ID.nl logo
Weerstation installeren? Dit zijn de beste plekken
Huis

Weerstation installeren? Dit zijn de beste plekken

Leuk, je hebt een weerstation aangeschaft – maar dan moet je hem nog wel installeren, en dat vergt wat denkwerk én voorbereiding. Waar moet je precies aan denken tijdens de installatie en wat zijn de beste plekken om zo'n station neer te zetten? Daar geven we in dit artikel antwoord op.

Als je een weerstation installeert, denk dan aan de volgende zaken.

  • Het kan zijn dat je zelf nog instrumenten aan een weerstation moet toevoegen, batterijen nodig hebt voor losse modules en dat je die modules nog aan de basis-unit moet koppelen.
  • Je kunt zo'n weerstation het best ver van hoge gebouwen of bomen vandaan houden, zodat-ie ongestoord zijn werk kan doen.
  • Heeft jouw weerstation een basis-unit? Plaats die dan in huis, maar wel dicht bij de andere sensoren.

Niet helemaal wat je zocht? Lees dit artikel over wat een weerstation is.

Lees ook: Koopgids weerstations: zo vind je het beste weerstation voor thuis.

Hoewel weerstations zijn voorzien van verschillende meetinstrumenten – soms van professioneel niveau – hoef je geen meteoroloog te zijn om er eentje te kunnen installeren. In veel gevallen is het zo dat de fabrikant de installatie zo toegankelijk mogelijk maakt, zodat iedereen er in principe mee aan de slag kan. Meestal worden ze geleverd met een handleiding of soms nog een app, waarmee de installatie breed wordt uitgemeten. Als je deze stappen netjes opvolgt, moet het gewoon goed komen.

Weerstation kopen?

Hier vind je alle soorten op een rij!

Het weerstation installeren

Een weerstation werkt meteen vanuit de doos of je moet zelf eerst nog wat instrumenten of sensoren monteren. Vaak betekent het dat je wat onderdelen moet vastklikken. Het kan ook zijn dat je batterijen nodig hebt; niet elke fabrikant levert die mee, dus check van tevoren of ze nodig zijn en of ze er al bij zitten. Daarnaast kan het zijn dat je losse modules voor buiten aan een basisstation binnen moet koppelen.

Sommige weerstations bestaan uit meerdere modules voor zowel binnen als buiten.

Dan is het zaak om de locaties te bepalen. Volg daarbij wederom de installatie-instructies op: per sensor kan het neerzetten of vastmaken van de diverse onderdelen namelijk verschillen. Je wil niet dat een bepaald instrument wegwaait of schade oploopt door een verkeerde installatie of locatie. Tot slot kijken we naar het basisstation voor in huis. Niet elk weerstation heeft er een en er zijn veel varianten te koop.

Het basisstation voor in huis koppel je aan je router. Dat kun je het best bedraad doen om ervoor te zorgen dat de verbinding met het internet optimaal is (ook hier geldt: goedkopere weerstations hoeven geen basisstation te hebben). Controleer nu via de app van het station of de basismodule verbinding heeft met alle sensoren. Het kan ook zijn dat je een los scherm als basis gebruikt, maar ook daar kun je van aflezen of de verbinding stabiel is of niet.

De beste plekken voor het weerstation

Als je een weerstation met losse modules hebt, kun je die modules her en der verspreid in de tuin of boven op het huis plaatsen. Sommige fabrikanten geven daar specifiek tips over. Als je een enkel station hebt waar alle sensoren in zitten, doe je er goed aan een plek te kiezen die hoog en droog is, dus liever niet in de buurt van hoge gebouwen of bomen. Denk bijvoorbeeld aan het dak op je huis, een vlaggenmast, een muur of hek. Je kunt ook zelf een montagearm buiten installeren.

Met verschillende sensoren die allemaal in verbinding staan met een basisunit is zoiets toch wat ingewikkelder. De individuele sensoren en meetinstrumenten hebben allemaal hun eigen voorwaarden wat betreft de installatie. Zolang je die voorwaarden respecteert, weet je zeker dat de metingen accuraat zijn en dat je ervan op aan kunt. Maar aan welke plekken moet je dan precies denken? We nemen je mee langs de meest voorkomende sensoren voor weerstations en de beste locaties om ze te plaatsen.

Temperatuursensoren kun je beter niet zonder speciale wering in direct zonlicht plaatsen. Ook is het beter als je ze op minimaal 15 meter afstand van een stoep of betegelde tuin plaatst, en op minimaal 3 meter boven de grond of het dak.

Sensoren voor vochtigheid moet je niet in de buurt van water installeren (zoals een zwembad, sloot of rivier) en ook minimaal 15 meter bij bomen vandaan houden, anders slaat de sensor aan op vochtige situaties in de omgeving.

De ideale plek voor een windmeter is 10 meter boven de grond, of ongeveer 2 meter boven de hoogste boom in de buurt. Als dat niet goed mogelijk is, houd de sensor dan op een zo groot mogelijke afstand van bomen en gebouwen. Verder is het niet handig om sensoren in de regenschaduw (zie kader) van hekken, gebouwen en bomen te plaatsen, omdat je anders te maken krijgt met afwijkende metingen. Probeer zodoende altijd een afstand van minimaal 3 meter van zo’n gebied te houden.

Regenschaduw is een term die het droge gebied aan de lijzijde van een bepaalde plek aanduidt. De lijzijde is dan weer een gebied dat in de luwte van de wind ligt.

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.

▼ Volgende artikel
Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?
Huis

Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?

Er is vandaag storm op komst en voor grote delen van het land is zelfs code oranje afgegeven. Het KNMI geeft altijd kleurcodes bij zwaar en gevaarlijk weer, maar hoe werkt dat ook al weer?

De kleurcodes voor weerswaarschuwingen van het KNMI geven aan wat de verwachte impact is van gevaarlijk weer. Er zijn vier kleurcodes: groen, geel, oranje en rood. Iedere kleurcode heeft een specifieke betekenis.

🟢 Code groen: Staat voor normaal weer, waarbij er geen noodzaak is voor speciale waarschuwingen.

🟡 Code geel: Hiermee word je opgeroepen om extra op te letten, zeker als je van plan bent de deur uit te gaan, omdat het weer mogelijk gevaarlijk wordt. Deze code kan tot 48 uur voor het verwachte weerfenomeen worden uitgegeven.

🟠Code oranje: Duidt op extreem weer, waarbij de kans op schade, verwondingen of veel hinder zeer aanwezig is. Deze code kan 24 uur van tevoren worden afgegeven. Op dit moment wordt code oranje voor storm Benjamin uitgegeven voor Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland.

🔴 Code rood: Is het ernstigste weeralarm, voor extreem weer dat zo'n hevige impact kan hebben dat het de samenleving kan verstoren.

Voor elke kleurcode gelden specifieke criteria, afhankelijk van het weertype, zoals regen, sneeuw, onweer, wind, temperatuur en zicht. Bij wind wordt code geel uitgegeven als er een kans is op windstoten van meer dan 75 km per uur. Bij verwachte windstoten boven de 100 km per uur zullen zijn, wordt het code oranje. Voor vandaag worden er in de kustprovincies zelfs zeer zware windstoten tot 120 kilometer per uur verwacht!

Storm Benjamin: waarom hebben stormen eigenlijk soms een naam?

Vandaag trekt storm Benjamin over Nederland. Door het geven van namen aan stormen probeert het KNMI (net als andere meteorologische instituten in andere landen dat ook doen) mensen alert te maken op de risico’s. Dat stormen een naam krijgen, vindt 52 procent van de Nederlanders een goed idee; 30 procent vindt dat niet noodzakelijk.

©www.knmi.nl

Krijgen alle stormen een naam?

In Nederland wordt er eigenlijk alleen een naam gegeven aan stormen waarvoor code oranje of code rood wordt uitgegeven. In een enkel geval krijgt een storm ook al bij code geel een eigen naam. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de kans groot is dat er opgeschaald moet worden naar code oranje, of omdat de storm in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan en daar al een naam heeft gekregen. De namen voor dit jaar vindt je op de lijst Stormnamen 2025-2026.

Lees ook: Koopgids weerstations: zo vind je het beste weerstation voor thuis