren voor al die innovaties waar Tesla mee bezig is.

Tesla in Nederland

In Nederland is Tesla ook populair. In 2019 werden er 30.000 Tesla Model 3’s op kenteken geschreven. In Nederland zie je niet alleen meer Tesla’s op de weg, ook naast de weg. We doelen op de Superchargers, de laadpunten van het autobedrijf. Deze kunnen 120 kW laden. Dat is 270 kilometer in slechts dertig minuten.

Dit jaar beloven er zes nieuwe Supercharger-locaties bij te komen in Nederland waar Tesla-rijders voor een klein bedrag hun auto kunnen opladen. Er zijn op dit moment 23 Supercharger-locaties in ons land. De grootste is in Breukelen waar maar liefst 28 snelladers staan.

©PXimport

In eerste instantie was enige plek waar Tesla’s auto’s worden vervaardigd in Fremont Californië, maar inmiddels is dit uitgebreid naar Lathrop Californië en ons land in Tilburg. Ook staat er een ‘gigafabriek’ in Nevada, waar veel batterijen vandaan komen: het belangrijkste onderdeel van een Tesla.

In veel opzichten is Tesla soms nog steeds een start-up, maar het heeft de laatste jaren wel echt de sprong gemaakt naar de gevestigde orde in de automarkt. Het heeft ook een hele lange tijd geen winst gemaakt. In 2015 rapporteerde het nog een verlies van 92 miljoen dollar. Waarschijnlijk wordt 2019 het eerste jaar waarop het bedrijf ook onder de streep winstgevend is.

Toekomstverwachting

De verwachting is dat Tesla de stijgende lijn wel zal voortzetten, maar er zijn ook kapers op de kust. Dat Elon Musk een nogal markant figuur is, heeft ook invloed gehad op het personeelsbestand van de autofabrikant. Zo zijn er bedrijven als Faraday Future en Northvolt, die deels zijn gestart door ex-Tesla-medewerkers. Bovendien zijn ook andere autobedrijven zich steeds meer gaan toeleggen op de mogelijkheden van elektrisch rijden. Ongetwijfeld extra geïnspireerd door Tesla, waardoor het bedrijf mogelijk nog sneller dichterbij een wereld met zo min mogelijk schadelijke uitstoot komt. Al moet het dan ook echt gaan kijken naar minder schadelijke manieren om zijn brandstof (energie dus) te winnen.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!