ID.nl logo
Wat kost een e-bike per jaar?
© Getty Images/iStockphoto
Mobiliteit

Wat kost een e-bike per jaar?

Wat kost een e-bike eigenlijk per jaar of per maand? Want met alleen de aanschaf van de fiets ben je er niet. Je moet hem ook geregeld opladen, netjes onderhouden en eventueel verzekeren. Alvast een spaarpotje aanleggen voor een nieuwe accu is trouwens ook handig, want die is na zo’n vier tot zes jaar aan vervanging toe. Om al die kosten overzichtelijk te krijgen, geven we je een paar voorbeeldberekeningen zodat jij weet waar je aan toe bent en waar je eventueel op kunt besparen.

E-bikes zijn er al vanaf minder dan 1000 euro tot ver boven de 7000 euro. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. De populairste prijsklassen liggen rond de 2000 en 3500 euro. De gemiddelde prijs van een e-bike lag vorig jaar (2021) op 2400 euro.

Voor onze voorbeeldberekeningen gaan we uit van een stadsfiets van 2000 euro, een luxe stadsfiets of hybride fiets van 3500 euro en een sportieve vrijetijdsfiets van 5000 euro.

Voorbeeld 1: Gazelle Esprit HFB kopen? | Elektrische stadsfiets

Deze stadsfiets van 2000 euro heeft een voorwielmotor en een accu van 450 Wh. Volgens de fabrikant kom je op een volle accu tussen de 40 en 75 kilometer ver. Dat is afhankelijk van de hoeveelheid ondersteuning die je gebruikt. Hoeveel kilometer je in de praktijk haalt valt vaak wat tegen, dus wij gaan voor de berekening uit van een gemiddelde range van 50 kilometer.

Die afstand nemen we meteen als gemiddelde afstand die je per week fietst. Als je alleen doordeweeks fietst, komt dat neer op 10 kilometer per dag.

Deze Gazelle-stadsfiets heeft een accu van 450Wh en komt volgens de fabrikant tussen 40 en 75 kilometer op een acculading.

Voorbeeld 2: Explore E+ 1 625Wh Stagger (2022) | Trekking Fiets | Giant Bicycles Nederland (giant-bicycles.com)

Nemen we een wat luxere fiets van 3500 euro die je in de stad gebruikt en waarmee je ook tochtjes maakt, dan wil je een wat groter bereik, dus een grotere accu is wel zo prettig. Deze fiets heeft een middenmotor en een accu van 625 Wh. Daarmee zou je in de praktijk wel zo’n 75 tot 100 km ver moeten komen. Voor onze berekening houden we 75 kilometer per week aan.

Deze Giant heeft een accu van 625 Wh en heeft een bereik van zo’n 75-100 kilometer.

Voorbeeld 3: Upstreet3 | FLYER E-Bikes (flyer-bikes.com)

Voor 5000 euro heb je een heel luxe fiets met een veel krachtiger motor die het ook goed doet in heuvelachtiger terrein. Bijkomend voordeel is dat dergelijke fietsen vaak een hoger gewicht aankunnen. Handig als je zelf iets meer weegt of als je veel vakantiespullen wilt meenemen. Met een accu van 750 Wh kom je in Nederland zeker meer dan 100 km ver, of je moet alleen maar de Vaalserberg op- en afrijden. Laten we voor deze fiets uitgaan van 100 kilometer per week. We zijn per slot van rekening fanatieke fietsers!

Deze Flyer heeft een extra krachtige accu van 750 Wh, waarmee je zeker meer dan 100 kilometer haalt.

Stroomkosten

Dan de stroomkosten. De energieprijzen zijn sinds eind vorig jaar omhoog geschoten. Jouw stroomprijs is afhankelijk van welk contract je hebt afgesloten en hoelang die stroomprijs nog geldt. Aangezien de meeste mensen al hebben moeten verlengen voor een veel hoger tarief of dat binnenkort moeten doen, gaan we uit van de prijzen die je de laatste maanden ziet. Die liggen zo tussen de 50 en 70 cent per kWh, dus wij rekenen met een gemiddelde van 60 cent per kWh.

Om te berekenen hoeveel stroom je per jaar verbruikt aan het opladen van je accu, moet je rekening houden met laadverliezen van je acculader. Niet alle stroom uit de muur komt daadwerkelijk in je accu; er gaat altijd wat verloren aan warmte. Dat kan oplopen tot zo’n 15 tot 25 procent. Laten we voor nu uitgaan van 20 procent verlies.

Bij de stadsfiets kom je 50 kilometer ver op een acculading, en dat rijd je ongeveer per week. Per jaar moet je dan 52 keer opladen. De capaciteit van de accu is 450 Wh, met 20 procent verlies is dat 540 Wh aan verbruikte stroom per volle accu. Vermenigvuldig je dat met 52, dan kom je aan iets meer dan 28 kWh. Elke kWh kost 60 cent, dus per jaar kost je e-bike je nog geen 17 euro. Dat valt heel erg mee, toch?

Het rekensommetje van de wat luxere fiets met 625Wh-accu en 75 km per week komt uit op een kleine 24 euro. De fiets met 750Wh-accu en 100 km per week kost je per jaar ruim 28 euro. Vergelijk dat maar eens met een zuinige auto. Stel, die rijdt 1 liter benzine op 20 km, dan kost die auto je bij 5000 km rijden al snel zo’n 600 euro aan benzine.

Verzekering

Waarom zou je je fiets willen verzekeren? Het is sowieso niet verplicht. Heb je een WA-verzekering (tegenwoordig heet dat een AVP of Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren), dan ben je gedekt voor schade die je anderen toebrengt.

De belangrijkste reden om je elektrische fiets te verzekeren, is diefstal. Niet alleen van de fiets zelf, maar ook van de accu, want ook die is kostbaar. Dus als e-bikes bij jou in de buurt regelmatig worden gestolen, is zo’n diefstalverzekering geen overbodige luxe. Check je verzekering of jouw garage of schuur waar je je fiets bewaart onder jouw inboedelverzekering valt. Soms moet je daar nog een extra module voor afnemen en kan worden gevraagd om je fiets ook in je eigen opslag op slot te zetten.

Behalve diefstal wil je misschien ook schade aan je fiets verzekeren, voor het geval je er een ongelukje mee krijgt. Je kunt zelfs pechhulp erbij verzekeren, zodat je geholpen wordt bij pech onderweg.

Let bij het uitzoeken van een verzekering op de looptijd van de verzekering, de dekking en de polisvoorwaarden. Hoe langer je jezelf vastlegt, hoe lager de maandpremie. Vaak kun je kiezen voor looptijden van drie of vijf jaar of voor onbepaalde tijd. De premie betaal je per maand, soms per jaar of zelfs in één keer als je een pakket van drie of vijf jaar afneemt.

Wat betreft de dekking kun je naast diefstal ook schade, pechhulp, ongevallen- en rechtshulpdekking kiezen. Let goed op de voorwaarden van de verzekeraar. Na een aantal jaar vervalt de nieuwwaardedekking, je eigen risico kan verschillen en vaak moet je een ART-2 of hoger goedgekeurd slot hebben en bij diefstal twee sleutels inleveren waarbij één sleutel echt gebruikt moet zijn. De voorwaarden kunnen per verzekeraar behoorlijk wisselen dus het is verstandig om je vooraf goed in te lezen en te vergelijken.

Verzekeringen vergelijken Op Kieskeurig.nl/fietsverzekering vind je een handige vergelijker van fietsverzekeringen. Daar hebben we de drie voorbeeldfietsen ingevoerd om te kijken wat je ongeveer kwijt bent. We hebben gekozen voor een looptijd van vijf jaar. Daarna moet je je echt afvragen of een verzekering tegen diefstal nog economisch verantwoord is. Vind je pechhulp belangrijk, dan kan het voordeliger zijn om losse pechhulp af te nemen, maar als je ook een schadeverzekering wil, is zo’n alles-in-één-pakket interessanter om te verlengen. Diefstalverzekering met een looptijd van vijf jaar voor de stadsfiets van 2000 euro kost ongeveer 4 euro per maand. Schade- en ongevallenverzekering en pechhulp erbij kost in totaal ongeveer 6,5 euro per maand. De bedragen van de fiets van 3500 euro zijn ongeveer 6,5 en 9,5 euro. Voor een fiets van 5000 euro betaal je 9 tot 13 euro per maand. Hierbij hebben we de goedkoopste verzekering uit de vergelijker gekozen en een postcode in de randstad genomen. Daar worden de meeste e-bikes gestolen, dus zijn de premies wat hoger. In gebieden met minder diefstal betaal je al snel een derde van de premie minder.

Accu vervangen

Na een aantal jaar is je accu versleten. Hoe snel dat gebeurt, hangt helemaal af van je gebruik en hoe je ermee omgaat. Reken erop dat fietsaccu’s vanaf vier tot zes jaar minder range geven. Dat hoeft niet erg te zijn en je kunt er nog jaren probleemloos mee doorfietsen. Maar op een gegeven moment ben je het zat en dan sta je voor de keuze: een nieuwe accu, de accu laten reviseren of een nieuwe fiets? Een accu vervangen is sowieso goedkoper dan een nieuwe fiets, en zeker als je verder nog heel tevreden bent met je huidige fiets, is dat de beste optie.

De 450Wh-accu van de stadsfiets kost los ongeveer 400 euro. Die van de wat luxere fiets met een 625Wh-accu kost ongeveer 800 euro. De 750Wh-accu gaat al richting de 1000 euro. Dat zijn dus wel kosten die je van tevoren goed mee moet rekenen en waar je het liefst al een potje voor aanlegt, zodat je na een paar jaar niet voor onaangename verrassingen komt te staan. In onze berekening gaan we ervan uit dat de accu vijf jaar meegaat en je daarna een nieuwe wilt kopen.

Onderhoud

Je fiets heeft natuurlijk ook onderhoud nodig. Denk aan nieuwe banden en remblokjes, maar ook afstellen en smeren. Fiets je meer kilometers, dan heb je meer onderhoud nodig. Dat onderhoud kun je zelf doen en daarmee bespaar je natuurlijk geld. Vaak zit de eerste servicebeurt inbegrepen bij de aanschaf van je nieuwe fiets. De nieuwere fietsen met meer snufjes, zoals automatische versnellingen, krijgen regelmatig updates, net als je telefoon.

Soms kan dat via je smartphone en soms alleen via specialistische apparatuur van de merkdealer. Ben je niet zo handig, dan kun je het best naar de fietsenmaker gaan. Doe je het onderhoud helemaal zelf, dan ben je per jaar hooguit een paar tientjes kwijt.

In de beginjaren zijn de onderhouds- en vooral slijtagekosten minder dan als je fiets al een paar jaar oud is. Een onderhoudsbeurt bij de fietsenmaker kost je ergens tussen 65 en 100 euro. Voor onze berekening houden we per jaar 75 euro voor de stadsfiets aan, 100 euro voor de luxere fiets en 125 euro voor de duurste fiets, die ook de meeste kilometers maakt.

Kostenplaatje

We rekenen alles om naar vijf jaar gebruik. Dat is een redelijke termijn om de accu te vervangen en komt de vraag of je een nieuwe fiets wilt kopen of nog een keer in een accu investeert en verder fietst. Onze stadsfiets kost de eerste vijf jaar 375 euro aan onderhoud, ruim 84 euro aan opladen en 390 euro aan een uitgebreide verzekering met pechhulp. Inclusief de aanschaf van de fiets kom je dan uit op 2850 euro. Dat is omgerekend 22 cent per kilometer. Reken je een extra accu erbij, dan kom je uit op 3250 euro en 25 cent per kilometer. Rijd je er dan nog vijf jaar mee verder, dan ben je voor die tien jaar ongeveer 4100 euro inclusief opladen, verzekering en onderhoud kwijt. Dat is 16 cent per kilometer. Langer doorrijden is dus duidelijk voordelig!

Bij de duurdere fietsen zien we hetzelfde plaatje. De luxe stadsfiets kost in vijf jaar ongeveer 4700 euro en omgerekend 24 cent per kilometer, of met extra accu 5500 euro en 28 cent per kilometer. Rijd je dan nog eens vijf jaar door, dan geef je in die tien jaar ongeveer 6675 euro uit, wat neerkomt op 17 cent per kilometer.

Dat kleine verschil in kilometerprijs na tien jaar zien we ook bij de duurste fiets. Daarmee ben je na vijf jaar ruim 6500 euro kwijt, wat neerkomt op 25 cent per kilometer. Na tien jaar heb je bijna 9100 euro uitgegeven, maar omgerekend in prijs per kilometer kom je eveneens uit op 17 cent. Dat komt doordat er meer kilometers mee worden gefietst. Hoe meer je fietst, hoe goedkoper dat per kilometer is.

Na vijf jaar heb je ongeveer 30 tot 40 procent van de nieuwwaarde van je fiets uitgegeven aan variabele kosten. En dan moet je nog een potje erbij sparen voor een nieuwe accu. Duidelijk is wel dat het veel geld kan schelen om lang met je fiets te doen!

Leasen of kopen?

Nu we de kosten goed in kaart hebben, is het makkelijk om te vergelijken of leasen misschien een interessante optie is. Het grote voordeel van een fiets leasen is dat je geen groot bedrag in een keer hoeft uit te geven. Je bepaalt een vast bedrag per maand, al moet je je vaak wel voor meerdere jaren vastleggen. Onze stadsfiets kost in de lease bijvoorbeeld 72 euro per maand voor een contract van drie jaar. Daar zit dan al een uitgebreide verzekering bij, dus daar hoef je je geen extra kosten voor te maken. Voor een tientje extra per maand koop je ook de reparatiekosten af.
Als je dat omrekent, dan ben je na die drie jaar ongeveer 3000 euro kwijt. Je kunt iets besparen door zelf het onderhoud bij de fietsenmaker te laten doen, maar dan nog ben je na drie jaar net zo veel geld kwijt als de fiets zelf kopen en hem vijf jaar lang gebruiken. Leasen is dus niet voordeliger.

Subsidies en werkregelingen

Ben je in loondienst, dan zijn er manieren om goedkoper aan je fiets te komen. Dat hangt wel af van de mogelijkheden die je werkgever biedt, want die moet hieraan willen meewerken. In plaats van zelf een fiets te leasen, kun je dat via je werkgever doen, als die die mogelijkheid biedt. Dan betaalt je werkgever de leaseprijs en wordt de waarde van de fiets voor 7 procent bij je inkomen opgeteld. Daar betaal je inkomstenbelasting over. Addertje onder het gras is wel dat je verder geen werkkilometers meer kunt declareren. Je wordt immers geacht die met je fiets te maken.

Een andere mogelijkheid is de fiets te betalen uit de ruimte die de WKR, de WerkKostenRegeling biedt. Afhankelijk van je arbeidvoorwaarden en je werkgever kun je dan je fiets betalen van je brutoloon, of je levert vakantiegeld, eindejaarsuitkering, vakantiedagen of overuren in. Er wordt geteld met brutobedragen, dus netto ben je dan voordeliger uit dan wanneer je de fiets helemaal zelf van je nettoloon koopt.

Let wel op, er zit wel een maximum aan het bedrag waar je belastingvoordeel op krijgt. Daarboven betaal je het volle pond. Check dus bij je werkgever naar de mogelijkheden en reken alles vooraf goed door! Veel op het oog interessante fietsplanprojecten zijn in de praktijk toch minder voordelig dan gewoon zelf de fiets kopen en de verzekering het onderhoud regelen.

Dit zijn drie voorbeeldberekeningen van wat een e-bike in de praktijk kost.

▼ Volgende artikel
Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?
Huis

Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?

Windows 10 is tien jaar oud en Microsoft stopt (grotendeels) met de ondersteuning: vanaf 14 oktober 2025 krijg je voor dit besturingssysteem normaal gesproken geen updates meer. De grote vraag is natuurlijk: welke opties heb je? In dit artikel lees je wat je mogelijkheden zijn.

Wat gaan we doen?

We bekijken welke opties je hebt als je nog met Windows 10 werkt en wilt vermijden dat je met een verouderd besturingssysteem blijft zitten. Extra updates regelen, overstappen naar Windows 11 of desnoods afscheid helemaal nemen van Windows?

Lees ook: Windows 11 installeren zonder Microsoft-account? Zo omzeil je de blokkade

Liever niet niets doen

Zolang Microsoft op het laatste moment de koers niet toch nog wijzigt, stopt het bedrijf vanaf 14 oktober 2025 met het ondersteunen van Windows 10. Als je niks doet, krijgt het besturingssysteem daarna geen updates meer. Je ontvangt ook geen veiligheidspatches meer, al is er nog een uitweg om nog één jaar veiligheidsupdates te krijgen (zie 'ESU-programma').

Windows 10 blijft zonder updates op zich wel werken en je zou er in principe gewoon mee kunnen doorgaan, maar toch raden we dat af. Je systeem krijgt immers geen beveiligingsupdates meer en wordt daardoor extra vatbaar voor nieuwe malware en hacks. Ook de kans op systeemproblemen neemt toe: bugs stapelen zich op, drivers verouderen en hardware-ondersteuning valt weg. Veel softwareleveranciers, denk aan browsers, antivirus en zakelijke toepassingen, stoppen bovendien ook snel met updates na zo'n EOL (End Of Life).

Je zou de pc of laptop nog wel kunnen blijven gebruiken in een volledig geïsoleerde omgeving, los van internet en andere netwerken (dat heet airgapped). Of je behoudt het systeem voor specifieke verouderde programma's of hardware die niet meer werken onder Windows 11. In dat geval raden we aan extra maatregelen te nemen, zoals virtualisatie of via een sandbox. Een andere optie is om het systeem inzetten als testomgeving, offline of in een goed gecontroleerde omgeving.

Na 14 oktober niets doen? Geen goed idee!

ESU-programma

Er kunnen redenen zijn dat je het liefst met Windows 10 blijft werken. Bijvoorbeeld omdat bepaalde software of hardware onder Windows 11 niet goed functioneert, of je systeem niet voldoet aan de eisen van Windows 11, of dat je niet in aanmerking komt voor een (gratis) upgrade.

Als je systeem verbonden is met internet, zijn regelmatige beveiligingsupdates absoluut nodig. Dat kan via het Extended Security Update-programma (ESU) van Microsoft. Met zo'n ESU-abonnement ontvang je nog één jaar lang maandelijkse beveiligingsupdates voor kritieke en belangrijke kwetsbaarheden. In de duurdere, zakelijke versie loopt dit op tot drie jaar. Nieuwe functies, ontwerpwijzigingen, technische ondersteuning of andere updates zitten hier niet bij. Het is dus geen volwaardig alternatief voor een actueel besturingssysteem.

Je kunt als consument zonder kosten deelnemen aan het ESU-programma, mits je je pc met een Microsoft-account gebruikt. Tijdens de inschrijving wordt de licentie aan dit account gekoppeld. Log je daarna minstens eens in de zestig dagen met ditzelfde account in, dan blijf je updates ontvangen tot 13 oktober 2026.

Ben je nu nog met een lokaal account aangemeld, dan krijg je bij de inschrijving de keuze. Wil je gratis updates, dan moet je voortaan met een Microsoft-account gaan werken. Wil je liever je lokale account behouden, dan kan dat ook: je meldt je dan eenmalig aan met een Microsoft-account om de betaling van 30 dollar (wat de prijs in euro's wordt was op moment van schrijven nog niet bekend) te regelen, waarna je weer gewoon lokaal kunt blijven inloggen. In beide gevallen blijft je systeem beveiligd tot oktober 2026. Je vindt meer informatie via deze pagina. De ESU-wizard zou beschikbaar moeten zijn via Instellingen / Bijwerken en beveiliging / Windows Update.

Systeemeisen

Spreekt het ESU-programma je niet aan en wil je liever bekijken hoe je je Windows 10-systeem alsnog kunt upgraden, dan ga je eerst na of je in aanmerking komt voor een (eventueel gratis) overstap naar Windows 11 (zie ook het kader 'Windows 10 versus 11'). Hierbij zijn twee zaken van belang: de systeemeisen (hardware) en de commerciële voorwaarden (licenties en productcodes).

Laten we beginnen met de hardware. Microsoft heeft de lat behoorlijk hoog gelegd. Is je pc wat ouder, dan is de kans reëel dat een upgrade niet zomaar lukt. De eisen van minstens 4 GB geheugen en 64 GB opslagruimte leveren zelden problemen op. Je grafische kaart moet wel DirectX 12 ondersteunen en beschikken over een WDDM2.0-stuurprogramma. Daarnaast moet je firmware UEFI ondersteunen en moet Secure Boot geactiveerd zijn.

Wat vaker problemen oplevert, zijn de eisen die aan de processor gesteld worden (zie deze lijst) en de aanwezigheid van TPM 2.0 (Trusted Platform Module). Die TPM mag ook ingebouwd zijn in de firmware van de processor of chipset. Bij AMD heet deze technologie fTPM, bij Intel PTT (Platform Trust Technology).

Op deze Microsoft-pagina vind je een volledig overzicht van de systeemeisen, inclusief links met meer uitleg. Wil je snel nagaan of je systeem voldoet, gebruik dan de app Pc-statuscontrole (ofwel PC Health Check). Je kunt deze hier downloaden, maar let op: het msi-bestand begint direct met downloaden als je op deze link klikt. Start de tool na installatie, klik op Nu zoeken en daarna op Alle resultaten weergeven. Een rood kruis toont welke onderdelen niet voldoen.

Dit statusrapport geeft aan dat onze test-pc niet geschikt is voor een upgrade naar Windows 11.

Windows 10 versus 11

Wat zijn de belangrijkste functionele verschillen tussen Windows 10 en 11? Het startmenu kreeg een grondige make-over en bevat geen live tegels meer, al kun je wel enkele extra aanpassingen doen. De taakbalk is opnieuw ontworpen, waarbij sommige klassieke functies verdwenen zijn. Windows 11 introduceert slimme 'snap layouts' voor een overzichtelijkere vensterindeling, evenals een uitgebreider widgetspaneel met onder andere nieuws, agenda, weer en verkeer.

Verkenner oogt strakker en moderner, met een eenvoudiger contextmenu (extra opties vind je via Meer opties weergeven). De beveiliging is verder aangescherpt: naast verplichte TPM 2.0 en Secure Boot zijn nu onder meer kernisolatie en VBS (Virtualization-Based Security) standaard actief.

Er is bovendien betere ondersteuning voor aanraak- en stembediening. Windows 11 presteert bovendien iets beter, vooral op recente Intel-systemen. Microsoft stapt daarnaast over op een jaarlijks updateschema (met grotere updates die sneller installeren) en iets langere ondersteuning.

Een uitvoerige vergelijking vind je hier, overigens ook van Windows 11 Home versus Pro.

Licentievoorwaarden

Lijken de systeemeisen al behoorlijk complex, de licentievoorwaarden zijn nog complexer. Samengevat biedt Microsoft een gratis upgradelicentie voor Windows 11 aan als je al een geldige Windows 10-licentie hebt, maar wel onder voorwaarden. Je Windows 10-installatie moet geactiveerd zijn met een digitale licentie en je mag geen ingrijpende hardwarewijzigingen hebben doorgevoerd, of Windows naar een andere pc hebben overgezet, tenzij je een door Microsoft erkende Windows 10-sleutel hebt.

Een digitale licentie is een activeringsmethode zonder productsleutel van 25 tekens. Microsoft bewaart namelijk een digitale handtekening van je systeem, gebaseerd op je moederbord en andere hardware. Daardoor kun je Windows later opnieuw installeren zonder een sleutel in te voeren, zolang je met internet verbonden bent. Je controleert dit in Windows 10 via Instellingen / Bijwerken en beveiliging / Activering.

Op dit systeem is geen digitale licentie gevonden. Een upgrade op dit systeem zit er dus niet meteen in.

Installatiesleutel

Heb je ondertussen je hardware grondig gewijzigd of Windows 10 op een andere pc gezet, dan vraagt Microsoft mogelijk toch naar een sleutel. Die moet dan van een retailversie komen (geen OEM-licentie die aan één pc is gekoppeld), mag niet actief zijn op een ander toestel en moet geldig zijn overeenkomstig de activeringsvoorwaarden. Bovendien moet het gaan om een volledige Windows 10-licentie, dus niet om een sleutel afkomstig van een oudere upgrade, bijvoorbeeld van Windows 7, 8 of 8.1 naar 10.

Heb je de sleutel niet ergens bijgehouden, dan kun je die meestal nog ophalen met een gratis tool als ShowKeyPlus. Start het exe-bestand op als administrator: als het goed is, zie je de sleutel bij Installed Key. Via de link Check product key kun je ook controleren of een zelf in te voeren sleutel nog geldig is.

Desnoods achterhaal je met een tool als ShowKeyPlus de Windows-installatiesleutel.

Upgrade

Stel dat je Windows 10-systeem voldoet aan zowel de systeemeisen als de licentievoorwaarden, dan kun je een zogenoemde in-place-upgrade uitvoeren naar Windows 11. Bij zo'n upgrade installeer je Windows 11 bovenop je bestaande installatie, zonder dat je bestanden, apps of instellingen verliest. Toch blijft het verstandig vooraf een back-up van je systeem en data te maken.

Het eenvoudigste scenario is wanneer je via Instellingen / Bijwerken en beveiliging / Windows Update een melding krijgt dat een upgrade naar Windows 11 beschikbaar is. Je kunt deze dan downloaden en installeren door de stappen op het scherm te volgen. Krijg je de update niet automatisch aangeboden of lukt het op deze manier niet, dan kun je de upgrade forceren via de officiële installatie-assistent voor Windows 11. Download en start de tool. De app controleert of je systeem geschikt is en voert dan automatisch een in-place-upgrade uit.

Een iets geavanceerdere methode is via een iso-bestand. Download dit bestand via dezelfde webpagina. Dubbelklik op het iso-bestand en kies Openen. In Verkenner verschijnt een virtueel cd-romstation. Dubbelklik op setup.exe, klik op Volgende en ga akkoord met de voorwaarden. Wanneer Gereed voor installatie verschijnt, dan kun je bij Wijzigenwat uwiltbehouden de optie Persoonlijke bestanden en apps behouden kiezen. Bevestig met Volgende en volg de verdere stappen.

Een in-place-upgrade kan ook vanaf een schijfkopiebestand gebeuren.

Migratie

Is een in-place-upgrade geen optie en kies je voor een schone installatie van Windows 11 of voor een nieuw toestel met voorgeïnstalleerde Windows 11, dan wil je waarschijnlijk je belangrijkste apps, instellingen en data overzetten. Voor je data volstaat een gewone databack-up (zie kader 'Volledige back-up'), maar voor apps en instellingen ligt het iets moeilijker.

In zakelijke omgevingen kun je hiervoor de Microsoft User State Migration Tool (USMT) gebruiken via de opdrachtregel, als onderdeel van het Windows ADK. Microsoft werkt naar verluidt aan een gebruiksvriendelijke migratietool voor thuisgebruikers, een opvolger van het vroegere Windows Easy Transfer, maar deze was op het moment van schrijven nog niet beschikbaar.

Een mogelijk alternatief is het gratis Transwiz, waarmee je gebruikersprofielen van Windows 10 naar 11 kunt migreren. Hiermee zet je naast gebruikersbestanden als documenten, afbeeldingen, downloads en muziek, ook gebruikersinstellingen over, zoals je bureaubladachtergrond en voorkeuren in Verkenner. Applicaties en globale instellingen, waaronder netwerkinstellingen, worden niet meegenomen.

Schone installatie

Wil je liever geen in-place-upgrade, bijvoorbeeld omdat je een schone start wilt zonder oude bestanden of instellingen, je systeem traag of instabiel is, je de schijf wilt herpartitioneren of overstapt naar een nieuw opslagmedium, dan kun je kiezen voor een schone installatie. Hierbij wis je alles en installeer je Windows vanaf nul.

Ook voor deze methode heb je compatibele hardware en een geldige licentie of sleutel nodig. Zo'n installatie vereist wat voorbereiding. Maak eerst een volledige back-up van je systeem en data, bijvoorbeeld met het gratis EaseUS ToDo Backup Free (zie kader 'Volledige back-up'). Ga vervolgens naar de downloadpagina voor Windows 11 en klik op Download nu bij Installatiemedia voor Windows 11 maken. Start de tool, klik op Akkoord en selecteer de gewenste taal en editie van Windows 11. Laat eventueel de optie Gebruik de aanbevolen opties voor deze pc aangevinkt. Druk op Volgende, steek een (lege) usb-stick van minstens 8 GB in je pc en kies USB-flashstation. Selecteer je usb-stick en bevestig met Volgende.

Na afloop herstart je de pc met ingeplugde usb-stick en open je het bootmenu. Kies de usb-stick als opstartmedium en selecteer Aangepast: Alleen Windows installeren (geavanceerd). Verwijder de systeemschijf-partities (tenzij je een tweede schijf gebruikt) en installeer Windows 11 op de lege ruimte. Had je eerder een geldige digitale licentie, klik dan op Ik heb geen productsleutel. Als alles goed is, staat Windows 11 even later op je systeem.

Geef aan welke taal en versie je voor je Windows 11-installatiemedium wilt.

Volledige back-up

Voor je aan een in-place- of schone upgrade naar Windows 11 begint, is het verstandig eerst zowel je systeem als je databestanden te back-uppen. Gaat er iets mis, dan kun je altijd nog terug naar de vorige situatie met Windows 10.

Het gratis EaseUS ToDo Backup is hiervoor goed geschikt. Je kunt er niet alleen een volledige systeemback-up mee maken, maar ook aparte partities of bestanden selecteren. De gemaakte back-ups kun je als virtuele schijf koppelen in Verkenner, zodat je gericht data kunt terugzetten. Daarnaast kun je een opstartbare usb-herstelstick aanmaken. Hiermee kun je je pc opstarten bij bootproblemen en je volledige systeem exact terugzetten naar de toestand van voor de upgrade.

In het kort ga je als volgt te werk. Klik op New Backup en kies (bijvoorbeeld) Disk. Vink elke partitie van je schijf aan, druk op OK en kies een geschikte opslaglocatie, zoals een externe schijf. Via Options kun je extra parameters instellen. Start de back-up met Backup Now.

Via Browse to Recover en Tools / Mount Backup kun je back-ups volledig of selectief terugzetten. Bij Tools vind je ook Create Emergency Disk, voor een opstartbare herstelstick.

Systeemeisen omzeilen

Eerder in dit artikel somden we de belangrijkste systeemeisen op voor Windows 11, waaronder TPM, Secure Boot en een compatibele cpu. Maar wat als je systeem niet voldoet en je toch met Windows 11 aan de slag wilt? Dan kun je een tool gebruiken die de hardwarecontroles van Microsoft tijdens de installatie omzeilt of verwijdert. Dit kan via aangepaste set-upbestanden of een gepatcht iso-bestand, of door instellingen in configuratiebestanden of het Windows-register aan te passen.

Weet wel dat Microsoft geen garantie of ondersteuning biedt op systemen die je op deze manier installeert. Ook kan Microsoft in de toekomst extra controles toevoegen waardoor je aangepaste installatie niet meer (goed) werkt.

We noemen twee gratis tools en de eerste is Flyby11. Klik op deze GitHub-pagina op Latest voor de nieuwste versie en pak het zip-bestand uit. Start de app. Na een korte controle van enkele cpu-instructies klik je op Start Upgrade Now!. Versleep een iso-schijfkopiebestand van Windows 11 naar het venster van de app. Je kunt dit bestand downloaden via een van de links in het venster (zie ook de paragraaf 'Upgrade'). Je kunt nu een in-place-upgrade uitvoeren. Negeer de melding over Windows Server, klik op Volgende / Akkoord. Kies bijvoorbeeld Bestanden, instellingen en apps behouden en bevestig met Volgende. Krijg je onverhoopt foutmeldingen, klik dan op Troubleshoot compatibility issues in het app-venster voor gerichte instructies.

Wil je een schone installatie, maak dan eerst een Windows 11-installatiemedium op usb-stick aan (zie tip 7). Kies vervolgens in het FlyBy11-uitklapmenu More options de optie Apply Compatibility Patch to ISO (Clean Install) en verwijs naar de usb-stick. Het installatiemedium wordt dan automatisch gepatcht.

FlyBy11 patcht de Windows-installatie voor niet-ondersteunde hardware.

Rufus-patch

Ook met de gratis tool Rufus kun je hardware-incompatibiliteiten omzeilen. Start het gedownloade exe-bestand en plaats een (lege) usb-stick van minstens 8 GB in je pc. Selecteer deze usb-stick bij Apparaat. Kies bij Opstartselectie de optie Schijf of ISO-image (selecteren) en klik met rechts op SELECTEREN (als je al een iso-schijfkopiebestand van Windows 11 hebt) of op DOWNLOADEN. Druk op deze knop en selecteer het iso-bestand of geef stap voor stap aan welke Windows-versie je wilt downloaden, bijvoorbeeld Windows 11, 24H2, Windows 11 Home/Pro/Edu, Nederlands en x64. Bevestig met Downloaden.

Kies bij Image-optie voor Standaard Windows-installatie, bij Partitie-indeling voor GPT en bij Doelsysteem kies je UEFI (geen CSM). Wil je Windows 11 op een oud systeem installeren, dan kun je het met MBR en BIOS(of UEFI-CSM) proberen. Laat Bestandssysteem en Clustergrootte ongewijzigd.

Klik op STARTEN en een pop-upvenster verschijnt met opties als Verwijder de vereiste voor 4GB+ RAM,SecureBooten TPM 2.0 en Verwijder de vereiste voor een online Microsoft-account. Vink de gewenste opties aan en klik op OK. De installatiestick met aangepaste Windows 11 wordt nu aangemaakt. Hiermee kun je in principe zowel een in-place-upgrade als een schone installatie uitvoeren (zie ook de paragrafen 'Update' en 'Schone installatie'.).

Rufus omzeilt enkele systeemeisen en biedt ook een paar handige extra's.

Grote usb-stick nodig voor Windows 11?

Met 16 GB zit je altijd goed

Licentie niet geldig?

Je systeemeisen voldoen of je hebt met FlyBy11 of Rufus een methode gebruikt om de vereisten te omzeilen, maar je licentie blijkt niet geldig. Wat gebeurt er als je de upgrade dan toch uitvoert? Als je Windows 10-installatie nog niet geactiveerd was, dan zal ook Windows 11 na de upgrade niet geactiveerd zijn. Windows werkt technisch wel, maar je ziet een watermerk, je krijgt geregeld activeringsherinneringen en sommige instellingen, onder meer voor personalisatie, kun je niet aanpassen. Windows 11 blijft functioneel, maar activeren blijft juridisch verplicht. Voer je een schone installatie uit zonder geldige productsleutel of digitale licentie, dan krijg je een vergelijkbare situatie.

Je kunt dit oplossen door een officiële retail-licentie aan te schaffen en te activeren. Zo'n sleutel kost bij de Microsoft Store ongeveer 145 euro voor Windows 11 Home, maar bij betrouwbare webshops als bol.com vind je ze al vanaf zo'n 90 euro. Je kunt ook terecht bij licentie-resellers. Sommige zijn geregistreerd bij Microsoft en andere werken via een grijze markt (tweedehands of volumelicenties uit oude bedrijfscontracten). Helaas zijn er ook malafide partijen, met hergebruikte, valse of gestolen sleutels. Zoek op internet bijvoorbeeld naar Windows 11 licentie kopen en je komt al aanbiedingen tegen van minder dan 10 euro. Voor legitieme OEM-sleutels, die aan één toestel zijn gebonden, betaal je doorgaans minimaal 20 tot 40 euro.

Een alternatief is een nieuwe pc met voorgeïnstalleerde Windows 11 kopen, eventueel een refurbished model.

Door te zoeken naar licenties vind je genoeg goedkope Windows-licenties. De vraag is: zijn die legaal?

Alternatief besturingssysteem

Lukt upgraden naar Windows 11 op je oude systeem niet of blijkt het te omslachtig of duur, dan kun je overwegen om over te stappen naar een alternatief besturingssysteem dat minder eisen stelt aan je hardware. Je kunt bijvoorbeeld ChromeOS Flex installeren, een lichtgewicht, browsergericht systeem gebaseerd op ChromeOS. Het biedt geen expliciete ondersteuning voor Android-apps of de Google Play Store. Er is een uitgebreide installatiehandleiding beschikbaar voor ChromeOS Flex.

Het populairste alternatief blijft een gratis en opensource Linux-distributie. Voor Windows-gebruikers zijn Linux Mint (Cinnamon), Zorin OS (Core), Ubuntu (met GNOME), Kubuntu (met KDE Plasma desktop) en eventueel Elementary OS (met een macOS-achtige uitstraling) het meest geschikt.

In een notendop: download het gewenste iso-schijfkopiebestand en gebruik een tool als Rufus of balenaEtcher om een live-usb-stick te maken. Start je pc ermee op in live-modus om het systeem eerst uit te proberen zonder installatie. Je draait Linux dan tijdelijk vanaf de usb-stick, zonder je Windows-installatie aan te passen.

Bevalt dit je wel, dan kun je Linux definitief installeren. Dit kan eventueel naast Windows via een dualboot, of door een volledige overstap waarbij je de schijf wist en Linux over Windows installeert. Je maakt vooraf liefst een volledige back-up van je systeem en gegevens.

Online vind je stapsgewijze installatie-instructies voor Chrome OS Flex.

▼ Volgende artikel
Review iPhone Air – Opvallend dun én stevig
© Jeroen Boer - ID.nl
Huis

Review iPhone Air – Opvallend dun én stevig

Apple introduceerde onlangs de nieuwe iPhones waaronder de iPhone 17 en iPhone 17 Pro. Dit jaar voegt Apple met de iPhone Air een opvallend nieuw toestel toe aan het assortiment. Anders dan bij de overige smartphones ligt de focus vooral op een zo dun mogelijke vormgeving. Lever je iets in om de dunste te hebben? Wij hebben de iPhone Air getest.

Goed
Conclusie

De iPhone Air wijkt duidelijk af van eerdere iPhones. Het is knap hoe Apple een groot scherm combineert met een opvallend dun en licht ontwerp zonder in te leveren op stevigheid. De titanium rand maakt de behuizing robuust en de telefoon voelt luxe aan. Daarmee positioneert de Air zich als een premium model boven de iPhone 17, al betaal je vooral voor het ontwerp. Op functioneel vlak lever je namelijk in: de Air heeft slechts één speaker, waardoor stereogeluid ontbreekt, en de camera mist een ultragroothoek en telelens. De 48megapixel-hoofdcamera is prima, maar biedt minder mogelijkheden dan je bij een toestel van 1200 euro zou verwachten. De iPhone Air is vooral interessant als je een opvallend lichte en dunne iPhone zoekt.

Plus- en minpunten
  • Dun en licht
  • Stevig
  • Goede camera
  • Uitstekend scherm
  • Goede prestaties
  • Mono-geluid
  • Slechts één camera
  • Minder goede accuduur
  • Alleen eSim kan onhandig zijn
  • Usb-c-poort op usb2.0-snelheid

De iPhone Air is zó licht dat de 5,6 mm dunne smartphone in eerste instantie wel speelgoed lijkt nadat we hem uit het doosje haalden. Schijn bedriegt, want je hoeft echt niet bang te zijn dat je het toestel buigt of zelfs breekt. Apple heeft de Air voorzien van een stevige titanium rand en een heel harde matglazen achterkant. Buigen lijkt praktisch onmogelijk; het bekende YouTube-kanaal JerryRigEverything had een hele opstelling nodig om het toestel daadwerkelijk te buigen. De Air is verkrijgbaar in vier kleuren. Naast zwart en wit heb je de keuze uit lichtblauw of lichtgoud. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Vanaf de voorkant lijkt de iPhone Air op de andere iPhones.

De iPhone Air is dan wel grotendeels 5,64 mm dun, dat geldt niet voor de hele smartphone. Alle techniek heeft Apple bovenaan geplaatst en op de achterkant bevindt zich daar een uitstekend eiland zodat er ruimte is voor alle elektronica. Omdat het bij deze smartphone echt om de dikte gaat, hebben we de schuifmaat erbij gepakt. We meten voor het eiland 8,7 mm terwijl de totale dikte inclusief camera 11,4 mm is. Omdat de dikkere gedeeltes relatief klein zijn, heb je in de praktijk wel gewoon een superdunne telefoon in handen. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je een opvallend camera-eiland met daarop slechts één camera.

Op de zijkant vind je in de dunne rand alle knoppen die je van een moderne iPhone gewend bent, waaronder de zelf in te stellen actieknop en de cameraregelaar. Onderop vind je een usb-c-poort voor het laden en verbinden met een computer. Helaas ondersteunt deze poort net als op de normale iPhone 17 slechts de usb2.0-snelheid en geen snellere usb3.2-snelheid zoals op de iPhone 17 Pro.

©Jeroen Boer - ID.nl

De iPhone Air (rechts) is een stuk dunner dan de tegelijkertijd geintroduceerde iPhone 17.

Het is een mooi ontwerp, maar baart minder opzien dan Apple wellicht gehoopt had. Samsung introduceerde nog niet zo heel lang geleden iets vergelijkbaars met de Galaxy S25 Edge. Deze lichte smartphone is eveneens superdun met 5,8 mm en ook voorzien van een titanium frame. Het is in het 'Android-kamp' de meest vergelijkbare smartphone van dit moment en we ontkomen er dan ook niet aan om de Air op punten met de S25 Edge te vergelijken.

Goed scherm

De iPhone Air is niet alleen veel dunner dan de iPhone 17, maar heeft ook een groter 6,5inch-scherm met een resolutie van 2736 x 1260 pixels. Het scherm valt hiermee qua formaat tussen de iPhone 17 (Pro) en iPhone 17 Pro Max die respectievelijk een 6,3- en 6,9inch-scherm hebben. Het is in ieder geval een prima scherm. Net als op de andere iPhones deze generatie ondersteunt het scherm een hoge verversingssnelheid tot 120 Hz en Always-On display waarmee ook beeld getoond kan worden als de telefoon in stand-by staat.

©Jeroen Boer - ID.nl

De iPhone Air heeft een fraai oled-scherm.

Slechts monogeluid

Het scherm is dus erg goed en het is dan ook geen straf om een film op bijvoorbeeld Netflix te kijken. Er is alleen één probleem als je geen hoofdtelefoon wilt gebruiken: de iPhone Air heeft slechts één luidspreker. Aan de onderkant is geen luidspreker geplaatst waardoor je monogeluid hebt als je een video kijkt met daarbij het geluid van de telefoon. Wat ons betreft een belangrijk nadeel voor een toestel in deze prijscategorie, zeker ook omdat de Galaxy S25 Edge wel stereogeluid biedt. Het geluid van die ene luidspreker is overigens wel gewoon goed, maar bij video's missen we echt wel iets als het geluid van slechts één kant komt. 

Alleen eSim

In de Verenigde Staten niks nieuws, maar hier heeft de iPhone Air de primeur van eerste iPhone met enkel eSim. Er was in de dunne behuizing volgens Apple geen ruimte voor een traditioneel simkaartslot. Of dat echt zo is weten we niet, maar Samsung bewijst met de Galaxy S25 Edge dat het toch mogelijk is om een simkaartslot te integreren in een dunne smartphone. Het hangt vooral van je provider af of dat een nadeel is. Op zich kun je bij veel providers al gebruikmaken van eSim, maar er zijn nog genoeg virtuele providers* zonder eSim. Het kan niet anders dan dat eSim steeds meer de norm gaat worden, maar controleer dus goed of je provider eSim levert als je nu een simkaartje gebruikt.

*Virtuele providers zijn providers zonder netwerk, zoals bijvoorbeeld 50+ Mobiel, Lebara en Budget, die hun diensten inkopen bij één van de drie grote netwerken. Zulke providers zijn goedkoper en lopen technisch vaak wat achter.

Goede prestaties

De iPhone Air is voorzien van een Apple A19 Pro-chip voorzien van een 6core-cpu bestaande uit 2 snelle en 4 efficiënte cores in combinatie met 12 GB RAM. Ondanks dezelfde naam, is het niet helemaal dezelfde chip als je in de iPhone Pro vindt. De A19 Pro in de iPhone Air heeft 5 in plaats 6 gpu-cores, hetzelfde aantal als de A19 in de iPhone 17. De chip zit hiermee tussen de A19 en de 'echte' A19 Pro in. Sowieso lijken de A19 en A19 Pro veel op elkaar en de A19 is al een van de snelste smartphonechips op de markt. De iPhone Air is dan ook gewoon een indrukwekkend vlot toestel.

Je krijgt net als op de andere iPhones minimaal 256 GB opslag. Dat is uit te breiden naar 512 GB of zelfs 1 TB, een teken dat Apple deze telefoon meer onder de Pro-modellen schaart. Dan heb je overigens wel een toestel van 1729 euro in handen. 

Relatief kleine batterij

De iPhone Air heeft een batterijcapaciteit van 3149 mAh. Dat is bijzonder weinig voor een moderne smartphone en een stuk minder dan de 3692 mAh die je in de iPhone 17 vindt – en dat terwijl het scherm wat groter is. De accu is merkbaar kleiner dan die van de tegelijkertijd gelanceerde iPhone 17. Toch is het in de praktijk mogelijk om een dag door te komen zonder bij te laden, maar dan moet het toestel wel echt aan de lader. Draadloos laden via MagSafe is ook mogelijk.

Afhankelijk van je gebruik kan de accu natuurlijk wel eerder leeg zijn. Om dat op te lossen heeft Apple een speciale MagSafe-batterij gemaakt die je achterop de iPhone Air plakt. Deze powerbank bevat dezelfde accu als die in de iPhone Air zit, maar door verliezen die optreden bij onder andere draadloos laden voeg je zo'n 65 procent extra batterijcapaciteit toe aan de iPhone. Deze MagSafe-batterij werkt overigens alleen goed op de iPhone Air, op andere iPhones kun je hem niet goed op de achterkant plakken.

©Jeroen Boer - ID.nl

De MagSafe-batterij is een compacte powerbank voorzien van dezelfde accu als de iPhone Air.

Doordat de iPhone Air bijzonder dun en licht is, is de smartphone ook met gekoppelde accu op zich te gebruiken, maar dan voelt het geheel meer als een doorsnee smartphone met groot scherm. Dat is op zich wel een voordeel ten opzichte van de meeste andere powerbanks. Met een prijs van 115 euro is de magnetische powerbank wel erg duur, zeker voor de geboden accucapaciteit. Normale powerbanks met een veelvoud van de capaciteit kosten veel minder dan deze MagSafe-batterij. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de iPhone Air gewoon gebruiken met vastgeplakte MagSafe-batterij.

Slechts één camera

Achterop heeft de iPhone Air net als sommige andere smartphones een naar buiten uitstekende balk die je een camera-eiland zou kunnen noemen, ware het niet dat er op de brede balk maar één camera en een flitser geplaatst is. Die camera is dezelfde 48megapixel-hoofdcamera die je op de iPhone 17 vindt. Dat is op zich een prima camera waarmee je in de camera-apps kunt kiezen uit de zoomfactor 1x en 2x. De 2x-zoomfactor maakt een uitsnede uit het beeld; dat resulteert gewoon in scherpe foto van 12 in plaats van 24 megapixel, net als op andere iPhones. Dat zijn al je keuzes, want de iPhone Air heeft net als instapper iPhone 16e maar één camera. De heel goede 48megapixel-ultragroothoekcamera die je op de iPhone 17 vind waarmee je ook macrofoto's kunt maken ontbreekt. Toch jammer voor een smartphone die meer dan 1200 euro kost. Ook een telelenscamera die je op de iets duurdere iPhone 17 Pro vindt, ontbreekt. Daarbij bewijst Samsung met de vergelijkbare Galaxy S25 dat het wel mogelijk is om twee camera's te integreren in een superdunne telefoon. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Achterop vind je maar één camera, dezelfde als de hoofdcamera op de iPhone 17.

De aanwezige camera maakt gelukkig wel prima foto's. De kleuren zijn uitstekend en ook op de scherpte is niks aan te merken. Ook in het donker kun je bruikbare beelden produceren. De software schakelt automatisch over op nachtmodus, maar dit kun je ook zelf instellen. Je krijgt ook de nieuwe selfiecamera die scherpe beelden schiet en automatisch bepaalt hoe je het beste in beeld bent. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Zoomfactor 1x.

©Jeroen Boer - ID.nl

Zoomfactor 2x.

©Jeroen Boer - ID.nl

Zoomfactor 1x.

©Jeroen Boer - ID.nl

Zoomfactor 2x.

Conclusie

Met de iPhone Air krijg je dit jaar echt iets anders in handen ten opzichte van eerdere iPhones. Het is indrukwekkend dat een telefoon met een groot scherm zo dun en licht is terwijl er met de stevigheid niks mis is. Dankzij een titanium rand is de iPhone Air praktisch onbreekbaar en daar hoef je je tijdens alledaags gebruik geen zorgen over te maken. De iPhone Air voelt kortom luxe aan en is in het assortiment van Apple met zijn flink hogere prijs duidelijk een meer premium model dan de iPhone 17. Je betaalt echter vooral voor die dunnere vormgeving, want op het gebied van mogelijkheden lever je best wel wat in. Zo heeft de iPhone Air maar één speaker waardoor stereogeluid onmogelijk is; jammer als je je smartphone vaak gebruikt voor bijvoorbeeld Netflix. Daarnaast lever je ook in op fotografiegebied. De aanwezige 48megapixel-hoofdcamera is hetzelfde als op andere iPhones en maakt echt prima foto's, maar wordt niet bijgestaan door een ultragroothoek of telelens waardoor foto's met een extra brede beeldhoek, macrofoto's of ver inzoomen niet mogelijk zijn. Iets dat je eigenlijk wel zou verwachten op een smartphone waar je 1200 euro voor betaalt. Je kiest de Air dus vooral als je echt wat anders wilt hebben.