ID.nl logo
Zo kies je de juiste boormachine voor je klus
© zsv3207 - stock.adobe.com
Huis

Zo kies je de juiste boormachine voor je klus

Er bestaan nogal wat soorten boor- en schroefboormachines. Deels bedraad, deels draadloos en vaak ook multifunctioneel. Welke machine kies je voor welke klus?

In dit artikel komen de volgende elektrische machines aan bod:  

  • Boorhamer, voor het steviger werk in beton en steen

  • Klopboormachine, voor allround boorwerk in beton en steen

  • Boormachine, de aloude klassieker voor elke boorklus, behalve in steen en beton

  • Schroefboormachine, dé alrounder waarmee je zowel kunt boren als schroeven

  • Schroevendraaier, ideaal voor veelschroevers

  • Mini-schroevendraaier, ideaal voor licht- en hobbywerk

  • Ook lezen: Solderen: tips en trucs voor mooie en sterke verbindingen

Boormachine nodig?

Hier vind je het juiste apparaat voor jouw klus!

Boorhamer, voor het stevige werk

Laten we beginnen met de gemakkelijkste keuze: de boorhamer. Als je stevig boor- en (of) breekwerk in huis te verrichten hebt, is dit in feite de enige juiste keuze. Voor de meeste thuisgebruikers is eigenlijk alleen de bekabelde variant praktisch, al bestaat dit soort gereedschap ook in accu-uitvoering. Probleem is dan alleen wel dat je de machine regelmatig moet gebruiken om de accu gezond te houden. Voor een boorhamer op netspanning maakt het niks uit of je die één keer in het jaar of elke week gebruikt.

Boorhamers zijn specifiek ontworpen voor het zwaardere werk. Denk aan gaten boren in (dikkere) betonnen muren, maar zeker ook gaten hakken. Een goede boorhamer beschikt dan ook over een boor- en een beitelstand.

Verder geldt dat boorhamers meestal een speciaal soort boren en beitels gebruiken. Althans: de koppeling is speciaal. Het betreft hier een SDS+-koppeling – gelukkig gestandaardiseerd, dus je kunt in de bouwmarkt je hart ophalen aan verschillende boren en beitels. Veel boorhamers hebben verder een vast toerental, dus het is aanzetten en gáán. Rustig boren (of beitelen) en niet forceren. Ook gaten met een wat grotere diameter zijn zo moeiteloos te maken.

🛠 Tip! Het is belangrijk om het deel van de boor dat je in de machine prikt éérst in te vetten. Als het goed is, heb je daarvoor bij je boorhamer een ‘startpotje’ met vet meegeleverd gekregen. Gebruik dat altijd! Doe je dat niet, dan slijt de boorkop van je machine razendsnel, wat dan weer een relatief kostbare aangelegenheid kan worden.

Een potje met vet voor het insmeren van boren en beitels voor de boorhamer.

Klopboormachine

Wil je gaten in beton boren, maar geen al te dikke en diepe exemplaren? Dan voldoet de aloude klopboor waarschijnlijk prima. Houd er wel rekening mee dat ouder beton vaak harder is dan relatief nieuw beton; voor veelvuldig boren in beton kun je dus beter een wat zwaardere machine gebruiken. Vanzelfsprekend kun je alleen betonboren gebruiken voor boren in beton (en steen).

Voordeel van de klopboormachine is vaak (maar niet altijd: goed checken dus voor aankoop) dat deze met een schakelaar ook als gewone boormachine kan fungeren. Daarmee ontstaat een allround-machine waar je veel plezier aan kunt beleven. De klopboormachine (ook wel bekend als ‘drilboor’) is ook beschikbaar als accu-apparaat. En als je regelmatig klust, is dat het overwegen waard. Werken zonder lastig snoer is best handig.

🛠 Tip! Kies niet blindelings de allergoedkoopste en lichtste klopboormachine. Zeker bij meer regelmatig gebruik in hard beton zul je dan snel teleurgesteld raken in zowel kracht als levensduur. Het ‘klopmechanisme’ sneuvelt bij goedkope B-merken vaak treurig snel.

Boormachine

De traditionele boormachine kennen we waarschijnlijk allemaal wel. Ze zijn bedoeld voor alle voorkomende boorklussen, behalve boren in steen en beton. Prima geschikt dus – mits voorzien van de juiste boor – voor hout, kunststof, metaal enzovoort. Dit type boormachine leent zich bij uitstek voor een accuversie. Daarmee kun je ook in de tuin of desnoods in het vrije veld naar hartenlust boren. Deze machines beschikken over een snelheidsregelaar, wat erg belangrijk kan zijn. In sommige materialen kun je beter met een laag toerental boren – denk aan bijvoorbeeld kunststof om smelten en lelijke gaten te voorkomen.

🛠 Tip! Kijk ook eens naar de combi klopboor-boormachine, dan kun je in huis echt alle kanten op, ook in steen en beton. Wil je het helemaal mooi maken, dan kun je kiezen voor een combi bestaande uit boor-, klopboor- én schroevendraaiende machine.

De meeste klopboormachines zijn combimachines, zoals dit alweer wat oudere instapmodel.

Door de functieschakelaar op de hamer te zetten, wordt de ‘klopfunctie’ geactiveerd.

Schroevendraaier en schroefboormachine

De elektrische schroevendraaier als stand-alone-apparaat is meestal alleen in accu-uitvoering leverbaar, al zijn er wel machines met boor- en schroeffunctie verkrijgbaar die draaien op netspanning. Een pure elektrische schroevendraaier is voor thuisgebruik vaak niet zo heel interessant, tenzij het om specialistische exemplaren voor bijvoorbeeld fijnmechanica en dergelijke gaat.

Gelukkig beschikken de meeste accuboormachines ook over een uitstekende schroefstand. Kwestie van een schakelaar omzetten om de juiste functie te kiezen. Die schakelaar trouwens niet vergeten, want als je per ongeluk de boorstand kiest voor kleinere schroeven, is de kans dat je de kop van de schroef draait levensgroot. Dit soort machines is namelijk verrassend sterk! Om die reden zit er vaak een instelbare ring op de boor/schroefkop. Deze werkt als een soort momentsleutel: bij het bereiken van een bepaalde kracht slipt de koppeling. Dat leidt tot het kenmerkende ratelende geluid en zorgt ervoor dat je elke schroef in een bepaald onderdeel van je werkstuk ongeveer even sterk aandraait.

Als je je eerste elektrische (accu)gereedschap gaat kopen, is de combi boor-schroevendraaier zonder meer het eerste apparaat waarvoor je moet gaan. Die is namelijk universeel inzetbaar voor het overgrote deel van de klussen. Ook prima geschikt voor het in elkaar zetten van IKEA-meubels bijvoorbeeld. Reparatie- of modificatiewerk aan bestaand meubilair is ook iets waar de combi z’n hand niet voor omdraait. Het boren van extra gaten, losschroeven en weer vastzetten van onderdelen is snel geregeld.

De schroefboormachine: het manusje-van-alles dat iedereen in huis moet hebben.

🛠 Tip! Gebruik de moment-ring ook (begin in de laagste stand) voor het losdraaien van (oudere) schroeven. Daarmee voorkom je dat de kop van een schroef door te veel kracht afknapt.

Een groep apart: mini-machines

Er zijn ook diverse mini-machines, zoals bijvoorbeeld de Bosch IXO-lijn. Dat zijn meestal voornamelijk elektrische (en accugevoede) schroevendraaiers. Maar door er andere hulpstukken op te zetten, geef je een totaal nieuwe functie aan het basisapparaat. Denk aan een snijkop voor het snijden van karton, dik papier, stof enzovoort. Of zet er alsnog een boorkop op om er toch mee te kunnen boren. Dergelijke machines zijn ideaal voor licht werk, maar zeker ook voor modelbouw en dergelijke. In dat laatste geval komen de compacte afmetingen, het lichte gewicht en de wendbaarheid heel goed van pas.

🛠 Tip! De betere mini’s zijn ook prima geschikt voor het in elkaar zetten van prefab-meubilair. Doordat ze klein en lichtgewicht zijn, bereik je er ook de wat ‘moeilijker’ plekken mee.

Kiezen maar!

We hebben hiermee de belangrijkste categorieën voor klussen in huis wel gehad. Grofweg kun je stellen dat je niet om de boorhamer heen komt als je grotere en diepere gaten in beton en steen wilt boren, om het maar helemaal niet over hakwerk te hebben. Er is dan simpelweg geen andere keuze. De klopboormachine zal verder in elk huis met betonnen of stenen muren van pas komen, al was het maar om eens wat aan de muur op te hangen. Meest universeel inzetbaar is de elektrische schroefmachine. En dan met name in de accu-uitvoering, zodat je er ook op plekken zonder stopcontact moeiteloos mee kunt werken.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.