ID.nl logo
Fotobewerking met lagen in Photobie
© Reshift Digital
Huis

Fotobewerking met lagen in Photobie

Als u de vorige workshops rondom het gratis maar Engelstalige Photobie hebt gelezen en uitgeprobeerd (of van welk andere fotobewerker dan ook gebruik hebt gemaakt) hebt u ontdekt dat er heel veel mogelijk is zonder te werken met lagen. Toch maakt met name Photobie wel degelijk gebruik van lagen: elk onderdeel dat u toevoegt (of in sommige gevallen: verwijdert) wordt op een aparte laag geplaatst.

Als u de vorige workshops rondom het gratis maar Engelstalige Photobie hebt gelezen en uitgeprobeerd (of van welk andere fotobewerker dan ook gebruik hebt gemaakt) hebt u ontdekt dat er heel veel mogelijk is zonder te werken met lagen. Toch maakt met name Photobie wel degelijk gebruik van lagen: elk onderdeel dat u toevoegt (of in sommige gevallen: verwijdert) wordt op een aparte laag geplaatst. Om echt de voordelen van lagen te leren kennen gaan we in deze workshop wat dieper in op het fenomeen. Heel moeilijk is het allemaal niet, dus laat u zeker niet afschrikken door deze toch wat professioneel klinkende term!We gaan er in deze workshop vanuit dat u destijds (nummer 11/06) voor eerdere workshops Photobie hebt gedownload (photobie.com/download). Er is momenteel een nieuwere versie waarbij knoppen wat door elkaar gehusseld blijken te zijn in vergelijking met de voorgaande versies. Jammer, maar er valt prima mee te leven als u simpelweg op het knopsymbooltje let, dát is namelijk hetzelfde gebleven.

Stap 1

[afbeelding0]Zodra u een afbeelding opent in Photobie beschikt u over de eerste laag. In de LayerManager (lagenbeheerder) wordt deze Background (achtergrond) genoemd. Telkens als u iets toevoegt aan deze achtergrondlaag (ofwel de originele foto) wordt dit onderdeel op een nieuwe laag geplaatst. Snijdt u iets uit de foto, dan wordt het gat zelf een laag. Alle lagen die samen de totale afbeelding vormen, vindt u in de LayerManager. Elke laag is aanklikbaar en laat een klein voorbeeldafbeeldinkje zien. U kunt vervolgens besluiten om alleen aan een enkele laag te werken, mocht dat voor de overzichtelijkheid nodig zijn. Dat selecteren en al dan niet isoleren doet u met de rij knoppen onder de lagenlijst.

Stap 2

[afbeelding0]De knop met het kruisje is de meest simpele: door hierop te klikken verwijdert u de geselecteerde laag. Controleer áltijd of de lagenbeheerder de juiste afbeelding laat zien voordat u iets verwijdert. Gaat het per ongeluk toch mis, dan is er geen ramp gebeurd. Druk simpelweg op de toetsencombinatie Ctrl + Z en de situatie is weer als voorheen. Na verwijderen is de genoemde laag verdwenen, samen met de eventueel aanwezige afbeelding op de laag. Behalve de Delete-knop vindt u ook een Merge- ofwel samenvoegknop. Zie bijgaande afbeelding voor zowel de oude als de nieuwe versie van Photobie. Maak van deze knop alleen gebruik als u helemaal klaar bent met bewerken en u er zeker van bent dat alle losse onderdelen op de juiste plek staan.

Stap 3

[afbeelding0]Een andere handige knop is de Lagenkloner. Ondanks de wat eng aandoende naam is dit feitelijk een geautomatiseerde kopieer- en plakfunctie ineen. Selecteer allereerst de laag die u wilt dupliceren en klik vervolgens op de kloonknop. Mocht u onderdelen (bijvoorbeeld een plaatje) van de ene naar een andere laag willen kopiëren, maak dan gebruik van de kopieer- en plakknoppen. Zijn de knoppen voor u wat nietszeggend, houd dan uw muis even stil boven een knop waarna een (Engelstalige) omschrijving verschijnt.

Stap 4

[afbeelding0]Met de knoppen die een omhoog en omlaag gericht pijltje bevatten kunt u lagen omhoog of omlaag bewegen in de lijst. In dit voorbeeld wordt de eerste kat van laag nummer 2 naar laag nummer 4 in de lijst verplaatst. Als u deze kat vervolgens een beetje naar rechts verplaatst, komt deze vóór de rossige kat in plaats van erachter te staan.

Stap 5

[afbeelding0]Met de volgende knop (zie bijgaande afbeelding) kunt u de transparantiekleur van een laag instellen. Deze kleur is zichtbaar in het lijstje onder de lagenknoppen, in ons voorbeeld dus geel. Tekent u met deze kleur op een laag, dan is deze onzichtbaar. Hetzelfde geldt voor (delen van) voorwerpen die deze transparantkleur bevatten. Op die manier kunt u (delen van) voorwerpen doorzichtig maken.

Stap 6

[afbeelding0]Merkt u dat bepaalde delen van een toegevoegde laag plus bijbehorende afbeelding onbedoeld doorzichtig worden, dan moet u een andere transparantkleur kiezen. Neem in dat geval een kleur die niet in de afbeelding voorkomt, klik daarvoor op het naar beneden gerichte pijltje achter de transparantkleur en kies een kleur uit de geboden mogelijkheden. In dit voorbeeld worden de witte draden zichtbaar, terwijl dat voorheen niet het geval was.

Stap 7

[afbeelding0]Een handige optie is ook die waarmee u een laag zichtbaar of verborgen kunt maken. Standaard is van elke laag de waarde achter Hide (verberg) op False (nee) gezet, wilt u een laag verbergen klik dan op Hide en selecteer in het keuzemenu erachter de optie True (ja). De laag wordt nu verborgen maar niet verwijderd, zo kunt u zien wat het weglaten van een laag voor effect heeft op de afbeelding. Wilt u de verborgen laag weer zichtbaar maken, kies dan achter Hide weer voor de optie False.

Stap 8

[afbeelding0]Direct onder Hide vindt u de optie Lock (vastzetten). Die werkt op dezelfde manier met True en False als het in de vorige stap uitgelegde Hide. Door een laag vast te zetten voorkomt u dat die per ongeluk schuift. Ook handig als u een deel van de lagen al hebt samengevoegd en tijdelijk andere lagen wilt vastzetten, terwijl u met een andere laag nog even aan de slag wilt.

Stap 9

[afbeelding0]Met Opacity (dekking) kunt u de mate van dekking ofwel doorschijnendheid van een laag instellen. Normaal gesproken is deze dekking 100%, ofwel: er schijnen geen andere lagen doorheen. Wilt u bijvoorbeeld een spookkat maken, dan kunt u de dekking op iets als 50% instellen door dit getal in het veld achter Opacity in te voeren. Als alternatief kunt u ook in het menu Image op Adjust Layer Color klikken. Sleep in het geopende venster de regelaar achter Alpha een eind naar links en klik op OK. In oudere versies van Photobie is deze actie echter niet meer ongedaan te maken!

Stap 10

[afbeelding0]De optie ShowBorder omlijst de geselecteerde laag. TPRangeColor(s) biedt ook een manier om een laag of deel daarvan transparant te maken. Handig om de achtergrond van onze katten zodanig transparant te maken dat deze echt niet meer te zien zijn. De katten uit ons voorbeeld zijn officieel op een witte achtergrond geplaatst, maar zoals u ziet is er in de voorgaande afbeelding toch nog wel degelijk een witte omtrek om de dieren te zien. Door met de waarden achter TPRangeBlue, TPRangeGreen en TPRangeRed te spelen is dit randje helemaal weg te werken. In dit geval blijkt wit toch niet helemáál Omo-wit te zijn.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.