ID.nl logo
Wat kost een e-bike per jaar?
© SimonSkafar
Mobiliteit

Wat kost een e-bike per jaar?

Wat kost een e-bike eigenlijk per jaar of per maand? Want met alleen de aanschaf van de fiets ben je er niet. Je moet hem ook geregeld opladen, netjes onderhouden en eventueel verzekeren. Alvast een spaarpotje aanleggen voor een nieuwe accu is trouwens ook handig, want die is na zo’n vier tot zes jaar aan vervanging toe. Om al die kosten overzichtelijk te krijgen, geven we je een paar voorbeeldberekeningen zodat jij weet waar je aan toe bent en waar je eventueel op kunt besparen.

E-bikes zijn er al vanaf minder dan 1000 euro tot ver boven de 7000 euro. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. De populairste prijsklassen liggen rond de 2000 en 3500 euro. De gemiddelde prijs van een e-bike lag vorig jaar (2021) op 2400 euro.

Voor onze voorbeeldberekeningen gaan we uit van een stadsfiets van 2000 euro, een luxe stadsfiets of hybride fiets van 3500 euro en een sportieve vrijetijdsfiets van 5000 euro.

Voorbeeld 1: Gazelle Esprit HFB kopen? | Elektrische stadsfiets

Deze stadsfiets van 2000 euro heeft een voorwielmotor en een accu van 450 Wh. Volgens de fabrikant kom je op een volle accu tussen de 40 en 75 kilometer ver. Dat is afhankelijk van de hoeveelheid ondersteuning die je gebruikt. Hoeveel kilometer je in de praktijk haalt valt vaak wat tegen, dus wij gaan voor de berekening uit van een gemiddelde range van 50 kilometer.

Die afstand nemen we meteen als gemiddelde afstand die je per week fietst. Als je alleen doordeweeks fietst, komt dat neer op 10 kilometer per dag.

Deze Gazelle-stadsfiets heeft een accu van 450Wh en komt volgens de fabrikant tussen 40 en 75 kilometer op een acculading.

Voorbeeld 2: Explore E+ 1 625Wh Stagger (2022) | Trekking Fiets | Giant Bicycles Nederland (giant-bicycles.com)

Nemen we een wat luxere fiets van 3500 euro die je in de stad gebruikt en waarmee je ook tochtjes maakt, dan wil je een wat groter bereik, dus een grotere accu is wel zo prettig. Deze fiets heeft een middenmotor en een accu van 625 Wh. Daarmee zou je in de praktijk wel zo’n 75 tot 100 km ver moeten komen. Voor onze berekening houden we 75 kilometer per week aan.

Deze Giant heeft een accu van 625 Wh en heeft een bereik van zo’n 75-100 kilometer.

Voorbeeld 3: Upstreet3 | FLYER E-Bikes (flyer-bikes.com)

Voor 5000 euro heb je een heel luxe fiets met een veel krachtiger motor die het ook goed doet in heuvelachtiger terrein. Bijkomend voordeel is dat dergelijke fietsen vaak een hoger gewicht aankunnen. Handig als je zelf iets meer weegt of als je veel vakantiespullen wilt meenemen. Met een accu van 750 Wh kom je in Nederland zeker meer dan 100 km ver, of je moet alleen maar de Vaalserberg op- en afrijden. Laten we voor deze fiets uitgaan van 100 kilometer per week. We zijn per slot van rekening fanatieke fietsers!

Deze Flyer heeft een extra krachtige accu van 750 Wh, waarmee je zeker meer dan 100 kilometer haalt.

Stroomkosten

Dan de stroomkosten. De energieprijzen zijn sinds eind vorig jaar omhoog geschoten. Jouw stroomprijs is afhankelijk van welk contract je hebt afgesloten en hoelang die stroomprijs nog geldt. Aangezien de meeste mensen al hebben moeten verlengen voor een veel hoger tarief of dat binnenkort moeten doen, gaan we uit van de prijzen die je de laatste maanden ziet. Die liggen zo tussen de 50 en 70 cent per kWh, dus wij rekenen met een gemiddelde van 60 cent per kWh.

Om te berekenen hoeveel stroom je per jaar verbruikt aan het opladen van je accu, moet je rekening houden met laadverliezen van je acculader. Niet alle stroom uit de muur komt daadwerkelijk in je accu; er gaat altijd wat verloren aan warmte. Dat kan oplopen tot zo’n 15 tot 25 procent. Laten we voor nu uitgaan van 20 procent verlies.

Bij de stadsfiets kom je 50 kilometer ver op een acculading, en dat rijd je ongeveer per week. Per jaar moet je dan 52 keer opladen. De capaciteit van de accu is 450 Wh, met 20 procent verlies is dat 540 Wh aan verbruikte stroom per volle accu. Vermenigvuldig je dat met 52, dan kom je aan iets meer dan 28 kWh. Elke kWh kost 60 cent, dus per jaar kost je e-bike je nog geen 17 euro. Dat valt heel erg mee, toch?

Het rekensommetje van de wat luxere fiets met 625Wh-accu en 75 km per week komt uit op een kleine 24 euro. De fiets met 750Wh-accu en 100 km per week kost je per jaar ruim 28 euro. Vergelijk dat maar eens met een zuinige auto. Stel, die rijdt 1 liter benzine op 20 km, dan kost die auto je bij 5000 km rijden al snel zo’n 600 euro aan benzine.

Verzekering

Waarom zou je je fiets willen verzekeren? Het is sowieso niet verplicht. Heb je een WA-verzekering (tegenwoordig heet dat een AVP of Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren), dan ben je gedekt voor schade die je anderen toebrengt.

De belangrijkste reden om je elektrische fiets te verzekeren, is diefstal. Niet alleen van de fiets zelf, maar ook van de accu, want ook die is kostbaar. Dus als e-bikes bij jou in de buurt regelmatig worden gestolen, is zo’n diefstalverzekering geen overbodige luxe. Check je verzekering of jouw garage of schuur waar je je fiets bewaart onder jouw inboedelverzekering valt. Soms moet je daar nog een extra module voor afnemen en kan worden gevraagd om je fiets ook in je eigen opslag op slot te zetten.

Behalve diefstal wil je misschien ook schade aan je fiets verzekeren, voor het geval je er een ongelukje mee krijgt. Je kunt zelfs pechhulp erbij verzekeren, zodat je geholpen wordt bij pech onderweg.

Let bij het uitzoeken van een verzekering op de looptijd van de verzekering, de dekking en de polisvoorwaarden. Hoe langer je jezelf vastlegt, hoe lager de maandpremie. Vaak kun je kiezen voor looptijden van drie of vijf jaar of voor onbepaalde tijd. De premie betaal je per maand, soms per jaar of zelfs in één keer als je een pakket van drie of vijf jaar afneemt.

Wat betreft de dekking kun je naast diefstal ook schade, pechhulp, ongevallen- en rechtshulpdekking kiezen. Let goed op de voorwaarden van de verzekeraar. Na een aantal jaar vervalt de nieuwwaardedekking, je eigen risico kan verschillen en vaak moet je een ART-2 of hoger goedgekeurd slot hebben en bij diefstal twee sleutels inleveren waarbij één sleutel echt gebruikt moet zijn. De voorwaarden kunnen per verzekeraar behoorlijk wisselen dus het is verstandig om je vooraf goed in te lezen en te vergelijken.

Verzekeringen vergelijken Op Kieskeurig.nl/fietsverzekering vind je een handige vergelijker van fietsverzekeringen. Daar hebben we de drie voorbeeldfietsen ingevoerd om te kijken wat je ongeveer kwijt bent. We hebben gekozen voor een looptijd van vijf jaar. Daarna moet je je echt afvragen of een verzekering tegen diefstal nog economisch verantwoord is. Vind je pechhulp belangrijk, dan kan het voordeliger zijn om losse pechhulp af te nemen, maar als je ook een schadeverzekering wil, is zo’n alles-in-één-pakket interessanter om te verlengen. Diefstalverzekering met een looptijd van vijf jaar voor de stadsfiets van 2000 euro kost ongeveer 4 euro per maand. Schade- en ongevallenverzekering en pechhulp erbij kost in totaal ongeveer 6,5 euro per maand. De bedragen van de fiets van 3500 euro zijn ongeveer 6,5 en 9,5 euro. Voor een fiets van 5000 euro betaal je 9 tot 13 euro per maand. Hierbij hebben we de goedkoopste verzekering uit de vergelijker gekozen en een postcode in de randstad genomen. Daar worden de meeste e-bikes gestolen, dus zijn de premies wat hoger. In gebieden met minder diefstal betaal je al snel een derde van de premie minder.

Accu vervangen

Na een aantal jaar is je accu versleten. Hoe snel dat gebeurt, hangt helemaal af van je gebruik en hoe je ermee omgaat. Reken erop dat fietsaccu’s vanaf vier tot zes jaar minder range geven. Dat hoeft niet erg te zijn en je kunt er nog jaren probleemloos mee doorfietsen. Maar op een gegeven moment ben je het zat en dan sta je voor de keuze: een nieuwe accu, de accu laten reviseren of een nieuwe fiets? Een accu vervangen is sowieso goedkoper dan een nieuwe fiets, en zeker als je verder nog heel tevreden bent met je huidige fiets, is dat de beste optie.

De 450Wh-accu van de stadsfiets kost los ongeveer 400 euro. Die van de wat luxere fiets met een 625Wh-accu kost ongeveer 800 euro. De 750Wh-accu gaat al richting de 1000 euro. Dat zijn dus wel kosten die je van tevoren goed mee moet rekenen en waar je het liefst al een potje voor aanlegt, zodat je na een paar jaar niet voor onaangename verrassingen komt te staan. In onze berekening gaan we ervan uit dat de accu vijf jaar meegaat en je daarna een nieuwe wilt kopen.

Onderhoud

Je fiets heeft natuurlijk ook onderhoud nodig. Denk aan nieuwe banden en remblokjes, maar ook afstellen en smeren. Fiets je meer kilometers, dan heb je meer onderhoud nodig. Dat onderhoud kun je zelf doen en daarmee bespaar je natuurlijk geld. Vaak zit de eerste servicebeurt inbegrepen bij de aanschaf van je nieuwe fiets. De nieuwere fietsen met meer snufjes, zoals automatische versnellingen, krijgen regelmatig updates, net als je telefoon.

Soms kan dat via je smartphone en soms alleen via specialistische apparatuur van de merkdealer. Ben je niet zo handig, dan kun je het best naar de fietsenmaker gaan. Doe je het onderhoud helemaal zelf, dan ben je per jaar hooguit een paar tientjes kwijt.

In de beginjaren zijn de onderhouds- en vooral slijtagekosten minder dan als je fiets al een paar jaar oud is. Een onderhoudsbeurt bij de fietsenmaker kost je ergens tussen 65 en 100 euro. Voor onze berekening houden we per jaar 75 euro voor de stadsfiets aan, 100 euro voor de luxere fiets en 125 euro voor de duurste fiets, die ook de meeste kilometers maakt.

Kostenplaatje

We rekenen alles om naar vijf jaar gebruik. Dat is een redelijke termijn om de accu te vervangen en komt de vraag of je een nieuwe fiets wilt kopen of nog een keer in een accu investeert en verder fietst. Onze stadsfiets kost de eerste vijf jaar 375 euro aan onderhoud, ruim 84 euro aan opladen en 390 euro aan een uitgebreide verzekering met pechhulp. Inclusief de aanschaf van de fiets kom je dan uit op 2850 euro. Dat is omgerekend 22 cent per kilometer. Reken je een extra accu erbij, dan kom je uit op 3250 euro en 25 cent per kilometer. Rijd je er dan nog vijf jaar mee verder, dan ben je voor die tien jaar ongeveer 4100 euro inclusief opladen, verzekering en onderhoud kwijt. Dat is 16 cent per kilometer. Langer doorrijden is dus duidelijk voordelig!

Bij de duurdere fietsen zien we hetzelfde plaatje. De luxe stadsfiets kost in vijf jaar ongeveer 4700 euro en omgerekend 24 cent per kilometer, of met extra accu 5500 euro en 28 cent per kilometer. Rijd je dan nog eens vijf jaar door, dan geef je in die tien jaar ongeveer 6675 euro uit, wat neerkomt op 17 cent per kilometer.

Dat kleine verschil in kilometerprijs na tien jaar zien we ook bij de duurste fiets. Daarmee ben je na vijf jaar ruim 6500 euro kwijt, wat neerkomt op 25 cent per kilometer. Na tien jaar heb je bijna 9100 euro uitgegeven, maar omgerekend in prijs per kilometer kom je eveneens uit op 17 cent. Dat komt doordat er meer kilometers mee worden gefietst. Hoe meer je fietst, hoe goedkoper dat per kilometer is.

Na vijf jaar heb je ongeveer 30 tot 40 procent van de nieuwwaarde van je fiets uitgegeven aan variabele kosten. En dan moet je nog een potje erbij sparen voor een nieuwe accu. Duidelijk is wel dat het veel geld kan schelen om lang met je fiets te doen!

Leasen of kopen?

Nu we de kosten goed in kaart hebben, is het makkelijk om te vergelijken of leasen misschien een interessante optie is. Het grote voordeel van een fiets leasen is dat je geen groot bedrag in een keer hoeft uit te geven. Je bepaalt een vast bedrag per maand, al moet je je vaak wel voor meerdere jaren vastleggen. Onze stadsfiets kost in de lease bijvoorbeeld 72 euro per maand voor een contract van drie jaar. Daar zit dan al een uitgebreide verzekering bij, dus daar hoef je je geen extra kosten voor te maken. Voor een tientje extra per maand koop je ook de reparatiekosten af.
Als je dat omrekent, dan ben je na die drie jaar ongeveer 3000 euro kwijt. Je kunt iets besparen door zelf het onderhoud bij de fietsenmaker te laten doen, maar dan nog ben je na drie jaar net zo veel geld kwijt als de fiets zelf kopen en hem vijf jaar lang gebruiken. Leasen is dus niet voordeliger.

Subsidies en werkregelingen

Ben je in loondienst, dan zijn er manieren om goedkoper aan je fiets te komen. Dat hangt wel af van de mogelijkheden die je werkgever biedt, want die moet hieraan willen meewerken. In plaats van zelf een fiets te leasen, kun je dat via je werkgever doen, als die die mogelijkheid biedt. Dan betaalt je werkgever de leaseprijs en wordt de waarde van de fiets voor 7 procent bij je inkomen opgeteld. Daar betaal je inkomstenbelasting over. Addertje onder het gras is wel dat je verder geen werkkilometers meer kunt declareren. Je wordt immers geacht die met je fiets te maken.

Een andere mogelijkheid is de fiets te betalen uit de ruimte die de WKR, de WerkKostenRegeling biedt. Afhankelijk van je arbeidvoorwaarden en je werkgever kun je dan je fiets betalen van je brutoloon, of je levert vakantiegeld, eindejaarsuitkering, vakantiedagen of overuren in. Er wordt geteld met brutobedragen, dus netto ben je dan voordeliger uit dan wanneer je de fiets helemaal zelf van je nettoloon koopt.

Let wel op, er zit wel een maximum aan het bedrag waar je belastingvoordeel op krijgt. Daarboven betaal je het volle pond. Check dus bij je werkgever naar de mogelijkheden en reken alles vooraf goed door! Veel op het oog interessante fietsplanprojecten zijn in de praktijk toch minder voordelig dan gewoon zelf de fiets kopen en de verzekering het onderhoud regelen.

Dit zijn drie voorbeeldberekeningen van wat een e-bike in de praktijk kost.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.