ID.nl logo
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 compacte elektrische barbecues voor in de tuin
© Milan Gucic milangucic@gmail.com
Huis

Waar voor je geld: 5 compacte elektrische barbecues voor in de tuin

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Als de zon weer een aantal dagen schijnt, is het moment aangebroken om de barbecue tevoorschijn te halen. Ben je op zoek naar een nieuwe? Wellicht is een elektrische dan iets voor je? Geen last meer van rook, gecontroleerder bakken en beter voor het milieu!

Een elektrische barbecue biedt best wat voordelen ten opzichte van een gewone barbecue. Je hebt bijvoorbeeld geen gedoe met houtskool, een lange opwarmtijd of problemen met wind(richtingen). Je plugt ‘m gewoon in en hij is snel warm, ideaal ook voor spontaan barbecueën. Een ander voordeel is dat de temperatuur nauwkeuriger te regelen is, zodat je eten beter kan worden klaargemaakt en je niet snel bang hoeft te zijn dat de boel verbrandt.

Weber Q 1400

De Weber Q 1400 is een elektrische tafelbarbecue met een robuuste uitstraling en een gietijzeren rooster. Hij warmt snel op en houdt de warmte goed vast, waardoor je eten gelijkmatig gaart en lekker sappig blijft. Met een grilloppervlak van 43 bij 32 cm is er ruimte genoeg om voor 4 tot 6 personen tegelijk te grillen. Schoonmaken gaat makkelijk dankzij de handige vetopvangbak. Het snoer van 1,8 meter geeft wat speelruimte voor gebruik in de tuin of op het balkon. Deze Weber Q 1400 heeft een traploos instelbare temperatuurregeling en de maximale temperatuur ligt rond de 260–290°C.

WMF Lono Master Grill

De WMF Lono Master Grill is een elektrische tafelgrill met twee aparte grillplaten, elk met hun eigen temperatuurregeling. Handig wanneer je bijvoorbeeld vlees en groenten tegelijk wilt klaarmaken, zonder dat de smaken door elkaar lopen. Het grilloppervlak is 50 bij 28 cm, ruim genoeg voor een gezellig etentje met een klein gezelschap. De platen hebben een antiaanbaklaag, waardoor schoonmaken een fluitje van een cent is. De grill ziet er modern uit, met een roestvrijstalen afwerking die stevig en duurzaam aanvoelt. De WMF Lono Master Grill beschikt over vijf temperatuurstanden, waarmee je de warmte per grillplaat kunt instellen.

Outdoorchef CITY Electro 420

De Outdoorchef CITY Electro 420 is een ronde, elektrische barbecue met een stevige driepoot. Hij heeft een grillrooster van bijna 40 cm doorsnee, waardoor je prima kunt koken voor 2 tot 4 personen. De temperatuur kun je instellen in zeven standen, wat fijn is als je nauwkeuriger wilt grillen. Het apparaat heeft een vetopvangschaal die het schoonmaken makkelijker maakt. Hij is niet al te groot en neemt dus weinig plek in, wat ideaal is als je een kleiner terras of balkon hebt. Bovendien voelt de barbecue degelijk aan en kan hij tegen een stootje. De Outdoorchef CITY Electro 420 heeft zeven temperatuurstanden, met een maximale temperatuur tot 300°C.

Gardalux elektrische barbecue 

Deze elektrische barbecue van Gardalux is een eenvoudig model met een grilloppervlak van 37 bij 21 cm. Hij is vooral geschikt voor wie af en toe wil grillen en geen groot apparaat nodig heeft. Met 2000 watt vermogen is hij snel op temperatuur en de vetopvangbak maakt het schoonmaken wat makkelijker. Het is geen uitgesproken luxe model, maar voor deze prijs is het een prima instapmodel voor eenvoudige barbecue-avondjes.

Cadac E-BRAAI

De Cadac E-BRAAI is een moderne, elektrische barbecue met een keramisch gecoat rooster van 38 cm doorsnee. Hij is uitgerust met een digitaal display en kan automatisch de temperatuur regelen tussen 70 en 270 graden. Dat is handig voor wie precies wil weten hoe warm de barbecue is en niet graag gokt. Hij is in ongeveer 4 minuten op temperatuur, zodat je snel kunt beginnen met grillen. Ook het schoonmaken gaat makkelijk door de keramische laag. De Cadac E-BRAAI heeft een digitale temperatuurregeling waarmee je de temperatuur kunt instellen tussen 70°C en 270°C.

▼ Volgende artikel
De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis
© DragonImages
Huis

De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis

Je staat klaar om een foto te maken. Alles klopt: het licht, het moment, je onderwerp. En dan... kaart vol. Of erger: je camera herkent 'm niet eens. Het kiezen van de juiste geheugenkaart is dus heel belangrijk. Maar met al die formaten en capaciteiten kan dat nog best ingewikkeld zijn. In dit artikel lees je hoe je de juiste kaart kiest – eentje die past bij je camera én bij hoe jij fotografeert.

Om de juiste kaart voor jouw camera te vinden, zijn er een aantal zaken waar je op moet letten. In dit artikel kijken we naar: 📸 Kaartformaat 📸 Snelheid 📸 Merk 📸 Capaciteit 📸 Formatteren 📸 Veelvoorkomende fouten 📸 Onderhoud

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

Welk type past bij jouw camera?

Niet elke kaart past bij elke camera. Het formaat moet kloppen, de snelheid moet aansluiten op wat je ermee doet, en het merk kan het verschil maken tussen probleemloos werken en verlies van data. En dan is er natuurlijk ook nog de capaciteit. Hieronder lees je daar meer over.

Kaartformaat

De ene geheugenkaart is de andere niet. Wat je precies nodig hebt, hangt af van je camera. De meest voorkomende kaartformaten zijn SD (Secure Digital), CompactFlash (CF), XQD en de nieuwere CFexpress-kaarten.

Voor compactcamera's en instapmodel systeemcamera's is SD het meest gebruikte formaat, waarbij je onderscheid maakt tussen SDHC (tot 32GB) en SDXC (boven 32GB). Welke je nodig hebt, check je eenvoudig in je handleiding of via Menu > Instellingen > Geheugenkaart.

Voor professionele systeemcamera's en spiegelreflexen heb je vaak snellere kaarten zoals UHS-II SD-kaarten, XQD of CFexpress nodig, zeker als je 4K-video opneemt of in burst-modus fotografeert.

Snelheid

De snelheidsklasse van een kaart is minstens zo belangrijk als het formaat. Op SD-kaarten vind je aanduiding zoals Class 10, UHS-I of UHS-II, en een getal met een 'U' (bijvoorbeeld U3) of een 'V' (bijvoorbeeld V60). Hoe hoger het getal, hoe sneller de kaart. Voor 4K-video heb je minimaal V30 nodig, terwijl voor 8K-video V60 of V90 wordt aangeraden. Voor het controleren van de compatibiliteit kun je op je camera naar Bestandsinfo gaan en op de INFO-knop drukken terwijl je een foto bekijkt. Hier zie je welke schrijfsnelheid jouw camera gebruikt.

Supersnelle USH-II-kaart nodig?

Dan supersnel even naar

Merk

Merken maken ook verschil. SanDisk, Lexar, Kingston, Sony en Transcend staan goed bekend. Minder bekende kaartjes zijn goedkoper, maar je loopt meer risico op fouten. En een gemiste foto kun je niet terughalen.

Hoeveel opslag heb je nodig?

Dat hangt af van je camera en je manier van fotograferen. Een RAW-bestand van 24 megapixel neemt gemiddeld 30MB in beslag. Een JPEG van dezelfde camera rond de 8MB. En video? Reken voor 4K op zo'n 350MB per minuut. Even rekenen dus: hoeveel foto's of minuten video maak je op een gemiddelde dag? Tel die bij elkaar op en neem daar nog eens de helft extra als veiligheidsmarge.

Wie af en toe foto's maakt met een compactcamera, heeft aan 32GB of 64GB meestal genoeg. Gebruik je een systeemcamera en schiet je in RAW, dan is 128GB een logische keuze. Ga je voor reportages of video-opnames, dan kom je al snel uit op 256GB of meer. Maar: één grote kaart is niet altijd beter dan meerdere kleinere. Mocht er iets misgaan, dan ben je niet meteen álles kwijt.

©Jimmyi23

Je kaart formatteren Zodra je een kaart in gebruik neemt, formatteer je die in de camera zelf, Druk op de Menu-knop van je camera en navigeer daarvoor naar Formatteren. Dit doe je bij voorkeur na elke shoot, uiteraard nadat je de beelden veilig hebt opgeslagen. Belangrijk: formatteren wist alles, dus maak altijd eerst een back-up via Bestandsoverdracht naar je computer of externe schijf.

Dit kan er misgaan – en zo voorkom je dan

Een fout die vaak gemaakt wordt: de kaart verwijderen terwijl de camera nog bezig is met schrijven. Dat kun je zien aan het knipperende lampje. Wacht altijd tot dat uit is voordat je de kaart verwijdert of de camera uitschakelt.

Ga er ook niet vanuit dat geheugenkaarten eindeloos meegaan. Ze hebben een beperkt aantal schrijfcycli. Gebruik je je kaart intensief, dan is vervangen om de twee tot drie jaar verstandig.

Onderhoud verlengt de levensduur. Formatteer je kaart eens per maand via het menu van de camera – niet op je computer. Camera's gebruiken een specifieke bestandsstructuur, en die raakt snel in de war als je via een computer formatteert.

Bewaar je kaarten op een droge plek, bij voorkeur in een beschermend doosje. Houd ze uit de buurt van magnetische velden van bijvoorbeeld speakers of telefoons. Werkt een kaart niet goed? Maak de contactpunten dan schoon met een droge, zachte doek.

©PheelingsMedia

Zekerheid zit in de voorbereiding

Een goede geheugenkaart maakt het verschil tussen zorgeloos fotograferen en frustratie achteraf. Kijk verder dan alleen de opslagcapaciteit. Snelheid, betrouwbaarheid en compatibiliteit met je camera zijn minstens zo belangrijk. Kies voor kwaliteit, stem af op je manier van werken en verzorg je kaart goed. Dan kun je blijven focussen op wat er echt toe doet: het vastleggen van het juiste moment.